Om aan een ander uit te leggen hoe het voelt om zorg te verlenen is onmogelijk. Juist omdat het voor mij, na zoveel jaar zorgen, zo natuurlijk voelt. Maar er is niks gewoons aan, om aan een onbekend mens te zitten of een vreemde voordeur binnen te stappen.
De ochtenden dat ik zorg ging verlenen aan onbekenden voelden was ik altijd een tikkie gespannen. Vroeg in de ochtend een vreemd en donker huis instappen, onhandig naar lichtknopjes zoeken, geeft een bijzondere sensatie. Dat vreemde huis met zijn vreemde geuren en zijn vreemde vormen in het schemerdonker. De slaapkamer is een zoektocht, en ook de juiste spullen moet je zoeken. Vaak sliep die onbekende zorgvrager waar je voor het eerst zorg aan komt verlenen nog en dat is voor die ander nog vele malen vreemder. Staat er zomaar iemand op je slaapkamerdeur te kloppen, en daar moet je je door laten helpen.
Als ik terugdenk aan alle huizen waar ik voor het eerst binnenstapte, vroeg in de ochtend of laat in de avond, ben ik zelf verbaasd. Verbaasd over mijn eigen doortastendheid. Want ik was altijd alleen en niet altijd voorbereid op de situatie die ik aantrof. Soms belande je onverwacht middenin de hectiek.
Maar dierbaar is het gevoel dat overheerst. Warm en rijk. Alle andere gevoelens waar ik ook mee worstelde tijdens al die jaren, verdwijnen inmiddels naar de achtergrond. En ook al vind ik alle vormen van zorg die ik tijdens al die jaren verleende mooi, de ouderenzorg is wel iets dat goed bij me paste.
Ouderenzorg
Zeker bij de ouderen met dementie was het soms zoeken naar de juiste omgangsvorm, want elk mens reageert anders op een vreemde in hun huis. En soms kwam je bij hele weerbarstige, stugge of ronduit vloekende mensen zorg verlenen. Spannende situaties waren er ook. Als ik binnenstapte, en er zaten louche figuren in de woonkamer. Dan zei ik vriendelijk goedenavond, deed ik een poging koel en onaangedaan te kijken en draaide ik me direct weer om. Dan stond ik met geknepen billen binnen, verlangend naar de buitenlucht. Die weg naar buiten voelde ineens vele malen langer, dapper ben ik niet.
Maar ik was dol op werken in de thuiszorg. Al die verschillende huizen op al die verschillende plekken, met al die verschillende mensen. Saai was het nooit, en geen dag was hetzelfde. Waar ik ook onveranderd dol op was, waren de oude portretten aan de wand. Ik heb stapels oude jeugdfoto’s gezien, prachtige portretten van jonge vrouwen en mannen en stemmige trouwplaatjes. De liefde spatte er steeds weer vanaf. Dat beeld dat het schetst is zo mooi, de rijkdom van die eenvoud. En juist door middel van die foto’s was er direct een klik, want door ernaar te vragen ontstonden er meteen mooie gesprekken. De meeste mensen vinden het zalig iets over die zwart-wit plaatjes te vertellen.
Al die verhalen van vroeger, ik blijf ze geweldig vinden. Naar de kroeg met paard en wagen, kruideniers en melkwagens die met hun waar langs de deur kwamen, fantastisch toch? Dat vind ik tenminste, en nog steeds vind ik dat. Het verveeld me nooit om ernaar te luisteren.
Voor iedereen die geen idee heeft hoe veelzijdig de ouderenzorg is, neem eens een kijkje. Mijn werk was en is zoveel meer dan ‘die baan om een salaris mee te verdienen’. Het is rijk en warm, mijn mooie beroep maakt me nog altijd razend trots.