Doortastend liep ze door de keuken, ergens achterin een van de kastjes moest ze nog een pot hebben, dat wist ze absoluut zeker.
De gedachte aan die ene nacht riep een gevoel van schaamte bij haar op. Ze was aangeschoten geweest, en na die vurige vrijpartij had ze de rest van de nacht boven de toiletpot gehangen.
Ziek van gêne en ziek van de drank.
Er klonk weer luid gerinkel en nu wist ze zeker dat het niet haar telefoon was. Het deuntje werkte op haar zenuwen. Wat moest ze in vredesnaam met dat malle apparaat. Hoe lang zou het duren voor die batterij leeg was en dat onding haar in stilte zou laten nadenken. Achterin het laatste kastje vond ze de pot lemon curd. Zie je wel, tuurlijk had ze gelijk gehad. De slagroom was inmiddels ingezakt en die klodder gele zoetigheid er bovenop hielp de luchtigheid van de slagroom geen sikkepit. Staand aan het aanrecht nam ze twee grote happen. Het viel als een klomp in haar maag en die keerde zich spontaan om van al dat vet en zuur.
Drank
Haar minnaar was halverwege die nacht snel vertrokken. Hij had haar nog even over haar rug geaaid terwijl ze boven de pot haar ingewanden er bijna uitbraakte. Drank, oesters en slagroom zijn een gruwelijke combinatie als ze de verkeerde kant op reizen. Ze had zich nog kleiner gemaakt, met die warme hand op haar rug, had zich nog ellendiger gevoeld door zijn lieve gebaar. Misschien was hij wel net zo fantastisch van binnen, als hij van buiten was. Maar daar zou ze nu nooit meer achter komen.
Ze nam nog een laatste hap van haar cake, de rest mikte ze in één beweging in de afvalbak. Het viel met een doffe klap bovenop een hele lading witte staafjes. Ze hield haar adem even in voor ze de deksel dicht liet klappen. Ze moest vanaf nu goed gaan eten, gezonder. Vol vitamines en mineralen.
Buiten sloeg de regen met kracht tegen de keukenramen. De noordenwind huilde om haar huis, alsof hij met haar mee huilde. Omdat die, net als zij, kapotging van verdriet. Het enorme keukenmes lag nutteloos op de grond. De paniek kolkte vanbinnen, langs lemon curd, cake en slagroom, en schudde nietsontziend oud verdriet wakker.
Groot, bitter en zwaar.
Ze moest weer een plas.