Zodra die zonnestralen weer een ietsiepietsie warmte geven krijg ik acuut de kolder in mijn kop. En deze keer lijkt dat wel in het kwadraat te gebeuren. Het is bijzonder om te merken hoezeer ik naar de warmte heb verlangd.
Naar het licht.
De afgelopen maanden waren zwaar. Zo ervaar ik dat echt. Alles was net een tikje teveel, te zwaar, en te moeilijk. Nu heel veel zaken wat lichter aanvoelen valt dat samen met het licht dat ook weer vaker aanwezig is.
Tijdens mijn thuiswerkdag nestel ik me gedurende mijn lunchpauze op die metalen vuilnisbak in dat ene fijne hoekje van de tuin. Ik richt mijn gezicht naar het licht en mijmer heerlijk een half uurtje. Ik gun het mezelf om hier gewoon te blijven zitten en laat mijn gedachten hun ding doen.
Ongegeneerd kleuren mijn wangen warm en rood. Man o man wat een genot.
Als ik weer naar binnen ga om de rest van de middag crisismeldingen en wat nog op te lossen zie ik zomaar een vlek in mijn gordijn. Het huisstof, dat altijd zo fijn onzichtbaar is in het donker, dwarrelt nu open en bloot door mijn woonkamer. En mijn ramen ogen ook ineens vele malen vuiler dan ze waren in mijn geheugen.
Poetsen
De rest van de middag ben ik noestig aan de arbeid, maar mijn ogen dwalen af en toe richting alles wat verre van proper is in ons huis.
Afgelopen week besloot ik een vrije dag te plannen. En geloof het of niet maar deze ‘absoluut geen huisvrouw’ heeft haar gordijnen gewassen en is volop aan het poetsen geslagen.
Het was even doorbijten maar ik ben er klaar voor, laat die lente maar komen!