Vier en vijf mei, het zijn belangrijke dagen. Elk jaar sta ik stil bij de herdenking van de slachtoffers, voel ik het belang om stil te zijn. En om vooral ook stil te staan bij de verschrikking van die oorlog. Sinds vorig jaar voelt het net iets anders, persoonlijker, door het verhaal van een van de broers van mijn oma. Het verhaal dat we ineens nog beter kennen door een mailtje van de stichting oorlogsslachtoffers.
Vorig jaar was het vijfenzeventig jaar geleden dat hij is omgekomen in de oorlog, en speciaal daarvoor werd er een herdenking georganiseerd voor nabestaanden. Op die akelige plek waar hij en velen met hem zijn gefusilleerd (in de zomer van negentienvierenveertig totaal tweeëndertig verzetsmensen) en waar hun graven zijn gevonden. Deze plek zal voor het eerst toegankelijk zijn voor nabestaanden omdat het een militair oefenterrein is, en normaliter dus verboden terrein.
Een hele hoop onverwachte details komt de familie ter ore, uitgezocht door medewerkers van die belangrijke stichting. Hoe bijzonder en indrukwekkend. Al die informatie over een familielid die ik niet heb gekend. Alle informatie bij elkaar, schetst een grotendeels compleet verhaal. Een verhaal dat zich afspeelt in een vreselijke periode uit de geschiedenis.
Petrus Schol, roepnaam Piet, werd op vierentwintig september 1944 gefusilleerd in Leusden. Een korte zin maar met een enorme lading. Piet die maar achtentwintig jaar mocht worden. Een jonge man die door willekeur uit het leven werd gerukt.
Piet werd geboren in een eenvoudig arbeidersgezin en koos voor het bakkersvak. Hij was twee jaar aangemonsterd geweest als bakker/kok bij de Nederlandse Stoombootmaatschappij en had twee jaar op Nederlands-Indië gevaren, toen hij terugkwam naar Nederland. Inmiddels was de oorlog uitgebroken.
Hoe bizar moet dat voor hem geweest zijn om in die totaal andere wereld thuis te komen. Na zijn terugkomst ging hij bij een Duitse bakker in Beverwijk werken. Na een woordenwisseling over een vrije dag nam hij echter per direct ontslag. Een dag erna ging hij in Heiloo bij een andere bakkerij werken. Tot op vandaag denken wij als familie, dat die ruzie de aanleiding moet zijn geweest voor zijn wrede lot.
Slachtoffers oorlog
Niet lang daarna kwam, zonder aanwijsbare reden, de grüne polizei bij Piet zijn ouders aan de deur. Vader Cor stuurde ze, in zijn onschuld, door naar de bakkerij waar Piet aan het werk was. Daar werd Piet gearresteerd en overgebracht naar kamp Amersfoort. Iedereen, ook Piet zijn meisje, was verrast door zijn arrestatie en rekenden erop dat hij na de oorlog gewoon weer thuis zou komen.
Op elf september 1944 arriveerde Piet in Kamp Amersfoort, waar hij zijn gevangen nummer kreeg (7029) Van het ene op het andere moment was hij een nummer geworden, en bepalen onbekenden zijn leven. Hoe gruwelijk en angstig moet dat zijn geweest om zo ineens overgeleverd te zijn aan die willekeur.
Piet werd bestempeld als vluchtgevaarlijk. Hij was, volgens de gegevens, al een aantal maal aan de Arbeidseinsatz ontsnapt en kreeg daarom een zware aanduiding. Piet maakte deel uit van een groep van negen mensen die moesten worden omgebracht. Naar alle waarschijnlijkheid naar aanleiding van verzetsacties rondom Zwolle, zoals de papieren uit die tijd aantonen.
Deze lijst van negen mensen was door hogerhand opgesteld. Om precies te zijn door obersturmführer Eric Aloysius Lütkenhus van de Sicherheitsdienst te Zwolle. (Hij kreeg na de oorlog maar vijftien jaar gevonnist en kwam vrij in 1954) Tijdens het proces van kampcommandant Peter Berg, na de oorlog, wordt duidelijk dat deze groep van negen mensen verteld werd dat ze zouden worden vrijgelaten. Ze kregen hun burgerkleding terug, en liepen door de poort van kamp Amersfoort richting de vrijheid. Ze werden daar vervolgens opgewacht door nazi’s om te worden omgebracht.
Wat een wrede, mensonterende gebeurtenis. Dat ze je laten geloven dat je naar huis mag, naar familie en geliefden. Dat die vrijheid, die zo ineens razend dichtbij voelt, tussen je vingers doorglipt doordat iemand dat zo heeft bepaald. Feiten, ijskoud gedocumenteerd, maar onwaarschijnlijk weerzinwekkend. Voor mij is het niet te bevatten. Het deed me denken aan een filmscene en ik kreeg er kippenvel van op mijn lijf, van deze onvoorstelbare gruweldaad. Voor deze negen was het brute werkelijkheid.
Op die ene dag, op vierentwintig september 1944, wordt in Leusden in eerste instantie ene Willem Schol gefusilleerd. Willem was ,net als Piet, ook in 1916 geboren. Na het fusilleren van Willem, wordt ontdekt dat Piet gefusilleerd had moeten worden, omdat zijn naam op die gruwelijke lijst staat. Daarom wordt ook Piet, op vierentwintig september, vanuit Kamp Amersfoort naar de grote schietbaan van de Leusderheide gebracht en gefusilleerd. Oorlogsdaden in optima forma.
Na de oorlog wachtten Piet zijn ouders op zijn terugkomst. Ten einde raad zetten zij een advertentie in het Noord-Hollands dagblad, wanhopig geworden door het uitblijven van een levensteken. Piet zijn graf (nummer 69) word aangetroffen op vijftien februari 1946. Op aanwijzing van de man die hem geëxecuteerd had. Zijn ouders wordt gevraagd om hem te komen identificeren, aan de hand van zijn gebit en de Amerikaanse schoenen die hij droeg. Het verdriet moet voor beide overweldigend zijn geweest.
Na de oorlog is kampbeul Joseph Kotälla verhoord over de persoonsverwisseling, net als kampcommandant Peter Berg. Maar beide konden verder geen nadere informatie verstrekken.
Bovenstaand schetst een schokkend beeld van de dagelijkse wreedheid van de oorlog en zijn slachtoffers. Lijstjes met namen waarin een doodvonnis wordt opgetekend, willekeurig bepaald iemand of je leeft of sterft. De continue aanwezigheid van die immense angst, van allesomvattend verdriet en zoveel verlies. Ontelbare levens voor altijd verloren.
Ik kijk naar zijn foto, het was een knappe vent, in de bloei van zijn leven. Trekjes van hem zie ik terug in onze familie, in mijn vader, bij mijn neven en nichten. Een deel van zijn genen leeft voort in onze familie. Doorgegeven door zijn zus, mijn oma, door de genen die zij deelden. Hij heeft zijn stempel achtergelaten op deze wereld. Niet door zijn nazaten, maar wel door zijn verhaal en zijn wrange lot. Door dat verhaal te vertellen wordt hij niet vergeten, want hij was van belang. Ik herdenk hem en al die andere slachtoffers en zal dat blijven doen. Elk jaar weer op vier mei als dank voor mijn vrijheid.
Prachtig helaas somber verhaal, maar wat wel een mooie herinnering krijgt zo❤️
dank je lieverd
Het mag zeker niet vergeten worden. Goed dat je dit verhaal deelt!
Dank je lieve lien!
Jij zou hele boeken kunnen schrijven! Ik hang aan je lippen
Erg voor je familie wat er gebeurt is
Ook mijn oom ,broer van mijn moeder is in de oorlog neergeschoten omdat hij op straat liep ( wanneer dat op dat tijdstip niet mocht)
Er werd geschoten en mijn oom Meindert wilde een paard naar de kant trekken en werd door zijn hoofd geschoten en was op slag dood
Mijn oma en moeder kregen beide op het moment dat ’t gebeurde vreselijke hoofdpijnen
Pas de volgende dag hoorde ze wat er gebeurt was
Ook een broer van mijn vader, oom Jan , werkzaam in de oorlog op een onderzeeër, werd gedood ,doordat de Duitsers een bom erop lieten vallen.
Aan beide ooms denk ik altijd gedurende die twee minuten stilte op 4 mei dodenherdenking
dank je wel voor het compliment Ida, mooi vind ik dat, zo’n reactie!
en wat bijzonder verdrietig dat ook jullie dat hebben meegemaakt, zoveel verlies tijdens die gruwelijke oorlog. Zo zijn we allemaal door soortgelijk verdriet verbonden en herdenken we samen, dat verbind. xx