Ik hoor voetstappen boven mijn hoofd, bekende geluiden die me laten glimlachen. Mijn kapstok hangt weer vol en er staan waanzinnig veel schoenen naast de voordeur. Overduidelijke sporen van die extra gast in huis. Vorig jaar januari kwam onze oudste even thuis wonen, een gruwelijke lekkage en gevonden asbest joegen haar uit haar huisje. Nu woont onze jongste weer even thuis omdat ze een nieuw plekje krijgt en die is nog niet opgeleverd.
Het is bijzonder hoe snel het gewoon is, eigenlijk meteen weer. Naadloos voegen onze ritme’s zich weer samen. Overdag zijn we aan het werk dus lopen we elkaar niet in de weg en ons huis is groot genoeg voor drie. Onze kinderen zijn altijd welkom in ons huis, we rijden middenin de nacht naar het andere eind van de wereld als dat nodig mocht zijn. Gelukkig weten ze dat ze ons altijd terecht kunnen, voor wat dan ook, en dat we ook altijd een bed paraat hebben staan. Stiekem was ik wel nieuwsgierig hoe het zou voelen als ze weer voor even bij ons woonde.
Altijd welkom
Als moeder ben ik nogal van het kloekerige soort, ik spreek mezelf met enige regelmaat ernstig toe maar het zet bijzonder weinig zoden aan de dijk. Deze aard haal je niet uit het meisje, hoe oud onze dochters ook worden. Vroeger lag ik dus ook altijd te wachten tot het span weer veilig thuis was, altijd. Nachtenlang lag ik met geknepen billen en gespitste oren te wachten op het geluid van die sleutel in het slot van de voordeur.
En dat is dus gewoon helemaal veranderd, heel bijzonder vind ik dat. Onze meiden zijn prachtige, slimme en unieke volwassenen geworden. Ze redden zichzelf inmiddels alweer heel wat jaren, zonder hun kloekerige moeder. Dat wakker liggen is dus verleden tijd en dat vind ik zalig. Net als dat ik onze meiden gewoon weer even onder dat ouderlijke dak heb, ongeveer even zalig. Deze kloek moet straks vast weer een poosje wennen 😉