Zo’n zondagochtend, waarbij het besef ineens land als een baksteen, dat besef van die veranderende wereld. Die was er vanmorgen, in volle hevigheid. En dan vooral de realisatie dat ik een enorme bofkont ben. Want ik heb een fijn huis, een superleuke baan, en het enige dat ik in heb moeten leveren, was heel veel plezier en al mijn fijne feestjes. Er zijn zoveel mensen die veel meer kwijt zijn of raken, hun wereld is vele malen onzekerder geworden. Onzekerder dan die van mij is momenteel. Dus blijf ik positief, ik weiger mijn kop te laten hangen, en vul mijn dagen bewust zoveel mogelijk met heerlijkheid.
Verheugen
Dus ben ik lekker aan het voorkoken geslagen, die vriezer van ons weet niet wat hij meemaakt. Die begint zowaar heerlijk gevuld te raken. Als ik moe uit het werk kom, eten we alsnog vers, maar hoef ik niet meer uitgebreid te koken. En Cynt is een stekkies project begonnen, alvast voor het voorjaar. Want die nieuwe tuin van ons, kan nog vele malen voller, dus ik probeer gewoon maar wat. Rode pepers, twee soorten tomaatjes, stokrozen, tijm, rozemarijn, bieslook en alliumknoflook. Alles is gezaaid en al die zaadjes staan in kweekbakjes, op zolder, geduldig plantjes te worden.
Me ergens op verheugen, ik ben er, volgens mij, een meester in geworden. Of meesteres :-), wat je wil. Ik zit me dus op van alles te verheugen, en of het zover komt zien we dan wel weer, maar die voorpret heb ik wel mooi te pakken. Negatieve emotie nu niet toelaten, het is als een soort vangnet, en op sommige dagen moet dat gewoon, kies ik er bewust voor. Ik schiet er namelijk geen fluit mee op, om te gaan somberen, en het kost me ook veel teveel energie. Ik schrijf elke dag, al is het maar tien minuten, omdat het zo fijn is, en omdat ik praktisch fulltime werk, vliegen de dagen voorbij.
Nu ik toch tijd over heb, heb ik het hardlopen weer opgepakt, heel langzaam, stukje bij beetje. Lekker veel buiten zijn, vooral niet inkakken nu, en die conditie een beetje opkrikken. Dus ik ga ook maar squashen. Lekker individueel, ik kan mijn agressie afreageren, en het vervangt al dat gedans. Hopelijk nog maar voor heel even, alleen nog tijdens de wintermaanden, had ik bedacht, dan kunnen we vanaf april weer los. Een stip aan de horizon om me aan vast te houden.
Ik kom nergens, en dat voelt gek, maar ik heb wel net een zalige vakantie achter mijn kiezen. Er zijn een hoop mensen, die ook dat zijn misgelopen.
Het voelt alsof mijn leven doorkeutelt, terwijl de wereld om me heen langzaam afbrokkelt, elke dag een stukje meer. Weerzinwekkend is het, in het kwadraat.
Ik kan weinig meer dan afwachten, tot al deze waanzin langzaam verdwijnt, richting de geschiedenisboekjes. En dat kan me niet snel genoeg gaan. Kijken we volgend jaar samen terug, op dat gekke jaar. Afgesproken?