Hartverscheurend

De zorg is altijd in beweging, en het zwaartepunt verplaatst zich constant. De piek in de zorgvragen wisselt ook steeds. Tijdens de covidjaren was het alle hens aan dek, maar de saamhorigheid was torenhoog. En ook al mis ik die tijd echt voor geen cent, voorbij alle ellende was de verbondenheid echt mooi.

Momenteel ligt het zwaartepunt qua zorgvragen bij de vele kwetsbare echtparen. 

Hun verhalen zijn vaak hartverscheurend.

Het is nog vroeg als ik haar bel en als ik tegen haar zeg dat ik een plekje voor haar echtgenoot heb slaakt ze een zucht. ‘O wat fijn’, verzucht ze. Vervolgens begint ze te huilen. Ze verontschuldigt zich voor haar tranen. Ik druk haar op het hart dat ze vooral geen excuses hoeft te maken, ik denk dat ik haar dilemma begrijp.

‘We zijn dit jaar 65 jaar getrouwd maar het zorgen voor hem valt me de laatste maanden zo zwaar. Ik kan niet meer en dat vind ik erg. Dus ik ben opgelucht dat er een plekje is voor hem, fijn dichtbij zodat ik elke dag langs kan gaan. En dat het zwaartepunt van die zorg niet meer bij mij ligt lucht me op. Maar ons afscheid maakt me verdrietig. Ik mag hem toch nog weleens mee naar huis nemen om samen thuis koffie te drinken’?

Ik druk haar op het hart dat het natuurlijk allemaal nog gewoon kan.

Kind

We praten een poosje. Ik laat haar vertellen, over vroeger, over de kinderen en hoe ze er toch vooral alleen voorstaat omdat één kind in Spanje en het andere kind in Limburg woont. En dat zij ook al op leeftijd is. Hoe vaak hij tijdens de donkere nacht wakker wordt en niet begrijpt wat zij hem wil zeggen. Dat het al haar energie kost om hem dan weer in bed te krijgen. Als hij eenmaal weer ligt, slaapt hij vaak binnen vijf minuten, zij ligt vervolgens uren te malen, haar zorgen en angsten spoken nog luidkeels door haar hoofd.

En soms wil hij gewoon niet meer terug in bed. Dan is ze de halve nacht in de weer om hem het uit te leggen dat het nacht is, dat ze nog geen boodschappen kunnen doen of dat het nog lang geen tijd is voor een ontbijt. Of voor dat wassen en aankleden.

Veel echtparen krijgen dit soort uitdagingen voor hun kiezen. Soms kan samenwonen eenvoudigweg niet meer, dat wat ze het allerliefste van de hele wereld wensen, maar is er geen mogelijkheid om samen te blijven. Of geen plek.

Ik vind het hartverscheurend dat je op die oude dag, na een lang en vaak gelukkig huwelijksleven, die laatste jaren noodgedwongen apart van elkaar moet leven.

Deze meneer verhuisde een week erna na een eigen appartement. Twee dagen later kreeg hij een hersenbloeding en overleed. Zij moest twee keer afscheid van hem nemen binnen 48 uur. 

Ik geef het je te doen op je oude dag.

Cirkel is rond

Toen mijn dochters nog mini-mensjes waren werkte ik alleen tijdens de nacht, kinderopvang was toen ook al een ingewikkelde zaak. In diezelfde periode overleed een dierbare oom van mij. Hij nam afscheid van zijn jonge gezin in de geborgenheid van zijn eigen huis. En dat maakte diepe indruk op mij. Die vorm van zorg wilde ik ook graag verlenen. Waakzorg is in mijn ogen een prachtige, bijzondere en zeer waardevolle vorm van zorgverlening. Het zorgt ervoor dat mensen in de geborgenheid van hun eigen huis kunnen sterven als die wens er is.

Temidden van alles wat zo vertrouwd is, en waar ze zo van houden.

Als zorgverlener is die vorm van ‘zorgen voor’ pittig. Zo ervaarde ik dat tenminste, want ik legde er een groot deel van mezelf in. Ik hoopte vooral altijd dat ik de juiste balans had gevonden, tussen dichtbij zijn waar nodig en voldoende ruimte geven aan de naasten, tijdens dat hele proces.

En soms hoor je pas jaren na dato dat je het goed hebt gedaan.

In dit geval ruim twintig jaar na dato.

Ik waakte al die jaren geleden bij mijn voormalige overbuurman, de vader van mijn lagere schoolvriendinnetje. Ik was er als meisje kind aan huis. En toen stond ik daar ineens als zorgprofessional. Ik moest zoeken naar die kwetsbare balans van dichtbij en voldoende ruimte geven. En zag hun intense verdriet en de wanhoop van dat veel te vroege afscheid, bij mensen die mij zo dierbaar waren.

Na zijn overlijden reed ik naar huis, in de stilte van de nacht, terwijl mijn zorghart shocking klem zat in mijn keel. Wegslikken hielp niet dus jankte ik gewoon maar een potje. Daarna heb ik me jarenlang afgevraagd of ik het goed had gedaan, of ik genoeg was. Professioneel genoeg in een situatie die zo persoonlijk was.

Of het me gelukt was heb ik nooit geweten. Niet echt.

En toen ontving ik ineens dierbare dankwoorden van zijn weduwe, zoveel jaar na dato

‘Voor mij is de cirkel rond, zei ze, het heeft toen echt zo moeten zijn dat Cynthia voor hem kwam zorgen die laatste nachten. En het is wonderschoon dat ik het zo ervaar. Die emotie is wat er achter is gebleven, als ik aan haar denk. Het is troost’.

Zorghart

‘Mijn man reed de hoogzwangere moeder van Cynthia naar het ziekenhuis, op de dag dat ze geboren werd. Niet iedereen had toen namelijk nog een huistelefoon of een auto, dus kwamen ze bij ons aan de deur om te vragen of mijn man ze bij het ziekenhuis af wilden zetten. En jaren later is zij het, die voor hem komt zorgen tijdens zijn sterfbed.

Hij voor haar en zij jaren later voor hem.

Ze was zo zorgzaam en lief voor hem. En zo attent en zorgzaam voor ons. Professioneel maar warm. Wat was ik dankbaar dat zij er was. Als ik nog aan haar denk, dan is dat de plek waar mijn gedachten direct heen gaan’.

Mijn zorghart gloeide van blijdschap na deze woorden. En eigenlijk gloeit die nog steeds.

Even rust

Als ik aan het paradijs denk, dan denk ik aan oogstrelende natuur. Witte stranden, azuurblauw water en warmte. Of aan steile kliffen, witte bergtoppen zover het oog reikt en rust. Vooral rust. Maar dat paradijs vind ik inmiddels ook bij ons om de hoek.

Ik woon op loopafstand van duin en strand en ik zou oprecht nergens anders willen wonen. Tijdens de rondjes die ik regelmatig in de buurt maak, wandel ik langs grazende hooglanders, tussen zwartkopschapen door of voorbij een kudde pony’s. Die genieten net als ik van al die uitgestrekte natuur.

Sinds een aantal jaar kamperen we hier ook, lukraak een paar dagen, op hemelsbreed een kilometer van huis. Maar het voelt niet als een klein stukje, het voelt als een wereld van verschil. In het begin deed ik er altijd wat besmuikt over, want ik vond het zelf ook een beetje raar. Om ons busje zo vlak naast de deur neer te zetten.

Vogeltjes

Maar tegenwoordig boeit het me niet meer, want ik ben absoluut verliefd op dit plekje. Vroeg in de ochtend loop ik naar het toiletgebouw, soms vergezelt van het maanlicht, soms omringt door een kakofonie van vogeltjes die ook net wakker zijn. Dan voelt het als luilak bijna, en die vogeltjes zijn dan net kinderen die tegen elkaar opboksen om zoveel mogelijk herrie te maken. Ik moet erom grinniken, zo in mijn uppie, tijdens de vroege ochtend.

De camping is dan nog in diepe rust, in de verte hoor ik een vos gillen en vogeltjes dartelen voor mijn voeten over het schelpenpad. Het is absoluut, onvervalst genieten. Overmorgen moet ik weer aan de slag, dan slaap ik weer binnen. Maar vannacht slurp ik al die natuur nog even in me op.

Lekker!

Saai leven

‘Ik verlang naar een saai leven’, zegt ze. 
Ik begrijp direct wat ze bedoeld. Er zijn ladingen mensen die aan het verdwalen zijn momenteel, in een maatschappij die luidschreeuwend nog een extra versnelling vind.

Ook op #LinkedIn valt me dat op ( maar wellicht ben ik de enige hoor)
Prachtige verhalen over klinkende overwinningen.
Nog een schepje bovenop die schep.

Ik heb ze niet, dat soort grote verhalen, en ik realiseer me dat ik ze ook niet wil eigenlijk.
Ook ik wil een saai leven. Kabbelend. Voorspelbaar.

Want de periodes dat mijn leven als een orkaan voelde waren er ook. 
Zat. Teveel.
Minder is inmiddels echt meer omdat er teveel dagen waren die overvol voelden.

Verhalen

Elke dag spreek ik mensen die middenin die orkaan zitten. Of in een vloedgolf waar ze uit alle macht tegen vechten. Die niets anders wensen dan een saai leven.

Slaapverwekkend.

En elke dag is dat precies wat ik me voorneem, in mijn werk en daarbuiten. Om andermans leven een tikkeltje saaier te maken als ik dat kan.
Om dat dagelijkse in een wat rustiger vaarwater te brengen. 

Een schouder aan te bieden. Of een luisterend oor. Een klein zetje of een enorme zet in de goede richting. Hoop ik ze wat menselijkheid te geven. De mensen die ik elke dag spreek zoeken soms wanhopig naar wat hulp, een wegwijzer of een uitgestoken hand die ze helpen om uit dat drijfzand te komen. Want precies dat wordt steeds zeldzamer in deze wereld. 

Laten we elkaar weer helpen. Gewoon omdat het zo fijn is, een beetje hulp op zijn tijd. Dat kunnen we tenslotte allemaal wel gebruiken.

Blauw kijken

‘Buuuffie, buuuuuffie’. Ik grinnik in mezelf om haar geroep, dat kleine stemmetje heeft een aandoenlijk volume. Of ik even open wil doen voor die diva van hiernaast 😉 Het is nog vroeg in de ochtend, want de dagen van die diva beginnen vroeg. Net als mijn dagen. En het is gewoon supergezellig om elkaar gedag te zeggen op de vroege ochtend. Als ik heel eerlijk ben: als het even kan houd ik er rekening mee.

Het is een zalig begin van mijn werkdag.

Op blote voeten doe ik de voordeur open. Nu het langzaam maar zeker weer tijd wordt om wat vaker op blote voeten te lopen had ik alvast besloten mijn nagels te lakken. Babyblauw. En ze ziet het meteen. ‘Blauw’, roept ze enthousiast. Vol bewondering wijst ze naar het blauw op mijn voeten. Ze babbelt meteen hele verhalen. Wat is dit toch een genot. Dit kind. Dit blije ei. We knuffelen en kletsen even, dan zwaait ze weer gedag en gaat met haar mama mee.

Voeten

De volgende dag herhaalt het ritueel zich, dit keer heb ik echter mijn sokken aan. Stralend staat ze voor de voordeur met een tekening. ‘Voor buuffie en buurman, zegt ze plechtig, tekening‘. Ik ontvang mijn cadeau en glunder terug, buuffie is dol op creatief gedoe. ‘Blauw kijken’, zegt ze terwijl ze naar mijn sokken wijst. Ik trek braaf een sok uit, waarna ze eerst het blauw bewonderd en dan naar mijn andere voet wijst. ‘Andere ook buuffie’. Ik grijns en trek ook mijn andere sok uit. ‘Ook blauw’, zegt ze nog een keer terwijl ze naar mijn voeten wijst.

‘Nu sokken aan buuffie, koud’. Ik volg vanzelfsprekend braaf. Ik kan haar maar weinig weigeren. Niks eigenlijk. En dat broertje van haar is net zo’n zalig kind. Die strekt inmiddels zijn armpjes naar me uit als hij me in het oog krijgt. Voor een knuffel en een kletsie. Ook dit is een onvervalste lachebek. Ik voorzie problemen voor buuffie 🙂

Vanmiddag waaide ze ook nog even aan. Jas uit, schoenen uit. Ineens was ik de mijne kwijt. Ze staan haar beter vind ik! Dat wordt nog wat de komende jaren met die twee…..ik kan niet wachten!

Op de radio

Hij lag er al een poosje, een uitnodiging om op de radio te komen vertellen over ‘Zorgliefde‘. Bij de lokale radio welteverstaan. Maar ik durfde niet.

Pur sec verwachtte ik heus geen hordes luisteraars, dat voorop gesteld, dus echt druk hoefde ik me niet te maken. Maar ja, geen controle natuurlijk, dat is een ding voor mij. Want eenmaal live op de radio is er geen ‘dit knippen we eruit’ of ‘dat doen we nog een keertje over’.

Eenmaal uitgesproken was uitgesproken.

Qua voorbereiding wist ik niet echt goed wat ik moest. Een stukje voorlezen leek me het meest veilig. Ons dorp kwam in het desbetreffende stukje voor en ook de kermis kwam langs. Dat moest wel goed komen.

De nacht ervoor lag ik weer eens wakker en besloot ik subiet dat ik af ging zeggen. Mijn hoofd maalde weer compleet in de error 😉 Waarom deed ik mezelf dit allemaal aan, en wat dacht ik wel niet. Wie zat er nou op mij te wachten. Ik ging stoppen met dit alles, per direct. Niks geen ‘ik heb een boek geschreven’ en wat nog. Ik was moe van mezelf.

Grenzen

De volgende ochtend sprak ik mezelf serieus toe. ‘Kom op Cynt, wees geen miet’.

Mijn gedachten zijn maar mijn gedachten, wat deed ik nou moeilijk eigenlijk. Ga gewoon leuk en vertel waar je hart zo vol van is. Zoals een lieve vriendin laatst zei: ‘Own it’. Lekker boeien wat een ander er van vind tenslotte, ik vind het mooi. Ik had al zoveel grenzen verlegd en was al meermaals uit die comfort zone gestapt. Daar kon dit best bij.

En het was enig, absoluut en onvervalst. We kletsten een beetje, ik las mijn column voor en nam vervolgens een prachtig compliment in ontvangst. Als boek twee geboren is hebben we afgesproken dat ik nog eens langs ga. Nu al leuk 🙂

Leegte

‘Zelf uit het leven gestapt’, het staat er, zwart op wit. De woorden resoneren in mijn hoofd, als mokerslagen vinden ze hun weg door mijn lijf. Ik kijk naar je foto en mijn gedachten draaien als maalstromen in de rondte. Ik denk aan je moeder, aan je vader, aan je zusje en je broertje. Aan jouw eigen gezin.

Ik denk aan jou.

Die laatste uren moet je wanhopig zijn geweest. Wat ging er om, in dat hoofd van jou, tijdens die laatste minuut, die laatste seconden. Kon je nog wel nadenken of dacht je nog maar aan één ding. Ik kan me niets voorstellen bij zoveel donker, bij zoveel inktzwart. Gelukkig maar, denk ik steeds bij mezelf, wat ben ik dankbaar dat ik me er niks bij voor kan stellen. Als dat leven zo zwaar voelt.

Zo zonder uitweg of lichtpuntje.

Hoe lang hadden we elkaar al niet gezien? Dertig jaar wel denk ik zomaar, die laatste keer was vast tijdens de uitvaart van opa. Of waaide je even langs tijdens onze receptie, toen ik trouwde, daar was je vast ook bij. Ik probeer het me te herinneren maar ik weet het niet meer. Wij waren allemaal zo druk, druk met het maken van een leven voor onszelf. In mijn herinnering was je een leukerd. Intelligent. Zelfverzekerd. Toen we jong waren zagen we elkaar vaak, maar na het overlijden van opa veranderde dat. We vlogen uit, zo gaat dat nou eenmaal.

Verdriet

Het voelt alsof ik geen verdriet mag voelen, juist omdat we elkaar al zolang niet echt gesproken hadden. We vonden elkaar terug via LinkedIn, een paar jaar geleden, ik zag ineens iets van je voorbij komen. En jij van mij.

Ik vond het gezellig dat je reageerde op een van mijn posts, en stuurde je een privé berichtje. Spontaan iets van verbinding. Gek is dat. We zijn familie, delen onze opa en oma maar zagen niets meer van elkaar.

En nu ben je verder weg dan ooit.

Ik voel verdriet om jou verdriet, omdat je geen andere uitweg zag dan deze. Ik voel verdriet voor de achterblijvers. Al die tranen sijpelen zich een weg door onze hele familie. Hun pijn is haarscherp dichtbij ineens.

Hobbymatig natuurfotograaf staat er bij je naam. Mooi vind ik dat, want ik ben ook zo dol op buiten. In jouw ‘in memoriam’ staat dat je dol bent op veldbloemen.

Dol was. Alles in het verleden. Na die ene dag rest er alleen maar leegte.

Wat had ik het werelds gevonden als ik je nog steeds iets kon sturen via social media. Dat ik je zomaar in het wild tegen zou kunnen komen. Dan hadden we vast naar elkaar gelachen en hadden we gezegd dat het al zo lang geleden was. Dan kon ik hoofdschuddend tegen je zeggen dat je oud geworden was, grijs en krom, en wat niet.

Wat had ik je dat meer dan wat ook gegund, een fijn en vol leven.

Dag lieve neef, rust zacht

Eerste keren

Ik ben nogal van het uitproberen. Dat levert niet altijd het gewenste resultaat op hoor, maar daar zit ik niet zo mee. Ooit begon ik op een zonnige zaterdag aan motorrijlessen. De liefste heeft al zijn rijbewijzen dus samen op de motor leek ons leuk. Op zijn zachtst gezegd was dat geen succes, na een paar lessen stopte ik er acuut mee. Zoveel pk onder me bleek toch een tikkie te spannend.

Ik ben een watje, overduidelijk.

Ook duiken bleek niet bij me te passen. Door de enorme hoeveelheid oorontstekingen als kind, en dus ook een grote hoeveelheid littekens op mijn trommelvliezen, bleek het onder water klaren een ding. Dat lukte niet. En zo waren er nog zat ‘eerste dingen’ die niet liepen zoals gewenst.

En soms waren die nieuwe dingen niet leuk genoeg om nog eens te herhalen. Kanoën op de rivier de Ardèche bijvoorbeeld 😉

Toch zijn de keuzes die ik de laatste jaren maak een doorslaand succes. De aanschaf van ons busje en het rondzwerven ermee is een absolute kraker. Die eerste #golfles was ook enig, we kunnen alleen nog niet echt de tijd vinden om nog eens te gaan. Danslessen op de zondagavond zijn ook een regelrechte hit. En daar komt de #surfles bij ozlines van vandaag bij. Die mag zich scharen in het rijtje ’te leuk’.

Leuk

Mezelf in zo’n wetsuit persen viel echt niet mee, en ik moest grinniken om mijn hoofd met die muts van neopreen op. Maar wat was het zalig om in de golven te spelen. Liggend op die plank zoefde ik over de golven, ze namen me helemaal mee naar het strand. Elke keer dat het lukte was een waanzinnig gevoel. Toch had ik op voorhand wel echt even getwijfeld. Of het nou wel echt een goed idee was. Want de wind was stormachtig tot hard vandaag en het zeewater maar een graad of zes.

Maar het was machtig mooi.

En intensief 🙂

Na anderhalf uur les had ik zalig zeehaar, wangen als knalrode appels en een lijf dat moe en loom voelde. Na een warme douche en een zalige lunch nestelde ik me innig tevreden op de bank voor een tukkie 🙂

Missie helemaal geslaagd.

Lente

Zodra die zonnestralen weer een ietsiepietsie warmte geven krijg ik acuut de kolder in mijn kop. En deze keer lijkt dat wel in het kwadraat te gebeuren. Het is bijzonder om te merken hoezeer ik naar de warmte heb verlangd. 

Naar het licht. 

De afgelopen maanden waren zwaar. Zo ervaar ik dat echt. Alles was net een tikje teveel, te zwaar, en te moeilijk. Nu heel veel zaken wat lichter aanvoelen valt dat samen met het licht dat ook weer vaker aanwezig is. 

Tijdens mijn thuiswerkdag nestel ik me gedurende mijn lunchpauze op die metalen vuilnisbak in dat ene fijne hoekje van de tuin. Ik richt mijn gezicht naar het licht en mijmer heerlijk een half uurtje. Ik gun het mezelf om hier gewoon te blijven zitten en laat mijn gedachten hun ding doen.

Ongegeneerd kleuren mijn wangen warm en rood. Man o man wat een genot.

Als ik weer naar binnen ga om de rest van de middag crisismeldingen en wat nog op te lossen zie ik zomaar een vlek in mijn gordijn. Het huisstof, dat altijd zo fijn onzichtbaar is in het donker, dwarrelt nu open en bloot door mijn woonkamer. En mijn ramen ogen ook ineens vele malen vuiler dan ze waren in mijn geheugen.

Poetsen

De rest van de middag ben ik noestig aan de arbeid, maar mijn ogen dwalen af en toe richting alles wat verre van proper is in ons huis.

Afgelopen week besloot ik een vrije dag te plannen. En geloof het of niet maar deze ‘absoluut geen huisvrouw’ heeft haar gordijnen gewassen en is volop aan het poetsen geslagen.

Het was even doorbijten maar ik ben er klaar voor, laat die lente maar komen!

Voorjaar

Van die zeldzame zonnestralen die om de hoek piepen krijg ik de kolder in mijn kop. Er is maar weinig fijner dan buiten in de zon wat te rommelen. Onze tuin is een dankbaar slachtoffer, daar is altijd wel iets te doen.

Die kruimel van hiernaast is ook dol op onze tuin. Voor haar moet die tuin als een avonturenpark aanvoelen, er valt zoveel te ontdekken. Vol enthousiasme stapte ze zaterdag onze achtertuin in. Zoekend zocht ze eerst naar de buurman die achterin bij de schuur bezig was. Haar priemende vingertje vloog de juiste richting in. Buurman gevonden, check. Met een grote glimlach kijkt ze vervolgens naar me op, ik smelt ter plekke.

Vol energie gaat ze ons helpen. Van de regen in de drup, vanzelfsprekend. De kiezeltjes onder onze picknicktafel verdwijnen in grote getale in haar zak. Knuisten vol tegelijk. Af en toe moet buuf even voelen hoe zwaar haar zakken zijn. En laat ze vol trots aan de buurman zien hoeveel ze er verzameld heeft. ‘Kijk buurman’, roept ze terwijl ze haar gevulde jaszaken naar hem toedraait. Vol bewondering bekijkt Buurman Co wat ze allemaal verzameld heeft.

Ze giechelt opgewekt om zijn bewonderende commentaar.

Geheugen

‘Schommelen’, zegt ze vervolgens parmantig. Ik schiet in de lach. Onze hangmatstoel hing maanden geleden in de tuin, toen het weer nog veel fijner was dan vandaag, en toen hebben we inderdaad samen in dat ding geschommeld. Deze krummel heeft een bizar geheugen. 2,5 jaar is ze pas en dat weet ze nog gewoon.

Samen vinden we schelpjes tussen de kiezels en een leeg slakkenhuis. Vol verwondering wordt alles uitgebreid bekeken en op een rijtje gelegd. Haar mama reikt een krentenbol aan over de schutting. Voor eten heeft ze eigenlijk geen tijd maar een lege buik is ook niet fijn. Na elke hap wordt die bol vol overtuiging geparkeerd. Buuf raapt hem vervolgens weer op en moedigt haar aan om een hap te nemen. Eigenlijk is ze te druk maar ok, alles tegelijk dan maar. Krentebol eten, kletsen en bouwen. Bij buuffie vermaakt ze zich opperbest. Voor buuffie geld vanzelfsprekend hetzelfde. We keuvelen kilometers samen.

Gemoedelijk vegen we blaadjes op met een stoffer in een blik, ernstig spreekt ze me toe als ik wil helpen. ‘Zelluf’. Sorry schat 😉 Met een tostibelofte lukt het uiteindelijk om haar naar huis te lokken, nadat ik beloofd heb om de stoffer en het blik wel te laten liggen. Het werk was nog niet gedaan tenslotte. We nemen uitgebreid afscheid, zwaaien opgewekt gedag en delen handkussen uit. We beloven een keer of wat ’tot de volgende keer’, net zo lang tot deze jongedame tevreden huiswaarts keert.

Voor die tosti en een tukkie. Buuffie overweegt hetzelfde 🙂