Ik hoor de wekker gaan, en kreunend trek ik het dekbed over mijn hoofd, ik ben nog lang niet klaar met slapen. Tot een uur of één sliep ik heerlijk. Toen was het alsof het licht in mijn hoofd aanging, en ik aan werd gezet. Met dank aan die rommelende hormonen waarschijnlijk, lang leve de overgang. Als ik tegen de ochtend eindelijk weer in slaap val, is het alsof de wekker vlak erna af gaat. Een nacht doorslapen behoort helaas al een poosje tot het verleden.
Mopperend in mezelf sta ik op, en in de spiegel zie ik vooral een verkreukeld hoofd. Zuchtend draai ik met mijn ogen en steek mijn hoofd onder de koude kraan. De liefste heeft sterke koffie voor me gezet en met een kus op mijn hoofd verlaat hij ons huis, loodgieters beginnen ook vroeg. Heel langzaam kom ik weer tot leven.
Op mijn gemak rijd ik naar mijn werk. Ik verlang naar een ochtend waarbij ik niks hoef, en lekker lui kan doen. Vandaag is jammer genoeg niet zo’n dag.
Zorgen voor een ander vraagt soms het uiterste van wat ik in me heb, vraagt om tact en inlevingsvermogen. Die balans tussen mens zijn en je werk goed doen, moet je elke dag opnieuw bewaken. Maar werken in de zorg is ook vooral mooi en waardevol.
Ik heb heus weleens een slechte dag, ik ben tenslotte ook maar een mens. Maar de energie die ik krijg als ik met iemand een mooi gesprek heb gehad, of iemand echt heb kunnen helpen, is onbetaalbaar. Oprechte blijdschap en dankbaarheid. Mijn werk, het past bij me.
Werk
Even later zit ik op de fiets en bij mijn eerste client wordt ik al met een glimlach onthaald. ‘Gezellig dat je er bent’ zegt hij. Ik zorg en klets en na een poosje ga ik weer verder met mijn route. Deze lieve dame met dementie verteld over de oorlog, over de echte honger toen, en laat zich mijn zorgen heerlijk aanleunen. De rest van de ochtend fiets ik rond, zorg ik. Overal krijg ik een dankbare glimlach bij het afscheid. Bij de één na laatste client wordt ik ruimhartig van boven uit het raam uitgezwaaid. Jolig roept hij me nog na. Ik zwaai terug en moet er ontzettend om lachen, om zijn blijheid. Ik voel mijn batterij langzaam maar zeker voller raken.
Tijdens al die gezondheidszorg-jaren ervoer ik diepe dalen maar ook ongekende hoogtepunten. En ze hebben me geleerd om het te koesteren, dat leven. Om luidkeels mijn liefde te delen en niet te wachten tot een wellicht gepaster moment. Want morgen kan alles zomaar anders zijn….
Wil je meer van mij lezen? Ik schreef een boek over al mijn zorgervaringen.
One thought on “Lege batterij”