Ze schreeuwt, luidkeels door de gang. Het verdriet raakt me, ik hoef haar niet te zien om te voelen hoe van streek ze is. Ik loop de hoek om, de gang in en zie haar zitten. Haar rolstoel pontificaal voor de hoofdingang, volledig verloren in haar eigen wereld, tranen stromen over haar wangen. Haar mond staat open in onsamenhangende en luidkeelse wanhoop.
Ik loop naar haar toe en onderweg zie ik de receptioniste haar schouders ophalen in een gebaar van machteloosheid. Ze weet niet goed wat te doen en ik begrijp het. Binenkomende gasten ontwijken haar met een grote boog en een misprijzende blik. Eenmaal bij haar, kniel ik op de grond naast haar rolstoel en pak ik haar hand. Haar handen klemmen zich om de mijne, haar scherpe nagels dringen diep in het vlees van mijn handpalmen en die eerste minuten is er bij haar alleen maar paniek.
‘Zuster, het is niet waar, ik heb het niet gedaan, ik heb het niet gedaan’. Haar emotie raakt me diep want inmiddels ken ik haar verhaal. Deze herbeleving van een traumatische ervaring uit haar jeugd moet zij steeds weer doormaken, keer op keer op keer. Contact met haar maken en zorgen voor afleiding, voordat het verdriet haar volledig overneemt, helpt vaak goed maar dat moment ligt al ver achter ons. Ik praat een poosje geruststellend op haar in en neem haar onderwijl mee naar boven, terug naar haar afdeling, naar de rust. Ze laat mijn handen niet los, dus ik stuur de rolstoel met mijn benen en ellebogen en dat is best een uitdaging.
Verdriet
Na een stief half uur lijkt de grootste heftigheid eraf, ze praat en ze praat terwijl ik luister en haar voorzichtig probeer af te leiden. Onderwijl zet ik een groot dienblad vol natte bekers voor ons beider neus om af te drogen. Samen, want haar alleen laten is geen optie. Nog nasnikkend omhelst ze me, vraagt ze bevestiging dat ik toch wel echt weet dat ze het niet heeft gedaan, echt niet. Ik hou haar vast en knik. Ze is heel erg slechthorend dus die geruststelling moet kort en duidelijk zijn en lichaamstaal helpt daarbij. Dicht naast haar zittend drogen we af, beker na beker, en ik zie haar rustiger worden, vermoeid.
Na nog een half uur vallen haar ogen dicht, op dat rustige afgeschermde plekje in die nis halverwege de gang. Stil zit ik naast haar, weer met haar handen in de mijne terwijl zij slaapt. Het is een dagelijks terugkerend fenomeen, dit verdriet, en ik weet dat er over een aantal uur nog weer een golf aankomt. Of vannacht, als de angst haar uit haar slaap haalt. Voor nu geniet ik van de rust die ze nu ervaart, dat ze even uit die allesoverheersende angst is. Ook al is het maar voor even.
O Cynthia. Wat herkenbaar en mooi beschreven. In deze situatie bevind mijn moeder zich. Veel mensen begrijpen haar niet. Vooral voor medebewoners is het erg moeilijk. Bedankt voor de herkenning.
Groetjes Ellen.
Lieve Ellen, wat mooi dat je zoveel herkenning vind in mijn verhalen, erkenning erin vind. Ik hoop dat het je wat troost bied in al jullie moeilijke dagen.
xx cynt
Na één regel moet ik verder lezen , je zuigt me er helemaal in
Geweldig geschreven, zie het ook helemaal voor me, en het raakt me ook Hoe jij het beschrijft
❤️
Dank je wel Ida, wat een prachtige compliment! xx Cynt