Sommige mensen vergeet je nooit, dat zijn de verhalen die voor altijd in je hoofd en in je hart blijven zitten. Ik ben net twintig, als ik met een vers knisperend diploma tot ziekenverzorgende, ga werken in een revalidatiecentrum. Revalideren, na een akelig ongeluk of ziekte, ik neem mijn pet af voor al die bikkels daar. Alles maakt indruk, er is verdriet en machteloosheid. Maar evenzoveel moed, wilskracht en levensvreugde. Man, wat ben ik er van ondersteboven.
Die eerste dag fiets ik naar huis, met een hoofd vol met alle onuitwisbare indrukken van die eerste werkdag.
Die eerste weken zijn heftig, maar wat een fantastische baan blijkt het te zijn. Op ’mijn’ afdeling revalideren voornamelijk jonge mensen; het zorgt voor heftige gesprekken, prachtige contacten en regelmatig ‘en masse’ de slappe lach.
Op maandagochtend arriveert er een nieuwe opname, een jonge vrouw die een aantal weken geleden is bevallen van een prachtig mooi meisje. Gedurende die bevalling is ze getroffen door een hersenbloeding. Tijdens zo’n levens veranderend moment als moeder worden, werd zij ook nog eens gehandicapt. Ik kan me op geen enkele wijze voorstellen hoe zij zich moet voelen. Halfzijdig verlamd is ze, en daarbij heeft ze ook een forse afasie. Dus ook communiceren en vertellen hoe zij zich voelt, is haar ontnomen.
Revalideren
Bij ons gaat ze leren om voor haar kindje te zorgen. En als iemand het woord ‘vechten als een leeuw’ heeft verdiend, dan is zij het. Elke keer weer vind ze de moed en de kracht om door te zetten, ondanks tegenslagen en frustraties. Mijn bewondering voor haar wilskracht en vechtlust groeit met de dag.
En wonderbaarlijk genoeg lijkt dat kleine poppetje haar moeder haarfijn aan te voelen. Ze ligt soms gewoon heel rustig op bed te wachten, tot haar mama haar verschoond. Met behulp van een hand, in plaats van met twee, verbazingwekkend en machtig mooi om te zien.
Na een lange revalidatieperiode gaat ze stralend naar huis met man en kind en ik zwaai ze uit.
Een paar jaar later word ik zelf moeder, en ga ik met mijn eigen kleintje naar babyzwemmen. Heerlijk dobberen we samen in het warme water van het ondiepe bad. Er komt een vrouw aanlopen met een stok, en ik herken haar direct. Ik heb een ijzersterk geheugen voor gezichten, en dit gezicht staat in mijn geheugen gegrift. Naast haar huppelt een klein meisje dat af mag zwemmen voor haar A-diploma.
Wat heb ik de afgelopen jaren vaak aan haar gedacht, en mezelf even zo vaak afgevraagd, hoe het met haar is afgelopen. Stralend loopt ze voorzichtig met haar dochter naar het grote bad. Vanaf de stoel waarop ze zit, moedigt ze haar dochter aan, in haar eigen woorden. Die kleine meid kent haar mama niet anders, en geniet van haar moeders aanwezigheid daar aan die zwembadrand, dat zie je aan dat blije koppie.
Vanaf mijn plekje in het ondiepe, met mijn eigen roze wolk stevig in mijn armen geklemd, geniet ik volop mee met die twee. Zoute tranen van ontroering rollen van mijn wangen, het warme water in. Wat ben ik dankbaar, dat ik hiervan getuige mocht zijn.