De kelderdeur staat op een kier en ik houd mijn adem in. Weet ik het zeker? Want wat als ik vind wat ik er verwacht te vinden. In een vlaag van overmoedigheid trek ik de deur verder open en stap op de eerste tree. Hij kraakt luidkeels. Mijn hand tast naar de bakelieten lichtknop die zich met tegenzin laat omdraaien, het kale peertje geeft amper licht en laat de diepte pikdonker.
De diepte staart naar me, als een kilte die me in zijn greep wil krijgen.
Een grondspin kruipt vastbesloten de hebberige klauwen van het donker in. Een huivering spoed zich langs mijn ruggengraat en zet al mijn lijf op alert. De angst kruipt ongenadig door mijn buik en laat een verwoestend spoor achter.
Het is er muf en vochtig.
Ooit stonden hier de hoge hakken van oma. Bloedmooi en vlijmscherp naast elkaar, strak in het gelid als soldaten. Nu ligt er alleen nog vuil stof op de verbleekte planken. Ik zucht diep en veeg mijn klamme handen af aan mijn geruite schort. Vergezelt door het geweeklaag van het protesterende hout loop ik naar beneden. Balancerend op de laatste smalle tree zie ik het liggen. In die gruwelijke seconden, nadat ik de weddenschap verloor, wist ik dat dit ging gebeuren. De hobbel in de diepte beweegt en mijn wereld begint te wankelen.
Met meer wanhoop dan moed zet ik mijn laatste stap
Dit smaakt naar meer
dank!! ik ben tijd en ruimte aan het zoeken/creëren voor mezelf om meer te kunnen schrijven!