Schrijversleven

Ik heb groot respect voor echte schrijvers. Voor de mensen die naam hebben gemaakt met hun boeken, en steeds opnieuw liggen te glanzen in de etalage. Die keer op keer prachtige verhalen weten te produceren.

Ik verdwaal in de #uitgeverswereld

De trots die ik voelde over mijn tweede boek wordt overschaduwd door al het gedoe. Ik realiseer me dat er veel belangrijker zaken in de wereld spelen, dat maakt vervolgens ook dat ik er niet teveel aandacht aan mag schenken van mezelf.

Maar de irritatie voert momenteel de boventoon.

Onze ‘afspraak is afspraak’ wordt herhaaldelijk geschonden.

Ik schets kort het afgelopen anderhalf jaar, waarin ik steeds opnieuw aanleverde waar om gevraagd werd, en waarin ik steeds aan het lijntje werd gehouden door #schrijfopleiders. Ik beet me erin vast want de wens om mijn boek in handen te houden maakte dat ik door bleef zetten.

Maandenlang kreeg ik keer op keer beloftes, dat het echt goed zou komen en dat er over een paar dagen…..

Beloftes

Inmiddels wacht ik al sinds juni op de beloofde royalty’s, is het e-boek dat was toegezegd er nog niet en heb ik maanden moeten leuren om een geredigeerde versie, de cover en een passend persbericht.

En dat is nog maar een topje van de ijsberg. Echt. In mijn hoofd is het een kluwen van niet nagekomen beloftes en ik ben er ongelofelijk moe van.

In mijn wereld doe je wat je zegt. Zou de #uitgeverswereld anders werken?

Het allerergste vind ik dat mijn manuscript niet meer van mij is. Ik kan hem niet meer terugnemen, opnieuw laten redigeren en zelf uitbrengen. Ik heb nul invloed op mijn eigen boek. Misschien werkt dat ook zo, dat je geen recht meer hebt op het boek dat je ‘verkocht’ hebt aan een uitgever. Ik ben wat dat betreft wellicht wat onnozel of te goed van vertrouwen.

Maar als je iets verkoopt hoor je er iets voor terug te krijgen en tot op heden trek ik aan het kortste eind.

Wellicht is het tijd om mijn kindje los te laten. Realiseren dat ik leuk een boek heb geschreven, maar dat de keuzes die ik erna gemaakt heb ervoor hebben gezorgd dat ik de touwtjes niet meer in handen heb.

Dat ik het nu echt volledig verprutst heb.

En dat doet best zeer.

Lelijk eendje

Heel lang was ik er van overtuigd dat als ik die teugels maar stevig genoeg in mijn handen zou houden, dat ik dan de controle had.

Over alles wat er in mijn leven zou gebeuren of daardoor niet zou gebeuren.

Wat een schaap was ik 🤦‍♀️

Elke dag was ik druk bezig om alles en iedereen een stap voor te zijn, probeerde ik evt vervolgstappen in te schatten om daar op te kunnen anticiperen. Mijn stress niveau was constant torenhoog.

Wat een benauwde gevangenis

Toen de paniek van binnen de overhand kreeg, en ik alleen maar kon huilen, realiseerde ik me dat het genoeg was geweest. Ik was zo ongelofelijk moe en wanhopig vooral. Hoe had ik het zover kunnen laten komen. Waarom had ik niet eerder de rem ingetrapt. Verslonden door mijn eigen moeten had ik mezelf compleet gesloopt. Mentaal en fysiek.

Dus besloot ik los te laten. Elke dag een beetje meer, stap voor stap durfde ik steeds meer.

De enorme lichtheid die ervoor in de plaats kwam is onmogelijk met woorden te beschrijven. De ruimte die in mijn binnenste ontstond was kwetsbaar en sterk tegelijk.

Vrij

Ik voelde vrijheid, compleet en onvoorwaardelijk

Nog steeds ben ik er verbaasd over dat ik dat toen durfde. En tot op de dag van vandaag ben ik verbaasd over de rust die het me geeft.

De intense tevredenheid

Vrij in wat ik wil en welke kant ik op ga

Elke dag zit stijlvol zonnestralen, ook als het pijpenstelen regent 😊

Al die jaren vol worstelingen, het voelt als een ander leven bijna. Dit lelijke eendje heeft haar veren opgeschud en gladgestreken.

Ik doe wat goed voelt, en durf te zijn wie ik ben.

In mijn werk, als ik voor anderen zorg, en tijdens het schrijven.

Zonder enige schaamte deel ik, met wie wil lezen, wat mijn hart vult.

Zo mooi ❤️

Vikingday

Op die vroege zondagochtend vroeg ik me oprecht af waarom ik dit ook alweer ging doen. Na een heerlijk feestje de zaterdagavond ervoor, was het ineens zondagochtend.

De zondagochtend

Ik was vooral lui, op zijn zondags, maakte een pan verse tomaten-paprikasoep en hield met een schuin oog de klok in de gaten. Nog maar vier uur, nog maar drie uur, en ineens waren het er nog maar twee…..

Als jong meisje stond ik elke zaterdag voor een wedstrijd op het atletiekveld, toen wist ik niet beter, maar die jaren liggen achter me. Een jaar of veertig, give or take. Dat was een potje diep spitten dus, naar hoe was dat ook alweer en wat deed ik toen voornamelijk.

Ik voelde kriebels, vlak voor de start, die herkende ik nog wel. Daarna was het warm draaien, en ook dat duurt bij mij altijd even. Na de warming-up renden we enthousiast het parcours over. We beklommen een enorme heuvel vol stenen, kropen onder prikkeldraad obstakels door en beslechten, al balancerend, spannende smalle evenwichtsbalken. We vonden onszelf bikkels, en knikten trots, want tot aan dat moment liepen we de route lekker vlot.

Appeltje eitje, dachten we na de eerste zes kilometer 😉

En toen kwamen we bij het ‘pièce de résistance’. Gladde, glibberige ‘amper houvast biedende’ modderheuvels. Met erachter diepe, gladde, glibberige ‘waaruit je je schoenen amper nog omhoog kunt krijgen’ waterbakken.

Er waren meerdere medevikings die daar hun schoenen niet meer hebben terugvonden 😉

Schoenen

En het bleek niet één enkele waterbak, of modderheuvel, te zijn maar een stuk of tien. Die muur die we vervolgens moesten bestormen werd onmogelijk. Er was nul grip door de centimeters aan modder aan onze schoenen. En dan waren we na de modderbergen nog spontaan een ‘schone’ sloot in gesprongen om de ergste narigheid van ons af te spoelen ( serieus waar)

Daar zou je normaal niet over peinzen toch?

Maar wat was het geweldig! Trots, koud en gesloopt kwam ik tezamen met mijn collega’s over de finishlijn. Nu de ergste spierpijn is wegge-ebt zijn we het wel volledig met elkaar eens.

Volgend jaar doen we weer zo’n rondje 🙂

Mislukkeling

Vanmorgen las ik een post van een zelfstandig ondernemer, en dat was geen succesverhaal. Verre van zelfs. Ik vond het een verademing. Ook al gun ik hem een overvloed aan voorspoed, en hoop ik oprecht voor hem dat het nog komt, nu was het waardeloos. Hij gaf heel eerlijk toe dat dit zelfstandige leven hem regelmatig aanvloog.

Die gevulde bankrekening kwam niet vanzelf aanwaaien, het was keihard werken en helaas ook zeer regelmatig zonder resultaat.

Ik voelde met hem mee, maar vond het ook verfrissend. De meeste posts op #LinkedIn zijn klaterende succesverhalen, er word volop gepronkt met klinkende omzetten of verkoopcijfers.

Vlak erna stuitte ik op een relaas van een schrijfster. Ze vertelde over haar allereerste boek, een uitgever die haar gouden bergen geloofde en over al het harde werk dat zij in dat manuscript had gestopt. Vlak voor de release van haar eerste ging de uitgever failliet. Er gebeurde vervolgens helemaal niks met haar boek, met de marketing ervan en ook de verkoop flopte compleet.

Haar woorden raakten me.

Boeken

Het was alsof ik ze moest lezen.

Want met enige regelmaat twijfel ik hevig aan mezelf. Ik doe namelijk maar wat. Echt. Ik verdiep me niet in hashtags, in hoe ik zoveel mogelijk lezers genereer of het vergroten van mijn zichtbaarheid op allerlei platforms.

Ik doe waar ik zin in heb.

En vraag me vervolgens af of dat wel oké is, moet ik echt niet…..

De tevredenheid over die twee boeken met mijn naam erop, en de trots op alles waar ze mee gevuld zijn, overheerst echter. Mijn verhalen zijn lekker leesbaar.

Pakkend.

Dat hoor ik terug van de lezers van beide boeken, maar ik ben zelf ook tevreden over de creativiteit die ik erin heb gestopt. Helaas loopt het contact met mijn uitgever zeer stroperig. Moeizaam. Ik moet overal voor vechten. Dat is teleurstellend en heeft me een hele poos heel erg dwarsgezeten. Maanden al inmiddels.

Maar ik laat het los. Vanaf vandaag. Die aloude cirkel van invloed, je kent het vast. ‘Streep eronder en door Cynt, zei ik vandaag tegen mezelf, niet alles lukt’. Ook niet als je een doorzetter bent of het extra graag wil.

Les geleerd

Waarschijnlijk 😉

Strong vikingrun

Met enige regelmaat vergeet ik dat ik geen achttien meer ben. En ik ben ook al een hele poos geen vijfendertig meer. Soms vergeet ik zelfs even dat ik de vijftig al lang en breed gepasseerd ben. Inmiddels zelfs al zo’n jaar of vier om precies te zijn. Voor de muggenzifters onder ons, daar zit ook alweer een maand of zes bovenop. De tijd vliegt he?! Hoe vaak zeggen we dat niet tegen elkaar….

Maar ik loop dus al gezellig richting de vijfenvijftig.

Het weerhoud me er echter nog steeds niet van om enthousiaste volmondige ‘ja’s te roepen, tegen zaken waar het verstandiger was geweest als ik volmondig nee had gezegd. Op zijn Cynts, wederom lekker impulsief. Inwendig schudde ik mijn hoofd en grinnikte om mezelf. Onverbeterlijk stapte ik die welbekende valkuil weer in.

Want over drie nachtjes ga ik meedoen met de #strongvikingrun. En ja ik weet het, ik hoor het je denken. Waarom in vredesnaam? Waarom willen mensen dat überhaupt. Over obstakels klimmen, door de modder worstelen en van een enorme glijbaan denderen, recht een diepe bak water in. Tsja.

Fit

Het komt vooral omdat ik oprecht dol ben op fysieke uitdagingen, en omdat ik weet hoe ik me ga voelen als ik over de meet stap. Als het me gelukt is zal dat zalig voelen! Die ‘ja ik doe mee’ kwam heel spontaan, waarna ik me realiseerde dat ik verre van fit was. Deze laatste maanden waren er nogal wat uitdagingen te beslechten die veel vrije tijd hadden gekost.

Wat absoluut niet erg was, maar het betekende wel dat er een tandje bij moest als ik fit wilde worden. Of iets wat leek op een fijne vorm.

Omdat Cynt wel knappies de eindstreep gaat halen 😉 Over de finish strompelen is mijn eer te na ( dat zijn de genen van mijn pap, die is ook behoorlijk competitief) Dus worden er vroeg in de ochtend weer rondjes gerend en zijn mijn wandelingen langer gemaakt.

Of het genoeg is? Ik heb werkelijk geen idee. Nog drie nachtjes slapen dan weet ik het…..

Kleindochter

Het is overweldigend en wonderschoon om oma te worden.Woorden schieten tekort bij de aanblik van dat kleine mirakel. Tien teentjes, tien garnalenvingertjes en een bos donker haar. Net als haar moeder had toen ze geboren werd. Er viel een last van mijn schouders, omdat ze gezond ter wereld kwam en alles goed was. En er kwam een zorg bij.

Zo’n klein pakketje kwetsbaar is niet niks.

Toch merkte ik aan mezelf dat ik, naast de blijdschap over dit kleine wondertje, vooral gefocust was op mijn eigen kind. Mijn mooie dochter die net mama was geworden. Dat oergevoel dat zij ervaarde na de geboorte van haar kind, ervaarde ik bij haar.

Beschermend, liefdevol en bezorgd.

Ze moet wennen aan het moederschap, wat heel natuurlijk is, en voor wie claimt dat het een peuleschil is om voor zo’n ukkie te zorgen is in mijn ogen verre van eerlijk.

Het is een waanzinnig grote verandering, in alles wat je daarvoor kende. Je moet dat eigen bestaan weer op poten zetten, met een lijf dat pijnlijk is en vreemd aanvoelt. En dan is er ook nog de zorg voor zo’n minuscuul kindje.

Dochter

Ik geef het je te doen.

Deze eerste weken zijn verre van makkelijk geweest. Ze waren een rasechte strijd en het was een speurtocht naar iets van balans. Hormoonstormen, een kindje met extreem veel pijn en kramp en een stel ouders die de wanhoop soms nabij waren na weken van slaapgebrek en stress.

Het is niet zo verwonderlijk dat ze het even niet meer wisten.

Nu het gelukkig beter gaat zal bij mij die bezorgdheid langzaam naar de achtergrond verdwijnen. Ik zie onze prachtige dochter groeien in haar mama-rol, genieten van elke boer en elk snoezig slaapje. ( want die heeft ze ;-))

Ze heeft een waanzinnig mooi meisje op de wereld gezet en dat maakt me ontzettend trots.

Ontmoeten

Haar ogen ontmoeten de mijne. Die van haar zijn oud en glazig. Troebel. Er is veel wat ze niet meer kunnen zien. Haar gezicht is getekend door rimpels, haar rug kromgebogen door ouderdom.

De sprankel die in haar ogen huist is echter amper achttien en ik lees er een wereld van genieten in.

Haar hoofd zit vol herinneringen. Aan gister, aan vorig jaar. Zelfs die van lang geleden komen regelmatig voorbij.

Een rode draad van tevredenheid slingert zich door haar bestaan. Het is de basis van haar leven geweest, vertelde ze me ooit. Blij zijn met wat elke dag je brengt, ook al is het niet altijd waar je op dat moment naar verlangde.

Het is de kunst om elke dag die sprankel te ontdekken.

De warme glimlach van een onbekende, een zonnestraal die prachtig door een glanzend bladerdek valt of de wonderschone klanken van muziek die je binnenste beroeren. Daarvan de schoonheid kunnen ervaren is de ware rijkdom van het leven.

Zij heeft het tot levenskunst verheven.

Haar juwelenkistje is gevuld met macaroni kettingen, dat ene paar gouden oorbellen, die ze ooit van haar echtgenoot kado kreeg, en een stel zilveren klompjes. Een dierbaar erfstuk van haar grootmoeder. Minuscuul in geldwaarde, onschatbaar wat betreft die emotionele.

Ze vind het fijn als ik naast haar kom zitten. Haar oude hand rust in de mijne, die inmiddels ook niet meer piep is. Ook mijn hand begint tekenen van ouderdom te vertonen 😉

Stil

Waar ik vroeger de stiltes graag vulde met woorden, laat ik het nu fijn stil zijn. Samen kijken we door het grote raam naar buiten, daar waar de wereld als een sneltrein voortraast. Ik vul in wat zij niet meer scherp kan zien. Mensen die langs het glas voorbij haasten. Stuk voor stuk zijn ze druk aan het bellen, trekken een onwelwillende hond moeizaam voort of lopen met gevulde armen langs, vol met kind en zware tassen.

Ik heb het haasten voor 95% afgezworen, ik heb er eenvoudigweg geen zin meer in. Een kwartier eerder starten met wat je moet doen, of je agenda nagenoeg leeg houden voor wat zich toevallig aandient doet wonderen. Soms ben ik vroeg in de ochtend zo zalig aan het rondzwerven door de duinen dat ik me moet haasten om op tijd op mijn werk te zijn.

Niemand is perfect tenslotte. Maar verder….

Ze verteld over haar leven, noemt alle kinderen en kleinkinderen. Ze heeft inmiddels zelfs achterkleinkinderen. Schetst met woorden hoe mooi en rijk haar leven is geweest. Dat echt zien niks met kijken te maken heeft. En kunnen luisteren een uitstervende kwaliteit aan het worden is in deze maatschappij. Ik knik even. Het is een kunst die je voor jezelf vast zou moeten houden. Luisteren. Stil zijn.

Jezelf bij tijd en wijlen afvragen of je het voldoende doet.

Er liggen zoveel mooie lessen verborgen in de eenvoud van dat dagelijkse. Ik ben haar, en zij is mij. Ooit. Hoop ik. Met een rijk, lang en vol leven. En met macaroni kettingen op mijn nachtkastje.

Roots

‘Kan je iets eerder stoppen vandaag’? Het is vrijdagmiddag, en ik kijk vol verlangen uit naar mijn vrije dagen. Een weekeind vol met helemaal niks. Soms zijn die het allerfijnste. Weekeinden zonder afspraken, verjaardagen of andere ‘gezellige weekeindversnellers’.

Deze zaterdag en zondag waren nog een blank canvas.

En nu krijg ik aan het eind van de middag een appje van de liefste. Zelfs na 33 jaar weet hij me nog regelmatig te verrassen. Hij heeft een weekeindje weg geboekt voor ons, heeft mijn tas alvast ingepakt( die ik nog wel even ga checken voor vertrek ;-)) en hij staat al te trappelen tot ik klaar ben met mijn werk.

Foto; Cynthia Poen

De collega’s grijnzen om mijn rode wangen omdat ik ineens niet kan wachten tot ik naar huis kan. Mijn weekeind blijkt ineens gevuld te zijn met een cadeautje 🙂

Niet veel later zitten we in de auto. We kletsen onze week door, zetten een lekker muziekje op en ik voel mijn werk vanzelf van me afglijden. De verrassing heeft nog een extra lading want we gaan naar Groesbeek, het dorpje waar mijn oma vandaan kwam. De oma die ik amper gekend heb. Ik was nog maar een guppie toen ze overleed. En nu ga ik naar een omgeving waar een deel van mijn roots liggen.

Weekeind

Mooi vind ik dat 🙂

Hotel de Wolfsberg blijkt een echt snoepje te zijn. Het heeft een prachtige ambiance en diezelfde avond worden we in het bijbehorende restaurant heerlijk in de watten gelegd. In de directe omgeving kan je uren ronddwalen, de schoonheid van de natuur is echt waanzinnig mooi daar.

foto; Cynthia Poen

Dat mijn grootmoeder hier haar jeugd doorbracht geeft het geheel een extra lading.

Dat lege weekeind werd gevuld met heel veel zaligs, in maar 48 uur kreeg ik een week aan herinneringen in mijn schoot geworpen. En het gevoel even in de voetstappen van mijn grootmoeder te wandelen.

Wat een dierbaar cadeautje ;-

Inpakmuts

Het roze inpakpapier ontsnapt aan mijn wanhopige vingers, de chaos voor mijn ogen wordt groter in plaats van kleiner. Ik hoor mezelf een diepe zucht slaken. Passende cadeautjes kopen kan ik als de beste, het gezellig inpakken ervan is helaas een kwaliteit die ik ontbeer.

Ik ben een rasechte  inpakmuts.

Iets goed kunnen is fantastisch. Dat lijkt me fantastisch moet ik zeggen, want ik heb er absoluut geen ervaring mee. Een oud-collega van mij kan bijvoorbeeld geweldig bakken. Als een echte patissier. Het smaakt goed en het ziet er oogstrelend uit. Ongebreidelde bewondering heb ik ervoor. Iets lekkers bakken kan ik ook, maar negen van de tien keer ziet het er niet uit. 

Slagveld 2.0, je hebt vast een beeld 😉

Een realistische tekening maken is ook een talent dat ik niet bezit. Een goede kennis van mij kan fantastisch schilderen. En echt elk schilderij dat ze produceert is fantastisch. Levensecht. Werkelijk waar. Onbegrensde bewondering heb ik voor een talent als de hare. Bij mij loopt elke poging om iets fraais te produceren uit op een kindertekening. Grappig, maar niet om aan te zien. 

Dat heb ik dus ook maar opgegeven.

En datzelfde gaat inmiddels dus ook op voor het inpakken van cadeautjes. In mijn hoofd ziet het idee wat ik heb om er een lief pakje van te maken er fantastisch uit, tot ik het daadwerkelijk in de praktijk probeer te brengen. Gepruts dat tot een enorme chaos leid. Wederom. Die zorgvuldig uitgekozen leukigheidjes verdienen een gezellig omhulsel. Maar om die met zorg uitgekozen papiertjes er knappies omheen te krijgen is dus nogal een ding.

Terwijl ik weer eens onvervalst loop te worstelen met een babyshower-gezelligheidje, moet ik ineens denken aan mijn moeder. Mijn mam had een loeier van een rol patroonpapier staan in de kelder. Mijn pap scoorde die ooit voor haar op een klus die hij had bij een papierfabriek. Als coupeuse kwam patroonpapier altijd van pas, dus mam was er dolgelukkig mee. Die rol leverde echter voor de komende vijftig jaar voldoende patroonpapier 😉 

Daar kon ze dus nog veel meer mee doen.

Gelukkig maar, want mam had nooit echt inpakpapier. Daar was geen geld voor. Mijn creatieve moedertje wikkelde elk cadeautje dus gewoon in een stuk wit patroonpapier, knipte vervolgens wat verse bloemen of takjes groen uit de tuin ‘et voilà’: ze had een snoet van een presentje.

Ik sla mezelf voor mijn hoofd dat ik nou juist dat was vergeten. Als ik naar het treurig ingepakte, wat wanstaltige, cadeau kijk dat op onze eettafel ligt, weet ik precies wat ik voortaan ga doen. 

De volgende x doe ik net als mam 🙂