Eén brok emotie was ik, toen ik voor het eerst werd voorgesteld aan de familie van mijn vriendje. In dit specifieke geval werd ik voorgesteld aan de favoriete oom van mijn vriendje.
Dat vriendje dat later mijn echtgenoot werd.
Peet woonde in Haarlem met zijn gezin, in een prachtig grachtenpand boven zijn eigen kapperszaak. Met de zenuwen gierend door mijn lijf stapte ik voor hun huis uit de auto. Een blond jochie brulde half uit een raam hangend’ hey pap, het is een blonde’ terwijl hij naar ons wees. Acuut schoot ik in de lach, van het enthousiasme van Peet zijn enige zoon. Al na-grinnikend viel er al een hoop spanning van me af.
Die eerste indruk, van die drie mensen bij elkaar, voelde meteen goed. We aten allerlei mysterieuze dingen die avond, waar ik van mijn leven nog nooit van had gehoord. En ik kreeg een rondleiding door dat schitterende familiehuis, dat warmte en gezelligheid uitstraalde. Sinds die eerste dag was ik altijd welkom.
Peet en ik, we vonden elkaar goed volk.
Jaren gingen voorbij, en dat blonde jochie kwam regelmatig een weekeind bij ons logeren. Een weekeind vol Arnold Schwarzenegger- films en broodjes frikandel. Hoeveel ik ook voorstelde, iets anders wilde hij niet. Niet ontbijten, niet douchen, en ‘hoezo tandenpoetsen’, hij wilde alleen maar samen met ons films kijken.
Peet moest altijd heel erg zijn best doen om hem op zondagmiddag mee naar huis te krijgen. Ik hielp eens een zomer bij Peet in de kapperszaak, en zij kwamen vol enthousiasme op onze de bruiloft. We leefden ons leven dat heerlijk voortkabbelde.
Tot dat kleine jochie, inmiddels volwassen geworden, ons opbelde met een stem vol verdriet. Peet was ziek, ernstig ziek. Naast de lange werkdagen was hij fulltime levensgenieter en enthousiast vogelspotter, hij genoot volop van elke dag. Peet had al zoveel gevechten geleverd in zijn leven, en al zoveel verdriet overwonnen. Nu stond hij voor de grootste uitdaging ooit, en wij hoopten met heel ons hart op goed nieuws.
Emotie
Lieve Peet, met die bos wild haar waar hij constant doorheen zat te woelen en die eeuwige peuk tussen zijn vingers. Peet, met zijn oprechte interesse en die altijd blij was om je te zien. Lieve Peet, bij wie ik me altijd zo welkom voelde, en die dat waardeloze gevecht niet kon winnen.
Met ons hart zwaar van verdriet namen we veel te vroeg afscheid van hem.
Op zomaar een vrijdagavond, terwijl we het weekeind inluiden met een wijntje en mooie muziek, klinkt Ramses Shaffy uit de boxen. We grijnzen naar elkaar, de liefste en ik. Dat nummer staat voor ons synoniem aan Peet, en zeker bij dit nummer is hij altijd in onze gedachten.
‘Laat me, laat me, laat me mijn eigen gang maar gaan’ zingt Ramses. ‘Laat me, ik heb ’t altijd zo gedaan’.
Het is fijn, om even aan hem te denken. Ook al doen we dat regelmatig, deze muziek roept toch altijd wat extra gevoel op en veel mooie herinneringen. Ik zing mee, vals als een kraai, als altijd, maar het maakt het moment er niet minder mooi van. Weemoedig denken we terug aan toen, wat zijn er inmiddels al veel jaren verstreken.
Lieve Peet, konden we nog maar even…….ik mis je.