Ik kan het zelf amper geloven, er gebeurd zoveel, mijn hoofd stroomt er van over. Van alles wat mooi is in mijn leven hoort dit er absoluut bij. Dat boek waar ik zo naar verlangde en dat nu aan het ontstaan is, meerdere zelfs. Al die pagina’s met al die letters die een verhaal vertellen. Ik kijk er naar uit om het mooier te maken, meer te schaven en aan te vullen. Terugkijkend op de afgelopen jaren vind ik dat die lijst van prestaties inmiddels best lang is. Het op de wereld zetten van onze prachtige dochters, mijn eigen veerkracht toen ik helemaal op een hoop lag, aan een studie beginnen toen ik al tegen de vijftig liep en ik ineens op school zat met allemaal piepkuikens.
De afgelopen tien jaar verbouwden we ons huis, waren we soms oprecht wanhopig omdat het echt nooit af leek te komen. Ziek en zeer waaide ook nog tussen neus en lippen door langs, en ik nam spontaan ontslag toen ik niet goed in mijn vel zat. Vervolgens eindigde dat alles als een modern sprookje want ik vervul inmiddels die ene functie waar ik zo mijn zinnen op had gezet. Mijn leven was een rollercoaster van lessen de afgelopen jaren, zoals dat gaat bij zovelen, en nu kabbelt het ineens, de stormen zijn voor even gaan liggen.
Maar dat boek, dat lag me maar aan te staren, ik durfde hem gewoon niet af te schrijven. Wat als het slecht was, wat als niemand het wilde lezen, wat als…..Het was dat ene ding waar ik maar mee bleef worstelen. Dat ene ding wat ik zo verschrikkelijk graag wilde en waar ik niet moedig genoeg voor was.
Lessen
Tijdens het schrijven van dat manuscript ontstonden er inwendige gevechten, voelde ik de rauwe realiteit van dat mens zijn. Schrijven is ook heel erg spitten, diep van binnen, en het legde een aantal zaken genadeloos bloot. Ik leerde lessen over mezelf, over mijn eigen worstelingen en vooral ook over mijn eigen akelige kantjes en onzekerheden. Ik verbaasde me soms oprecht over alles wat er uit dat brein van mij stroomde. Alles waar ik me weleens achter verschuil, alles wat ik zo graag wil zijn en alles wat ik niet ben. Alle truttigheid die er soms was en die schaamte om niks en om van alles.
‘Je bent een zondagskind’ zegt mijn moeder weleens. En ze heeft gelijk. Want met alles wat ik zo graag wil zijn en ook met alles wat ik niet ben, ben ik een bofkont eersteklas.