Muziekthuis

Ik loop niet over van zelfvertrouwen. Nooit gedaan ook. Ik ben iemand die zich vaak wat ongemakkelijk voelt, en extra in gezelschappen.

Zo kom ik niet over op anderen, dat weet ik ook, maar zo is het nou eenmaal. Het zijn schades veroorzaakt door oud zeer en die zullen nooit echt helemaal verdwijnen.

Die eerste keer meegaan naar dat koor was voor mij dus een ding. Om naar die enorme groep van 88 mensen te gaan, die elkaar allemaal kennen, en soms al twintig jaar. En daar wilde ik ineens tussen staan.

En ook nog eens hardop zingen temidden van die groep he?! Mind you…

Kan ik eigenlijk wel zingen, vroeg ik mezelf meermaals af. En wat als die dirigent tijdens de stemtest meewarig zijn hoofd schud, me een schouderklopje geeft en me vervolgens naar huis stuurt? Dat zou me pijn doen. Ik onderging die stemtest dus met klamme handen, maar ik deed het. Want ik wilde niets liever dan ertussen staan. Erbij horen. Luidkeels meedoen. Zingen!

En het lukte 🙂

Nog maar net aspirant-lid af, ging ik vervolgens vier dagen mee naar Londen. Met forse rugklachten en een stemmetje in mijn hoofd die aan me vroeg of ik wel helemaal lekker in mijn hoofd was. Maar ik deed het. Spontaan zingen voor de deur van een pub en een club in Canterbury, meegalmen op een kerstmarkt aan de voet van de Tower bridge en als kers op de taart gaven we een weergaloos optreden op Trafalgar Square in Londen.

En het was …Ik heb er niks passends voor 🙂 Het gevoel dat het me gaf is met niks te vergelijken.

Zingen

Ik heb me nog nooit zo direct thuis gevoeld binnen een grote groep mensen.

Ik ben van nature een ‘spontane meezinger’. Kan ik niks aan doen, gaat helemaal vanzelf. Ik betrap mezelf met enige regelmaat op spontaan gehummm of mee-gezing 😉 Zacht murmelend, dat dan weer wel. Maar toch. En ineens dwarrelden er 88 ‘spontane meezingers’ om me heen.

Ha. Eindelijk werd ik omgeven door net zulke gekkies als ik zelf ben. Nu mocht ik constant voluit.

Tijdens die prachtige reis ontstonden er fijne spontane gesprekken. Ik haakte eens aan bij de één en dan weer bij een ander en at ook mijn ontbijt met steeds wisselende tafelgenoten.

Ik sliep zelfs bij iemand op de kamer die ik totaal niet kende.

En het was allemaal goed. Beter nog: het was hartverwarmend en veilig. Er was geen ongemakkelijk moment, niet eentje, en nergens voelde ik me verloren of alleen ♥️

En dat is echt razend bijzonder.

Beter dan dat wordt het echt niet 😉

PS Aan het eind van 2025 gaan we hele mooie optredens geven! Nu al zin in 🙂

Januari

De afgelopen weken lag ik vooral plat, hevige rugproblemen waren een kers op de taart na een voor mij toch al roerig jaar.

Mijn stap terug werd stilstaan.
Met grof geweld moest de rem erop.

Elke beweging werd een gruwel. Een hernia werd genoemd als mogelijkheid, slijtage of anderszins gedoe. Wie het weet mag het zeggen. Zelfs mijn bh’s werden martelwerktuigen, bizar dat daar nooit iets anders voor bedacht is, want zo’n bos hout voor de deur weegt ook. ( extra belasting voor rug en schouders) Op mijn rug binden lukt helaas niet 😉

Inmiddels krabbel ik gelukkig weer op.

En waar menigeen die eerste maand van het jaar ‘dry’ door wil brengen, wil ik nog maar één ding:
Weer kunnen wandelen. Bewegen zoals voorheen.

Simpel he?!

Maar dat wandelen omvat mijn hele wereld 🌎

Een rondje met mijn kleindochter, met haar garnalenvingertjes stevig in de mijne geklemd ( ze loopt als een razende inmiddels)

Lunchwandelen en fijn samen kunnen werken met die heerlijke groep mensen( ik kom eraan hoor lieve collega’s!)

Nieuwe zwerftochten maken met de liefste en vol verwondering mooie natuur ontdekken.

Uren lopen met mezelf, want die chaos aan gedachtes en gevoelens lijken zichzelf te ontwarren tijdens het wandelen.

Het opruimen van dat hoofd gaat daarna bijna moeiteloos.

Bijgaande foto is van mijn rondje van, pak em beet, een half uurtje geleden.
Ze loopt weer 🥳 Ondanks een zeehondenhoestje die hardnekkig mijn slaap blijft verstoren ga ik elke dag naar buiten. Weer of geen weer. Want het lukt. Eindelijk.

Het is fijn als je weer om je heen kan kijken. Mooie dingen kan zien. Het prille begin van de lente, die verdwaalde sneeuwvlok of het geweld van een herfststorm om je oren voelen razen. Bewegen is een luxe als het ineens niet meer wil.

Note to self: koop een knappe regenjas( iemand nog een fijne tip?) zelfs tijdens mijn puberjaren weigerde ik die malle zweterige regenpakken maar misschien moet ik nu toch…

#gezondheid

Terugkijken op 2024

Ik heb een vreemd jaar achter de rug en dat voel ik extra tijdens dat terugkijken. Ik speelde verstoppertje, zonder me daarvan bewust te zijn.

Van buiten leek ik op wie ik altijd was, van binnen stond ik op standje schreeuwen.
Vol wanhoop zocht ik naar een uitweg. Ik schreef er al vaker over.

Ik voelde me opgesloten in mijn leven, elke dag hetzelfde rondje en waarvoor eigenlijk.
Mijn hele leven voelde compleet nutteloos. Genieten lukte niet, ik was aan het overleven. Dag per dag.

Klinkt dramatisch he?!
Zo voelde het ook.

🤷‍♀️

En ik ben geen prater, gevoelens slok ik op en houd ik verborgen. Zelfs voor mezelf. Ik vind dat moeilijk. Onmogelijk soms. Mijn worstelingen groeiden en stapelden. De angsten werden groter en groter. Slapen lukte nog amper en de nachten duurden een eeuwigheid. In de ochtend sleepte ik me uit bed en deed wat ik moest.
Tot ik knapte.

Inmiddels ben ik op de goede weg, ik begin mezelf weer te worden. Langzaam maar gestaag. Hormoontherapie heeft me enorm geholpen.
Zo opgelucht dat ik mezelf weer herken 🙂

Op naar 2025! Mooie jaarwisseling gewenst aan al mijn lieve meelezers/meelevers!

♥️

Praat

PS Ik deel dit wederom om te laten zien dat de #overgang, en al die #hormoonveranderingen, verwoestend kunnen zijn. Ik zocht de verklaring van mijn klachten in een hele verkeerde hoek. De werkstress en mijn chronische ziekte hielpen ook niet echt mee. Dat is verdrietig, en de gedachtes die ik had waren gruwelijk, maar ik ben weer op de goede weg.

Wees alert en praat erover. Ik jank, juich inwendig en zou mijn geluk eigenlijk van de daken willen schreeuwen. 

Omdat ik me steeds meer mezelf voel. En dat is alles.

Liefs van mij

💋

#overgang#hormoontherapie

Lang leve de hormonen

Sinds ik met hormoontherapie ben begonnen realiseer ik me pas hoe slecht ik me het afgelopen jaar voelde, toen ik die minuscule pilletjes nog niet nam.

Hoe ik inwendig steeds in paniek was.

Continue aanstond. Angstig was, voor alles.

Ik was mezelf niet en was dat ook steeds minder. Ik zag geen uitweg en had geen flauw idee hoe ik het op moest lossen. Uitzichtloos…dacht ik.

Alles veranderde toen ik mijn huisarts vertelde hoe ik me voelde en die tsunami aan emotie naar buiten golfde.

Ik hoorde mezelf praten en was verbaast over de gierende halen van verdriet in mijn stem. Over de rauwe gevoelens die naar bovendreven, die had ik al die tijd geprobeerd te verstoppen. Wat heb ik gevochten het afgelopen jaar.

Sindsdien is er veel veranderd.

Ik ben nog niet waar ik wil zijn maar ik weet dat ik op de goede weg ben. Al dat weggestopte verdriet manifesteerde zich in mijn lijf, dat ook begon te haperen.

Alles komt tegelijk, dat was mijn eerste gedachte.

Maar eigenlijk is het misschien wel als een ui, ik ben mezelf aan het afpellen en was eenvoudigweg nog niet bij de kern. Er zat nog meer opgesloten diep in mij.

Sindsdien ben ik voor mezelf gaan zorgen. Echt. Ik heb mijn werk voor nu losgelaten, ook al vond ik dat het allermoeilijkste.

Koor

Ik ben iets gaan zoeken waar ik van ontspan, waar ik gelukkig van wordt. Iets voor mij. Ik moest iets zoeken waar ik de deur voor uit moest. Ik vond een prachtig koor dat veilig voelt. En fijn. Die eerste weken waren een enorme opgave want ik was gesloopt na twee uurtjes repeteren, maar ik bleef wel gaan. Daar ben ik trots op, dat ik vastgehouden heb.

Het schrijven staat voor nu op een sudderpitje.

En inmiddels kan ik ook weer volop genieten van mijn kleindochter. Want dat lukte maar moeilijk, omdat ik mezelf zo in de weg zat. Daar heb ik het allerhardst voor gestreden. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe fijn dat voelt. Dat overweldigende warme gevoel van blijdschap dat in mijn buik huist. Soms zou ik wel willen schreeuwen van opluchting.

Dankbaarheid.

Hoe fijn ik het vind als ze er is.

Samen fietsen, liedjes zingen en giechelen. Kiekeboe en niezen. Huh? 🙂 Blaadjes en bloemen en stampen in de plassen.

Haar de wereld zien ontdekken is goud.

Het is fijn dat ik de gedachten die in mijn hoofd ronddwalen weer herken als van mezelf. Ik voel zelfs af en toe weer een glimp en een glans van alles wat ik voorheen voelde en dacht. Momentjes van enthousiasme.

Wat een geweldige sensatie is dat.

Want het komt goed met mij, dat voel ik aan alles. Ik geef mezelf wat tijd en neem kleine stapjes, maar het komt eraan.

En dat is fantastisch.Mijn hoofd is op de goede weg, nu moet dat lijf nog volgen.

NB de foto is genomen tijdens het optreden van ons koor op Trafalgar square in Londen op zaterdag 14 december 2024.

Voedsel voor de ziel

In de aanloop naar dat ene moment, waarop ik eindelijk die teugels losliet, was ik me er al van bewust dat ik iets moest. Iets voor mezelf. Iets dat mijn inwendige ik weer zou laten stralen. Ik wist niet wat, en de wanhoop die in hoofd en hart ronddwaalde zorgde niet echt voor scherpte, maar het liet me niet los.

Ik voelde dat ik iets moest gaan doen. Voor mij.

En dat bleef maar aan me knagen.

Schrijver zijn vind ik geweldig, maar ik hoef mijn huis er niet voor uit. Schrijven doe ik thuis. Op zolder, fijn in een hoekje van de bank of knus in bed als er ineens gedachten zijn die ik op wil schrijven. Scenes voor mijn boek. Nieuwe inzichten of een mooie ervaring die ik me onverwacht herinner.

Ik ontmoet alleen de fictieve figuren van mijn boek, geen echte mensen, en het was hoog tijd om nieuwe mensen te ontmoeten, andere dingen te leren. Maar hoe?

Koren heb ik altijd prachtig gevonden. Imposant.

Niveautje kippenvel. Muziek is een grote liefde en mijn smaak is breed.

Zingen

En toen kreeg ik ineens de mogelijkheid om mee te gaan naar de repetitie van een popkoor. Ik zat daar te luisteren naar al die stemmen en voelde het brok in mijn keel groeien. Hoe mooi zou het zijn als ik ook…

Sinds twee maanden zing ik mee. We hebben zes verschillende stemgroepen, wat echt waanzinnig mooi klinkt, en een professionele dirigent. Hij is streng maar vooral inspirerend en enthousiast. Voor ik mee mocht zingen nam hij een stemtest bij me af. Bloednerveus was ik, en in de maanden erna moest ik mezelf als aspirantlid bewijzen. Dat ik mee kon komen in dat zanggeweld. Dat ik de teksten leerde en alle stempartijen.

Net in de periode waarop me zo slecht voelde. Moe en niet mezelf.

Toch hield ik vol en het is een van de meest geweldige avonturen die ik ooit ben aangegaan. Muziek maken. Leren zingen. Ik dank mijn goede muziekgeheugen, want veel van de liedjes kende ik al uit mijn hoofd. Ik heb een aanleg voor het onthouden van muziekteksten maar kon dat nooit gebruiken. Tot nu. Het zingen hielp me ontspannen, nare gedachtes loslaten, al was het maar voor even, en er was iets om naar uit te kijken ook al was ik compleet gesloopt na elke repetitie.

Maar met zoveel mensen tegelijk een nummer zingen is voeding voor mijn ziel. Ik had niet gedacht dat het zo wonderschoon zou zijn.

Over een paar weken zingen we tijdens een kerstmarkt in de regio. Ik vind het nu al spannend 🙂

Realistisch

Ik was pas drieëntwintig toen ik chronisch ziek bleek te zijn. Als jonge moeder vond ik het enorm, ziek zijn, en dan vooral de onzekerheid ervan. Wanneer speelt het weer op? Hoe zorg ik voor mijn kleintje als ik amper op mijn benen kan staan? Ik kreeg vanuit het ziekenhuis nagenoeg geen informatie mee en moest het zelf maar uitzoeken. De ziekte van #Crohn was zeldzaam en internet bestond nog niet.

Ik ben nogal van het vastbijten en opgegroeid met het idee dat 40 graden koorts hebben pas ziek is. Doorgaan kreeg ik met de paplepel ingegoten. Een prachtige waardevolle les. Dus zocht ik zelf een weg temidden van al het gedoe. Als ik moest werken at ik de hele dag niet, dan hoefde ik niet zo vaak naar het toilet. De jaren dat ik in de thuiszorg werkte wist ik precies waar een knappe WC te vinden was, en in de jaren dat ik in mijn eigen buurt in de thuiszorg werkte racete ik gewoon naar mijn eigen huis.

Je wordt vanzelf creatief. Dat ik er beter over had kunnen praten zodat ik het niet alleen hoefde te doen kwam niet in me op.

Dat ik altijd pijn had werd logisch. Het werd onderdeel van mijn dag. Dat het heel veel energie kost, en mijn lijf en hoofd wel steeds bezig zijn, vergat ik voor het gemak. Het ‘niet zo miepen’ voerde ik te ver door.

Ik heb een hekel aan gemopper. Al mijn pijntjes benoemen vind ik geneuzel. Ze zijn er echter wel. Dat het dus ook wel iets me me doet is logisch, maar dat stopte ik standaard weg. Het is hoog tijd dat ik onder ogen zie dat het me soms in de weg zit.

Les

Dat het er is en niet weggaat. Hoe goed ik ook voor mezelf zorg.

Die fysieke zelfzorg maakte dat mijn ziekte best wat jaren heel prima te dragen was. Vaak lig ik al om een uur of acht in mijn mandje. Dat lijf heeft rust nodig en werken kost energie. Gezond eten is ook van belang, dus halen we de boodschappen bij bakker, slager en groenteboer. En daar kook ik allerlei fijne stoofjes van. Mijn mentale gezondheid liet ik versloffen. Ik was toch sterk?

Mijn MDL arts zei pasgeleden dat het laatste deel van mijn dunne darm weer ontstoken was. ‘Dus het valt allemaal wel mee’. Dat is dan meteen ook de overtuiging die ik adopteer. Ik ga voorbij aan hoe het voor mij voelt, ga voorbij aan het feit dat mijn lijf ziek is. Dat ik er aandacht voor mag hebben.

Het is tijd om mijn verstopte verdriet onder ogen te zien, ook het verdriet om deze waardeloze ziekte.

Ben je vijfenvijftig en dan is dat de les die je nog moet leren…

Kees

Kees stond voor het raam naar buiten te kijken. 

De wolken oogden dreigend. Zwart.

‘Er zit onweer in de lucht Anja, zouden de buren wel op tijd binnen zijn denk je? Voor het noodweer losbarst? Die zijn zeker nog in hun moestuin’?

‘Wat kan mij dat nou schelen’. Anja haar breipennen tikten tegen elkaar, het venijn lag besloten in haar blik. 

‘Jij altijd met je geneuzel over de buren’.

Kees nam een hap van de wortel die hij in zijn hand had, keek naar zijn Anja die op haar vaste plek bij de verwarming zat, met dat eeuwige breiwerk in haar handen, en draaide zich daarna weer terug naar het raam.

De buren zouden niet op tijd binnen zijn.

En hij was de enige die dat zeker wist.

#schrijfuitdaging #200woorden

Moeder

Moeder.

Hij bleef het bizar vinden om zo genoemd te worden.

Het voelde als een titel die niet bij hem hoorde, om meerdere redenen.

Allereerst was hij een man, dus praktisch gezien kon hij geen moeder zijn, alle gender-discussies voor het gemak voor nu opzij schuivend.

Daarbij had hij bij de titel van moeder zelf hele andere associaties. Vrouwen met gebloemde schorten en zacht golvende kapsels trokken aan zijn geestesoog voorbij. Huismoeders. Geboren verzorgers. Vrouwen vol van moederinstincten die een kind konden maken met hun lichaam, een kind konden baren en voeden met hun lichaam.

Terwijl hij in de spiegel keek grijnsde hij ongewild om zijn eigen spiegelbeeld, zijn kale kop en wilde baard leken in de verste verte niet op de huismoeders uit zijn eigen gedachten.

Huismoeders

Hij keek even naar het bundeltje dat hij in zijn armen droeg, dat bundeltje dat hem over een poosje hopelijk ook moeder zou noemen. Net als alle andere kinderen die hij onder zijn hoede had genomen. 

Ergens was het begonnen, ook al wist hij niet precies meer maar. Of bij wie. 

Rosie. Hij glimlachte. Hoe had hij dat kunnen vergeten. Rosie was zonder twijfel de eerste geweest. Ze was op een ochtend wakker geworden, had naar hem gekeken terwijl hij de pannenkoeken voor het ontbijt stond te bakken en had hem moeder genoemd. En de andere kinderen hadden zonder aarzelen haar voorbeeld gevolgd. Sinds die ene dag was het altijd moeder gebleven.

Het bundeltje huilde, zachtjes, alsof het vooral niet teveel geluid mocht maken. Nog niet wetend dat het veilig was bij hem om luidruchtig te zijn. 

Hij liep de keuken in. Op het aanrecht lag een brief van het ziekenhuis. De brief. Zonder dat hij hem geopend had wist hij al wat erin stond. Zijn lijf had hem allang verteld dat het foute boel was. 

Hij pakte de verwarmde fles uit de houder die op het aanrecht stond, controleerde de temperatuur van de melk door een druppel op de binnenkant van zijn pols te druppelen en stopte de speen vervolgens zachtjes in de mond van het mopperende bundeltje kind in zijn armen. De geur van de baby was als liefde. Geborgenheid. Het omhelsde hem, troostte. Hij stopte zijn neus even in de zachte babyhals en sloot een moment zijn ogen.

Het bundeltje dronk gretig, gehaast.

Binnenkort zou hij dit alles achter moeten laten. Zou hij het beginnende gebrabbel van dit kleintje nog meemaken? Om nog één keer moeder te mogen worden, en zich die trotse titel toe te mogen eigenen, zou overweldigend mooi zijn. 

Voorzichtig liet hij zich in de oude schommelstoel zakken. Het bundeltje lag knus in zijn sterke armen te slapen.

Moeder. 

Hij begreep het.

Het was de enige titel die hij echt was en de enige die hij ooit wilde zijn..

Pellen

Langzamerhand pel ik af wat ik dacht verwerkt te hebben. Nu blijkt dat ik het gewoonweg had weggestopt. Want een plekje geven, en je gevoelens onder ogen zien, hoe doe je dat eigenlijk. Woorden geven aan gevoel kan ik heel goed, maar nu blijkt ook dat ik een hele groep aan gevoelens kan maskeren.

Wegstoppen. Negeren.

Ik schreef eromheen. Naar sommige plekken durf ik niet en dat weet ik dondersgoed. Maar die plek is zo persoonlijk, daar huist een bakwagen aan verdriet waar ik niet heen durf. Gelukkig krijg ik hulp, hoef ik het niet alleen te doen, en dat is fijn. Thuis is lief, daar is een brede schouder waar ik altijd op mag leunen, en op het werk zijn er collega’s die me laten lachen. Tranen met tuiten soms.

Want hoe gek dat ook klinkt, ook dat is er nog gewoon. Lachen. Slap met gierende uithalen, dikke tranen. Dat houd ik vast, met twee handen. Daar wil ik bijhoren. Bij blijven horen.

Energie

Ook al voelt alles wat ik elke dag moet als een opgave. Elke taak, al het moeten, ik zie er tegenop. Daarom mag ik niet te ver vooruit kijken van mezelf. Gewoon alleen vandaag is groot genoeg. En buiten de dingen die echt moeten, zoals werk, hoef ik bijzonder weinig van mezelf. Wil ik naar buiten? Gaan. Klein rondje wandelen inclusief boodschap of urenlang ronddwalen in het bos, alles is goed. Op de bank met een boek? Doen. Zingend door mijn huis? Gaan! Keihard meezingen. Sommige liedjes tien keer omdat ze zo mooi zijn.

De huisarts is een fijn klankbord. Zij laat zien dat ik geen last heb van aanstelleritis, dat alles waar ik nu mee worstel energie kost. PTSS gerelateerde klachten benoemt ze, ook al voelt dat beladen. De overgangsstorm die me als een tsunami overhoop blies en die chronische ziekte die een grote rol speelt. Dat ik het beetje energie dat ik heb mag besteden aan mij. Dat ik tijd mag nemen. Gelukkig zegt ze ook dat ze gelooft dat het goed komt, ook al weet ik dat zelf heel goed. Dat voel ik, ook al duurt het nog even.

En dat is ook goed.

Ik mis mezelf, het enthousiasme dat altijd aan me kleefde en die sprankel. De energie. Maar ik weet nu ook dat een deel van mij niet eerlijk is geweest. Het is een vorm van lafheid, omdat ik mijn eigen pijn niet wilde laten zien. Dat doordraven in het zorgen voor een ander was wellicht onmacht, mijn eigen onvermogen om voor mezelf te zorgen.

Wie zal het zeggen.