Skip to content
Menu
Cynthia Poen
  • Contact Formulier
Cynthia Poen

De laatste dag, hoofdstuk 3

Posted on 28 juli 201931 juli 2019

Vanuit de knusse omhelzing van haar favoriete stoel keek Ellen naar buiten, genoot ze nog even van haar rust. God zij dank werkte Henri alle dagen van de week anders had ze de controle over haar mentale gesteldheid vast compleet verloren. Nu moest ze alleen het weekeind en de vakanties zonder kleerscheuren zien te overleven. Na jaren als een zombie volgzaam te zijn geweest was er onverwacht iets in haar bewustwording gegroeid, was er een zaadje geplant dat de afgelopen jaren langzaam was ontkiemd en wat haar nieuwe inzichten had gegeven. Na al die ellendige jaren was het een wonder dat ze überhaupt nog functioneerde en bleek ze toch sterker dan ze zelf dacht. 

Bijna juichend zag ze het op de klok ’s morgens half negen worden, tijd voor Henri om de deur uit te gaan naar zijn werk, om half zes stipt kwam hij weer thuis, geen minuut eerder of later ondanks files op de weg of slecht weer. Ellen had zich vaak verbaasd over die stiptheid en in de begin jaren van hun huwelijk had ze er ook weleens naar gevraagd maar ze had nooit antwoord gekregen. Om volkomen eerlijk te zijn had ze geen idee wat hij nou precies deed de hele dag. Hij werkte bij een accountantskantoor, dat zei hij tenminste. Vanuit zijn professie was hij toen bij haar vader langs gekomen, dat was tenminste zijn verklaring voor dat bezoek. Meer dan dat wist ze niet.

Op elke vraag van haar omtrent zijn werk antwoordde Henri altijd op een denigrerende manier dat zij dat toch niet zou snappen, haar zelfvertrouwen ondermijnend met zijn harde blik en harde woorden. Naar zijn werk vragen deed ze al snel niet meer en inmiddels wilde ze allang niet meer weten wat hij precies deed als hij niet thuis was, zolang hij maar elke dag hun huis verliet. Haar weekenden vulde ze voornamelijk met huishoudelijke taken ook al was er nergens in huis een laagje stof te bekennen, alles was beter dan dicht bij Henri zijn.

Henri zat in de weekeinden meestal op zijn zolderkamer of werkte wat in hun tuin die groot en volledig omsloten was, geen van hun buren had zicht op hun achtertuin, Henri was nou eenmaal erg op zijn privacy gesteld.  Momenteel was hij een enorm gat aan het graven achter in de tuin, ‘om een composthoop aan te leggen’ had hij gezegd, zijn laatste gril. 

Ellen rolde met haar ogen, een composthoop, wie doet dat nou tegenwoordig, dat zal vast veel vliegen aantrekken of stankoverlast geven als ze eens in de tuin in het zonnetje wilde zitten. Ellen had niets te vertellen over de tuin, de tuin was Henri zijn afdeling. Af en toe zette ze weleens een wat fleurigs neer, gewoon om haar op te vrolijken als ze vanuit het huis naar buiten keek. Wat voorjaarsbloeiers, leuke potten met eenjarig spul, maar alleen als ze toestemming had gekregen van Henri, elk jaar moest ze er weer om smeken, Henri zag er het nut niet van in.

Die tuin wat opvrolijken was trouwens geen eenvoudige taak, de tuin was een sombere toestand, vol met uit de kluiten gewassen bomen met breed uitwaaierende kruinen die weinig zonlicht doorlieten, volgroeide brede ligusterhagen en volledig doorgeschoten coniferen. Alsof de massieve bomen en het gebrek aan licht de somberheid van haar bestaan nog extra wilde benadrukken. Dat ene kleine zonnige plekje was haar domein, hoe minuscuul ook, ze was er dankbaar voor.

Als Henri niet in de tuin bezig was zat hij op zolder in zijn privé kamer die verboden toegang was voor Ellen en die op slot ging als hij naar zijn werk was. Ze had er vaak over gefantaseerd wat hij in die kamer deed, ze had zelfs een poosje gedacht dat hij camera’s in huis had opgehangen om haar in te gaten te kunnen houden. Soms had hij onverklaarbare opmerkingen gemaakt over zaken waar hij niets vanaf kon weten. Op die momenten had ze aan zichzelf getwijfeld, ze wist dat ze af en toe last had van geheugenverlies, ze had zich vast versproken, dat kon niet anders, ze kon zo onnozel zijn soms. Alsof hij in het weekeind in die kamer alle beelden zat te bekijken die werden opgenomen van haar als hij niet thuis was, hoezo ging haar fantasie af en toe met haar op de loop. Ellen had haar hoofd geschud om al die verwarrende gedachten, die deden haar gemoedsrust geen goed.

Meer dan dankbaar was ze als de maandagochtend weer was aangebroken en Henri weer naar zijn werk vertrok. Starre, gesloten, intimiderende Henri. Zo voorspelbaar als zijn dagen waren zo onvoorspelbaar was zijn humeur. Ze was eenvoudigweg bang voor hem geworden, elk jaar een beetje meer en hem iets weigeren durfde ze al heel veel jaren niet, het zou haar doodsvonnis zijn, daar was ze van overtuigd.

Geef een reactie Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën

  • Cynt blogt
  • Diversen
  • Ervaringen coronatijd
  • Ervaringen van een mama
  • Fictie
  • Kampeeravonturen
  • Met een knipoog
  • Warme herinneringen
  • Zelf klussen
  • Zorgblog

Archief

  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze site, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid

Meta

  • Inloggen
  • Berichten feed
  • Reacties feed
  • WordPress.org
©2021 Cynthia Poen | WordPress Theme by Superbthemes.com