Het roze inpakpapier ontsnapt aan mijn wanhopige vingers, de chaos voor mijn ogen wordt groter in plaats van kleiner. Ik hoor mezelf een diepe zucht slaken. Passende cadeautjes kopen kan ik als de beste, het gezellig inpakken ervan is helaas een kwaliteit die ik ontbeer.
Ik ben een rasechte inpakmuts.
Iets goed kunnen is fantastisch. Dat lijkt me fantastisch moet ik zeggen, want ik heb er absoluut geen ervaring mee. Een oud-collega van mij kan bijvoorbeeld geweldig bakken. Als een echte patissier. Het smaakt goed en het ziet er oogstrelend uit. Ongebreidelde bewondering heb ik ervoor. Iets lekkers bakken kan ik ook, maar negen van de tien keer ziet het er niet uit.
Slagveld 2.0, je hebt vast een beeld 😉
Een realistische tekening maken is ook een talent dat ik niet bezit. Een goede kennis van mij kan fantastisch schilderen. En echt elk schilderij dat ze produceert is fantastisch. Levensecht. Werkelijk waar. Onbegrensde bewondering heb ik voor een talent als de hare. Bij mij loopt elke poging om iets fraais te produceren uit op een kindertekening. Grappig, maar niet om aan te zien.
Dat heb ik dus ook maar opgegeven.
En datzelfde gaat inmiddels dus ook op voor het inpakken van cadeautjes. In mijn hoofd ziet het idee wat ik heb om er een lief pakje van te maken er fantastisch uit, tot ik het daadwerkelijk in de praktijk probeer te brengen. Gepruts dat tot een enorme chaos leid. Wederom. Die zorgvuldig uitgekozen leukigheidjes verdienen een gezellig omhulsel. Maar om die met zorg uitgekozen papiertjes er knappies omheen te krijgen is dus nogal een ding.
Terwijl ik weer eens onvervalst loop te worstelen met een babyshower-gezelligheidje, moet ik ineens denken aan mijn moeder. Mijn mam had een loeier van een rol patroonpapier staan in de kelder. Mijn pap scoorde die ooit voor haar op een klus die hij had bij een papierfabriek. Als coupeuse kwam patroonpapier altijd van pas, dus mam was er dolgelukkig mee. Die rol leverde echter voor de komende vijftig jaar voldoende patroonpapier 😉
Daar kon ze dus nog veel meer mee doen.
Gelukkig maar, want mam had nooit echt inpakpapier. Daar was geen geld voor. Mijn creatieve moedertje wikkelde elk cadeautje dus gewoon in een stuk wit patroonpapier, knipte vervolgens wat verse bloemen of takjes groen uit de tuin ‘et voilà’: ze had een snoet van een presentje.
Ik sla mezelf voor mijn hoofd dat ik nou juist dat was vergeten. Als ik naar het treurig ingepakte, wat wanstaltige, cadeau kijk dat op onze eettafel ligt, weet ik precies wat ik voortaan ga doen.
De volgende x doe ik net als mam 🙂
En ik maar denken dat verpleegkundigen altijd zo erg praktisch zijn. Pleister, infuus een verband aanleggen. Maar met inpakpapier verlies je de strijd?
hahaha I know…..