Haar immense woede tekent een grimas op haar gezicht, wild klauwt ze lukraak om zich heen, en haar nagels zijn gruwelijk en vlijmscherp. Het kippenvel loopt nog steeds over mijn rug bij de gedachte aan toen, want ik was zeer regelmatig slachtoffer. Tot ze bij ons kwam wonen, woonde ze nog zelfstandig, zo goed en zo kwaad als dat ging.
Al een hele poos verwaarloosde ze zichzelf, door dat complete onvermogen dat zich in haar hoofd had genesteld, ze wist eenvoudigweg niet meer hoe. Het beetje familie dat ze nog had, kwam uit moedeloosheid niet meer langs, niet bij machte om te zien wat er eigenlijk gaande was.
En deze nieuwe omgeving zorgde voor nog meer verwarring, het enige dat haar soms rust bracht was onder de dekens in bed, in een donkere kamer. Zo was het voor haar net, alsof ze nog in haar vertrouwde omgeving was, dat fijne huis waar ze zolang woonde. Zodra het licht aanging, nam de verwarring het over, en herkende ze niets. De onrust en de woede namen intense vormen aan, want deze onherkenbare plek was beangstigend. Het wende nooit, al dat gevoel dat bij velen zo puur en ongefilterd naar buiten stroomde. Ik werd er wat droevig van, want het raakte me, die oneerlijke strijd. Het vroeg om creatief troosten, en communiceren op een totaal ander vlak.
Verwarring
Zorgen voor haar was ingewikkeld, soms welhaast onmogelijk, want er was maar weinig waar we ruimte voor kregen. Ze begreep helemaal niets meer van gewone dagelijkse dingen. Soms deed ze niets anders dan krijsen en schreeuwen, en nog geen minuut later was ik ineens de liefste zuster op aarde. Haar stemmingen wisselden met de minuut, en wij waren soms verbijsterd. Het allerliefste wilde ze dat je naast haar zat, jou hand in de hare, om samen een gesprek te voeren dat vaak kant nog wal raakte. Soms stelde het haar gerust, die aanraking, ook al bleef ik op mijn hoede. Want zomaar ineens konden die nagels weer diep in dat zachte vlees van mijn handen staan. Maar onvermoeibaar bleven we proberen, om maar te ontdekken, wat voor haar fijn was en wat vooral niet.
Ze overleed niet lang daarna, want naast die voortwoekerende dementie bleek er nog meer in haar lijf te woekeren. Wellicht kwamen daar die enorme angst of die stemmingswisselingen vandaan, ik weet het niet. Dat vind ik vaak het moeilijkst, dat mensen met dementie niet altijd duidelijk kunnen aangeven wat ze graag willen of bedoelen. Is er pijn, of gemis. Het is treurig, het niet zeker weten wat ik precies voor ze kan doen, niet echt in ieder geval. Die laatste dagen zat de familie, die ze die laatste jaren van dat verwarrende leven nog wel had behouden, naast haar bed. In het donker, met haar hand vastgeklemd in die van hen. Ik was blij voor haar, dat ze haar ogen uiteindelijk definitief kon sluiten. Want na heel veel jaren vechten, kreeg ze eindelijk rust.
Hoi Cynthia, dit is mijn moeder ook overkomen. Na een heupbreuk gevolgd door een operatie met als gevolg een delier. Hierna werd vasculaire dementie geconstateerd. Na nog eens een breuk in haar hand/pols en weer een delier werd ze tijdelijk opgenomen in Westerheem. Met hulp van onze werkgever kon ze naar de Cameren. Lekker dicht bij mij. Daar begonnen de psychoses zoals jij omschrijft. Regelmatig kreeg ze een dormicuminjectie. Een ramp voor iedereen en vooral voor haar. Na een goede combi van alprasolam en dipoperondruppels kregen ze haar stemming onder controle en had ik weer die lieve moeder terug die ze altijd was. Helaas is ze 3 weken geleden overleden. Een groot gemis maar voor haar de rust die ze nodig had. Pffffff. Kan er nog niet erg aan wennen.
Voor jou en je moeder een verdrietige periode, alles wat ze nog moest meemaken in die laatste jaren, hoe heftig moet dat zijn geweest. Gecondoleerd met het verlies van je moeder en heel veel sterkte gewenst. Lieve groet Cynt
Dank voor deze inkijk in het leven van iemand met dementie Cynthia. In al zijn rauwheid zo treffend beschreven.
Dank je wel Jonathan.