Vandaag eindigt het leven, het leven van ‘mijn’ bijzondere meneer, hij verlangde naar zijn einde. Zijn leven is geleefd, vind hij zelf, het is mooi geweest. Met de regie stevig in eigen handen, kiest hij zijn eigen moment. Ik vind hem dapper, ‘mijn’ bijzondere meneer, want deze laatste periode was razend lastig voor hem. Zijn verwarring nam toe, ook al probeerde hij het steeds opnieuw te verbloemen. Maar er waren zoveel momenten dat hij grove steken liet vallen. En die steken namen toe, zijn breiwerk vertoonde inmiddels enorme gaten.
Wekelijks belde hij me, omdat hij de afspraken die we samen maakten simpelweg vergat. Er waren zelfs weken dat hij me dagelijks belde, en dan kreeg ik meestal een zeer verhitte tirade naar mijn hoofd geslingerd. De onmacht en de waas in zijn hoofd was niet langer te beteugelen, en die frustratie moest hij kwijt. En ik was een makkelijk slachtoffer.
Samen praten, stelde ik voor, gewoon hij en ik om al die afspraken nog eens door te nemen. ‘Ik kom even bij u langs, zei ik, met uw toestemming natuurlijk. Mijn bijzondere meneer was van de keurige benadering, praten volgens die etiquette-richtlijnen had zijn hele leven houvast gegeven. Hij vond het goed dat ik langs kwam, en op een mooie vrijdagmiddag stond ik voor zijn voordeur. Hij had het genoteerd, ‘in zijn speciale boekje’ zei hij, dus was hij me niet vergeten. Hoffelijk stond hij me te woord, als een echte heer, en ik zat te genieten. Die specifieke omgangsvormen sterven uit, zo is het nou eenmaal, maar ik blijf ze bijzonder vinden. Het is als een mooie zwart-wit foto die langzaam verbleekt.
Die ontmoeting ga ik niet snel vergeten, met ‘mijn’ bijzondere meneer, ook door alle details die hij rijkelijk rondstrooide na dat eerste hoffelijke begin. Over zijn huidige gezondheidssituatie, zijn leven en alle intimiteit die erin verweven had gezeten. Ik ben een hoop gewend, dus ik haalde mijn schouders erover op. Ik heb vaker verhalen gehoord waarbij ik oprecht op mijn stoel zat te schuiven van ongemak. Maar dat zijn de uitzonderingen. Als we iets als mens gemeen hebben dan is het dat wel, dat we gelukkig stuk voor stuk zo heel erg verschillend zijn. En dit was overduidelijk een vorm van decorumverlies.
Na een poosje rondde ik het gesprek af, want anders had ik er vast de rest van de dag gezeten. ‘Mijn’ speciale meneer zat heerlijk op zijn praatstoel, gedreven door eenzaamheid gok ik, en een gebrek aan dagelijkse gesprekken. Ik weekte me moeizaam los. Hartelijk namen we afscheid, nadat we alle afspraken duidelijk nog eens hadden doorgesproken. Nog geen week later hing hij wederom aan de telefoon, furieus en ontevreden, was alles weer vergeten.
‘Mijn’ lieve bijzondere meneer, wat een gevecht heeft u moeten leveren. Met dat hoofd dat steeds meer een loopje met u nam, dat ‘weten’ dat tussen uw vingers doorglipte. Vol warmte denk ik aan u terug, en ook aan alle scheldpartijen die ik over me heen gegoten kreeg. Want ze luchtte u op, het was een uiting van alle onmacht, en ik stelde me met liefde kandidaat.
Rust zacht.
ā”
š
Prachtig werk doe je!
Dank je wel Willem, dat vind ik ook š