Vanmorgen vroeg stapte ik op mijn fijne fiets voor de dagelijkse gang naar de boulangerie. Lekker gezapig, elke ochtend naar de bakker fietsen voor een vers broodje. Maar ik hou nou eenmaal van gezapig en met de zon op je bol is dat geen straf. Die vroege plons in de rivier elke ochtend, is het meest avontuurlijke wat ik deze vakantie ga doen, gok ik. Ook al denk ik toch over die kano na, maar dat volgt later nog wel, of ik het toch nog een keer ga doen.
Op die fiets dus, vroeg. De zon stond al lekker te stralen en het was stil op de weg. Ik ben een rasecht ochtendmeisje. En omdat we in wijngebied kamperen, voert die dagelijkse route me langs rijen en rijen wijnranken, vol met zware trossen rijpe druiven. Hier en daar wordt er al geoogst en hoe dichter ik bij het dorpje kom, hoe duidelijker ik het ruik. De lucht is bezwangerd met de geur van gistende druiven, zo zwaar dat het voelt alsof ik aangeschoten raak 🙂
Fietsen
De coöperatieve staat, met zijn enorme tanks, vooraan dat pittoreske dorpje. En veel wijnboeren uit de omgeving, komen hier hun druiven brengen. Die verse druiven ruik je overduidelijk en zo vroeg op de ochtend is die lucht best pittig. In mijn eentje op de fiets, voel ik me bijna onderdeel van dit alles, van dat land dat zo anders is dan de onze, maar waar ik zo ontzettend van geniet.
Gewapend met mijn mondkapje stap ik bij de bakker naar binnen. Een keur aan vers brood ligt uitgestald en ik heb welhaast moeite om te kiezen. Met een chocolade eclaìr, een citroenachtig bladerdeegding, een baguette en een flûte stap ik vrolijk weer op mijn fiets.
Links en rechts bonjour ik lukraak nog wat weg, ik zwaai met ruimhartige zwaaien naar alle automobilisten die me voorrang geven en intens tevreden fiets ik een minuut of vijftien later de camping weer op. Bijna vind ik het jammer dat mijn fietstochtje erop zit, gelukkig mag ik morgen weer 🙂