Roots

‘Kan je iets eerder stoppen vandaag’? Het is vrijdagmiddag, en ik kijk vol verlangen uit naar mijn vrije dagen. Een weekeind vol met helemaal niks. Soms zijn die het allerfijnste. Weekeinden zonder afspraken, verjaardagen of andere ‘gezellige weekeindversnellers’.

Deze zaterdag en zondag waren nog een blank canvas.

En nu krijg ik aan het eind van de middag een appje van de liefste. Zelfs na 33 jaar weet hij me nog regelmatig te verrassen. Hij heeft een weekeindje weg geboekt voor ons, heeft mijn tas alvast ingepakt( die ik nog wel even ga checken voor vertrek ;-)) en hij staat al te trappelen tot ik klaar ben met mijn werk.

Foto; Cynthia Poen

De collega’s grijnzen om mijn rode wangen omdat ik ineens niet kan wachten tot ik naar huis kan. Mijn weekeind blijkt ineens gevuld te zijn met een cadeautje 🙂

Niet veel later zitten we in de auto. We kletsen onze week door, zetten een lekker muziekje op en ik voel mijn werk vanzelf van me afglijden. De verrassing heeft nog een extra lading want we gaan naar Groesbeek, het dorpje waar mijn oma vandaan kwam. De oma die ik amper gekend heb. Ik was nog maar een guppie toen ze overleed. En nu ga ik naar een omgeving waar een deel van mijn roots liggen.

Weekeind

Mooi vind ik dat 🙂

Hotel de Wolfsberg blijkt een echt snoepje te zijn. Het heeft een prachtige ambiance en diezelfde avond worden we in het bijbehorende restaurant heerlijk in de watten gelegd. In de directe omgeving kan je uren ronddwalen, de schoonheid van de natuur is echt waanzinnig mooi daar.

foto; Cynthia Poen

Dat mijn grootmoeder hier haar jeugd doorbracht geeft het geheel een extra lading.

Dat lege weekeind werd gevuld met heel veel zaligs, in maar 48 uur kreeg ik een week aan herinneringen in mijn schoot geworpen. En het gevoel even in de voetstappen van mijn grootmoeder te wandelen.

Wat een dierbaar cadeautje ;-

Inpakmuts

Het roze inpakpapier ontsnapt aan mijn wanhopige vingers, de chaos voor mijn ogen wordt groter in plaats van kleiner. Ik hoor mezelf een diepe zucht slaken. Passende cadeautjes kopen kan ik als de beste, het gezellig inpakken ervan is helaas een kwaliteit die ik ontbeer.

Ik ben een rasechte  inpakmuts.

Iets goed kunnen is fantastisch. Dat lijkt me fantastisch moet ik zeggen, want ik heb er absoluut geen ervaring mee. Een oud-collega van mij kan bijvoorbeeld geweldig bakken. Als een echte patissier. Het smaakt goed en het ziet er oogstrelend uit. Ongebreidelde bewondering heb ik ervoor. Iets lekkers bakken kan ik ook, maar negen van de tien keer ziet het er niet uit. 

Slagveld 2.0, je hebt vast een beeld 😉

Een realistische tekening maken is ook een talent dat ik niet bezit. Een goede kennis van mij kan fantastisch schilderen. En echt elk schilderij dat ze produceert is fantastisch. Levensecht. Werkelijk waar. Onbegrensde bewondering heb ik voor een talent als de hare. Bij mij loopt elke poging om iets fraais te produceren uit op een kindertekening. Grappig, maar niet om aan te zien. 

Dat heb ik dus ook maar opgegeven.

En datzelfde gaat inmiddels dus ook op voor het inpakken van cadeautjes. In mijn hoofd ziet het idee wat ik heb om er een lief pakje van te maken er fantastisch uit, tot ik het daadwerkelijk in de praktijk probeer te brengen. Gepruts dat tot een enorme chaos leid. Wederom. Die zorgvuldig uitgekozen leukigheidjes verdienen een gezellig omhulsel. Maar om die met zorg uitgekozen papiertjes er knappies omheen te krijgen is dus nogal een ding.

Terwijl ik weer eens onvervalst loop te worstelen met een babyshower-gezelligheidje, moet ik ineens denken aan mijn moeder. Mijn mam had een loeier van een rol patroonpapier staan in de kelder. Mijn pap scoorde die ooit voor haar op een klus die hij had bij een papierfabriek. Als coupeuse kwam patroonpapier altijd van pas, dus mam was er dolgelukkig mee. Die rol leverde echter voor de komende vijftig jaar voldoende patroonpapier 😉 

Daar kon ze dus nog veel meer mee doen.

Gelukkig maar, want mam had nooit echt inpakpapier. Daar was geen geld voor. Mijn creatieve moedertje wikkelde elk cadeautje dus gewoon in een stuk wit patroonpapier, knipte vervolgens wat verse bloemen of takjes groen uit de tuin ‘et voilà’: ze had een snoet van een presentje.

Ik sla mezelf voor mijn hoofd dat ik nou juist dat was vergeten. Als ik naar het treurig ingepakte, wat wanstaltige, cadeau kijk dat op onze eettafel ligt, weet ik precies wat ik voortaan ga doen. 

De volgende x doe ik net als mam 🙂

Knuffelkont

Zolang als ik me kan herinneren ben ik nogal een knuffelkont. Ik ben een zogenaamde aanraker, mijn sympathie of medeleven toon ik nou eenmaal graag met een hand op een schouder of een warme omhelzing. Het is wie ik ben.

Warmte en liefde geef ik graag weg 🙂

Nu er kortgeleden een kleintje is geboren, komen automatisch de persoonlijke bevallingsverhalen weer bovendrijven. En dus zaten mijn moeder en ik gister samen op de bank wat te kletsen. En voor het eerst hoorde ik uitgebreid mijn eigen verhaal. Vierenvijftig inmiddels he 😉

Ik kende snippertjes van het verhaal maar nooit hoe het nou echt is gegaan.

Mam vertelde dat ze op zaal lag en alle andere kraamvrouwen steeds tegen haar zeiden dat haar kindje weer huilde. Dat ik, zonder enige verklaring, na twee dagen gewoon werd meegenomen en dat mijn moeder geen idee had waarom. Of waarheen. Dat ik onderzocht werd en zij niet bij me kon zijn. Mijn moeder ging na een week naar huis met lege handen.

Baby

Pas weken later hoorde ze wat me mankeerde. Na eindeloze onderzoeken en röntgenfoto’s bleek dat mijn beide sleutelbenen gebroken waren tijdens de geboorte. Ik kreeg twee houten plankjes achter mijn nek waar mijn polsjes aan vast werden gebonden en zo lag ik in mijn bed. Er waren geen knuffels, en er was geen mama die me koesterde.

Ik kreeg niks van dat alles.

Mijn mam fietste met haar pas bevallen lijf elke avond naar het ziekenhuis, op het puntje van haar zadel, om me even te kunnen zien. Elke avond om zeven uur hield het verplegend personeel me omhoog en zag ze me vanachter een glazen wand. En jankte vervolgens de hele weg naar huis omdat ze me niet vast had kunnen houden. Wat een waanzin.

De rest van mijn leven heeft mijn lieve, zorgzame moedertje die vijf weken die ik zonder geknuffel was geweest goedgemaakt, en volgens mij ben ik ze zelf nog steeds aan het inhalen 🙂

Wat is het toch fantastisch dat die zorg voor #moeder en #kind zo veranderd is!

Sommige dingen veranderen nooit

Vanmorgen las ik een oproep van een andere verpleegkundige. Zij vroeg aan de huidige ZZP-ers of ze hun diensten niet zo kort van tevoren af wilden zeggen.

Het riep bij mij een tsunami aan herinneringen op.

Want zolang als ik in de zorg werk, en dat is al bijna veertig jaar, zijn open diensten een probleem.

En niet alleen flexers, inleners of hoe je ze ook wil noemen, zeggen hun diensten kort van tevoren af. Ook directe collega’s belden regelmatig pas op het allerlaatste moment af. Omdat ze tot die laatste minuut wilden komen werken, en bij het naar buiten lopen richting auto of fiets, pas merkten dat ze te ziek waren om te werken. En soms was die snotneus al voldoende reden om thuis te blijven.

Zo werkt dat met mensen, en ook dat blijft altijd.

Dat dat afzeggen extra hard aankomt is omdat de hoeveelheid taken hetzelfde blijven.

Altijd.

Alle zorg geef je dan met minder mensen. Of helemaal in je uppie. En ook dat was vroeger echt niet anders. Als je dienst had, zat er niks anders op dan het vuur uit je sloffen te lopen.

Dienst

De keren dat je na de dagdienst ook een halve avonddienst bijdraaide, het avondhoofd vroeg om in te springen en de nachtdienst belde om wat eerder te beginnen kan ik niet op 1 hand tellen. En ook niet op twee. Ik voelde me wanhopig als bleek dat de nachtdienst niet kwam opdagen. Of zich ziek melde. Want ik wilde om elf uur ook heel graag naar huis.

Maar weggaan was geen optie. Natuurlijk niet. Dus staken we de koppen bij elkaar, zette iedereen een stap langer en dan kwamen we er wel weer uit. We losten het op.

Je wordt vanzelf creatief.

Dat je je waardeloos voelt, omdat je het gevoel hebt tekort te schieten, schoof ik opzij. Het gaat in je systeem zitten als je er te lang over nadenkt.

Nu het uitknijpen van de zorg een extra versnelling vind, en de krapte zo langzamerhand tot een hoogtepunt komt, snap ik haar oproep volledig. Dat daar in al die jaren geen oplossing voor gevonden is, vind ik boven alles ontzettend droevig.

Wijze lessen

‘Welke les zou je graag mee willen geven aan de huidige generatie jongeren’, vraagt ze. Mijn eerste gedachte bij dat soort vragen is standaard dat ik de wijsheid mis om hier antwoord op te geven. De echte wijsheid die nodig is voor deze vraag.

Toch graaf ik even, en mijn reactie op haar vraag komt rap boven drijven.

‘Niets is voor altijd’.

En dat bedoel ik op een positieve manier, ook al is deze uitspraak voor allerlei uitleg vatbaar. Het is een les die ik zelf moest leren en waar ik enorm dankbaar voor ben. Ik wil hem daarom graag aan anderen meegeven. Als je zestien bent, en je weet niet welke keuze je moet maken, onthoud dan dat niets voor altijd is.

Qua studie of werk.

En ook als je inmiddels een jaar of dertig bent en twijfelt aan de richting die je hebt gekozen. Die uitspraak is dan nog net zo waar. ‘Past dit wel het beste bij mij, waar ben ik goed in en wat wil ik graag’. Vragen die soms in hart en hoofd ronddwalen. Ik zeg dan met liefde tegen je: ‘maak je geen zorgen, er komt vanzelf een moment waarop je het wel weet’.

En soms verandert dat weten door de jaren heen. Want elk mens groeit en verandert.

Studie

Die ene specifieke studierichting is echt niet in beton gegoten, er zijn zoveel meer wegen die naar Rome leiden. Naar dat fijne gevoel van vervulling en geluk. Om je op je plek te voelen, daar waar je op dat moment staat in je leven. Ik ontwikkelde me pas veel later. Ik durf te zeggen dat ik een rasechte laatbloeier ben. Ik leerde van het leven en van het werk dat ik deed, maakte af en toe een zijstap en heb ook weleens heel impulsief mijn baan opgezegd om iets anders te gaan doen.

Het leerde me waanzinnig veel lessen. Onschatbare zelfs. Maar ik heb in mijn hele leven nog nooit een dag zonder werk of inkomen gezeten. Ik pakte aan wat er op mijn pad kwam. Voelde het goed, dan deed ik het.

En ik ben trots op alles wat ik bereikt heb.

Elk mens is anders, en niet iedereen vind een handvat in mijn ervaringen. En dat is helemaal goed. Maar de keuzes voor een studie die je maakt als je nog zo jong bent, wanneer je als mens nog zoveel moet groeien, zijn niet voor altijd.

Hou je daar maar aan vast. Wie weet maakt het dat keuzemoment een tikkie eenvoudiger. Ik hoop het 🙂

Troostende druppel

‘Meen je dat’? Ik hoor van alles in zijn stem. Blijdschap, ongeloof en verdriet. Ik hoor vreugdetranen en hele dikke tranen van gemis. Tranen veroorzaakt door het verlies van de gezondheid van zijn kind. Het bleef achter aan de voet van dat heftige ongeluk, en sloeg een diepe rauwe wond. Wat er restte, daar moesten ze mee verder.

We praten even, zijn telefoon staat inmiddels op de speaker en ook zijn echtgenote mengt zich in het gesprek. Een moeder die niets liever wil dan haar kind dichtbij hebben. Zoals dat opgaat voor elke moeder. En extra als dat kind verdriet heeft, pijn, en verslagen is door de bruutheid van het leven.

De emotie die ineens rondzingt doet hun stemmen trillen.

Mijn eigen stem wiebelt ook, als reactie op al dat gevoel dat door de hoorn golft. Want ik weet dondersgoed welke boodschap ik net heb afgeleverd. Ik heb een plek gevonden voor hun kind, een plek dichtbij huis. Zodat ze weer lopend op bezoek kunnen, in plaats van uren met de auto te moeten rijden. Een bezoekje aan thuis wordt weer makkelijk. Of samen naar zee, om van een zonsondergang te genieten. Met het gezin iets eten op een terras, simpelweg samenzijn, en ook die enorme vriendengroep kan straks spontaan langs waaien.

Elkaar vasthouden en omhelzen, op loopafstand.

Familie

Alles wat zo belangrijk is in het leven. In elk leven.

Dat alles was in een notendop mijn motivatie om het toch te proberen. Ook al weet ik heus dat ik niet iedereen kan helpen. Ook al waren er wagonladingen mitsen en maren, en hele akelige haakjes waar ik voorbij moest zeilen. Stuk voor stuk geen sinecure, maar de uiteindelijke beslissing lag niet bij mij.

Ik kon alleen maar voor ze pleiten, en hopen dat mijn boodschap gehoord werd.

Mijn pleidooi voor een scheutje menselijkheid werd gehoord. Voorbij alle redenen waarom het niet zou kunnen, gaf de reden waarom het wel goed zou zijn de doorslag. Iedereen snapt dat dicht bij de mensen te kunnen zijn die je liefhebt, nadat jouw jonge leven door een heftig ongeluk volledig op een hoop is gegooid, van levensbelang is.

Om een troostende druppel te kunnen zijn, op die gloeiende plaat van verwoesting, is prachtig. Liefde en familie wogen vandaag het zwaarst.

Mooi he!?

Stortvloed

Een stortvloed aan emotie overvalt me en ik heb absoluut geen idee waar het vandaan komt. Waarom ik me zo voel. Ik wordt getriggert door iets, maar het is een puzzel waardoor.

Ook al denk ik mezelf goed te kennen, soms sta ik verbaasd over mijn eigen reactie. Mijn eigen emotie. En de zoektocht naar de bron is razend lastig.

Zo op het oog wordt die hele hoos veroorzaakt door iets onnozels, maar als ik dieper graaf kom ik bij een poeltje machteloosheid. Een gevoel van er niet bij horen. Niet gelijkwaardig zijn. Het zijn ervaringen uit mijn jeugd die naar de oppervlakte stijgen, toen er een hele periode was waarin ik me ook hopeloos alleen heb gevoeld. Ik wist het keurig te verbergen achter dat maskertje dat ik creëerde, maar dat onveilige gevoel van toen kruipt weer dichterbij.

Alleen

Want niet alleen in mijn jeugd ervaarde ik dat hele onzekere. Het bleef aan me kleven na mijn middelbare schooltijd. Jaren en jaren. En af en toe voelde ik me weer net als toen. Alleen en kwetsbaar. Ik werd al veel te vaak op mijn ziel getrapt. Nog steeds schuilt dat kwetsbare van die jonge vrouw in de schaduwen van mijn bestaan. Ongemerkt aanwezig in de coulissen. Tot dit moment. Tot iemand mijn pad kruist die precies dat type mens is waar ik zo door wordt getriggert.

Die al dat sluimerende gevoel wakker schud. En me het gevoel geeft er niet bij te horen. Ben ik weer dat lelijke eendje van toen.

In de stilte van de nacht voer ik hele gesprekken in mijn hoofd, laat ik toe wat me bezig houd en spreek ik uit wat ik zie. De nonchalance van het gebruik maken van andere mensen dat zich ontvouwt voor mijn ogen, ingepakt in een sluier van heel iets anders. Iets onberekenbaars waardoor ik me onveilig voel.

Het is het soort mens waar ik kippenvel van krijg. Waar ik nooit aan zal wennen en waar ik het liefst met een grote boog omheen loop. Maar soms is er geen ontkomen aan…..

Frans leven

Ik ben nogal van het dromen, mijn fantasie kent weinig grenzen. In gedachten heb ik al zo’n honderd boeken geschreven( in werkelijkheid zijn het er twee), kocht ik tientallen franse boerderijtjes in evenzoveel gehuchten en leefde ik een reizigersleven waarbij ik dan weer in Nederland, en dan weer in het buitenland werkte.

Met mij kan je alle kanten op!

Tijdens elke vakantie raak ik ongeveer verslaafd aan het kijken naar huizen die te koop staan op de plekken die ik bezoek. Momenteel ben ik in de Ardèche en daar staan een hoop snoepjes. Als ik geld genoeg had dan wist ik het wel 🙂

De romantiek van dat franse leven vind ik hypnotiserend.

Het grove steen van de huizen hier, de fantastisch begroeide prieeltjes en de ‘je ne sais quoi’ van al dat hier zo aanwezig is en wat wij totaal niet kennen. Ze leven losser, die fransen, geven veel minder om uiterlijk vertoon of geweldige interieurs. Ze doen het veel meer met dat wat er is ( uitzonderingen daar gelaten natuurlijk)

Romantiek

In december waren we in de Morvan. De gite waar we een weekje verbleven was van een oogstrelende schoonheid. Knus zaten wij, na urenlange wandelingen door de groene heuvels, bij de houtkachel in de woonkeuken na te genieten. Keken we onder het genot van een wijntje uit over die uitgestrektheid van zoveel natuur, en zwijmelden we weg bij de gedachte dat wij zoiets zouden bezitten.

Over het praktische hebben we het maar zelden, de romantiek staat in onze dromerigheid voorop. 

Weer terug in ons eigen fijne paleisje in Nederland vergeet ik mijn wens om een frans paleisje te bezitten alweer snel, de waan van dat dagelijkse neemt het al rap weer over. Vanaf komende zaterdag reizen we verder door Frankrijk, door het binnenland, langs pittoreske dorpjes en door smalle straatjes. Gewoon fijn op de bonnefooi.

Ik gok dat mijn verslaving de komende weken een tandje bij gaat zetten 🙂

Heb jij ook zo’n malle afwijking net als ik heb?

Ps Foto is van mezelf!

Snel

Ze suizen me voorbij, met een bloedgang, hun ogen schuin op de mobiel die stevig in hun handpalm ligt. Af en toe dwalen hun ogen even naar de weg om vervolgens weer op hun mobiel te belanden. Die telefoon die nog zoveel geheimen heeft, en die ontdekt moeten worden. Vrienden op de app, een prille liefde waar contact mee is of een zogeheten influencer wellicht die gevolgd moet worden( alleen het woord roept al een allergische reactie bij mij op)

Ik fiets rustig verder, met een tikkie onbegrip malend door mijn hoofd. Bezorgdheid. Een elektrische fiets in combinatie met een puber die niet op de weg let vind ik een spannende combinatie. Ik geniet tijdens die rit naar huis van al het groen om me heen, van de voortuinen van andere mensen en die zalige zon. Na een dag op kantoor is er buiten altijd wel iets te beleven. Op mijn gemak ‘niet elektrisch’ doortrappend laat ik de werkdag achter me.

Haast

De volgende dag zit ik in de auto. Terwijl ik een langzame voorganger inhaal zie ik dat hij op zijn mobiel zit tijdens het rijden. Onbegrijpelijk vind ik dat. Een vrachtauto die me tegemoet komt idem dito. Je ziet het vaak al aan de rijstijl, licht slingerend of niet aansluitend op het verkeer ervoor. ‘Die is met iets anders bezig’, denk ik dan en ik heb altijd gelijk.

Vijf minuten later wordt ik ingehaald, met scheurende banden duikt de kleine zwarte auto tussen mij en de volgende auto, net voor het tegemoet komend verkeer. Hij moet vol op zijn rem om ertussen te kunnen, om daarna gas te geven en al slingerend nog een auto in te halen. Een paar minuten later staat hij voor me bij het stoplicht.

De wereld heeft haast lijkt wel. Constant haast, op zoek naar minuten die teruggewonnen kunnen worden. Ergens. Door medeweggebruikers in te halen die trager zijn, door te appen of te bellen tijdens het rijden en in een file steeds van baan te wisselen. In de hoop sneller op te schieten, in plaats van te aanvaarden dat het even zo is op dat moment. Het helpt niet, dat gejaag, je bereikt het tegenovergestelde volgens mij. Gejaagdheid in het kwadraat. Het zorgt bij mij altijd voor een bepaalde onrust, alsof ik dubbel op moet letten. Ook voor die ander. Al die drukte om me heen is overweldigend soms.

Na een minuut of twintig ben ik weer thuis. Ik sluit zorgvuldig de voordeur, laat de gehaaste wereld even achter me en verlang meer dan wat ook naar de rust en ruimte van Frankrijk waar ik omringd werd door prachtige natuur.

Volgens mij is het hoog tijd om een thuiswerkdag in te roosteren 🙂

Slaapje

Die kruimel van hiernaast groeit weer richting haar volgende fase, het middagslaapje moet er langzaam maar zeker aan geloven. Deze tante is na een flinke tuk namelijk nog goed voor een halve avond ‘mamaaaaaa, slokje water, verhaaltje, knuffel’, en alles wat ze nog meer kan verzinnen.

Ik moet er stiekem om grinniken want ik kan me die fase nog heel erg goed herinneren! Onze oudste heeft tijdens die periode weleens het net geplakte behang met haar garnalenvingertjes verwijdert. Als een ware steltvlieger pulkte ze heel stilletjes die vers behangen babykamer weer semi-kaal. Ook de wanhoop van toen voel ik nog glashelder, ik stond daar met die dikke buik vol overtuiging te janken van die stapel behang die een uur ervoor zo prachtig op die babykamermuur had gezeten.

Die fase van je zwangerschap zeg maar 😉 Maar ik dwaal af.

Afgelopen donderdag mocht ze daarom met buuffie op stap, dan vergeet je dat je eigenlijk wel moe bent. Buuffie leid af. Na een ochtend op de peuter, en echte piratenschmink, gingen wij ook nog even samen op avontuur. Mooi excuus voor buuffie om een poosje van die leukerd te genieten ( ik was op vakantie geweest tenslotte), haar broertje ging fijn op één oor dus daardoor had haar mams ook even haar handen vrij.

Win-win zeg ik.

Feest

Op stap dus. Gezellig. Allereerst besloten we, na goed overleg, dat we naar de winkel gingen. Buuf had nog wat gezellige artikelen aan te schaffen en zij hobbelt graag mee. Door elke winkel. Deze gezelligert vind het allemaal enig. Al kwebbelend koetelden we van adres naar adres.

‘Kijken’, vraagt ze steevast. Ga maar lekker kijken kind, op ontdekkingstocht gaan is geweldig. Na de boodschappen waren de ‘vissies’ aan de beurt, ook altijd favoriet. Vol verwondering ziet ze die elke keer als was het voor het eerst. Glunderend kijkt ze op naar buuf terwijl ze alle ‘vissies’ aanwijst, en buuf glundert vol overgave terug.

Aan het eind van ons rondje lopen we langs de ijsboer. Natuurlijk weet ik allang wat ze me gaat vragen. ‘Eerst mama vragen of het goed is’, zeg ik. Enthousiast knikt ze als ik mijn telefoon pak. Gillend van plezier ziet ze haar mama in het schermpje verschijnen. Lang leve #FaceTime. Van mama mag het, natuurlijk mag het, dus gaan we gezellig een smaak uitzoeken. Met een aardbeienhoorntje waar je u tegen zegt lopen we weer naar buiten.

‘Hier opeten buuf’. Tuurlijk blijven we. Dat maakt het feest tenslotte pas echt compleet. Ze wil van mijn smaak proeven, en ik moet een lik van de hare. Giechelend smakken we met onze wangen vol ijs. Het smelt sneller dan dat zij het op kan eten, maar wat boeit het. Het is genieten in het kwadraat met deze dame. Met een enorme ijssnor en een buik vol koud rommelen we weer naar huis. Gelukkig ben ik volgende week donderdag weer vrij 🙂