Hartewens

Ik was zestien toen ik ging werken. Vanaf een jaar of veertien had ik al zaterdagbaantjes maar vanaf mijn zestiende werkte ik voor het ‘echie’. 

Studeren deed ik vanaf zeventien, naast mijn voltijd baan. De wisseldiensten waren slopend soms, maar toen we kinderen kregen ook een uitkomst. Ik zat nooit een dag zonder baan. 

En mijn werk gaf me veel. Naast een vast inkomen leverde het me prachtige levenslessen op, een stevig anker en fijne collega’s. Ik houd van mijn baan en hoop dat ik er mijn pensioen haal.

Maar de laatste jaren groeide er ook een verlangen om een poosje vrij te zijn.
Echt vrij.

Tijd om zelf lukraak in te vullen. Met niks of met alles. Een maandje leek me heerlijk, of twee. 

Het stemmetje in mijn hoofd maakte wild bezwaar. 
Die vond het absurd. Belachelijk. Onmogelijk. 
De lijst waarom het niet zou kunnen groeide in rap tempo.

‘Hoe zit het met het geld dan, riep het stemmetje, want het kost je een maandloon. En hoe zit het met je collega’s eigenlijk? Laat je die zomaar zitten’?

Dat constant afwegen tussen wel/niet gonsde jaar na jaar door mijn hoofd. 

Inmiddels is het een ja geworden. Ja ik ga het doen en ja ook op korte termijn. Want ik wil mijn leven vullen met veel. Veel ervaringen, veel herinneringen en veel genieten. En omdat ik vorig jaar best wat hordes heb moeten nemen realiseer ik me ook dat van uitstel wellicht afstel komt. 

Als ik het nu niet doe dan doe ik het wellicht nooit. 

Veel

Tijdens de veertig jaar dat ik een betaalde baan heb ( in april wordt ik 56) heb ik al veel verdriet gezien. Veel mensen afscheid van het leven zien nemen, ook op jonge leeftijd. 

Eigenlijk hebben we geen tijd te verliezen 

🤷‍♀️

Dus hakten we eindelijk die knoop door en begonnen we met het plannen van iets langer vrij. Werk moest akkoord gaan, de oppas van ons zonnestraaltje moest geregeld zijn en we moesten een potje maken. 

Samen een poosje vrij zijn kost nou eenmaal.

Binnenkort is het zover. We wachten niet tot dat pensioen voor de deur staat, we gaan nu al ruimte nemen voor ‘samen en niks’. We trappen lekker op de rem. Ik ben razend benieuwd wat we er van vinden. Straks bevalt het me zo goed dat ik over twee jaar nog een keer wil 

😉

 foto is van mezelf 

Steeds weer

Het adres waar ik die nacht ga waken ligt aan een pleintje. Een kerk, een bruine kroeg en een knusse bistro staan er gebroederlijk zij aan zij. Een fietsenrek, met lukraak gestalde fietsen, staat onder de imposante eik. Het bankje ernaast oogt nieuw. Ik ben dol op pleintjes zoals deze. Genietend van de ambiance steek ik over en loop naar het restaurantje op de hoek.

Tijdens alle jaren dat ik waakzorg verleende reed ik vaak overdag even op en neer naar het adres waar ik die avond moest zijn. Die eerste keer waakzorg verlenen heb ik me een slag in de rondte gezocht. In een onbekende buurt in het pikkedonker een adres zoeken, en het regende die avond pijpenstelen, is niet fijn.

En google Maps bestond nog niet he?! ( ja inderdaad, ik ben oud :-))

Ik bel aan bij de houten zijdeur, binnen zit het vol. Er wordt vrolijk geklonken met gevulde glazen, door de ramen zie ik lachende gezichten. Hij woont erboven, in een soort loft, al sinds hij het restaurant overnam. Zijn drie kinderen zijn twintigers, zijn vrouw woont al een jaar of vijf ergens anders en heet ex inmiddels.

Het restaurant was vooral zijn grote liefde.

Eenmaal boven stel ik me voor, vraag waar hij behoefte aan heeft en leg de telefoonnummers van zijn kinderen naast de telefoon. Een van hen komt de volgende ochtend vroeg terug om mij af te lossen. Naast het bed, dat in een soort nis staat, ligt een dik boek op een nachtkastje. Ik glimlach inwendig, deze meneer is een lezer.

Als de kinderen naar hun eigen huis zijn om wat te slapen, vraagt hij of ik hem wil voorlezen. Hij wil verder niets, geen polonaise meer aan zijn lijf.

‘Daar is al genoeg in geprikt en gesneden’, zegt hij.

Voorlezen

Vier nachten zit ik aan zijn bed. Hij heeft de regie. Alles gaat op verzoek. Wisselligging, wat opfrissen en pijnmedicatie. Zijn huisarts is ten alle tijden oproepbaar. De sfeer is intiem, zoals eigenlijk meestal het geval is als iemands einde nadert. Hij berust in het onvermijdelijke.

‘Ik heb de afgelopen periode elke dag gehuild, mijn tranen zijn nu wel op’, zegt hij. Hij verteld over zijn leven, over zijn prachtige kinderen en zijn restaurant. Het was zijn grote passie. Mooie menu’s bedenken en zijn gasten in de watten leggen. En wat had hij zijn kinderen graag zien trouwen. De laatste jaren fantaseerde hij over opa worden, voor die kleinkinderen ging hij tijd maken.

De dood kwam sneller en haalde zijn dromen in.

We spreken af dat ik na mijn vrije weekeind weer terugkom. Ook dat is een vraag die wordt gesteld, want dit laatste stukje van het leven moet in harmonie verlopen. Zoveel mogelijk. Ik kom graag terug om voor hem te zorgen. Maandagavond om tien uur gaat mijn telefoon. Hij is in alle rust overleden in het bijzijn van zijn kinderen.

Ik slik even. Want voor zorgverleners is dat ook een schakelmoment, dat afscheid nemen, elke week opnieuw. En soms vond ik dat best moeilijk.

Muziekthuis

Ik loop niet over van zelfvertrouwen. Nooit gedaan ook. Ik ben iemand die zich vaak wat ongemakkelijk voelt, en extra in gezelschappen.

Zo kom ik niet over op anderen, dat weet ik ook, maar zo is het nou eenmaal. Het zijn schades veroorzaakt door oud zeer en die zullen nooit echt helemaal verdwijnen.

Die eerste keer meegaan naar dat koor was voor mij dus een ding. Om naar die enorme groep van 88 mensen te gaan, die elkaar allemaal kennen, en soms al twintig jaar. En daar wilde ik ineens tussen staan.

En ook nog eens hardop zingen temidden van die groep he?! Mind you…

Kan ik eigenlijk wel zingen, vroeg ik mezelf meermaals af. En wat als die dirigent tijdens de stemtest meewarig zijn hoofd schud, me een schouderklopje geeft en me vervolgens naar huis stuurt? Dat zou me pijn doen. Ik onderging die stemtest dus met klamme handen, maar ik deed het. Want ik wilde niets liever dan ertussen staan. Erbij horen. Luidkeels meedoen. Zingen!

En het lukte 🙂

Nog maar net aspirant-lid af, ging ik vervolgens vier dagen mee naar Londen. Met forse rugklachten en een stemmetje in mijn hoofd die aan me vroeg of ik wel helemaal lekker in mijn hoofd was. Maar ik deed het. Spontaan zingen voor de deur van een pub en een club in Canterbury, meegalmen op een kerstmarkt aan de voet van de Tower bridge en als kers op de taart gaven we een weergaloos optreden op Trafalgar Square in Londen.

En het was …Ik heb er niks passends voor 🙂 Het gevoel dat het me gaf is met niks te vergelijken.

Zingen

Ik heb me nog nooit zo direct thuis gevoeld binnen een grote groep mensen.

Ik ben van nature een ‘spontane meezinger’. Kan ik niks aan doen, gaat helemaal vanzelf. Ik betrap mezelf met enige regelmaat op spontaan gehummm of mee-gezing 😉 Zacht murmelend, dat dan weer wel. Maar toch. En ineens dwarrelden er 88 ‘spontane meezingers’ om me heen.

Ha. Eindelijk werd ik omgeven door net zulke gekkies als ik zelf ben. Nu mocht ik constant voluit.

Tijdens die prachtige reis ontstonden er fijne spontane gesprekken. Ik haakte eens aan bij de één en dan weer bij een ander en at ook mijn ontbijt met steeds wisselende tafelgenoten.

Ik sliep zelfs bij iemand op de kamer die ik totaal niet kende.

En het was allemaal goed. Beter nog: het was hartverwarmend en veilig. Er was geen ongemakkelijk moment, niet eentje, en nergens voelde ik me verloren of alleen ♥️

En dat is echt razend bijzonder.

Beter dan dat wordt het echt niet 😉

PS Aan het eind van 2025 gaan we hele mooie optredens geven! Nu al zin in 🙂

Januari

De afgelopen weken lag ik vooral plat, hevige rugproblemen waren een kers op de taart na een voor mij toch al roerig jaar.

Mijn stap terug werd stilstaan.
Met grof geweld moest de rem erop.

Elke beweging werd een gruwel. Een hernia werd genoemd als mogelijkheid, slijtage of anderszins gedoe. Wie het weet mag het zeggen. Zelfs mijn bh’s werden martelwerktuigen, bizar dat daar nooit iets anders voor bedacht is, want zo’n bos hout voor de deur weegt ook. ( extra belasting voor rug en schouders) Op mijn rug binden lukt helaas niet 😉

Inmiddels krabbel ik gelukkig weer op.

En waar menigeen die eerste maand van het jaar ‘dry’ door wil brengen, wil ik nog maar één ding:
Weer kunnen wandelen. Bewegen zoals voorheen.

Simpel he?!

Maar dat wandelen omvat mijn hele wereld 🌎

Een rondje met mijn kleindochter, met haar garnalenvingertjes stevig in de mijne geklemd ( ze loopt als een razende inmiddels)

Lunchwandelen en fijn samen kunnen werken met die heerlijke groep mensen( ik kom eraan hoor lieve collega’s!)

Nieuwe zwerftochten maken met de liefste en vol verwondering mooie natuur ontdekken.

Uren lopen met mezelf, want die chaos aan gedachtes en gevoelens lijken zichzelf te ontwarren tijdens het wandelen.

Het opruimen van dat hoofd gaat daarna bijna moeiteloos.

Bijgaande foto is van mijn rondje van, pak em beet, een half uurtje geleden.
Ze loopt weer 🥳 Ondanks een zeehondenhoestje die hardnekkig mijn slaap blijft verstoren ga ik elke dag naar buiten. Weer of geen weer. Want het lukt. Eindelijk.

Het is fijn als je weer om je heen kan kijken. Mooie dingen kan zien. Het prille begin van de lente, die verdwaalde sneeuwvlok of het geweld van een herfststorm om je oren voelen razen. Bewegen is een luxe als het ineens niet meer wil.

Note to self: koop een knappe regenjas( iemand nog een fijne tip?) zelfs tijdens mijn puberjaren weigerde ik die malle zweterige regenpakken maar misschien moet ik nu toch…

#gezondheid

Terugkijken op 2024

Ik heb een vreemd jaar achter de rug en dat voel ik extra tijdens dat terugkijken. Ik speelde verstoppertje, zonder me daarvan bewust te zijn.

Van buiten leek ik op wie ik altijd was, van binnen stond ik op standje schreeuwen.
Vol wanhoop zocht ik naar een uitweg. Ik schreef er al vaker over.

Ik voelde me opgesloten in mijn leven, elke dag hetzelfde rondje en waarvoor eigenlijk.
Mijn hele leven voelde compleet nutteloos. Genieten lukte niet, ik was aan het overleven. Dag per dag.

Klinkt dramatisch he?!
Zo voelde het ook.

🤷‍♀️

En ik ben geen prater, gevoelens slok ik op en houd ik verborgen. Zelfs voor mezelf. Ik vind dat moeilijk. Onmogelijk soms. Mijn worstelingen groeiden en stapelden. De angsten werden groter en groter. Slapen lukte nog amper en de nachten duurden een eeuwigheid. In de ochtend sleepte ik me uit bed en deed wat ik moest.
Tot ik knapte.

Inmiddels ben ik op de goede weg, ik begin mezelf weer te worden. Langzaam maar gestaag. Hormoontherapie heeft me enorm geholpen.
Zo opgelucht dat ik mezelf weer herken 🙂

Op naar 2025! Mooie jaarwisseling gewenst aan al mijn lieve meelezers/meelevers!

♥️

Praat

PS Ik deel dit wederom om te laten zien dat de #overgang, en al die #hormoonveranderingen, verwoestend kunnen zijn. Ik zocht de verklaring van mijn klachten in een hele verkeerde hoek. De werkstress en mijn chronische ziekte hielpen ook niet echt mee. Dat is verdrietig, en de gedachtes die ik had waren gruwelijk, maar ik ben weer op de goede weg.

Wees alert en praat erover. Ik jank, juich inwendig en zou mijn geluk eigenlijk van de daken willen schreeuwen. 

Omdat ik me steeds meer mezelf voel. En dat is alles.

Liefs van mij

💋

#overgang#hormoontherapie

Lang leve de hormonen

Sinds ik met hormoontherapie ben begonnen realiseer ik me pas hoe slecht ik me het afgelopen jaar voelde, toen ik die minuscule pilletjes nog niet nam.

Hoe ik inwendig steeds in paniek was.

Continue aanstond. Angstig was, voor alles.

Ik was mezelf niet en was dat ook steeds minder. Ik zag geen uitweg en had geen flauw idee hoe ik het op moest lossen. Uitzichtloos…dacht ik.

Alles veranderde toen ik mijn huisarts vertelde hoe ik me voelde en die tsunami aan emotie naar buiten golfde.

Ik hoorde mezelf praten en was verbaast over de gierende halen van verdriet in mijn stem. Over de rauwe gevoelens die naar bovendreven, die had ik al die tijd geprobeerd te verstoppen. Wat heb ik gevochten het afgelopen jaar.

Sindsdien is er veel veranderd.

Ik ben nog niet waar ik wil zijn maar ik weet dat ik op de goede weg ben. Al dat weggestopte verdriet manifesteerde zich in mijn lijf, dat ook begon te haperen.

Alles komt tegelijk, dat was mijn eerste gedachte.

Maar eigenlijk is het misschien wel als een ui, ik ben mezelf aan het afpellen en was eenvoudigweg nog niet bij de kern. Er zat nog meer opgesloten diep in mij.

Sindsdien ben ik voor mezelf gaan zorgen. Echt. Ik heb mijn werk voor nu losgelaten, ook al vond ik dat het allermoeilijkste.

Koor

Ik ben iets gaan zoeken waar ik van ontspan, waar ik gelukkig van wordt. Iets voor mij. Ik moest iets zoeken waar ik de deur voor uit moest. Ik vond een prachtig koor dat veilig voelt. En fijn. Die eerste weken waren een enorme opgave want ik was gesloopt na twee uurtjes repeteren, maar ik bleef wel gaan. Daar ben ik trots op, dat ik vastgehouden heb.

Het schrijven staat voor nu op een sudderpitje.

En inmiddels kan ik ook weer volop genieten van mijn kleindochter. Want dat lukte maar moeilijk, omdat ik mezelf zo in de weg zat. Daar heb ik het allerhardst voor gestreden. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe fijn dat voelt. Dat overweldigende warme gevoel van blijdschap dat in mijn buik huist. Soms zou ik wel willen schreeuwen van opluchting.

Dankbaarheid.

Hoe fijn ik het vind als ze er is.

Samen fietsen, liedjes zingen en giechelen. Kiekeboe en niezen. Huh? 🙂 Blaadjes en bloemen en stampen in de plassen.

Haar de wereld zien ontdekken is goud.

Het is fijn dat ik de gedachten die in mijn hoofd ronddwalen weer herken als van mezelf. Ik voel zelfs af en toe weer een glimp en een glans van alles wat ik voorheen voelde en dacht. Momentjes van enthousiasme.

Wat een geweldige sensatie is dat.

Want het komt goed met mij, dat voel ik aan alles. Ik geef mezelf wat tijd en neem kleine stapjes, maar het komt eraan.

En dat is fantastisch.Mijn hoofd is op de goede weg, nu moet dat lijf nog volgen.

NB de foto is genomen tijdens het optreden van ons koor op Trafalgar square in Londen op zaterdag 14 december 2024.

Voedsel voor de ziel

In de aanloop naar dat ene moment, waarop ik eindelijk die teugels losliet, was ik me er al van bewust dat ik iets moest. Iets voor mezelf. Iets dat mijn inwendige ik weer zou laten stralen. Ik wist niet wat, en de wanhoop die in hoofd en hart ronddwaalde zorgde niet echt voor scherpte, maar het liet me niet los.

Ik voelde dat ik iets moest gaan doen. Voor mij.

En dat bleef maar aan me knagen.

Schrijver zijn vind ik geweldig, maar ik hoef mijn huis er niet voor uit. Schrijven doe ik thuis. Op zolder, fijn in een hoekje van de bank of knus in bed als er ineens gedachten zijn die ik op wil schrijven. Scenes voor mijn boek. Nieuwe inzichten of een mooie ervaring die ik me onverwacht herinner.

Ik ontmoet alleen de fictieve figuren van mijn boek, geen echte mensen, en het was hoog tijd om nieuwe mensen te ontmoeten, andere dingen te leren. Maar hoe?

Koren heb ik altijd prachtig gevonden. Imposant.

Niveautje kippenvel. Muziek is een grote liefde en mijn smaak is breed.

Zingen

En toen kreeg ik ineens de mogelijkheid om mee te gaan naar de repetitie van een popkoor. Ik zat daar te luisteren naar al die stemmen en voelde het brok in mijn keel groeien. Hoe mooi zou het zijn als ik ook…

Sinds twee maanden zing ik mee. We hebben zes verschillende stemgroepen, wat echt waanzinnig mooi klinkt, en een professionele dirigent. Hij is streng maar vooral inspirerend en enthousiast. Voor ik mee mocht zingen nam hij een stemtest bij me af. Bloednerveus was ik, en in de maanden erna moest ik mezelf als aspirantlid bewijzen. Dat ik mee kon komen in dat zanggeweld. Dat ik de teksten leerde en alle stempartijen.

Net in de periode waarop me zo slecht voelde. Moe en niet mezelf.

Toch hield ik vol en het is een van de meest geweldige avonturen die ik ooit ben aangegaan. Muziek maken. Leren zingen. Ik dank mijn goede muziekgeheugen, want veel van de liedjes kende ik al uit mijn hoofd. Ik heb een aanleg voor het onthouden van muziekteksten maar kon dat nooit gebruiken. Tot nu. Het zingen hielp me ontspannen, nare gedachtes loslaten, al was het maar voor even, en er was iets om naar uit te kijken ook al was ik compleet gesloopt na elke repetitie.

Maar met zoveel mensen tegelijk een nummer zingen is voeding voor mijn ziel. Ik had niet gedacht dat het zo wonderschoon zou zijn.

Over een paar weken zingen we tijdens een kerstmarkt in de regio. Ik vind het nu al spannend 🙂

Realistisch

Ik was pas drieëntwintig toen ik chronisch ziek bleek te zijn. Als jonge moeder vond ik het enorm, ziek zijn, en dan vooral de onzekerheid ervan. Wanneer speelt het weer op? Hoe zorg ik voor mijn kleintje als ik amper op mijn benen kan staan? Ik kreeg vanuit het ziekenhuis nagenoeg geen informatie mee en moest het zelf maar uitzoeken. De ziekte van #Crohn was zeldzaam en internet bestond nog niet.

Ik ben nogal van het vastbijten en opgegroeid met het idee dat 40 graden koorts hebben pas ziek is. Doorgaan kreeg ik met de paplepel ingegoten. Een prachtige waardevolle les. Dus zocht ik zelf een weg temidden van al het gedoe. Als ik moest werken at ik de hele dag niet, dan hoefde ik niet zo vaak naar het toilet. De jaren dat ik in de thuiszorg werkte wist ik precies waar een knappe WC te vinden was, en in de jaren dat ik in mijn eigen buurt in de thuiszorg werkte racete ik gewoon naar mijn eigen huis.

Je wordt vanzelf creatief. Dat ik er beter over had kunnen praten zodat ik het niet alleen hoefde te doen kwam niet in me op.

Dat ik altijd pijn had werd logisch. Het werd onderdeel van mijn dag. Dat het heel veel energie kost, en mijn lijf en hoofd wel steeds bezig zijn, vergat ik voor het gemak. Het ‘niet zo miepen’ voerde ik te ver door.

Ik heb een hekel aan gemopper. Al mijn pijntjes benoemen vind ik geneuzel. Ze zijn er echter wel. Dat het dus ook wel iets me me doet is logisch, maar dat stopte ik standaard weg. Het is hoog tijd dat ik onder ogen zie dat het me soms in de weg zit.

Les

Dat het er is en niet weggaat. Hoe goed ik ook voor mezelf zorg.

Die fysieke zelfzorg maakte dat mijn ziekte best wat jaren heel prima te dragen was. Vaak lig ik al om een uur of acht in mijn mandje. Dat lijf heeft rust nodig en werken kost energie. Gezond eten is ook van belang, dus halen we de boodschappen bij bakker, slager en groenteboer. En daar kook ik allerlei fijne stoofjes van. Mijn mentale gezondheid liet ik versloffen. Ik was toch sterk?

Mijn MDL arts zei pasgeleden dat het laatste deel van mijn dunne darm weer ontstoken was. ‘Dus het valt allemaal wel mee’. Dat is dan meteen ook de overtuiging die ik adopteer. Ik ga voorbij aan hoe het voor mij voelt, ga voorbij aan het feit dat mijn lijf ziek is. Dat ik er aandacht voor mag hebben.

Het is tijd om mijn verstopte verdriet onder ogen te zien, ook het verdriet om deze waardeloze ziekte.

Ben je vijfenvijftig en dan is dat de les die je nog moet leren…

Kees

Kees stond voor het raam naar buiten te kijken. 

De wolken oogden dreigend. Zwart.

‘Er zit onweer in de lucht Anja, zouden de buren wel op tijd binnen zijn denk je? Voor het noodweer losbarst? Die zijn zeker nog in hun moestuin’?

‘Wat kan mij dat nou schelen’. Anja haar breipennen tikten tegen elkaar, het venijn lag besloten in haar blik. 

‘Jij altijd met je geneuzel over de buren’.

Kees nam een hap van de wortel die hij in zijn hand had, keek naar zijn Anja die op haar vaste plek bij de verwarming zat, met dat eeuwige breiwerk in haar handen, en draaide zich daarna weer terug naar het raam.

De buren zouden niet op tijd binnen zijn.

En hij was de enige die dat zeker wist.

#schrijfuitdaging #200woorden