Zo op het eerste oog is ze blij dat ze bij ons komt wonen. Een plek in een verpleeghuis is een noodzakelijk kwaad, zo denken de meeste van ons er tenminste over. Thuis oud worden is nou eenmaal een fijnere gedachte. Die eigen regie blijft behouden, en een mens kan rustig oud worden in een omgeving vol herinneringen en houvast.
Maar soms lukt dat niet.
Ze wordt naar ons toe gebracht door een goede vriendin want haar netwerk is minuscuul. Ze heeft geen kinderen, verder geen familie en haar echtgenoot is al jaren geleden overleden. Ze woont al heel erg lang, heel erg alleen. Na haar opname praat ik nog even na met de vriendin, terwijl ik met haar meeloop naar de voordeur. De vriendin heeft de schone taak om het appartement op te ruimen en ze ziet er als een berg tegenop. Het uitzoeken van de persoonlijke spullen van een dierbare, ik geef het je te doen.
Een aantal weken later spreek ik haar aan als ze op visite komt. Ik vraag hoe het met haar gaat en ze zucht even. ‘We vinden ongelofelijk veel spullen, het is bizar wat ze bewaard heeft de afgelopen jaren’. Oude kunstgebitten van haar echtgenoot in bestek lades, zakken vol suikerzakjes van bezochte restaurants en kledingkasten vol jurken. Vuilniszak na vuilniszak vol spullen worden er in haar huis gevonden, een logeerkamer blijkt afgetopt te staan met troep.
Persoonlijke spullen
Tegen wil en dank moet ik glimlachen. Onze nieuwe bewoonster is namelijk diabeet en drinkt haar thee en koffie zonder suiker. Al decennia. En dan toch ladingen suikerzakjes bewaren. Ik herken haar verzamelwoede, want ook bij ons is ze aan het verzamelen geslagen. Steeds opnieuw vinden we van alles in haar nachtkastje, onder haar kussen en in haar kledingkast. Alles waar ze haar handen op kan leggen. Het is een onvrijwillige drang, een behoefte die ik niet kan verklaren.
De vriendin is weken bezig geweest om het huis leeg te maken, waar wij dagelijks even opruimen bij deze lieverd. Spullen die niet van iemand anders zijn laten we gewoon liggen, we vissen de persoonlijke zaken er tussenuit. Of de bederfelijke waar. We vinden vastgekleefde dropjes onder haar sloop, ingepakte beschuitjes in haar handtas en gebruikte kopjes in de kledingkast. Handtassen, zakdoeken en washandjes. En onvermoeibaar blijft ze verzamelen.
Elke dag wenste ik, meer dan wat ook, dat ik begreep wat haar hiertoe dreef.