De afgelopen jaren bekroop me vaak een enorm verlangen naar andere tijden, zorgelozer periodes dan de malle tijd waar we de laatste jaren in zaten. Op vakantie gaan, wat voorheen vooral te maken had met middelen en mogelijkheden, was ineens een kwestie van veiligheid. Hoe maf is dat.
Het bracht me echter ook terug naar de zoete vakantieherinneringen van de reizen naar de bergen.
Het eerste jaar dat we in de bergen gingen wandelen kreeg mijn vader verschrikkelijk op zijn falie van de andere wandelaars, omdat hij zijn jonge dochters op sandalen de bergen in stuurde. Die dolomieten in. Pap kocht meteen bergschoenen voor ons. Goed bezig pap, we vonden ze superstoer. Wat hebben we een hoop meters gemaakt met zijn vieren (ook al was mijn moeder niet echt fan volgens mij) en nog steeds ben ik dol op de bergen.
Mijn vader was ook altijd erg van de alternatieve routes, hij wist in de bergen altijd wel ‘een snellere weg’ terug. Een keer moesten we, als gevolg van die ‘snellere weg’ over een hele smalle richel.
Schuifelend liepen we voetje voor voetje, met onze handen noodgedwongen in de ijskoude sneeuw, langs een hele steile bergwand. Terug was geen optie meer, we waren zo jong nog en inmiddels bekaf.
De alternatieve routes van mijn vader, ik heb ze vervloekt.
Helaas heb ik dat eigenwijze stammen-gen ook en stiekem ben ik daar best trots op. Ik vind het een eer om een Stammetje te zijn. De extreme keuzes van mijn vader laat ik echter wel uit mijn hoofd, het is een wonder dat we ongeschonden uit die strijd kwamen.
Vakantieherinneringen
De liefste weigert meestal op mijn alternatieve route-opties in te gaan. De enkele keer dat ik echt heel overtuigend ben, vervloekt hij zichzelf omdat hij naar me heeft geluisterd. Maar ik blijf dol op spannende weggetjes, op onderzoek uit gaan loont soms echt.
Tijdens onze vakanties plukten we elke dag een vers bosje bloemen, de alpenweides leenden zich daar prima voor. Die belandden in een jampot op tafel. Nog steeds ben ik dol op veldboeketten. Ook de kampeervakanties naast een boerderij in Oostenrijk zijn dierbaar. Pap en mam sliepen in de caravan, zus en ik logeerden in de boerderij. Omdat we door een heftige onweersbui niet in ons tentje durfden te slapen. De enorme dekbedden waar we onder lagen vonden we geweldig. En de geur van verse broodjes vroeg in de ochtend, in die enorme boerenkeuken, wat een moment was dat. Het was er geweldig. Zus dronk een vers slokje melk, direct na het melken en vond dat razend smerig, haha, dat weet ik ook nog. De boerin noemde zichzelf Frau Nini. Ze had grijze vlechten en droeg een dirndl. En elk jaar kregen we met kerst een kaart van haar. Dat vond ik ook zo geweldig, post uit het buitenland.
Soms verlang ik terug naar wat meer eenvoud. Toen hele gewone dingen, nog heel erg bijzonder voelden. Ik mis dat soms. Gelukkig heb ik een geweldig geheugen.