Van die zeldzame zonnestralen die om de hoek piepen krijg ik de kolder in mijn kop. Er is maar weinig fijner dan buiten in de zon wat te rommelen. Onze tuin is een dankbaar slachtoffer, daar is altijd wel iets te doen.
Die kruimel van hiernaast is ook dol op onze tuin. Voor haar moet die tuin als een avonturenpark aanvoelen, er valt zoveel te ontdekken. Vol enthousiasme stapte ze zaterdag onze achtertuin in. Zoekend zocht ze eerst naar de buurman die achterin bij de schuur bezig was. Haar priemende vingertje vloog de juiste richting in. Buurman gevonden, check. Met een grote glimlach kijkt ze vervolgens naar me op, ik smelt ter plekke.
Vol energie gaat ze ons helpen. Van de regen in de drup, vanzelfsprekend. De kiezeltjes onder onze picknicktafel verdwijnen in grote getale in haar zak. Knuisten vol tegelijk. Af en toe moet buuf even voelen hoe zwaar haar zakken zijn. En laat ze vol trots aan de buurman zien hoeveel ze er verzameld heeft. ‘Kijk buurman’, roept ze terwijl ze haar gevulde jaszaken naar hem toedraait. Vol bewondering bekijkt Buurman Co wat ze allemaal verzameld heeft.
Ze giechelt opgewekt om zijn bewonderende commentaar.
Geheugen
‘Schommelen’, zegt ze vervolgens parmantig. Ik schiet in de lach. Onze hangmatstoel hing maanden geleden in de tuin, toen het weer nog veel fijner was dan vandaag, en toen hebben we inderdaad samen in dat ding geschommeld. Deze krummel heeft een bizar geheugen. 2,5 jaar is ze pas en dat weet ze nog gewoon.
Samen vinden we schelpjes tussen de kiezels en een leeg slakkenhuis. Vol verwondering wordt alles uitgebreid bekeken en op een rijtje gelegd. Haar mama reikt een krentenbol aan over de schutting. Voor eten heeft ze eigenlijk geen tijd maar een lege buik is ook niet fijn. Na elke hap wordt die bol vol overtuiging geparkeerd. Buuf raapt hem vervolgens weer op en moedigt haar aan om een hap te nemen. Eigenlijk is ze te druk maar ok, alles tegelijk dan maar. Krentebol eten, kletsen en bouwen. Bij buuffie vermaakt ze zich opperbest. Voor buuffie geld vanzelfsprekend hetzelfde. We keuvelen kilometers samen.
Gemoedelijk vegen we blaadjes op met een stoffer in een blik, ernstig spreekt ze me toe als ik wil helpen. ‘Zelluf’. Sorry schat 😉 Met een tostibelofte lukt het uiteindelijk om haar naar huis te lokken, nadat ik beloofd heb om de stoffer en het blik wel te laten liggen. Het werk was nog niet gedaan tenslotte. We nemen uitgebreid afscheid, zwaaien opgewekt gedag en delen handkussen uit. We beloven een keer of wat ’tot de volgende keer’, net zo lang tot deze jongedame tevreden huiswaarts keert.
Voor die tosti en een tukkie. Buuffie overweegt hetzelfde 🙂