Het is begin 2002 als ik bij toeval als zorgplanner ga werken. Na zeven jaar werken in de terminale nachtzorg had ik behoefte aan verandering van werk en van werkomgeving. Toendertijd ‘rolde’ je nog weleens in een mooie functie. Zonder specifieke planners opleiding, maar met een bak zorgervaring, zag iemand mijn mogelijkheden en zette mij op een plek die me paste als een jas. En wat leer ik er veel, op mijn nieuwe plek. Dorien was onderdeel van een groepje lieve collega’s. Ze was wat ouder dan de meeste van ons, verpleegkundige, en altijd bereidwillige vraagbaak.
De maanden verstrijken en de onderlinge samenwerking ontwikkeld zich. We leren elkaar beter kennen, kunnen onschuldig mopperen om elkaars onhebbelijkheden, en worden steeds hechter. En onderling verbazen we ons soms een beetje over onze Dorien, omdat ze steken laat vallen in haar werk. Soms vergeet ze dingen, lijkt wel wat verward soms, het past niet bij haar. We wijten het aan de drukte, denken dat ze aan vakantie toe is, en halen toch een soort van onze schouders erover op.
Tot die ene maandag die in mijn geheugen staat gegrift, tot het nieuws over Dorien. Ze had de avond ervoor haar strijkwerk weg staan werken toen ineens haar hele wereld zwart werd. Vanuit het niets is daar complete paniek, en blijkt een kalme zondagavond ineens haar laatste ‘gewone’ zondagavond te zijn geworden.
Al na het eerste onderzoek blijkt ze een hersentumor te hebben, net als die andere lieve oud-collega van mij. Bram heeft het niet gehaald, en ik vrees met grote vreze voor Dorien. Ze doorloopt het volledige medische circuit, beland in een mallemolen van chemo’s, operaties, bestralingen en een hele hoop ellende. Maar ze is strijdbaar, positief, en geeft zich niet gewonnen. Want ze gaat oma worden en ‘dat gaat niks of niemand haar afnemen’ zegt ze.
We sturen grote bossen zonnebloemen, haar favoriete bloemen, liefdevolle knuffels en heel veel hoop. We steken kaarsjes aan en denken positieve gedachten tijdens operaties en andere akelige behandelingen. Soms kletsen we tussendoor even samen, verteld ze over Edinburgh, waar haar zoon woont. Ze drukt me op het hart dat ik echt eens naar Schotland moet een keer, ooit, als ik de kans krijg. ‘Cynt, het is daar zo mooi’ zegt ze. We praten over genieten van het leven en ik beloof het haar, vol overgave, dat ik haar woorden niet zal vergeten. Het is bizar van hoeveel lieverds ik inmiddels al veel te vroeg afscheid heb moeten nemen. En stuk voor stuk drukken ze me dat op het hart, leef vooral en geniet.
Zonnebloemen
Niet veel later overlijd onze dierbare collega, onze Dorien, in de woonkamer van haar knusse huis. Ik sta daar maar, aan het voeteneind van haar bed, en kijk naar de uitdrukking op haar gezicht. Ze ligt daar zo vredig en stil, alsof ze ligt te slapen temidden van heel veel bossen zonnebloemen. Zoute tranen rollen over mijn wangen, van ongeloof, het ging allemaal veel te snel.
Toen haar gevecht bevochten was, en haar strijd ineens kansloos werd, was dat de enige plek waar ze wilde zijn, waar ze wilde sterven. Op de plek waar zoveel liefde was, waar ze haar leven geleefd en doorgegeven had, stierf ze thuis temidden van haar mooie gezin, omringd door die zee van zonnebloemen.
Vorige maand was ik in Schotland, en in gedachten bracht ik haar nog een laatste groet. Omdat ik mijn belofte aan haar en haar woorden voor mij, maar vooral omdat ik Dorien, echt nooit zal vergeten.
Mooi dat je haar zo in herinnering houd❤️ Oneerlijk blijft het vooral als ze te jong weg moeten?mooi geschreven Chynt.
dank je wel lieverd! xx
Mooi beschreven, herkenbaar en triest en ook zo mooi
dank je wel Ida! xx
Prachtig Cynt ! Ontroerend en zo mooi geschreven?
dank je wel lieverd! xx
Mooi..?
dank je wel peet xx