Ellen zuchtte, ze dacht aan het leven dat ze achter ging laten en wat er hopelijk, met een beetje geluk, voor haar in het verschiet zou liggen. Wat ze achterliet was niet veel, er was niets in het huis dat ze wilde hebben, waar ze aan gehecht was, aan alles kleefde alleen maar slechte herinneringen. Het altijd maar in doodsangst leven, elke dag en elke nacht, dat zou ze vol overtuiging achter zich laten en ze hoopte ,met alles wat ze in zich had ,dat het zou lukken, dat ze ermee weg zou komen, dat ze er los van zou zijn. Ze kon de opluchting bijna proeven, het was zo dichtbij, die ene kans, haar waarschijnlijk enige kans, het maakte haar licht in haar hoofd en ze moest moeite doen om haar gedachtes niet op hol te laten slaan. De laatste maanden had ze ineens een sprankje hoop gekregen, een heel voorzichtig gevoel van vooruit kijken, een minuscule kans op een ander leven.
Ze keek naar de klok, wat tikte die klok ineens hard, dat was haar echt nooit eerder opgevallen maar ineens maakte dat gekke ding echt heel veel herrie, tik-tak, het dreunde gewoon, ze voelde ze letterlijk in haar lijf wegtikken, de secondes, een voor een. Sneller, alsmaar sneller, als een bizarre versnelling van de tijd.
Ellen sloot haar ogen:’ rustig blijven Ellen, je kan dit, no problemo, nog 1,5 uur, tijd zat om je zenuwen volledig onder bedwang te krijgen’.
Ze dacht even aan Joost, haar baas, en het moment dat ze ontslag had genomen.‘Ze mocht altijd terugkomen’ had hij gezegd, ‘bij hem zou ze altijd welkom zijn’. Ze had een smoesje moeten verzinnen voor haar ontslag, met pijn in haar buik en tranen in haar ogen had ze hem verteld dat ze wegging, per onmiddellijk. Ze had hem toch moeilijk kunnen vertellen dat ze van plan was om van de aardbodem te verdwijnen. Joost had haar doordringend aangekeken maar verder geen vragen gesteld. Het feit dat ze haar salaris al jaren deels contant kreeg uitbetaald zodat ze een deel ervan apart kon zetten zonder dat Henri daar lucht van zou krijgen was voor Joost al voldoende om zijn wenkbrauwen bij op te halen. Ze had hem gesmeekt niet verder te vragen en als een echte heer had hij dat ook nooit gedaan. Maar elke bonus, elk verjaardagskadootje en elke kerstgratificatie kreeg ze altijd contant in een envelop en dat had ze al die jaren apart gelegd. Het was geen enorm bedrag maar voorlopig was het even voldoende. Dat baantje van haar was het enige dat ze voor zichzelf had kunnen behouden na haar trouwen en ook al waren het maar een paar uurtjes per week het voelde als een reddingsboei. Ze had Henri allerlei beloftes moeten doen en ze had zich aan de vreemdste voorwaarden moeten houden maar het was het volledig waard geweest. Ze had ooit een korte stage bij Joost gelopen tijdens haar middelbare schooltijd en was er blijven hangen, gewoon omdat Joost een lieve baas was en het makelaarskantoor inmiddels meer als een thuis voelde dan haar eigen huis.
Joost, jemig wat zou ze hem gaan missen. Dat ze hem echt nooit meer zou kunnen zien of spreken deed haar hart verkrampen maar het moest. Ze moest alles achterlaten, echt elke band verbreken en een nieuwe start proberen te maken, op een nieuwe plek waar ze niemand kende, waar ze veilig zou zijn, waar ze eindelijk verlost zou zijn van hem. Met het beetje geld dat ze had gespaard en het geld uit die onverwachte erfenis, die erfenis die had gezorgd voor dat sprankje hoop, had haar ineens vooruit doen kijken, had haar het lef gegeven om de kans op een ander leven toe te laten in haar gedachten.
Ellen liep naar het raam, sloeg haar armen om haar middel en dacht aan die onverwachte erfenis. Een golf van emotie overviel haar en ineens werd alles om haar heen zwart.
Weer mooi. Wacht weer in spanning af op het volgende hoofdstuk.
Groetjes Ellen. 😂
hahaha, ik bouw de spanning nog even op 🙂
heb hem net geschreven xx
Ja, kom maar op met het vervolg!
morgen Eef! of vanavond nog, ik twijfel haha
xx