Met een noodvaart vliegen ze me voorbij. Groepjes fietsers, kwebbelende lopers of slierten wandelaars in tweetallen. En ik vraag me dan altijd af of het heel erg raar is, dat ik daar niet naar verlang. Of ik een afwijking heb of een rare snuiter ben.
Stiekem maakt het me jaloers. Ik zou best zo willen zijn maar ik ben zo heel erg anders.
Al die mensen met hun vaste routines, die tezamen met hun zondagochtend families sportief zijn. Eigenlijk heb ik dat nooit gehad, ik was alleen als jong meisje verbonden aan het verenigingsleven. Toen ik verhuisde begon ik weer opnieuw. Met een schone lei. Zo voel ik dat.
En daarnaast heb ik een schurfthekel aan routine 😉
Vaste poetsdagen heb ik niet, ik poets als ik zin heb en als het nodig is. Op donderdagochtend of zondagmiddag, als het me past is het goed. En zo is het met de meeste dingen. Ik doe het als ik er zin in heb. Boodschappen, schoonmaken of de was. Dat zijn verplichte klussen en niks aan eigenlijk.
Werk
Alle vrije tijd die ik naast mijn baan vrij in kan vullen, wordt lukraak ingevuld. Mijn werk bestaat heel erg uit problemen oplossen, crisissen bezweren en voor anderen zorgen. En ontzettend veel praten. Ik vind dus eigenlijk maar weinig fijner dan wandelen in mijn up, urenlang, met mijn snater gesloten.
Ik hoef niet te praten om het praten. Om te socializen. Ook al ben ik op zijn tijd heus dol op gezelligheid. Maar het is fijn om na een overvolle week wat te verdwalen in mijn eigen gedachten.
Dat alles gaat ook op voor mijn vakanties. Dat is ook heel erg ‘mij’ tijd. Ik sta op wanneer ik wil. Eet, slaap of zwem als Cynt er zin in heeft. Zachtjes mijmer ik door de dag heen. Lees wat of doe een tukkie in de schaduw, en soms heb ik een onnavolgbare drang om iets te doen of ergens heen te gaan. Nu, acuut. Het is onvervalst zalig om aan mijn impulsen toe te geven. Om vooral het ‘moeten’ niet mee te nemen.
Ik moet grijnzen na het lezen van dit stukje, want ik weet meteen waarom ik mijn vrije tijd dus voornamelijk alleen doorbreng. Is die impasse ook weer opgelost 😉