We zijn weer heerlijk op pad, de liefste en ik, ook al voelt het ineens wel een tikkie anders. Sinds die kleine kruimel er is maakt ze onherroepelijk deel uit van mijn dag. En ik moet me met enige regelmaat bedwingen om niet te vragen hoe haar dag verloopt, of ze lekker heeft geslapen en hoe het zit met dat tandje dat aan het doorkomen is.
Gelukkig krijgen we vaak filmpjes en foto’s maar toch, dat geknuffel moet ik nu dus een poosje missen. En ik ben nieuwsgierig wat ik daarvan ga vinden.
We hebben echter ook een enorme behoefte aan ‘even niks’. Het werk is druk, en voelt steeds een beetje drukker. Daarbij worden wij ook steeds een beetje ouder. We vragen ons hardop af of we tijdens dat ouder worden tegelijkertijd ook wat minder flexibel worden.
We zien onszelf bij tijd en wijlen nog als achttien, maar dat is dus al een poosje geleden 😉
Na een paar uur slaap, ‘we zijn toch wakker dus zullen we gewoon gaan?’, stapten we om halftwee in de auto. Met een tas vol broodjes en verse koffie, op weg naar dat ene fijne plekje. Waar we elk jaar weer hartelijk worden begroet door de uitbaters, waar vooral de vogeltjes ( en een dwerguil) het meeste kabaal maken en waar we alles hebben wat we ons kunnen wensen.
Water
Water om te plonsen, prachtige natuur en rust.
Met gezellige terrasjes op fietsafstand en een fijne franse markt waar ik veel te veel olijven, lekkere wijn en mooie kaasjes koop. En elk jaar ook dingen die ik eigenlijk niet nodig heb. Maar er is maar weinig fijner om midden in de winter van die enige franse borden te eten, of die fantastisch onhandige tas te gebruiken en samen weg te dromen bij ‘weet je nog’?
Voorlopig staan we hier de komende weken. En er is maar weinig veranderd het afgelopen jaar. Niks eigenlijk.
En dat is zalig.