Het adres waar ik die nacht ga waken ligt aan een pleintje. Een kerk, een bruine kroeg en een knusse bistro staan er gebroederlijk zij aan zij. Een fietsenrek met lukraak gestalde fietsen staat onder de imposante eik. Het bankje ernaast oogt nieuw. Ik ben dol op pleintjes zoals deze. Genietend van de ambiance steek ik over en loop naar het restaurantje op de hoek.
Tijdens alle jaren dat ik waakzorg verleende reed ik vaak overdag even op en neer naar het adres waar ik die avond moest zijn. Die eerste keer waakzorg verlenen heb ik me namelijk rot gezocht. In een onbekende buurt in het pikkedonker een adres zoeken , en het regende die avond pijpenstelen, is niet fijn.
En google Maps bestond nog niet he?! ( ja inderdaad, ik ben oud :-))
Ik bel aan bij een donkere houten deur, binnen zit het vol. Er wordt vrolijk geklonken met gevulde glazen, door de ramen zie ik lachende gezichten. Hij woont erboven, in een soort loft, al sinds hij het restaurant overnam. Zijn drie kinderen zijn jonge twintigers, zijn vrouw woont al een jaar of vijf ergens anders en heet ex inmiddels.
Het restaurant was vooral zijn grote liefde.
Eenmaal boven stel ik me voor, vraag waar hij behoefte aan heeft en leg de telefoonnummers van zijn kinderen naast de telefoon. Een van hen komt de volgende ochtend vroeg terug om mij af te lossen. Naast het bed, dat in een soort nis staat, ligt een dik boek op een nachtkastje. Ik glimlach inwendig, deze meneer is een lezer.
Als de kinderen weg zijn vraagt hij of ik hem wil voorlezen. Hij wil verder niets, geen polonaise meer aan zijn lijf.
‘Daar is al genoeg in geprikt en gesneden’, zegt hij.
Voorlezen
Vier nachten zit ik aan zijn bed. Hij heeft de regie. Alles gaat op verzoek. Wisselligging, wat opfrissen en pijnmedicatie. Zijn huisarts is ten alle tijden oproepbaar. De sfeer is intiem, zoals eigenlijk meestal het geval is als iemands einde nadert. Hij berust in het onvermijdelijke.
‘Ik heb de afgelopen periode elke dag gehuild’, mijn tranen zijn nu wel op, zegt hij. Hij verteld over zijn leven, over zijn prachtige kinderen en zijn restaurant. Het was zijn grote passie. Mooie menu’s bedenken en zijn gasten in de watten leggen. Wat had hij de kinderen graag zien trouwen. De laatste jaren fantaseerde hij over opa worden, voor die kleinkinderen ging hij tijd maken.
De dood kwam sneller en haalde zijn dromen in.
We spreken af dat ik na mijn vrije weekeind weer terugkom. Ook dat is vaak een vraag die wordt gesteld, want dit laatste stukje van het leven moet in harmonie verlopen. Zoveel mogelijk. Ik kom graag terug om voor hem te zorgen. Maandagavond tien uur gaat mijn telefoon. Hij is in alle rust overleden in het bijzijn van zijn kinderen.
Ik slik even. Ook voor zorgverleners is het een schakelmoment, dat afscheid nemen, en sommige van ons moeten dat alleen doen. In zichzelf. En soms vond ik dat best moeilijk.