Toen we ons camperbusje hadden gekocht, timmerde de liefste een kist voor de fourage die we mee wilden nemen. Goed idee vond ik, en hartstikke handig, maar hij was zo maagdelijk wit nog. ‘Schrijf vanaf nu alle campings waar we zijn geweest op dat ding, zei hij, eens kijken of we hem vol krijgen’. Ook een goed idee vond ik. Na vijf jaar rondzwerven is hij al bijna vol, die fijne kist, want zelfs tijdens die corona jaren glipten we er hier en daar tussenuit. Wij vinden hem heel erg geweldig, zo volgeschreven met herinneringen, met hier en daar een sticker van een camping erop.
Inmiddels doet hij dienst als kledingkist, inclusief handdoeken, theedoeken en andersoortig katoen. En nog hebben we ruimte over want we nemen nooit veel kleren mee. Die fourage zit nu in een weerbestendig kratje. Die kan altijd buiten blijven staan, ook als het weer eens minder is. Dat vind die houten kist toch minder fijn, nattigheid.
Stilte
Tijdens die weken ronddwalen hoeven we niks en willen we soms ook maar bijzonder weinig. Beetje schrijven, beetje zwemmen, tukkie doen als het heet is in de schaduw. Af en toe glipt er een potje pingpong langs, of badminton, of een razend goed boek dat we niet weg willen leggen. Op zo’n dag verzet ik amper een stap vanuit die luie stoel, dan wil ik alleen maar lezen. Die hele vakantie gaan we lekker mee met de natuur en verslonzen we een tikkie. Hoeven we niks meer dan te zijn en die zin in ‘wat dan ook’ te volgen.
Onze kist is een samenvatting van dat alles, van hele prachtige bergroutes, van stilte, van even samen. Van niks anders dan elkaar en de rust om ons heen. Die allereerste camping schreef ik erop op, die hele waardeloze en die ene waar we een paar keer naar teruggingen.
Dat lukraak reizen van ons vinden we nog steeds geweldig, het past bij ons. Op zoek naar de eenvoud van prachtige natuur, met onze favoriete muziek op de achtergrond en elkaars gezelschap. Als ik iets mag wensen dan is het dat, dat we dat nog heel lang kunnen doen samen.