Langzaam komen ze aangereden richting onze eenzame kampeerplek, op het achterste deel van de #camping. Een spierwitte caravan achter een spierwitte auto, glanzend gepoetst. Ik ben jaloers natuurlijk, onze auto wordt dagelijks, met terugkerend enthousiasme, volgescheten door een colonne vogels.
We hebben de moed inmiddels opgegeven en wassen onze #buscampertje pas als we echt niet meer door het voorraam kunnen kijken. We hebben wel eer van die rit naar de wasstraat, dat dan weer wel. Die voldoening houdt ons weer weken op de been. Tot we met het schaamrood op de kaken, achteraan de rij van de wasstraat aansluiten, de opgedroogde brokken vogelenschijt dik aangekoekt op de voorruit van ons schatje.
Demonstratief stapt ze uit de auto en vol zelfvertrouwen meet ze met grote passen de grootte van de plek uit. Enthousiast knikt ze naar haar echtgenoot. Die zit nog achter het stuur en laat de motor stationair draaien. Hij wacht op een teken van haar, dat de witte combinatie een passende overnachtingsplek heeft gevonden. Hij is klein, de echtgenoot, we zien zijn kruin net boven het stuur uit piepen.
Langzaam rijd hij de combinatie de kampeerplek op. Te ruim, dat zien we meteen. We zitten voor ons camperbusje aan een welverdiend biertje en bekijken het schouwspel vanuit onze luie stoel. Het is een van de mooiste vormen van gratis vertier op een camping, toekijken hoe mensen hun #kampeermiddel opzetten. Wij zijn in ons tenten-verleden ook regelmatig het lijdend onderwerp geweest, door die gruwelijke tent waarbij het echt uren duurde voor die knappies stond.
Inmiddels zijn wij vooral van snel en de eenvoud, ik gruwel van hun dilemma.
Hij steekt meermaals op en neer, en stapt af en toe eens uit. Om de metrages waar hij zijn bolide met aanhang moet parkeren van dichtbij te bekijken. We horen het alarm er lustig op los plingplongen. Zo’n welbekende, dat afgaat als je lichten nog aan staan of de autodeur niet dicht zit. Hij trekt zich er ogenschijnlijk niks van aan. Onze ontspannen ‘eindevandemiddagborrel’ wordt er wel wat minder ontspannen van. Maar goed, je caravan parkeren is geen sinecure dus besluiten we hem te vergeven.
Parkeren
Na een goed uur van heen en weer steken, wegrijden en opnieuw beginnen, zit er niet veel schot in het parkeren van die witte caravan. De liefste is inmiddels aan ons avondmaal begonnen. Op ons eenpittertje staat een pan spaghetti lustig te pruttelen. Ik zet de borden op ons kleine tafeltje. Meer taken heb ik niet vandaag, de eenvoud van kamperen.
Met een hevig geloei van de motor nadert de witte combinatie onze eenpitter. Tot op een halve meter van de liefste staat hij stationair draaiend stil. Vervaarlijk dichtbij vind ik. De liefste roert echter onverstoorbaar verder in onze pan spaghetti.
Zuchtend stapt hij uit, de echtgenoot, schuift zijn brilletje weer recht op zijn neus en veegt het angstzweet van zijn voorhoofd met een grote rode zakdoek. Hij kijkt vermoeid, na al die vergeefse pogingen om de combinatie op de door beide zo gewenste plek te parkeren. Zijn vrouw loopt inmiddels nerveus heen en weer, aanwijzingen gevend die ze helemaal geen streep verder brengen.
De bolide staat al plingeplongend, grotendeels op onze kampeerplek geparkeerd, en de dieseldampen vermengen zich met de spaghettilucht. Ik voel een kriebel in mijn buik, ik was er al een poosje bang voor. Ik voel het aanzwellen in mijn lijf en bijt uit alle macht op mijn lip. Stiekem heb ik medelijden met het echtpaar, ondanks het feit dat ze absoluut geen rekening met ons houden.
Ze mopperen op elkaar inmiddels, je voelt de spanning steeds grotere vormen aannemen. Met grootse armgebaren proberen ze beide hun gelijk te krijgen. Want het past gewoon niet, die veel te grote spierwitte combinatie op dat krappe plekje.
En terwijl wij met ons bord spaghetti in de spotlights zitten van die stationair draaiende plingeplongende auto, houd ik het niet meer. Gierend van de lach zit ik dertig centimeter van die spierwitte combinatie af, terwijl de tranen over mijn wangen rollen. Je kan het niet verzinnen, dit scenario, veel te bizar.
En terwijl ik snikkend mijn gezicht verberg in mijn bord spaghetti, stapt het echtpaar chagrijnig in de auto, ze gaan die combinatie ergens anders te parkeren. Op een plekje waar het wel past. De walmen diesel verpesten mijn heerlijke bord spaghetti volledig, maar wat hebben we heerlijk gelachen.
Heerlijk herkenbaar weer.
heerlijk he?! 🙂
Hoi Cynthia,
Dit zijn de blogs waar ik persoonlijk het meeste plezier uit haal. Zo ongelooflijk herkenbaar.
In al die jaren kamperen hebben wij door soort situaties ook vaak in een lachkramp gezeten?
Arjan
haha dank je wel Arjan! En ze zijn ook zo zalig om op te schrijven, al die herinneringen! Om nog even lekker na te grinniken 🙂
Groetjes!