Skip to content
Menu
Cynthia Poen
  • Archief
  • Contact Formulier
Cynthia Poen
herfstlucht

Sprankje vrijheid

Posted on 9 april 20219 april 2021

Gespannen lag ze op haar rug, nietsziend staarde ze naar het plafond, was het echt pas een dag geleden? Maud schudde haar hoofd, niet aan denken nu, niet nu. Straks was er tijd, en ruimte om na te denken. Ongeduldig stapte ze uit bed, eerst haar huis maar flink aanpakken. Haar veilige haven zag eruit als een vuilnisbelt, weken van verwaarlozing staarden haar met beschuldigende ogen aan. Eerst alle ramen wagenwijd open, de kille herfstlucht streek liefdevol langs haar nog naakte lijf, het voelde als ruimte, de frisse buitenlucht. Ruimte in haar te volle hoofd.

Die oude trainingsbroek, dacht ze, en die fijne bh met haar favoriete shirt. Vanonder het bed trok ze nog een paar verdwaalde sokken tevoorschijn. Haar rode haardos bond ze stevig vast bovenop haar hoofd. Nu eerst naar beneden, een sop-emmer vullen en de wasmachine aanzetten. Onderweg pakte ze links en rechts rondslingerende koffiekoppen en ontbijtbordjes op.

Met een volle emmer zalig geurend sop liep ze weer naar boven. Eerst de badkamer dacht ze, die was echt gruwelijk. Doortastend sopte ze de douche, de vloer en de wastafel. Douche kleedjes en klamme handdoeken verdwenen in de wasmand, ze voelde haar rug al warm worden van de inspanning. Na de badkamer was ook de slaapkamer aan de beurt, ook hier was grondig het beoogde resultaat van haar inspanningen. Ze viste slipjes, een verdwenen knoop, een zoekgeraakte oorbel en grote plukken stof onder haar bed vandaan. Haar vuile beddengoed gooide ze boven op de klamme handdoeken, haar dekbed hing ze uit het raam, luchten wilde ze, alles moest schoon en fris. Vooral wegpoetsen wat haar zo doordringend, en beschuldigend, aanstaarde.

De inhoud van de wasmand verdween in de wasmachine, ze koos voor een extra lang programma, een flinke scheut wasmiddel ging in het bakje. Op de trap naar zolder zwierf nog meer rommel, en doortastend vulde ze een vuilniszak met al het losse spul. Zonder enige vorm van spijt wilde ze weggooien, opruimen, eruit met al die herinneringen die aan deze enorme troep kleefden. Alsof hij in al dat vuil was gekropen, in al deze overduidelijke verwaarlozing. Ze zou straks boodschappen halen, als ze klaar was. En ook wat van die verse thee kopen bij dat fijne winkeltje op de hoek van het dorp. Ze zou lunchen in een schoon huis, met dikke sneden bruin brood en roomboter, en er dikke plakken rijpe tomaat opleggen. Ze zou alle ramen en deuren wagenwijd open laten zodat al die frisse lucht haar huis zou overnemen. Ze zou nieuw servies kopen, zodat er niets meer in huis was wat haar aan hem deed denken, en aan de weken dat ze als een zombie verstopt in haar eigen huis had geleefd.

Schoonmaken

Maar nu eerst al die sporen verbannen naar de vuilnisbelt. Een half bedorven peer en wat zwart verkleurde bananen lagen treurig samen op de fruitschaal, een bos bloemen hing volledig verlept in een vaas, een lading fruitvliegjes vlogen verschrikt uit de bestofte plukken dood groen. Ze schudde kussens op, schoof alles wat dood en dor was in dezelfde vuilniszak en in een zwaai gooide ze haar achterdeur volledig open. Stof dwarrelde rond en probeerde zich voor haar schoonmaakwoede te verbergen. Dweiltjes gingen over het aanrecht, en haar verbeten tocht met de stofzuiger zorgde voor een vloer die weer toonbaar was. De enorme kale plek negeerde ze met verve.

Druppeltjes zweet liepen tussen haar borsten naar beneden, een verdwaalde lok haar veegde ze uit haar gezicht, ze was plakkerig en moe, voelde zich uitgewrongen. Ze had zichzelf amper toegestaan te slapen, veel te bang voor de nachtmerries die haar warrige slaap bleven verstoren. De afgelopen weken dwaalden door haar hoofd, het gebonk op de deur, haar paniek, de wanhoop. Hete tranen rolden over haar wangen, terwijl ze maar bleef boenen, poetsen, vegen. Zonder te stoppen wreef ze met een vochtige doek over koffievlekken, langs plakkerige limonade sporen, veegde ze dode vliegen uit de vensterbank. Was hij maar gewoon gegaan, had hij haar maar gewoon met rust gelaten.

Wat als iemand het zou zien, wat moest ze zeggen. Het was zolang goed gegaan, ze had zich bijna veilig gewaand. En ineens waren daar die berichtjes op haar telefoon, en het voortdurende gebonk op de voordeur. Tot gister. Ze keek naar haar handen, ze had haar nagels te kortgeknipt, en de randjes zagen rood en ruw, hardnekkige restjes geronnen bloed zwierven nog langs haar nagelriemen. Haar ogen dwaalden naar buiten. Straks zou ze al het oude blad bijeenvegen, de dode takken verzamelen, en de rest van haar halfvergane moestuin leeghalen. De doorgeschoten sla, en de half verrotte pompoenen. Misschien kon ze nog wat fruit redden. Ze zou een groot gat graven, met die fijne nieuwe spade, en alles in dat enorme gat gooien. En vervolgens nooit meer iets laten groeien in die grond. Ze zou het gat afdekken met grote logge grindtegels, om het voor altijd te verbergen. Ze zou er een kweekkasje opzetten en grote sappige tomaten gaan kweken. Verschillende kruiden en grote potten bloemen. Ze zou er spaanse pepers neerzetten, en grote trossen zoete aardbeien plomp laten worden voor haar ontbijt . En pronkbonen misschien, of paprika’s. Ze zou een vijg planten in die oude speciekuip, naast het kasje, zodat ze elke zomer dikke, vlezige vijgen zou kunnen eten.

De enorme bult achter in de tuin leek te bewegen, ook al was dat echt onmogelijk, het blok beton in haar maag voelde zwaar en onverzettelijk. Ze zou iets moeten eten, maar de gedachte eraan maakte haar misselijk. Eerst dit afmaken, alles afdekken met een dikke laag aarde en compost. Wie weet zou ze het gewoon vergeten over een poosje, zou ze op een dag opstaan en gelukkig zijn. Nooit meer denken aan gister en aan wat eraan vooraf was gegaan.

Ze verlangde ernaar gelukkig te zijn, om rust te kennen. Nieuwe vrienden te maken die je bij je thuis kon uitnodigen, het was al zolang geleden dat ze etentjes had gegeven. Dat ze haar lange tafel uitnodigend had gedekt met witte linnen tafelkleden. Had vol gezet met kannen gekoelde frambozenwijn, met schaaltjes olijven en zoete dadels, en een overvloed aan kaarsen. Die befaamde notentaart met karamel, hoelang had ze die al niet meer gebakken, zou ze nog weten hoe dat moest. Met haar ogen dicht hoorde ze het gepraat en gelach van fijn gezelschap, zag ze de brandende kaarsen op tafel, voelde bijna de ontspannen sfeer onder haar vingertoppen.

Herfstlucht

Misschien zou ze over een poosje weer kunnen slapen, zo’n zoete slaap waar je ontspannen inglijdt, dat zou zo fijn zijn. Verbeten zette ze de spade in de grond, schep na schep maakte ze het gat steeds maar groter. Haar spieren protesteerde en heel even had ze het gevoel dat ze flauw zou vallen. Diepe teugen herfstlucht vulden haar longen, en vermanend sprak ze zichzelf toe. Ze mocht niet opgeven nu, niet verslappen. Straks zou het allemaal achter de rug zijn, dan kon ze zichzelf wijsmaken dat het allemaal een boze droom was geweest. Kon ze weer vooruitkijken, straks, maar nu eerst dit afmaken.

Die grote bult rolde ze eerst in het gat, en vanonder het zwarte zeil keek een van zijn dode ogen naar haar op. Priemend, alsof hij dwars door haar heen keek, beschuldigend en wreed. Even dacht ze dat hij haar uitlachte met die akelige scheve grijns, dat hij ineens vol woede tot leven zou komen en haar zou overmeesteren, haar weerloos in een ijzeren greep zou houden. De paniek overviel haar als een verstikkende deken, en in volle vaart begon ze aarde, blad en takken op zijn dode lichaam te stapelen. Als een waanzinnige schepte ze maar door, tot hij volledig bedekt was. De beelden van de vorige avond trokken aan haar voorbij, hoe hij ineens in haar keuken had gestaan, en hoe zij met alle samengebalde angst vanuit haar binnenste uithaalde met dat slagersmes en bij toeval precies de juiste plek raakte. Ze had naar hem staan staren, terwijl hij daar weerloos dood lag te bloeden, verbijsterd naar haar opkijkend. Ze had geen moment getwijfelt of ze hem zou moeten redden. Geen haar op haar hoofd die ook maar bewoog, ze stond daar maar, starend, tot elk leven uit zijn machtige lijf was getrokken. De ravage was enorm geweest, maar ze had als in een waas gehandeld. Had een groot stuk landbouwplastic uitgerold en hem daarin gewikkeld. Met alles wat ze in zich had, had ze hem achterin de tuin gelegd, verzwaard met stenen zodat de wind geen vat zou krijgen op het zeil.

Ze had het tapijt verwijderd, en de vloer erna geboend, met bleek en emmers water, tot alle sporen waren verdwenen, ook al voelde die keukenvloer nu raar. Dat beeld van hem, zoals hij daar had gelegen zag ze nog steeds voor zich, alsof ze alles had laten liggen. Vreemd hoe je geest trucjes met je uithaalt als je zo kwetsbaar bent, juist als je zo kwetsbaar bent. Daarna was ze op bed gaan liggen, en had naar het plafond gestaard, urenlang. Als een zombie had ze daar gelegen, haar hoofd een warboel met kortsluiting, te veel gedachten vochten om voorrang.

 Haar shirt was doorweekt, en ze voelde ineens hoe koud ze was. Dat houten bankje naast haar schuurtje lonkte, ze zou even gaan zitten, heel kort maar, en uitrusten voor dat ze weer verder zou gaan. Het was stil, boven haar hoofd floot een mereltje, en ineens daalde die complete rust neer. Nooit meer die intimiderende berichtjes, geen gebonk meer op haar deuren, geen angstig omkijken en de deur niet uit durven, en geen altijd maar die dichte gordijnen en zich opgesloten voelen. Heel even voelde ze een sprankje van de vrijheid die er misschien voor haar was weggelegd, ooit. Voor nu was dat eenvoudigweg genoeg.

6 thoughts on “Sprankje vrijheid”

  1. Tecla schreef:
    9 april 2021 om 20:39

    Heel gefascineerd,kan me verplaatsen in haar hoofd ? gedurfd

    Beantwoorden
    1. Cynthia Poen schreef:
      10 april 2021 om 08:23

      Dank je wel lieverd! voor je feedback 🙂

      Beantwoorden
  2. Lotte schreef:
    10 april 2021 om 11:33

    Ik vind het altijd fijn als ik wat lees je door wil lezen, zodat het je niet teveel moeite kost. En jaa dat is bij dit stuk ook.
    Je maakt me nieuwschierig naar het hele verhaal…

    Beantwoorden
    1. Cynthia Poen schreef:
      10 april 2021 om 12:20

      ah dank lot!! zoveel te schrijven, zo weinig tijd 🙂

      Beantwoorden
  3. Karin schreef:
    10 april 2021 om 14:46

    Lijkt wel n spannend boek van Karen Slauther, je neemt me helemaal mee in haar beleving! Ben er nieuwsgierig hoe het afloopt.
    Vind dat je zeer gedetailleerd schrijft, is voor mij als beelddenker heel fijn om te lezen
    Gr Karin

    Beantwoorden
    1. Cynthia Poen schreef:
      10 april 2021 om 17:11

      wauw, wat een mooi compliment Karin! Dank je wel. Ik hoop dat ik er een boek van kan breien 🙂 Liefs Cynt

      Beantwoorden

Geef een antwoord Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Categorieën

  • Bloopers en overwinningen
  • Caat Kordaat
    • Fictie
  • Corona, een leven met
  • Gezondheid en zijn uitdagingen, een healtylife is niet simpel
  • Ons volkswagenbusje, rondreizen door Europa
    • Duitsland
    • Frankrijk
    • Italië/Kroatie
    • Nederland
    • Oostenrijk
    • Schotland
    • Spanje
  • Ouderschap
  • Uncategorized
  • Warme herinneringen
  • Werken in de gezondheidszorg, ervaringen van een verpleegkundige
  • Zelf je huis verbouwen
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze site, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid

Meta

  • Inloggen
  • Berichten feed
  • Reacties feed
  • WordPress.org
©2022 Cynthia Poen | WordPress Theme by Superbthemes.com