Noor was drieëntwintig toen ze ziek werd. Zes maanden lang had ze bij haar huisarts lopen leuren, zes maanden van uitleggen dat er iets echt niet in de haak was met haar. De huisarts had het als iets psychisch afgedaan, en haar met een pot norit of een smoesje naar huis gestuurd, keer op keer. Na die zes maanden was ze bijna twintig kilo afgevallen. Ze was nog maar een schim geweest van zichzelf. Haar buurman, Ben, had haar op een ochtend in de auto gezet en haar naar de huisarts gereden. En Ben had daar zo’n scene geschopt, dat de huisarts haar ineens wel door stuurde voor een spoedconsult in het ziekenhuis.
Een paar uur later wist ze al wat ze mankeerde. Ze had direct allerlei onderzoeken moeten ondergaan. Zonder roesje of voorbereiding op wat er komen ging, waren de onderzoeken een schokkende ervaring. Als sluitstuk van die dramatische dag, was de diagnose zo mogelijk nog verwarrender: colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn, een combinatievorm.
Ander leven
Haar internist had de conclusie van de onderzoeken direct medegedeeld. Alsof hij een pond tomaten bestelde, zei hij dat ze een chronische ziekte had, en dat ze er nooit meer vanaf kwam. En daarna reed hij haar bed zonder pardon de onderzoekskamer uit, de gang op. Ze zag zichzelf nog liggen, als een hoopje ellende, volkomen in shock door het bericht. In haar eentje op die kille ziekenhuisgang, haar haren wit van de bariumpap, had ze zich volkomen verloren gevoeld.
Wat het betekende en hoe anders haar leven eruit zou gaan zien, wist ze niet. En achteraf bezien was dat maar goed ook. Als ze toen had geweten, wat haar allemaal nog te wachten stond, was de paniek ongetwijfeld nog veel groter geweest. Soms is niet weten wat je te wachten staat echt veel beter.
Noor hoorde een kort ’doei’ van David, en daarna haar voordeur die dicht sloeg. Ze gooide de dekens van zich af en liep naar de badkamer. Terwijl ze de douchekraan opendraaide, keek ze naar haar spiegelbeeld. De wallen onder haar vermoeide ogen, het litteken op haar buik, haar enorme bos wilde krullen. Noor haalde haar handen door haar haar, maar het sprong meteen weer alle kanten op. Geen beginnen aan om dat nog te fatsoeneren, en eigenlijk kon het haar niet schelen, vandaag niet.
Ze stapte onder de warme straal en sloot haar ogen, probeerde even te ontspannen, en zich mentaal voor te bereiden. Zo meteen zou ze haar MDL-arts bellen en haar tas inpakken. Dit liep uit op een opname vandaag, daar was ze zeker van. Ze draaide de douche wat warmer, en genoot nog even van de brede harde straal. Morgen stond ze weer onder zo’n lullige ziekenhuis douche, en was haar privacy waarschijnlijk weer ver te zoeken.
De laatste keer dat ze opgenomen was geweest, had ze zichzelf medicatie klysma’s toe moeten dienen. Het was steeds weer een uitdaging om zolang mogelijk op haar buik te blijven liggen, om ze de kans te geven goed hun werk te doen. En daarna moest ze, koud en ellendig, op de postoel naast haar bed zitten, omdat die wc gewoon te ver weg was. Zat ze zich kapot te schamen over die oorlogsgeluiden die ze produceerde, door het enorme geklater in die metalen pot.
Noor stapte onder de douche vandaan, droogde zich af en kamde haar natte haren. Ze trok haar mooiste lingerie aan, volkomen nutteloos natuurlijk, maar ze wilde een stukje waardigheid bewaren. Niet dat het rode kant echt lekker zat, maar ze voelde zich al zo ellendig. Zonder dat zou haar humeur helemaal tot een nulpunt dalen. Een los zwart jurkje met bijpassende legging completeerde het geheel, ze kon nu echt geen strakke kleding velen op haar buik. Die laatste weken zat haar blauwe jeans al niet fijn meer. Samen met alle andere signalen had ze het toen eigenlijk al geweten, dat haar buik weer aan het spoken was.
Ze spoot nog een beetje parfum tussen haar borsten en pakte een weekeindtas in, haar zus zou wel schoon goed brengen als dat nodig zou zijn. En anders zou ze Ben vragen, haar buurman van vroeger, de held die ze eeuwig dankbaar zou zijn voor wat hij had gedaan. Nog steeds was Ben een dierbare vriend, en hun relatie was uitgegroeid tot een diepe vriendschap, die ze koesterde. Ze liep naar de woonkeuken en pakte haar mobiel, ze nou nu eerst maar eens het ziekenhuis bellen.
Verlangend keek ze naar haar atelier, haar prachtige atelier waar ze zo vaak zat om te schilderen. Ze was nu met een levensgroot doek bezig, een naakt van David, en het werd echt prachtig. Niet al haar stukken waren een succes, maar deze ging echt goed worden, dat wist ze zeker.
Het licht was vandaag zo mooi en viel zo prachtig naar binnen door de grote ouderwetse ramen van haar loft. Ze baalde enorm dat haar leven weer overhoopgehaald werd, dat ze weer een poos overgeleverd zou zijn aan medicijnen, onderzoeken, ziekenhuis-eten en eenzaamheid. Ze miste haar fijne huis nu al, terwijl ze nog thuis was, en ze hoopte met heel haar hart dat de opname niet lang zou duren. Dat ze snel weer fijn kon schilderen.
En dat David er nog steeds zou zijn als ze weer thuiskwam.
Ze zou hem vandaag bellen en alles uit de doeken doen. Dit zou toch al een rotdag worden, dan meteen maar alle shit op tafel gooien, letterlijk. Noor giechelde nerveus bij het vooruit zicht, en toetste het nummer van het ziekenhuis in op haar mobiel.