Featured

Dit ben ik, op papier

Schrijver zijn, en om vanuit gevoel te durven schrijven, is een enorme stap geweest. Want het is spannend om kwetsbaar te zijn, en ik blijf het een uitdaging vinden om mijn zielenroerselen te delen met de wereld. Op deze plek vind je een bonte verzameling verhalen. Geschreven met een knipoog of een traan. Blogs over de zwerftochten met onze buscamper, over mijn mooie werk als verpleegkundige, en over de dagelijkse realiteit van het leven.

Dit ben ik, op papier.

Als freelancer voor anderen schrijven is als een droom, en toen ik begon met schrijven had ik nooit gedacht dat ik dat ooit zou gaan doen. Mezelf schrijver noemen was al een stap 🙂

Op Babyenkind schrijfsels van mijn hand, a trip down memory lane voor mij want onze dochters zijn al volwassen. Voor de ontwikkelaars van Entrace schrijf ik over mijn zorgervaringen. Op natuurkampeerterreinen kom je me tegen, maar ik schreef over veel meer campings in binnen-en buitenland.

Schrijver

In oktober 2022 werd ik vaste columnist voor Carend. Ik werkte mee aan de campagne ‘ontdek de zorg‘, want ik laat graag zien hoe prachtig ons vak is. Daarom vind je in de metro ook een aantal columns van mijn hand. Vanaf augustus 2021 vonden twee korte verhalen en gedichten hun weg naar een bundel.

Het zorgt voor durf om steeds opnieuw mijn grenzen op te rekken, en om te blijven durven.

Op 5 mei 2022 zag mijn eerste boek het levenslicht. ‘Zorgliefde‘ is mijn grote trots en samen stonden we op de voorpagina van het Noord-Hollands Dagblad. Vanzelfsprekend is mijn bundel hier te bestellen( zie onderstaande link), via diverse webshops en ze is bij elke boekhandel te verkrijgen. Bij de plaatselijke boekhandel lag ik maandenlang in de etalage en tussen heel veel grote namen in de winkel. De recensies zijn lovend, en ik zweef nog steeds van alle mooie woorden die ik nog dagelijks krijg.

https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

Zorgliefde
Zorgliefde

Sinds kort schrijf ik ook fictie, het is mijn meest recente project in wording. In juni 2023 had ik hem eindelijk in handen, zo tof! Van de recensie op vrouwenthrillers gingen mijn tenen krullen.

cover
verborgen verleden

Voor mij een mooi verlaat verjaardagscadeautje want in april ben ik 54 geworden 🙂

Januari 2023 stond ik in de #vriendin, mocht ik vertellen waarom ik schrijf over mijn vak.

zorgblogger

In Februari van dit jaar signeerde ik samen met een dierbare vriendin van de middelbare school onze boeken voor elkaar. Ook weer een pracht van een mijlpaal!

Veel leesplezier en laat vooral een comment achter! Daar doe je mij dan weer een groot plezier mee 🙂

Camperbusje versus kampeerbusje

Ik roep al een jaar of acht dat ik een camperbusje heb, vol overtuiging, en ik lachte er vaak stralend bij. Ik zie mezelf nog staan, terwijl ik vol trots vertel dat ik een camperaar ben.

Sinds afgelopen maand weet ik dat ik het compleet mis had.

Ik ben geen camperaar, ik kampeer en heb een kampéérbusje. Een significant verschil denk ik zelf.

Camperbusjes associeer ik na onze laatste vakantie met wit en groot, modelletje slagschip, soms met aanhangwagen. Váák met aanhangwagen. Steeds vaker zagen we dat, en dat stond dan op een te klein kampeerplekje gepropt.

We zagen het op de camping, en onderweg, dat er complete buitenkeukens, buggy’s en autootjes ( model koekblik) achter enorme campers meegesleept werden. Na aankomst op de camping, en het navigeren op de plek ( waarvoor er soms heel pijnlijk takken moesten worden gesnoeid om er überhaupt op te kunnen) werd er vervolgens een hele dag besteed aan het goedzetten van de satellietschotel. Soms werd die schotel zelfs op de plek van de buurman gezet of op een speelveld, en in de avond waren wij vaak de enige die nog buiten zaten. De rest van de campinggasten zaten binnen voor de tv.

Ieder zijn ding, vanzelfsprekend, maar ik vind er niks aan. Een tent, vouwwagen of een kampeerbusje zagen we zelden tijdens deze vakantie. (tot op onze laatste camping, die heel afgelegen en aan een landweggetje lag, daar waren er alleen maar echte kampeermiddelen. Te leuk. Echt kamperen)

Kamperen

Dat kampeerbusje van ons heeft geen schotel of tv, geen badkamer en geen rondzit. Wij hebben een bed en een vouwdak en koken buiten op een losse pit.( onze cadac is de beste aankoop ooit trouwens)

Als we onder de bomen staan valt het zonlicht lieflijk gefilterd door de stof ons busje in. Daar lig ik, als ik knus in mijn bed lig, heerlijk van te genieten. Bij een volle maan is het soms alsof iemand met een schijnwerper op mijn giechel schijnt, het is maar net hoeveel schaduw onze kampeerplek heeft, en als het hard regent moet ik wel eens een luchtroosters dichtritsen omdat ik anders natte voeten krijg.

Maar ik houd ervan. Van mijn tenen tot mijn kruin. Kamperen. Buiten. Eenvoud.

Aanklooien met een pitje, kiezen wat je kan kopen voor die dag, want onze koelkast is mini, en soms dicht tegen elkaar aanzitten onder het luifeltje bij een onweersbui. 24/7 boven op elkaars lip zitten en in elke vezel voelen waarom je nog zo dol op elkaar bent. Een hele dag lui lezen of plompen in welk water toevallig voorhanden is. Vogeltjes voor je voeten of roofvogels boven je hoofd. Sterren kijken en juichen als je een vallende ziet.

Nergens slaap ik zo fijn als daar, dicht tegen de liefste aan, terwijl de geluiden van buiten ons in slaap wiegen.

Onwennig

Na de eerste wat onwennige dagen, waarin ik moet omschakelen naar slapen in er veel smaller bed, wonen op die paar vierkante meter die nu ons huis is en dat aanpassen naar een vreemd toilet en een stuk lopen naar een wc die niet alleen van mij is, weet ik weer waarom ik hartstochtelijk van kamperen houd.

Ook al zijn er vanzelfsprekend ook ergernissen. Net als in de echte wereld

Maar een camping is de wereld in het klein en tolerantie is goed. Belangrijk.

Na die eerste reisdagen belanden we op een oude vertrouwde plek en bonjour ik me een ongeluk. Naar mijn franse ’vriendin’ die ik hier elk jaar opnieuw tegenkom, naar de eigenaren van de camping die de ‘salutjes’ rijkelijk rondstrooien en ons welkom heten als bloedverwanten en naar onze zwitserse buurtjes die hoofdschuddend hun lekgeraakte daktent proberen te repareren. We hoorden ze midden in de nacht giechelend verkassen vanuit die kapotte daktent naar hun kooktentje, dat ernaast staat.

Ik klets noodgedwongen meer dan ik normaal doe.

Ook onze excentrieke overbuurtjes pauzeren hun bezigheden even als we langslopen, dan wordt er vriendelijk naar ons geknikt voor ze weer verdergaan met alle deurtjes van hun oude camper vol hartstocht open en dicht doen, om verwoed spullen eruit trachten te trekken die blijkbaar shokking klem zitten, en om discussies met elkaar te voeren met handen en voeten. Er zit een loeier van een gat in hun uitlaad, hun waterpompje galmt bij elk gebruik over de hele camping en elektra zit er niet in dat oude ding, maar zij zitten er in volle tevredenheid naast op een eenvoudig klapstoeltje.

Het is weer eens iets anders dan die witte koelkasten die hier overal staan 😉

Kamperen

Net als wij hebben ze een eenvoudige fiets mee en net als wij trappen ze vol overgave dat kluitje op naast de camping.

Het schept een band 😉

Het is alsof we 24/7 in een live toneelstuk zitten en ik kijk mijn ogen uit.

Even verderop zitten vier Belgische vrienden, zij komen hier al een jaar of twintig. Eerst komen ze een week met elkaar ( de rest van de zomer komen ze hier om de beurt met hun gezinnen) om de caravan neer te zetten, wat echt binnen no time klaar is, om vervolgens de rest van de week samen te koken, te drinken en te lachen. Wij moeten er om grijnzen.

Ongewild blijven we hier langer plakken dan we van plan waren. Alle wilde plannen om nog even naar dat ene strand in Spanje te gaan, om een trektocht door de bergen naar Italië te maken of met een veerpont naar dat ene verre plekje te gaan in ‘weet ik veel waar’ verdwijnen naar de achtergrond.

Door de dag heen rommelend, op een plek die we zo goed kennen, vinden we verrassend genoeg meer dan prima.

Hier zijn drukt me met mijn neus op alles wat voor mij van waarde is. En dat heeft weinig met geld te maken.

Samen en buiten, het liefst met mooi weer, is eigenlijk genoeg. Sterker nog, het is alles.

Schakeltjes

Er lijken zich wat schakeltjes te verzetten in mijn hoofd. Misschien komt het door alle zuurstof van die weldaad aan groen om me heen, wie zal het zeggen. Ik ervaar nog steeds wel angsten en rare ideeën die zich in mijn hoofd willen vastzetten maar ik lijk ze steeds meer de baas te kunnen. Ik vecht en duw terug en ben verontwaardigd over al die gekkigheid.

Wegwezen uit dat hoofd van mij. Ik zeg het steeds vaker.

Je eigen gedachten sturen je namelijk niet altijd de goede richting op 🙂

Gisternacht heb ik besloten positief en mooi een groter podium te geven. Het is genoeg geweest. Er is teveel rijkdom om me heen. Ook al is al die rijkdom juist die bron van angst, want ik heb ook razend veel te verliezen. Toch moet ik mijn brein trainen andersom te denken, anders verzuip ik.

Het lukt niet allemaal meteen maar elke procent is winst. Terug naar hoe het was bleek voor mij een ongezonde situatie. Iets met grenzen stellen en luisteren naar wat mijn buik naar me fluistert. Wat zijn er voor mij nog veel lessen te leren. Maar ik ga een nieuwe balans vinden, mijn leven onder de loep leggen.

Zuurstof

‘De overgang is jezelf herijken’, kreeg ik van iemand doorgestuurd.

Dat raakte me precies op het juiste plekje. Die twee maanden vrij zijn een zegen voor mijn welzijn. Het geeft me ruimte om na te denken. Meer groene zuurstof tot me te nemen. En alhoewel het voelde alsof mijn brein die eerste maand in overdrive stond lijkt hij nu te landen.

Ik hoop met alles wat ik in me heb dat ik het vast ga houden. Dat het me lukt. Of misschien is dat ook wel wat het leven is, dat je steeds opnieuw moet remmen en terugschakelen. Steeds opnieuw moet herijken. Denk ik te ingewikkeld 😉

Hoe het ook zij: voorwaarts vanaf hier.

Charmant 2.0

Op de bonnefooi reizen heeft voor-en nadelen maar de afgelopen dagen bejubel ik uitgebreid de voordelen ervan. We belanden namelijk, puur toevallig, op Camping Charmant in Verteuil-d’Agenais. Dit soort parels houd ik het liefste voor mezelf, als ik heel eerlijk ben, want alles klopt. De eigenaren die dit paradijs ,volledig verwaarloosd, bijna twintig jaar geleden kochten, beleefden er hun ‘ik vertrek’ droom pur sang.

Je kan er alleen maar bewondering voor hebben.

De camping doet zijn naam eer aan want wat een charme hebben ze op deze plek gecreëerd. Rondom is er overal golvend groen waar je ook kijkt, het romantische gebeier van een kerkklok doorbreekt de rust op een paar vaste tijden per dag en er is stilte, pure stilte. Krekels, zangvogeltjes en een kudde schapen zorgen voor wat achtergrondmuziek.

Wij stonden op een prachtplek, met uitzicht op een lieflijk dorpje, maar de terrassencamping bied nog veel meer mooie plekjes. En lager gelegen is er nog een fijn veld waar een zestal plekjes, onder toeziend oog van een paar prachtige hoge dennen, zijn gecreëerd. Het zwembad is fijn, het sanitair is een elf op een schaal van tien en je kan er heerlijk eten. De eerste avond schoven we aan op het gezellige terras, aan een lange tafel met nog een stuk of dertig gasten, en hebben gesmuld.

Uit eten

Als ik een minpuntje moet noemen, en dat is echt maar een kleintje, dan is dat het feit dat je met de auto een stuk moet rijden om boodschappen te doen. Maar dat is echt het enige dat ik kan bedenken en ook dat is eigenlijk makkelijk op te lossen 🙂 Op de camping zelf kan je namelijk ook wel het een en ander aanschaffen en in het dorpje is een kruidenier annex cafe die wat vers spul heeft. Met een beetje creativiteit kan je je heel wat dagen prima redden.

Wij kozen voor de middenweg. We aten een paar keer op de camping en kookten de andere dagen zelf, met wat bij de kruidenier gekocht vers.

Wij bleven hier vier nachtjes, naar volle tevredenheid, bij dit enorm gastvrije gezin. En we gaan hier absoluut nog eens terugkomen. Al was het alleen maar om van de kookkunst en de hartelijkheid van Ilse te genieten.

Zoek je een fijne plek? Dan moet je op deze camping echt een kijkje nemen!

Het franse leven

Voorzichtig geef ik me steeds meer over aan het franse leven. Elke dag iets later wakker worden, met het vroege ochtendzonnetje op mijn bol genieten van een eerste kop koffie en mijn dagen vullen met weinig. En elke dag lukt het iets beter. Dat vertragen van mijn ritme zou ik na de vakantie vast moeten zien te houden maar volgens mij zeg ik dat elk jaar.

En elk jaar vergeet ik het weer 🙂

We zijn iets sneller naar het zuiden afgezakt dan ik had gewild, maar het slechte weer duwde ons richting de zon. En dat is een goede keuze gebleken. Dinsdagmiddag belanden we op camping Laouba in Venday-Montelivet. Een groene, rustige camping, met enorme plekken, die op mijn verlanglijstje stond.

Wij zijn direct verkocht.

Aardedonker

’s Nachts is het aardedonker en stil, helaas is het wel al twee nachten bewolkt dus ik hoop komende nacht nog sterren te kijken, maar door de stilte slapen we als roosjes. We kunnen op de fiets een boodschap, wat heel fijn is, en luisteren voornamelijk naar de vogeltjes en de wind in de bomen.

Er zijn fijne douches, vooral de buitendouche vinden we geweldig, het zwembad is klein maar fijn ( en fris ;-)) en vers brood kan je op de camping bestellen. Aan de droogtoiletten moest ik even wennen, maar dat was meer het idee ervan dan dat het echt anders is. De eigenaren zijn fijne mensen en er is een leenbieb. Directe bonuspunten 🙂

Er zijn fiets-en wandelpaden vanaf de camping. Wij kozen voor het fietspad richting de kust naar Montelivet les Bains. Het was jammer dat het die dag wat bewolkt was, met het zonnetje erbij ziet het er vast vriendelijker uit. Maar aan eettentjes en winkeltjes geen gebrek. Er werd volop gesurfd en het strand was mooi breed en schoon.

We hebben hier een paar dagen fijn gekampeerd, morgen rommelen we weer een stukje verderop op zoek naar nog meer mooie plekjes.

Onderweg

Wat is het fijn om weer onderweg te zijn, om onze dagen ongecompliceerd te vullen met weinig.

Stukje fietsen, beetje lezen of een campingpotje te koken op onze nieuwe cadac. Die zagen we bij een vriend van ons en de liefste besloot er ook een aan te schaffen, hij kocht een safari chef 30. We zijn nu vier dagen op pad en hebben er tot nu toe alles mee gedaan. Een lekkere espresso is zo gemaakt met het speciaal aangeschafte plaatje, we bakken er onze eieren op en ik kookte al meermaals fijne putjes op dat ding.

Eenpansgerechten, lof it.

We zijn gestart in Candspette op camping Chateau du Candspette. Een prima plek om te vertoeven. Mooi aangelegde camping vol volwassen groen, prima en vooral schoon sanitair en een fijne bar waar we tijdens een frisse avond bij het haardvuur kropen en een espresso dronken. Kortom niks te klagen. De omgeving, direct van de camping af ,vond ik minder spetterend maar ik ben verwend wat dat betreft.

Ik woon tenslotte ook temidden van prachtige natuur.

Koken

Een fijne bakker en een supermarkt zaten er om de hoek, en er was een leuke markt in Saint-Olmes, op fietsafstand wat ook fijn was. Wij gebruiken de auto om ons te verplaatsen en in te slapen, de rest doen we lopend of op de fiets. Zondagochtend reden we verder, naar camping Sainte-Claire. Ook een prachtige camping, toch voelde deze een stuk minder fijn. De campingeigenaar was onvriendelijk, we kregen een minuscuul plekje aangewezen en het dorpje oogde ongezellig. Voor een nacht prima maar daar bleef het dan ook bij.

Omdat de weersvoorspellingen in dat gebied te wensen overlaten, en wij nogal klein behuisd kamperen, besloten we eerst richting de warmte te rijden. Bretagne en Normandie willen we ook heel graag zien maar dat kan op de terugweg ook nog.

Leugens

‘Ik neem mijn werk nooit mee naar huis, ik kan me er geweldig goed voor afsluiten. Als de deur dichtslaat ben ik het kwijt’.

Stoere woorden. Het waren mijne, jarenlang, en ook dikke vette leugens.

Wist ik veel. 

Al wat heftig was in mijn werk schoof ik resoluut aan de kant. 

‘Niet zo zeuren meid, het overkomt jou toch niet. Aansteller’.

Zoals die ene meneer die zo akelig doodging. Ik stond naast zijn bed en deed wat ik kon. In mijn eentje, onderwijl trachtend de familie tot steun te zijn. Nu weet ik dat ik toen mijn uiterste best heb gedaan, op dat ene moment, met mijn eigen handen, maar het voelde voor mij lang als tekortschieten.

Of die ene keer dat ik die meneer vond, op de grond in zijn appartement. Mijn buik draaide gierend rondjes toen hij zelf de deur niet opendeed. Ik zie mezelf nog de kamer instappen, in mijn eentje, en vond hem daar hulpeloos met een gevaarlijk laag bloedsuiker. 112 bellen en bij hem blijven was alles wat ik kon doen, ik had niets omhanden om hem echt te kunnen helpen. Wat vond ik mezelf een slappeling omdat ik zo bang was geweest.

En zo waren er nog veel meer momenten waarop het vertrouwen in mezelf op de proef werd gesteld.

Terugkijkend op mijn leven uitte mijn mentale stress zich in fysiek ziek zijn. Meerdere keren zelfs. Ik hield het zelf tegen, onbewust, om te erkennen dat ik het zwaar had. Ik moest niet zeuren en gewoon aan het werk gaan. Tegen beter weten in.

Ik dacht dat ik dat kon dragen. Moest dragen. In mijn eentje.

Napraten of iets van begeleiding kreeg ik niet.

Vertrouwen

Achteraf bezien had ik daar wel behoefte aan. De mens achter de zorgverlener werd genegeerd, ook door mezelf, en dat is best pijnlijk.

Maar ik probeer het nu onder ogen te zien. En netjes op te ruimen. Alsof ik nu pas een bezem aangereikt krijg die werkt. ( inwendig moet ik ook grijnzen om deze zin want ik ben een waardeloze huisvrouw 😉)

Ik heb werkelijk geen idee waarom het mijn leven nu overhoop gegooid heeft.

Gevoelig en empatisch zijn is prachtig, maar het kan je ook in de weg gaan zitten. En dat deed het mij. Doet het mij. En dat snap ik nu pas. Ik ben het vertrouwen in mezelf en mijn eigen kunnen even kwijt. Dat is rottig want het maakt mijn leven zuur.

Maar ik werk hard om het weer terug te vinden…

Kriebelig

Binnenkort gaan we op pad en ik ben er een beetje kriebelig van. Alsof we voor de allereerste keer weggaan. Zou het komen omdat de mist waar ik een poosje inzat is weggevallen of omdat oude pijn ruimte heeft gemaakt? Een nieuwe leegte heeft gecreëerd die weer gevuld mag worden met fantastisch en fijn.

Ik heb geen idee maar het voelt anders. Ik voel me anders. Rustiger dan ik in lange tijd was. Kon zijn. Alsof er een nieuw boek begint terwijl het verhaal al een poosje over de helft was. ( Hé, daar is die schrijver weer ;-))

Kriebelig dus. Voor wat was en wat komen gaat. Ik ben ballast verloren en pas tijdens deze reis ga ik voelen hoeveel. Want dan ben ik uit mijn veiligheid. Ik verlang ernaar om weer die opgewonden energie te voelen als ik nieuwe natuur ontdek, wonderschone plekjes vind of verscholen bakkertjes. Maar ook tegenvallende wegen of teleurstellende kampeerplekken ga ik voor mijn kiezen krijgen. En ook dat is goed.

Het leven is nou eenmaal geen gelikt social media plaatje 🙂

Reis

Meer dan wat ook wil ik mijn angsten weer de baas zijn, de nervositeit en het op mijn hoede zijn achter me laten. Jullie weer vervelen met mijn verhalen, en dat gaat 100% gebeuren, en schrijven over niks. Over zonsopgangen en saaie campingprutjes koken. Lukraak rondzwerven, te koud zeewater en dat ene gezellige restaurant dat ik uiteindelijk vond. Over fileleed, malle campinggasten en roerige dromen. Sprinkhanen tussen mijn ondergoed.

Mal enthousiast zijn om niks.

Nog maar vijf nachtjes slapen. Dan zing ik een poosje geen kerstliedjes meer( we zijn met ons koor al volop aan het studeren voor onze kerstconcerten in december, raar maar waar), pas ik even niet op het allermooiste meisje van de hele wereld en ruil ik ons prachtige fijne huis in voor een smal bed op wielen.

Ik kan niet wachten!

Sprankeltje

Zomaar ineens voelde ik een sprankeltje afgelopen week, een sprankeltje van mijn oude zelf. Heel even was ik weer mij. Het voelde ongelofelijk fijn, en zo vertrouwd. De warmte in mijn buik en dat stemmetje dat zei dat ik op de goede weg ben. Zo’n ‘het komt echt goed’ vleugje.

Ze overkomen me inmiddels met enige regelmaat, de ‘daar ben ik weer’ sprankels. Soms maar een paar tellen, soms iets langer, maar ze komen weer voorbij.

Niet alles wat ik elke dag moet, voelt als een opgave. Als een taak die ik moet afhandelen. Zoals dat heel lang wel zo voelde. Op sommige dagen is er vooruitgang. Zelfs het schrijven heb ik weer voorzichtig opgestart. Zien of ik het nog kan. Of het lukt. Mijn schrijfspier moet ik opnieuw trainen en dat kost tijd en energie. Energie die ik moet verdelen, die er nog niet in overvloed is.

Want als ik iets heb geleerd de afgelopen maanden, is dat ik veel te lang ben doorgegaan, omdat ik oprecht niet wist hoe ik moest remmen. Ik heb het me eigen gemaakt, om over elke emotie heen te stappen zonder het in mijn buik te laten rondzingen. Het te laten zijn. Heel eerlijk denk ik dat ik er bang voor was. Om echt te voelen. Bang dat het me zou overspoelen en mee zou slepen. Verstoppen was een tweede natuur geworden.

Keuzes

Want wilde ik niet onverschrokken zijn? Net zo stoer als al die collega’s om me heen? Alle gevoelens zag ik misschien wel als een zwakte. Als onnodig gepiep. Want ik had niks te klagen, dus moest ik doorzetten en flink zijn.

Niemand die tegen me zei dat het ok was om van streek te zijn. Ondersteboven van alles wat ik meemaakte.

Ik leer inmiddels om zachter te zijn voor mezelf. Mijn eigen keuzes te maken. Om al dat gevoel niet meer te verstoppen. Maar ik moet er elke dag over nadenken, aan mezelf vertellen dat ik goed bezig ben, schouderklopjes uitdelen 😉 Om bewust te onderzoeken hoe ik in de wedstrijd zit, niet tegen mezelf liegen of toneel spelen.

Dat gaat niet ineens, en de ene dag lukt het beter dan de andere. Logisch ook. Maar één dag tegelijk is voor nu mans zat.

Teveel

Momenteel voel ik veel. Alles. En het komt genadeloos binnen. Onverwachte tranen, knopen in mijn buik. Die rottige overgang schept me full force onderuit. De jaren van ongenaakbaarheid, van afgeschermde emoties en altijd doorgaan, zijn voorbij. Ik wil niet meer terug naar toen, maar een scheutje minder zou ik van harte welkom heten.

Een paar weken geleden kletste ik wat met mijn moeder en onverwacht komen we bij mijn geboorte uit.

‘Op woensdagmiddag werd je geboren, op vrijdagavond namen ze je mee naar de kinderarts omdat je zo bleef huilen. Tegen mij zeiden ze niks’.

Ik ga rechtop zitten. Natuurlijk ken ik dit verhaal, maar ik hoorde het nooit tot in detail.

Mam verteld verder. Dat één van de dames op zaal mijn moeder aanstootte. ‘Mw Stam, ze nemen uw baby mee’. Tegen mam zeiden ze niks.

Niet veel later ging mijn moeder naar huis, zonder baby. Snap je het nog? Ze had geen idee wat er mis was met mij maar werd gewoon weggestuurd.

Eén keer in de week kon mijn moeder bellen met de kinderarts, ook dat hoorde ze van een van de andere dames op zaal. Mijn ouders hadden nog geen telefoon dus mochten ze bij de achterbuurvrouw, Mw de Graaf, naar het ziekenhuis bellen.

Daar kreeg ze na een hele week wachten, met al dat gemis in haar lijf, te horen dat ik twee gebroken sleutelbenen had. Gespalkt lag ik in een bedje te wachten tot ik genezen was.

Mam

Elke dag fietste mijn mam naar het ziekenhuis, op het puntje van haar zadel, omdat elke baby rond half zeven even omhooggehouden werd vanachter het glas. Dan kon ze kort naar me kijken. Ze mocht me niet vasthouden, aan mijn haartjes snuffelen of me een flesje geven. Mam mocht niks.

Een pasgeboren baby zonder moeder. Zonder alles.

Vijf weken na mijn geboorte hoorde ze tijdens het wekelijkse telefoontje dat ze me op mocht halen.

‘Toen kon ik je eindelijk vasthouden, na zes weken pas’.

Ik moest huilen, ook al vind ik dat best een beetje mal van mezelf. Maar wat een gemis is dat geweest voor mijn lieve mam. En voor de baby die ik toen was.

En ik bedenk ook meteen hoe veel er is veranderd in de gezondheidszorg in die 56 jaar sinds ik geboren werd. Het maakt het begrip voor de complexiteit van alles wat er momenteel mis is in de zorg bij mij vele malen groter, want het is bijna niet te bevatten hoeveel er moet worden geschakeld. Aangepast. En hoe razendsnel de wereld veranderd…