‘
‘Het voelt alsof ik haar wegdoe, zegt hij en het verdriet klinkt loodzwaar door in zijn stem. Ik weet dat het beter is, voor haar, maar het doet zo’n pijn. Elke vijf minuten verander ik van mening, en het verscheurd me’.
Ontelbaar vaak heb ik diezelfde woorden uit horen spreken de afgelopen jaren. Want besluiten dat het thuis niet langer gaat, met die lieverd waar je zo ontzettend veel van houd, dat is een ongelofelijk grote stap. En vooral van een enorme wreedheid. Meer dan luisteren kan ik niet, en hem op het hart drukken dat hij deze keuze niet lichtzinnig maakt. Dat er zo ontzettend veel aan vooraf is gegaan. Hij knikt, dankbaar voor de troost. De vermoeidheid staat op zijn gezicht, want een goede nacht slapen is iets uit een ver verleden.
Grenzen worden verlegd, steeds een stukje, er wordt meer thuiszorg ingezet, steeds een beetje extra. Familie wordt ingevlogen, en doen iets vaker dit en iets meer van dat. Tot de rek eruit is, of de mantelzorger onverwacht uitvalt. Of iemand middenin de nacht ineens over straat dwaalt, onmachtig om dat ’thuis’ nog terug te vinden. Niet voor het eerst blijkt dan na die opname, hoe ver die dementie al gevorderd is. Juist doordat die nieuwe omgeving zo compleet vreemd is, en alle plotselinge veranderingen moeizaam te bevatten.
Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn, als je wereld zo’n verwarrende wordt. Als een ondoordringbare mist je gedachten omsluit, en denkbeelden op dat randje van je bewustzijn balanceren. Dat randje waar je net niet bij kunt komen. Hoeveel energie moet dat kosten, als je voelt dat je hoofd je in de steek laat. En hoe fijn moet het zijn, als daar ineens weer die helderheid is. Tot die als los zand weer tussen je vingers door glipt.
Ik vond het aanschouwen van die strijd tussen het weten en het niet meer weten, dat schaduwgebied, zo ongelofelijk verdrietig. Het moet als een nachtmerrie voelen. Dat onvrijwillig afscheid nemen is keihard, na zoveel jaren samen. Als ik die pijn enig zins kon verlichten, was dat wonderschoon.
Troost bieden
Een week later komt ze bij ons wonen, zijn moeder, en de pijn om het afscheid staat levensgroot op zijn gezicht geschreven. Die eerste periode moet ze enorm wennen, want die onbekende omgeving maakt veel indruk. Net zoals hij enorm moet wennen, aan het feit dat zijn lieve moeder nu bij ons woont. Want ook dat ouderlijk huis is nu voor altijd verdwenen, en dat is enorm, zo’n afscheid. Om dan een schouder te mogen zijn, als iemand verdrietig is, om troost kunnen bieden, is heel rijk. Want een proces als deze is veel en heftig.
De mens blijven zien, achter dat soms onbegrijpelijke gedrag van iemand met dementie. Gedrag dat vaak zo anders is dan je gewend bent. Maar waar nog steeds die ene persoon huist, die je zo goed kent.
Warme zorg bieden, het is zo waardevol.
Ik schreef een boek, en goot er ruim dertig jaar aan zorgervaring in. Om te laten zien hoe prachtig mijn vak is, en hoe kostbaar het kan zijn om voor een ander te mogen zorgen.