Dat ik me niet wil laten verleiden om te reageren op alles wat er over dat virus de ether wordt ingeslingerd, is overduidelijk. Ik weiger er dieper in te duiken, want ik zit er elke dag al middenin. Net als de hele wereld er middenin zit natuurlijk, maar ook bij mij is het dagelijkse kost. Vluchten lukt nog maar heel af en toe, en dat is dan oprecht even zalig.
Al heel vroeg tijdens dat hele corona gebeuren heb ik me voorgenomen om positief te blijven, ik heb er geen fluit aan om mijn dagen te vullen met frustratie en negativiteit. Ondanks dat sommige dagen ook bij mij weleens zwaar en donker zijn. Ik schreef het al eerder, mijn cirkel van invloed is niet zo groot, maar ik doe wat ik kan. Mopperende experts op allerlei gebied zijn er al genoeg, daar zijn geen extra schepjes meer nodig.
Vanzelfsprekend maak ik me zorgen, ik zie wagonladingen verdriet en machteloosheid, verhuld in frustratie en ongenadig schoppen tegen van alles. Oprechte ellende is niet nieuw, ellende is van alle tijden. In tijden van bloei en groei, en in tijden van tegenslag. Die graaicultuur die was ontstaan vind ik ook naar. Maar vinden dat je ergens recht op heb en dat dus op allerlei manieren af gaat dwingen, is net zo naar. Zeker als het ten koste gaat van anderen, absoluut niet oke. Want blijkbaar zijn de rechten verschillend verdeelt, en hebben sommige meer rechten dan anderen.
Voor en tegenstanders beginnen steeds meer op elkaar te lijken, in gedrag en toonsoort. Vingerwijzen, staatjes en cijfers, en wijsheid en waarheid in pacht hebben. Alsof er een patent bestaat op ‘één opvatting is de enige juiste’. Willen we niet vooral leven, met elkaar? En is dit dan de weg ernaartoe? Elkaar bestrijden, hard schreeuwen en elkaar wegzetten als mafkees? En dat geld voor alle partijen he?! Zelden stonden we zo ver van elkaar af. We hebben de mond vol van tolerantie, maar sabelen elkaar ongenadig af om wat dan ook. Keiharde woorden, over en weer. En in die tussentijd houden we het zo zelf in stand met zijn allen.
Vluchten
Gevoelsmatig begin ik me steeds meer terug te trekken, dat rotsvaste gevoel van veiligheid diep in mij begint langzaam af te brokkelen. Niet door dat virus hoor, ik ben voorzichtig maar absoluut niet bang, dat vooropgesteld. Meer door die kanteling die ik om me heen zie ontstaan, de grimmigheid ervan. Die primaire reactie van vechten of vluchten, begint zich bij mij af te tekenen. Ik vecht elke dag, op mijn werk, om te doen wat ik kan, zo goed mogelijk te zorgen voor een ander. En daarna vlucht ik, naar mijn eigen veilige bubbeltje, en zorg ik vooral voor mezelf.
Ik weet niet waar het eindigt, hoe en wanneer dit eindigt. Of dit überhaupt ooit eindigt. Maar ik leef nu, vandaag, in die steeds zo veranderende wereld. Dus lach ik vandaag, dans ik, heb ik lief vanuit mijn tenen. Binnen dat hele fijne eigen bubbeltje, sluit ik al het dagelijkse verdriet even buiten. Want op sommige dagen, is het meer dan ik hebben kan.