Aparte afwijking

e-biker

Een bijzondere eigenschap, een gekkigheidje, elk mens heeft er in ieder geval wel één. Dat ene ding wat zo heel erg alleen bij jou past, en waar andere mensen om gniffelen. Om die soms onbegrijpelijke rariteit. Al die eigen voorkeuren en vaste routines. Wij mensen zijn toch zo heerlijk eigengereid als het aankomt op hoe we dingen doen of juist niet doen.

Ik heb er ook een, zo’n afwijking, een beetje een gekke ook. Elke keer als ik op de fiets zit, voel ik al hoe dat gekkigheidje steeds meer grip op me krijgt.

Ik denk dat de oorsprong van mijn afwijking mijn vader aangerekend kan worden. Al op jonge leeftijd gingen we fietsen, op zondag op de racefiets. ‘Rijen’ brulde mijn vader altijd. Hij jaagde ons op, daagde ons uit en ongemerkt maakten we zo een hele hoop kilometers. Het laatste stuk probeerde ik hem altijd in te halen, zodat ik als eerste thuis was, dan rook ik de stal en werd ik fanatiek.

Zus en ik zijn wel eens samen naar Assen gefietst, naar de camping waar we gingen kamperen, camping Witterzomer. Pap en mam gingen met de auto. Ik zal een jaar of dertien geweest zijn, wat een eind fietsen maar wat waren we trots. Als ik naar de foto kijk die toen is gemaakt zie ik ons glimmen. We hadden geen idee wat er nog op ons pad lag, twee jonge blonde koppies, en de jeugdige overmoed spat eraf.

Naarmate we ouder werden, verdween de zin om op zondag mee te gaan, stribbelden we vol overgave tegen. De meeste pubers willen nou eenmaal andere dingen doen op een vrije zondag en wij waren geen uitzondering.

Na alle schaatstochten met zus en papa zodra er ijs lag( 25 km op oude kunstschaatsen was geen uitzondering), en mijn atletiekjaren die ik vaarwel zei rond mijn twaalfde. Moest uiteindelijk ook het fietsen het onderspit delven.

Mijn trouwe racefiets, deels zelf bij elkaar gespaard, bleef steeds vaker in de schuur staan, tot groot verdriet van mijn vader denk ik. Niet dat hij er veel over zei, maar het voedde alleen wel ons schuldgevoel, dat zwijgen, en de teleurgestelde blik. Dat dacht ik tenminste. Die fiets heeft echt nog heel erg veel jaren bij hem in de schuur gestaan. Volgens mij heeft hij hem pas een paar jaar geleden weggedaan, hij heeft er zelf nog jaren op gefietst.

E-biker

Maar mijn wat aparte afwijking is, denk ik, wel echt geboren in die tijd. Want elke e-biker die niet volle bak fietst, wil ik inhalen. Al fietsend bekijk ik eerst stuk voor stuk elke fietser in de buurt. Sommige vliegen me voorbij en sommige vlieg ik voorbij. En dan ineens krijg ik hem in het oog, de wat langzamere e-biker. Er zit nog steeds wel echt een behoorlijke gang in maar deze kan ik hebben, dat voel ik.

Acuut voel ik het fanatisme omhoog kruipen, dat bloedfanatieke gevoel van vroeger, alsof er iets te winnen valt. En als vanzelf zetten mijn benen aan, staan mijn voeten strak op de trappers, komt mijn kont iets omhoog van het zadel. Om net dat extra beetje meer te kunnen geven.

Triomfantelijk suis ik vervolgens de e-biker voorbij, half omgedraaid kijk ik nog even achterom alsof ik zeggen wil: kijk, ik fiets op een gewone fiets en haal je in. Gruwelijk, vind ik zelf ook echt hoor, waarom doe ik dat toch steeds. Met het zweet duimendik op mijn rug en semi- buitenadem moet ik vervolgens wel de gang erin houden om de desbetreffende e-biker achter me te kunnen laten, onderwijl mezelf vervloekend natuurlijk.

Want nu moet ik na de winst dit tempo zien vast te houden en dat is soms best een dingetje. Maar ik kan het gewoon niet laten, het is als een alter ego die het stuur voor even over neemt. Met een smile van oor tot oor kom ik vervolgens volledig kapot, met een kop als een brulboei, onze tuin in gefietst. De liefste herkent het direct, die status. Met een grote grijns staat hij dan semi-afkeurend met zijn hoofd te schudden.’ Had je er weer een te pakken schat, een e-biker?’.

Ik weet het, het is echt een ontzettende kinderachtige afwijking, maar ik gok dat ik hem nooit af ga leren Niet voor ik oud en grijs ben tenminste. En dat duurt gelukkig nog even.

Published by Cynthia Poen

Ik ben een schrijver, en daar ben ik retetrots op. Het duurde even, voor ik die woorden in mijn mond durfde te nemen in associatie met mezelf maar inmiddels doe ik het gewoon.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *