Moeder

huismoeders

Moeder.

Hij bleef het bizar vinden om zo genoemd te worden.

Het voelde als een titel die niet bij hem hoorde, om meerdere redenen.

Allereerst was hij een man, dus praktisch gezien kon hij geen moeder zijn, alle gender-discussies voor het gemak voor nu opzij schuivend.

Daarbij had hij bij de titel van moeder zelf hele andere associaties. Vrouwen met gebloemde schorten en zacht golvende kapsels trokken aan zijn geestesoog voorbij. Huismoeders. Geboren verzorgers. Vrouwen vol van moederinstincten die een kind konden maken met hun lichaam, een kind konden baren en voeden met hun lichaam.

Terwijl hij in de spiegel keek grijnsde hij ongewild om zijn eigen spiegelbeeld, zijn kale kop en wilde baard leken in de verste verte niet op de huismoeders uit zijn eigen gedachten.

Huismoeders

Hij keek even naar het bundeltje dat hij in zijn armen droeg, dat bundeltje dat hem over een poosje hopelijk ook moeder zou noemen. Net als alle andere kinderen die hij onder zijn hoede had genomen. 

Ergens was het begonnen, ook al wist hij niet precies meer maar. Of bij wie. 

Rosie. Hij glimlachte. Hoe had hij dat kunnen vergeten. Rosie was zonder twijfel de eerste geweest. Ze was op een ochtend wakker geworden, had naar hem gekeken terwijl hij de pannenkoeken voor het ontbijt stond te bakken en had hem moeder genoemd. En de andere kinderen hadden zonder aarzelen haar voorbeeld gevolgd. Sinds die ene dag was het altijd moeder gebleven.

Het bundeltje huilde, zachtjes, alsof het vooral niet teveel geluid mocht maken. Nog niet wetend dat het veilig was bij hem om luidruchtig te zijn. 

Hij liep de keuken in. Op het aanrecht lag een brief van het ziekenhuis. De brief. Zonder dat hij hem geopend had wist hij al wat erin stond. Zijn lijf had hem allang verteld dat het foute boel was. 

Hij pakte de verwarmde fles uit de houder die op het aanrecht stond, controleerde de temperatuur van de melk door een druppel op de binnenkant van zijn pols te druppelen en stopte de speen vervolgens zachtjes in de mond van het mopperende bundeltje kind in zijn armen. De geur van de baby was als liefde. Geborgenheid. Het omhelsde hem, troostte. Hij stopte zijn neus even in de zachte babyhals en sloot een moment zijn ogen.

Het bundeltje dronk gretig, gehaast.

Binnenkort zou hij dit alles achter moeten laten. Zou hij het beginnende gebrabbel van dit kleintje nog meemaken? Om nog één keer moeder te mogen worden, en zich die trotse titel toe te mogen eigenen, zou overweldigend mooi zijn. 

Voorzichtig liet hij zich in de oude schommelstoel zakken. Het bundeltje lag knus in zijn sterke armen te slapen.

Moeder. 

Hij begreep het.

Het was de enige titel die hij echt was en de enige die hij ooit wilde zijn..

Published by Cynthia Poen

Ik ben een schrijver, en daar ben ik retetrots op. Het duurde even, voor ik die woorden in mijn mond durfde te nemen in associatie met mezelf maar inmiddels doe ik het gewoon.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *