Routine

Ik ben dol op een vleug van routine in mijn werk, ook al is dat lastig als je met mensen werkt. Die routine zoeken lijkt wellicht een tikkie vreemd, maar de herhaling helpt me om mijn werk zo optimaal mogelijk te doen. Op de dagen dat ik dienst had vond ik het fijn om een aantal dagen achter elkaar dezelfde mensen te helpen bij hun zorgvraag. Zo leerde ik hun routine zo goed mogelijk kennen.

Ik leerde de mens kennen.

En ik leerde vooral ook wanneer ‘gewoon’ af ging wijken.

Vlekjes, plekjes of ander ongemak. Onherkenbaar gedrag, een ander humeur of wisselingen in welzijn.

Ik herkende wanner het af ging wijken, linksaf sloeg en waar ik dus bij moest sturen. Zo kon ik op de meest optimale manier zorgen voor die ander.

De immer voortdurende discussie over alle zzp-ers in de zorg snap ik volledig, want om elke dienst met een andere collega te moeten werken is belastend. Het is fijn dat je er niet alleen voorstaat, maar het is zwaarder omdat je voor twee moet denken. Want zij kennen al die zorgvragers nog niet. De routine van de afdeling, het praktische ‘waar vind ik wat’ en ‘wie bel ik wanneer waarvoor’.

Dat zijn extra taken voor die vaste medewerker, die vaak al fors onder druk staat.

Belastend

De ‘ja fijn dat ze er zijn’ is vooral afhankelijk van hoe, waar en wanneer je ze inzet.Laat je ze lukraak losse diensten draaien op verschillende afdelingen dan begrijp ik dat ze vooral als belastend worden gezien. Zij krijgen amper een routine in wat ze waar moeten doen.

Voor deze mensen zal het dus net zo min een feest zijn.

Ik was zelf ook ooit inlener, werkte vervolgens als vaste kracht met inleners en maakte ook heel veel jaren de roosters en planningen voor wijkteams en afdelingen. En zag waar het schuurde. Pasgeleden hoorde ik het een planner nog zeggen: ‘Alle openstaande diensten zijn lekker ingevuld’. Dat er avonddiensten waren waarbij er meer flexers rondliepen dan dat er vast personeel was, en dat dit dus ook iets betekend voor de kwaliteit van diezelfde zorg, zag ze over het hoofd.

Dat kan anders, beter. Echt.

Toen ik zelf als inlener werkte was voor langere tijd, wat tegenwoordig detacheren heet, als tijdelijk onderdeel van een vast team. Net zo verantwoordelijk en betrokken. Ik werd met enige regelmaat teruggevraagd. Ik behield mijn vrijheid, maakte mijn eigen keuzes en kon in heel veel keukens kijken.

Goed voor mijn ontwikkeling, ik leerde steeds iets nieuws.

Dus #ZZPers in de #zorg, ik ben absoluut fan, als je ze maar op de juiste manier inzet.

Opluchting

Ik ben geen schrijver, geen echte in ieder geval, en als ik heel eerlijk ben is die gedachte een opluchting. Die lat kan meteen heerlijk naar beneden, er zijn geen verwachtingen waar ik aan moet voldoen en ik ben volledig vrij in ‘wat wel of wat niet’.

Aan mij is er niets literairs, ik heb geen studie journalistiek gevolgd en ken maar weinig schrijftechnieken.

Alles wat ik doe komt voort uit mijn gevoel.

Als het goed voelt vertaal ik het in letters. Vaak borrelt het op vanuit dat diepste van mijn binnenste, zodat ik het op papier kan zetten. Het is een uit de hand gelopen hobby.

Ik wil de hele wereld vertellen hoe mooi mijn baan is 😊

De druk die ik mezelf in de loop der tijd heb opgelegd is weg en er komt ruimte voor in de plaats. Geen schrijver meer, dat voelt lekker zeg 🙃

Kwam het voort uit een verlangen om ergens bij te horen? Ik heb werkelijk geen idee. Ik vond het vooral mooi, om schrijver te zijn 😇 Het was als een soort glansrol waar ik mezelf wel in wilde zien. We zien onszelf graag als geslaagd, in wat dan ook. Toch?

Maar net als de meeste stempels en hokjes, voelde ook deze benauwend. Een stempel schept bij mezelf namelijk verplichtingen.

Verwachtingen.

Hobby

En ik voel me niet thuis tussen elitaire schrijvers, natuurtalenten of mensen die razend interessante dingen te vertellen hebben. Bestsellerschrijvers. Prijswinnaars en wat niet.

Vanmorgen liep ik al vroeg door het duin en besefte dat alles ineens( vandaar dat blije hoofd)

Ik voel me thuis bij mezelf en mijn eigen fijne wereldje.

En ben geslaagd genoeg in wat ik doe en wie ik ben 🧐

Mijn verhalen blijf ik vertellen.

Over mijn prachtige werk in de #zorg, over onze reizen in dat #VWbusje en over mijn dagelijkse belevenissen.

Die zijn vast ook verre van perfect, net als ik ben 😉

#zorgliefde#schrijven

Vervuld deel 7

Op de rand van het fonteintje lag een nieuwe predictor. Bij elke plas hield ze steeds een ongebruikte onder de straal. En bij elke test verschenen er na een poosje twee streepjes. Twee streepjes die haar leven de vervulling zouden geven waar ze vol hartstocht naar verlangde.

Ze was zo opgetogen geweest toen ze hem het nieuws vertelde. Na die ene nacht hoopte ze dat hij nog open zou staan voor een kop koffie samen, en met het schaamrood op haar kaken had ze hem uitgenodigd. En hij kwam.

Zijn ogen hadden een zachte opslag gehad na haar nieuws, zacht maar vastberaden.

‘Er zit niks anders op dan dat je het weg laten halen Nouk, want ik wil absoluut geen kinderen. Nooit. Dat soort verantwoordelijkheid past niet in mijn leven. Nu niet en later ook niet. En ik pas ervoor om over twintig jaar geconfronteerd te worden met een kind dat contact wil. Geld wil of nog erger. Dit kind is ook van mij en het mag er niet komen. Een nachtje pret moet zonder gevolgen blijven. Zeker dit soort ongewenste gevolgen.’

De test was ook nu weer verkleurd. Het bewijs van dat nieuwe leven dat in haar buik groeide.

Ze had hem gesmeekt om van gedachten te veranderen. Op haar knieën zelfs. Maar hij was onverbiddelijk geweest.

Ogen

‘Ik onderneem stappen als het moet. Als jij die abortus weigert te ondergaan. Ik heb evenveel beslissingsrecht als jij en ik zeg nee’.

De woede die in haar ontstond na zijn onvermurwbare weigering had ook haar verbaasd, en het grote mes had als vanzelf in haar hand gelegen. Ze kon zich niet herinneren dat ze het gepakt had. Looiig en vastberaden lag het in de palm van haar hand genesteld.

Nouk keek naar hem, hoe hij daar voor haar lag. Dat machtige lichaam dat nu als een zielig hoopje mens op haar kille keukenvloer lag. Zijn bloed liep als knikkers in een op hol geslagen knikkerbaan langs de voegen richting de deur, haar spierwitte tegels voor altijd helderrood kleurend. Die zou ze nooit meer goed schoon krijgen. Zijn mobiel rinkelde weer zijn irritante deuntje. Die ongelofelijk prachtige ogen staarden in het niets, hun blik nu koud en leeg. Zonder twijfel had ze het lemmet diep in zijn lijf gestoken. En nog een keer. Hij had verbijsterd naar haar opgekeken tot het moment dat hij door zijn knieën was gezakt. Zijn blik voor altijd glazig.

Maar ze had niet anders gekund.

Deze ontmoeting zou niemand haar ontzeggen.

Vervuld deel 6

Doortastend liep ze door de keuken, ergens achterin een van de kastjes moest ze nog een pot hebben, dat wist ze absoluut zeker. 

De gedachte aan die ene nacht riep een gevoel van schaamte bij haar op. Ze was aangeschoten geweest, en na die vurige vrijpartij had ze de rest van de nacht boven de toiletpot gehangen.

Ziek van gêne en ziek van de drank. 

Er klonk weer luid gerinkel en nu wist ze zeker dat het niet haar telefoon was. Het deuntje werkte op haar zenuwen. Wat moest ze in vredesnaam met dat malle apparaat. Hoe lang zou het duren voor die batterij leeg was en dat onding haar in stilte zou laten nadenken. Achterin het laatste kastje vond ze de pot lemon curd. Zie je wel, tuurlijk had ze gelijk gehad. De slagroom was inmiddels ingezakt en die klodder gele zoetigheid er bovenop hielp de luchtigheid van de slagroom geen sikkepit. Staand aan het aanrecht nam ze twee grote happen. Het viel als een klomp in haar maag en die keerde zich spontaan om van al dat vet en zuur.  

Drank

Haar minnaar was halverwege die nacht snel vertrokken. Hij had haar nog even over haar rug geaaid terwijl ze boven de pot haar ingewanden er bijna uitbraakte. Drank, oesters en slagroom zijn een gruwelijke combinatie als ze de verkeerde kant op reizen. Ze had zich nog kleiner gemaakt, met die warme hand op haar rug, had zich nog ellendiger gevoeld door zijn lieve gebaar. Misschien was hij wel net zo fantastisch van binnen, als hij van buiten was. Maar daar zou ze nu nooit meer achter komen. 

Ze nam nog een laatste hap van haar cake, de rest mikte ze in één beweging in de afvalbak. Het viel met een doffe klap bovenop een hele lading witte staafjes. Ze hield haar adem even in voor ze de deksel dicht liet klappen. Ze moest vanaf nu goed gaan eten, gezonder. Vol vitamines en mineralen.

Buiten sloeg de regen met kracht tegen de keukenramen. De noordenwind huilde om haar huis, alsof hij met haar mee huilde. Omdat die, net als zij, kapotging van verdriet. Het enorme keukenmes lag nutteloos op de grond. De paniek kolkte vanbinnen, langs lemon curd, cake en slagroom, en schudde nietsontziend oud verdriet wakker. 

Groot, bitter en zwaar.

Ze moest weer een plas.

Tamme Toos

#IBD zie je niet aan de buitenkant. Wat voor mij fijn is want ik negeer het met verve. ‘Ik heb een ziekte maar ik ben het niet’, roep ik altijd. Hoe minder aandacht ik eraan besteed hoe beter, en dat levensmotto bevalt me prima.

Toch fluit mijn lijf me weleens streng terug, ondanks alle kapstokken waar ik mijn klachten aan op weet te hangen. Die overgang speelt op, de winter duurt te lang of ‘het is gewoon een hele drukke periode geweest’.

Ik kom er niet altijd mee weg, hoe graag ik dat ook wens.

Dat goed zorgen voor mezelf doe ik al heel lang, met wisselend succes en met wisselende gevolgen. Ik rook niet, eet gezond met hier en daar eens een ongezonde uitschieter en dat wekelijkse wijntje verwissel ik steeds vaker voor een nul punt nulletje. Bevalt me ook prima.

Toch wreken drukke periodes zich vaak fysiek bij mij. Dat heeft niks met ‘psychische klachten’ te maken (voor dat woord ben ik inmiddels een tikkie allergisch geworden) maar meer met een lichaam dat minder stoer is dan het oogt. En daar zou ik weleens meer aandacht voor mogen hebben. Te eigenwijs zijn is ook niet goed.

Dat lijf van mij doet braaf wat ik in mijn malle hoofd heb gezet. Kinderen baren, vikingruns als ik 50+ ben en ander soort gedoe wat een aanslag op mijn lijf teweegbrengt. Ja hoor lichaam, doe het maar gewoon even. Een mensenlijf zit razend ingewikkeld en ingenieus in elkaar, en soms weigert het mijn opdrachten.

Van de een op de andere dag gooit ze der kont tegen de krib.

Lichaam

Na een fantastisch weekeind, en het besluit om met die a-typische klachten toch eindelijk eens naar de huisarts te gaan, gaf mijn lijf me te kennen dat ik deze keer niet terug mocht krabbelen. Ze deed me een gruwelnacht cadeau waardoor ik de volgende ochtend al vroeg bij de huisarts zat. Punt gemaakt. Cynt moet iets meer een Tamme Toos zijn.

Ik stort me dus maar weer eens in die molen waar we allemaal mee te maken krijgen maar die we zo graag willen ontlopen.

Diverse onderzoeken, wachten op uitslagen en duidelijk weten te maken bij een arts dat er iets niet in de haak is. Waar ik slechte ervaringen mee heb. Toen ik dertig jaar geleden ziek werd heb ik zes maanden lopen leuren met mijn zieke lijf. ‘Uw bloeduitslagen zijn prima dus het zal wel tussen uw oren zitten mevrouw’. Zelfs ik begon te twijfelen aan mijn gezonde verstand.

Dat ik gelijk kreeg, en ernstig ziek bleek, hielp geen sikkepit.

Deze keer houd ik mijn poot dus maar stijf, glimlach vriendelijk en zeg vervolgens duidelijk dat a-typische klachten ook kunnen duiden op… Nu maar hopen dat ze naar me luistert.

Even niks

Het voorjaar voelt bij tijd en wijlen nog ver weg en elk zonnestraaltje ontvang ik daarom onder luid gejuich. Het lijkt langer te duren voor het wat warmer word. Langer dan voorgaande jaren. Somber en grijs voeren al veel te lang de boventoon.

Toch besloten we te gaan kamperen. In onze zwarte schoonheid liggen we tenslotte hoog en droog, en zolang het niet stortregent vind ik het wel best. De behoefte om er even uit te zijn overheerste. Batterij opladen en dat soort geneuzel, je herkent het ongetwijfeld.

VW camperbusje

Ondanks weersvoorspellingen die niet heel spetterend waren reden we vastbesloten richting het oosten. De Zoete Aagt werd ons doel. Franse sferen, veel groen en knussigheid. De camping toonde veelbelovend op de website.

Berg en dal ‘here we come’ besloten we vol enthousiasme.

Ik merkte pas hoe moe ik was toen ik die eerste nacht een ruige 12 uur achter elkaar wist te slapen. De liefste deed gelukkig vrolijk met me mee. Frisse lucht en stilte doen blijkbaar wonderen. Buiten het verkeer, wat je hier overdag wel hoort, is het hier in de nacht heerlijk stil. En ook de camping is gezellig. Zorgvuldig. Veel brocante, leuke zitjes en groen ( dat deels al stond te stralen en deels nog aan het ontluiken is) Douchen is een feestje door het gebruik van het vele hout en de originaliteit van de vormgeving. Dit is een aanrader, ook door het prachtige gebied waar je echt middenin zit.

buiten is er al veel groen

Buiten

Geen televisie, geen werk of andere bezigheden, alleen maar vogeltjes, frisse lucht en een fijn boek. Vandaag fietsen we rond in het #Reichswald, stonden heerlijk lang onder een hete douche en pakten dat boek er maar weer bij. Ik fietste vroeg in de ochtend naar de buurtwinkel voor wat verse bolletjes en genoot me weer eens te pletter. Hoe minder ik moet van mezelf, hoe relaxter ik wordt. Ik voelde nu pas hoe ik dat gemist heb, om nieuwe plekjes te ontdekken samen met de liefste.

De vrijheid om samen op pad te zijn is onbetaalbaar. Het is van een enorme luxe.

de Orangerie

Kleine geneugten zijn de bom 😉

Ik laat het nieuws links liggen en alles wat er nog meer in de wereld gaande is. We genieten van dat buiten zijn, van elkaar en van ‘even helemaal niks’. Potverdorie wat lekker. Over een paar weken gaan we weer!

Een nieuw begin

Schrijven is persoonlijk, en dat geld zeker voor mij, Ik stop mijn hart in alles wat ik schrijf. En dat ging de laatste tijd moeizaam. Het plezier was eraf.

Gister was het moment dat ik definitief een streep heb gezet onder mijn tweede boek. Dat klinkt wat dramatisch maar voor mij voelt het als een verse start.

Een nieuw begin.

Mijn kindje is weer van mij.

En ook al gebeurd er vanaf nu helemaal niets meer, en verkoop ik geen enkel exemplaar, de controle ligt weer waar hij hoort te zijn. In mijn eigen handen. Ik deelde vanmorgen mijn teruggekregen manuscript met een bestsellersschrijfster die toevallig bij mij om de hoek woont, vroeg haar mij te helpen om de spel-en stijlfouten eruit te vissen ( wat de uitgever had nagelaten) en ik ga een nieuwe ISBN aanvragen. En ook de omslag wordt anders.

Hoe ik dat laatste ga doen weet ik nog niet maar ik ben weer ‘in control’. En dat voelt geweldig.

Nieuw begin

Geen geleur meer richting een uitgever die zelden reageerde, afspraak na afspraak uitstelde en elke keer weer een smoesje had. Er zijn teveel beloftes niet nagekomen. Week na week, maandenlang. Overzichten van de verkoop die ik niet kreeg, een persbericht die overduidelijk voor een ander was geschreven en een e-book dat klaar zou zijn maar nooit uitkwam. Die afhankelijkheid wilde ik meer dan wat ook teniet doen.

Het vrat me op.

Over een paar maanden breng ik mijn thriller opnieuw uit, de herziene verbeterde versie. Ik heb er nu al zin in.

De originele wordt een collector’s item 😉 Om me eraan te herinneren hoe ik het vooral nooit meer moet doen. Maar om in plaats daarvan vertrouwen te hebben, in mezelf. En dat de liefde waarop ik mijn verhalen met de wereld deel het allerbelangrijkste is.

Zo tof 🙂

Vergeten

De laatste tijd kon ik mijn ‘ja fijn’ niet meer vinden. Moe had de overhand. Soms zijn daar van die periodes, ook bij mij. Zelfs bij mij. Het was druk in mijn hoofd, na een roerige periode in werk en privé, en zodra dat woelige water wat kalmer wordt doorvoel ik het pas echt. Zo werkt dat nou eenmaal.

Maar ik vergeet ook een hoop.

Gelukkig maar 😉

Toch kleefde de mineur aan me. En het bleef maar kleven. Ik wilde zo verschrikkelijk graag dat bruisende terug. Want veel kabbelde weer in mijn leven, maar het schrijfplezier was weg. En het bleef weg. Mijn schrijfambities voelden leeg en nutteloos.

In mijn hoofd moedigde ik mezelf vurig aan tot het oppakken van alles wat ik van mezelf nog moest, maar zelfs een fijn boek lezen lukte me niet, en ook mijn schrijfbron bleef stil.

Het innerlijke vuur leek gedoofd.

Pasgeleden luisterde ik naar een podcast van #schrijfpraat. De schrijver die aan het woord kwam in deze podcast leeft van zijn boeken. Dat niveau is voor mij te hoog gegrepen, maar de dingen die hij zei raakten me. ‘Je moet het vooral doen voor jezelf. Om het plezier dat het geeft. Net als elke andere hobby moet je blijven schrijven omdat je het leuk vind. Je moet je verheugen op dat moment dat je weer verder kan schrijven’.

Uitgever

Dat fijn door willen schrijven voelde ik ook ooit. Die inspiratie. En precies dat was ik kwijt.

Door de strijd die ik al maanden heb ( jaren al inmiddels)met de uitgever van mijn tweede boek( via #schrijfopleiders en het #STAP- budget). Daardoor is veel van mijn schrijfplezier verloren gegaan. De lol om een heel boek te schrijven, je in een verhaal onder te dompelen en het tot leven brengen, was verdwenen. Dat ene kindje dat ik vol trots geschreven heb is mijn kindje niet meer. En daar heb ik onbewust veel last van. De trots in dat wat ik heb gecreëerd is weg. En het plezier dat ik had in het schrijven van dat boek volkomen teniet gedaan.

Gedoe is al wat er overblijft.

Ik ben enorm teleurgesteld in deze uitgever, en het gemak waarmee hij belofte na belofte verbreekt. De leugens die hij uitspuwt. Ik ben in de basis goed van vertrouwen, geef mensen graag ruimte, en dat begripvolle stuk in mij is ernstig beschadigd. Door hem.

Waar voorheen mijn plezier voor het schrijven huist, woont nu een rotgevoel. Een loodzware deken bedekt de bron waar voorheen mijn fantasie bruiste en bubbelde. Onzeker en twijfel kregen de overhand. En niet voor het eerst. Mijn ‘wat ben ik toch een onnozel dom wicht’ nam het over.

Vanmorgen heb ik mezelf toegesproken. Ook niet voor het eerst trouwens 😉 Ik moet het een en ander gaan loslaten. Ook mijn tweede boek. Over mezelf heenstappen. De komende periode ga ik proberen mezelf te resetten. Mijn kwetsbaarheid mag er gewoon zijn, op de plek waar het hoort, daar waar ik mens ben. En daarnaast ga ik ruimte nemen en wat vaker niets doen.

In kleine stapjes ga ik mijn eigen innerlijke rust herontdekken, en weer ervaren hoe heerlijk het is om verhalen vanuit mezelf te laten ontstaan. Fingers crossed!

Beloning

Ze is vergeetachtig, soms loopt ze elke vijf minuten naar de keuken voor dezelfde taak. Wil ze steeds opnieuw alvast de piepers jassen voor die avond. Vergeet ze haar medicatie, of ze al gegeten heeft en hoe dat ook alweer werkt met dat broodje smeren.

Hoe ze haar eigen lijf moet wassen. Ze vind de weg naar huis niet meer alleen.

Midden in de nacht is ze steeds op zoek, en er zijn nachten bij dat hij haar niet meer terug naar bed krijgt.

Als lijf en hoofd gebreken vertonen, en de gezondheid kraakt en piept, is thuis blijven wonen soms ineens een opgave. Zomaar ineens is het loodzwaar om samen in één huis te wonen.

Die balans in dat ‘samen’ verschuift en groeit scheef.

Hij werkt keihard om dat liefhebbende vast te houden. En er zijn momenten die zomaar onverwacht voelen als vroeger, toen ze aan een enkele blik genoeg hadden. Van elkaar wisten wat de ander wilde zeggen.

Tot ze als los zand tussen zijn vingers doorglippen.

Het is een hele doodgewone vrijdag als ik gebeld wordt door het ziekenhuis, ze zijn op zoek naar een palliatieve plek voor een meneer. Zijn naam klinkt bekend, ergens in mijn hoofd gaat er spontaan een bel rinkelen. Als ik op de naam zoek kom ik mijn eigen registratie tegen, ik sprak zijn dochter vorige week nog over haar mam. Zij was alleen thuis omdat haar vader was opgenomen.

We spraken toen al uitgebreid, over haar zorgen en dat ze niet wist hoe het verder moest. ‘Mama wil alleen maar naar mijn vader, ze begrijpt niet dat hij is opgenomen en erg ziek is’.

Echtpaar

Na dat telefoontje van het ziekenhuis voel ik direct wat me te doen staat, want ik wil dit echtpaar zo lang mogelijk dicht bij elkaar houden, tijdens dat laatste stukje leven dat hij nog over heeft. Haar nabijheid is het allerbelangrijkste. Ze moet hem ten alle tijden op kunnen zoeken, zijn hand vast kunnen houden en hem een welterusten-kus kunnen geven.

Dat is welzijn.

Ik goochel wat met de beschikbaarheid die er al was en die er aan zat te komen. Belde een rondje en besprak met alle betrokken partijen wat ik in gedachten had.

Aan het eind van de dag belde ik de dochter om te vertellen dat ik voor allebei haar ouders een fijn appartement had gevonden.

Op dezelfde locatie en op dezelfde verdieping

Een eigen plek, waar ze beide de zorg krijgen die ze behoeven, maar wel fijn heel dicht bij elkaar kunnen zijn

Haar tranen van dankbaarheid, die rijkelijk door de telefoon vloeiden, waren mijn allermooiste beloning.

Vervuld deel 5

Toen die onbekende bezoeker de huiskamer van tante Trees binnenstapte, vielen de gesprekken stil. Zelfs nicht Adelheid stopte met praten. De vreemdeling vulde de kamer met zijn aanwezigheid. Hij was niet uitgesproken knap maar hij straalde zelfvertrouwen uit. Tante Trees had hem uitgenodigd, en ze was zelf verbaasd dat hij was op komen dagen. Ze begon te ratelen van schrik en Nouk had voor zichzelf nog maar een glas champagne ingeschonken. Hij had haar blik gevangen, terwijl hij daar midden in de woonkamer imposant stond te zijn.

Ze wist nog precies hoe ze zich gevoeld had toen zijn ogen zich in de hare haakten, ze had zich vast moeten houden aan de leuning van de stoel voor haar omdat haar knieën haar gewicht niet meer leken te houden.

Ze had het aan de champagne geweten, wat op zich geen gekke gedachte was geweest, maar ze wist dat het onzin was.

Nouk sloot haar ogen om zijn handen weer te voelen. Zijn adem in haar hals en de warme lippen die haar lijf tot leven hadden gebracht. De intensheid van zijn blauwe ogen lieten tintelingen achter op haar huid. Die onderzoekende blik, en het  hartstochtelijke vuur dat erin leefde. 

Zo had Karel nooit naar haar gekeken.

Slagroom

Haar ogen waren na dat ene moment de kamer rondgedwaald maar iedereen stond weer te praten, en ze realiseerde zich dat die bliksem alleen haar vol had geraakt. Hij had grijnzend haar blik weer opgevangen, uitdagend en charmant, en zij had zijn blik beantwoord, stoer geworden door de alcoholroes

Nouk stopte haar neus tussen de zachte oren van het konijn dat nog steeds op haar schoot lag. Het rook muf, met een vage zweem van Zwitsal. Er was een tijd geweest dat ze het schap met zwitsalproducten niet voorbij had kunnen lopen. Ze had altijd wel iets in haar winkelwagentje gestopt. Billendoekjes, haarlotion of zeepvrije badschuim. En een veel te lange periode had ze zichzelf ook met die babyzeep gewassen. Tijdens het douchen rook het dan net alsof er een kleintje in huis was.

Een baby van haarzelf. Dat zwelgen had ze veel te lang vastgehouden. Het herinnerde haar elke dag aan alles wat ze niet had. 

De slaapkamerdeur piepte, zelfs de scharnieren protesteerden na te lang ongebruikt te zijn geweest. Vanuit de keuken klonk gerinkel. Daar had ze geen rekening mee gehouden. Mobiele telefoons waren de vloek van de huidige tijd. Nouk had er wel een, maar ze vergat hem steeds mee te nemen. Misschien was het de hare wel die zo luidkeels afging. Het toontje was melodieus en frivool. Niet echt iets voor haar.

Vroeger had een mobiel best handig geweest. Toen mam er nog was. En na het overlijden van pap was het pas echt van pas gekomen. Maar toen bestonden die malle apparaten nog niet, en nu was het te laat. Nu was er niemand meer over waar ze een fatsoenlijk gesprek mee zou willen voeren.   

De cake lag inderdaad in de kelderkast. De lang houdbare slagroom stond ernaast. Ze koos een doordeweeks schoteltje sneed een flinke plak, spoot er een dot slagroom op. Ergens moest er ook nog wat lemon curd zijn, in een kastje. Slagroom was voor het eerst van haar leven iets van erotiek geweest. Heel even maar. Net lang genoeg om haar een beetje hoop te geven, een glimp van een nieuw leven.