Pubers

woede

Op de grond ligt een rood t-shirt, naast een hele golfstroom van kledingstukken. Een stapel vochtige handdoeken complementeerde het plaatje. De gordijnen waren gesloten alsof daglicht de vijand was en het rook alsof er in geen weken een raam open was geweest. Ze rook een vreemde mengelmoes van puberzweet, voedselresten en goedkope aftershave.

Op het nachtkastje stond een enorme stapel afwas, volkomen in balans. Ze voelde woede kolken van binnen, en een opruimwoede die haar vingers deed tintelen. Als ze nu de ramen open gooide en zich twee uur kwaad maakte was dit weer een geweldige tienerkamer, onberispelijk en fris. 

Woede

Ontelbare keren had ze hier gestaan. En even zo vaak was ze in woede ontstoken, had ze beloningen toegezegd of gedreigd met uitzetting. Het had geen snars geholpen, een puberbrein is een ontwarbare puzzel en zij miste het benodigde puzzeltalent.

Vanonder het rode t-shirt viste ze haar all-stars tevoorschijn, bevlekt en bevuild van een nachtje stappen. Ze zuchtte en trok de deur resoluut achter zich dicht. Ze had altijd gedacht dat haar kind zou opgroeien tot modelburger, dat hij haar eeuwige trots zou zijn. Iets om mee te pronken op feestjes. Hij was van alles geworden het afgelopen jaar, maar dat absoluut niet.

Published by Cynthia Poen

Ik ben een schrijver, en daar ben ik retetrots op. Het duurde even, voor ik die woorden in mijn mond durfde te nemen in associatie met mezelf maar inmiddels doe ik het gewoon.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *