Thuis

Als ik middenin de nacht wakker wordt hoor ik in de verte de oehoe van de uil die een stukje verderop in het bos huist. Of ik lig mee te tellen met de kerkklok zodat ik weet hoe laat het is. En dan heb ik er oprecht de pest over in als hij maar één keer klinkt. Want dan weet ik nog geen fluit 😉

Behalve als ik tegelijkertijd ook de auto van de plaatselijke bakker hoor. Dan is het half vier, daar kan ik de klok op gelijk zetten. ( ja ik heb ook een klokje hoor maar dit is gewoon leuker)

Als het pijpenstelen regent of retehard waait buiten lig ik extra lekker. Diep in dat knusse holletje van mijn warme dekbed lig ik op één oor te luisteren naar dat natuurgeweld, waar ik precies nul last van heb. De krakende planken van de zolder herken ik als ze in de nacht afkoelen na een hete dag. Of ik hoor het aanslaan van de CV ketel, als het buiten vriest dat het kraakt en het in huis ook kouder wordt.

Herkenning

Rivier de Ardèche

Dat gevoel van herkenning bij al die geluiden maken dat ik thuis ben. Op mijn eigen fijne plek. Het is ook precies wat ik zo heel erg mis als ik niet thuis ben. Die paar keer dat ik kort in het ziekenhuis lag bijvoorbeeld mistte ik mijn ’thuis-geluiden’ zo enorm dat ik geheid pijn in mijn buik kreeg. Die ziekenhuisopname hielp natuurlijk ook niet maar toch, dat niet thuis zijn deed bijna fysiek pijn. En ook tijdens de weekeindjes weg, als al die geluiden om me heen zo heel anders zijn dan thuis, kan ik naar mijn huis verlangen. Bij het wakker worden ben ik altijd gedesoriënteerd, en een paar seconden lang ben ik het spoor even bijster. Weet ik even niet waar ik ben.

Daarom is dat busje van ons zo fijn. Dat huisje op wielen gaat lekker met me mee op reis. Mijn eigen bedje is mee, mijn eigen beddengoed ligt erop en mijn eigen spulletjes heb ik om me heen. Hoe klein ons kampeerbusje ook is, hij voelt voor mij ook als thuis.

Inmiddels hebben we in het buitenland ook een plek waar ik heel graag ben. Waar ik de geluiden herken. De krekels, het ruisen van de rivier in de nacht als het stil wordt op de camping. En ook daar hoor ik de kerkklok als de wind uit de juiste hoek waait. Weer die herkenning.

Over 14 nachtjes ben ik daar weer even thuis. Plemp ik vol enthousiasme zoals altijd die rivier in. Ik kan niet wachten!

Groei

Ongemak hoort bij groei las ik laatst ergens, en zonder die stap uit je comfortzone bereik je nooit die op voorhand onbereikbare doelen. Ik realiseerde me gister weer eens hoe waar dat is.

Ergens vorig jaar werd ik gevraagd om te ondersteunen bij de ontwikkeling van een nieuwe MBO leerlijn voor #verpleegkundigen. Meeschrijven aan. Mijn ego was gestreeld, en ik vond het waanzinnig dat ik die kans kreeg.

Maar dat was niet de reden dat ik akkoord ging.

De reden waarom ik in deze uitdaging stapte was omdat het me geweldig leek om mijn opgedane werkervaring als een stuk kennis door te kunnen geven.

Aan heel veel mensen.

Dat was ook een van de redenen dat ik ‘Zorgliefde‘ heb geschreven, en dat is ook waarom ik deze reuzenstap gezet heb. Waarom ik dit graag wilde doen. En om aan mezelf te bewijzen dat ik nieuwe, moeilijke dingen kan leren als ik dat wil.

Ook al ben ik 54.

Bewijzen

Ik denk zelfs dat ik misschien wel ja zei omdat ik aan mezelf wilde bewijzen dat ik een goede verpleegkundige ben. Zorgzaam en zorgvuldig. Menselijk. Kundig.

De afgelopen maanden waren kneitermoeilijk. Confronterend. Wat heb ik mezelf vervloekt dat ik deze klus ook nog op mijn schouders had genomen. Maar ik kon niet anders dan hem afmaken.

Ik moest. Te eigenwijs om op te geven.

Ik beloofde mezelf uiteindelijk dat het voor eind april goed moest zijn. Anders trok ik de stekker eruit.

Woensdagochtend vroeg, voor mijn eigenlijke werkdag begon, zette ik er een punt achter. Ik heb me door wagonladingen feedback heen geworsteld, moest mezelf een ingewikkeld systeem aanleren en anders leren schrijven. En ik had deze vorm van #schrijven nog maar amper onder de knie. Meer dan eens gooide ik het bijltje erbij neer.

Bijna.

Vanmorgen werd ik wakker met een gevoel van voldoening in mijn lijf. Rust. Alsof die molensteen die ik al zolang met me meedroeg van me afgerold was. Want het is me gelukt. Ik heb het geflikt.

Ik ga even die vlag uithangen 😉

#verpleegkundige#trots

Buuffie is jarig!

Elk jaar ben ik op mijn verjaardag weer dankbaar dat ik een jaar ouder ben geworden, maar het echt vieren doe ik al heel lang niet meer. Dat hele traditionele laat ik al een poosje achterwege, draven met gebak en hapjes is niet echt mijn idee van een feestelijke dag.

Een jaar of zes geleden was ik in Parijs op mijn verjaardag en zo doe ik elk jaar iets. Toen ik 50 werd vierde ik een feest samen met drie vriendinnen, soms is uit eten gaan prima en dit jaar werd het een gezellige lunch met ons eigen ploegje. Dat ploegje dat nu langzaam groeit, van vier personen zijn we inmiddels met 5,5 🙂

De ochtend van mijn verjaardag zaten de liefste en ik heerlijk op ons gemak in het lentezonnetje wat te rommelen in de voortuin toen die lieverds van hiernaast aan kwamen wandelen. Ik werd gezellig gefeliciteerd en die hele schattige kwam aanlopen met rode wangen en volle handjes. ‘Sjokola’, zegt ze glunderend terwijl ze een doosje in mijn handen legt. De buurman krijgt ook een doosje, want hoe meer ‘sjokola’, hoe beter tenslotte. Daar kan je nooit teveel van hebben. Vervolgens kruipt ze gezellig op schoot en begint met haar kleine vingertjes het doosje open te peuteren.

sjokola

Een cadeautje geven is tot daar aan toe, maar sjokola moet wel meteen opgegeten worden 😉

Met een zalige smile, inclusief chocosnor en choco onderkin, krijg ik mijn volgende verrassing: een prachtige tekening vol glitterprinsessen, glitterhartjes en creatieve roze krullen. Ze glimt me tegemoet en ik glim terug. Wat een rijkdom! En nog is die stroom cadeaus niet op. Buuffie krijgt ook nog een bos tulpen. Ze reikt ze plechtig uit, en ook de buurman krijgt een bos. Die is tenslotte ook een beetje jarig 🙂

Tevreden zit ze bij me op schoot. We kiezen nog maar een keer ‘sjokola; want vandaag is het feest. Buuffie is tenslotte niet elke dag jarig.

Kwebbelfestival

Ik heb net mijn auto geparkeerd en sta nog wat met een kennis te kletsen als ik vanuit mijn ooghoek mijn mini vriendin naar haar voordeur zie rennen. Ze heeft haar buuffie gespot, knuffeltijd!

Ik zeg de kennis acuut gedag zodat ik mijn aandacht volledig kan richten op deze lieverd. Ze heeft grote avonturen beleefd die dag en die moeten vanzelfsprekend gedeeld worden. Ik krijg knuffels, bewonder haar favoriete sokken ( ‘met hartjes buuffie’) en omdat buuf schoenen aan heeft laat ze zelf ook nog even haar prachtige ‘maatje mini’ zien die in de hal staan.

‘Even mee naar de buurman’, besluit ze. He ja, gezellig, ik knik enthousiast. Bij ons is deze dame altijd welkom. Samen staan we giechelend voor de voordeur tot de buurman open doet. Ze is volop aan het voorpretten, want als de buurman open doet ziet hij zijn extra verrassing. 🙂 De buurman speelt zijn rol vol verve en doet enthousiast mee met dit blije kind.

Eenmaal binnen gaat het kwebbelfestival in één moeite door, ze babbelt over niks en over alles. Als ik haar vraag of haar broodjes smeerkaas van die ochtend lekker waren (we hadden vroeg in de ochtend ook al even gedag gezegd) duwt ze haar buikje naar voren en wijst met haar handjes aan waar al dat lekkers beland is. De buurman was er niet bij tenslotte, dus verduidelijkt ze graag.

Sokken

De complimenten over haar mooie staartjes neemt ze dankbaar in ontvangst. ‘Net als pippi langkous buuffie’, roept ze opgetogen. Ze huppelt en danst door de kamer. Schaaltjes worden van de tafel getild en aangereikt, aan buurman deze keer, het touwtje om haar jurk moet even opnieuw geknoopt worden en als ik mijn schoenen uittrek ontdekt ze een minuscuul gaatje in mijn linker sok. Ze schaterlacht en besluit dat buuffie ‘nieuwe moet kopen’.

Goed idee schat 😉

Ik ontwaar glitters in haar mooie staarten en zij verteld over de kroon die ze heeft geknutseld bij oma Nel. Oranje. Ze kwam hem showen toen buuffie en buurman nog niet thuis waren. Helemaal voor jan doedel stond ze voor het raam te roepen.

Vol verwondering kijk ik naar dit wonderschone kind, denk ik aan alles wat er in dat koppie rond moet razen. Je ziet haar vaak denken, bij nieuwe indrukken en ontdekkingen. Inwendig moet ik lachen om het filmpje dat ik laatst van haar mam kreeg toen ze naar ‘buurman en buurman’ zat te kijken. Volgens deze schattebout keek ze naar ‘buuffie en buurman’. Ik kwam niet meer bij 😉

Ze is vertederend, schattig en slim.

Als het etenstijd is breng ik dit klompje goud weer naar de buren. Ik verheug me nu alweer op haar volgende bezoek 🙂

Wij van WC eend

Op zondagochtend dwaal ik regelmatig wat door onze prachtige duinen. Lukraak sla ik links en dan weer eens rechtsaf, ik laat het toeval mijn richting bepalen. Vaak is het doodstil om me heen omdat ik er zo vroeg ben, veel mensen liggen op dat tijdstip nog heerlijk verstopt onder die dikke donzen. Ik lig er in de avond gewoon eerder in, dus ik heb vroeg in de ochtend mijn uurtjes ‘dikke donzen’ al te pakken. Daarbij ben ik dol op de stilte van die vroegte.

De zon wakker zien worden is een van mijn favoriete bezigheden.

Afgelopen zondag was ik laat, voor mijn doen tenminste. Lui lag ik nog wat te soezen, diep weggestopt onder die dikke donzen, ondanks dat ik mijn uurtjes echt wel te pakken had 😉 De ochtendkoffie vloeide trager dan anders naar binnen, en ook dat zondagse beschuitje had geen haast. Toen ik eenmaal richting het strand liep was het al tegen tienen. Rijkelijk laat vanuit dat persoonlijke ‘Cynthia’ perspectief bezien.

Al het groene blad knapte van enthousiasme uit zijn voegen, je hoorde het bijna groeien. De geuren van al die natuur, de nieuwe knoppen en het frisse groene blad waren zalig en fris. Inmiddels was het duingebied echter verre van verlaten.

Geuren

Regelmatig werd ik ingehaald door wandelende stelletjes of groepjes mensen. Hele walmen deo’s en andersoortige parfum doorsneden acuut die frisse lucht. In mijn hoofd dacht ik aan de liefste, en hoe we naar elkaar zouden knipogen op zo’n moment als we bij elkaar zouden zijn. Want zonder iets te zeggen weten we dan precies wat de ander denkt.

‘Wij van wc-eend adviseren wc-eend’.

Zo’n stopwoordje dat je samen deelt, wij hebben er ladingen en deze is vintage inmiddels;-) Wellicht een tikkie overbodig om hieraan toe te voegen maar wij zijn alletwee niet zo erg van de overdadige geuren en wat nog. Een beetje deo is mans zat, ik hul me nooit in walmen van parfummetjes en de liefste ook niet. Schoon en fris is fijner.

Grinnikend in mezelf vervolgde ik mijn lukrake verdwaalrondje, op zoek naar een nieuwe lading fris

Hartverscheurend

De zorg is altijd in beweging, en het zwaartepunt verplaatst zich constant. De piek in de zorgvragen wisselt ook steeds. Tijdens de covidjaren was het alle hens aan dek, maar de saamhorigheid was torenhoog. En ook al mis ik die tijd echt voor geen cent, voorbij alle ellende was de verbondenheid echt mooi.

Momenteel ligt het zwaartepunt qua zorgvragen bij de vele kwetsbare echtparen. 

Hun verhalen zijn vaak hartverscheurend.

Het is nog vroeg als ik haar bel en als ik tegen haar zeg dat ik een plekje voor haar echtgenoot heb slaakt ze een zucht. ‘O wat fijn’, verzucht ze. Vervolgens begint ze te huilen. Ze verontschuldigt zich voor haar tranen. Ik druk haar op het hart dat ze vooral geen excuses hoeft te maken, ik denk dat ik haar dilemma begrijp.

‘We zijn dit jaar 65 jaar getrouwd maar het zorgen voor hem valt me de laatste maanden zo zwaar. Ik kan niet meer en dat vind ik erg. Dus ik ben opgelucht dat er een plekje is voor hem, fijn dichtbij zodat ik elke dag langs kan gaan. En dat het zwaartepunt van die zorg niet meer bij mij ligt lucht me op. Maar ons afscheid maakt me verdrietig. Ik mag hem toch nog weleens mee naar huis nemen om samen thuis koffie te drinken’?

Ik druk haar op het hart dat het natuurlijk allemaal nog gewoon kan.

Kind

We praten een poosje. Ik laat haar vertellen, over vroeger, over de kinderen en hoe ze er toch vooral alleen voorstaat omdat één kind in Spanje en het andere kind in Limburg woont. En dat zij ook al op leeftijd is. Hoe vaak hij tijdens de donkere nacht wakker wordt en niet begrijpt wat zij hem wil zeggen. Dat het al haar energie kost om hem dan weer in bed te krijgen. Als hij eenmaal weer ligt, slaapt hij vaak binnen vijf minuten, zij ligt vervolgens uren te malen, haar zorgen en angsten spoken nog luidkeels door haar hoofd.

En soms wil hij gewoon niet meer terug in bed. Dan is ze de halve nacht in de weer om hem het uit te leggen dat het nacht is, dat ze nog geen boodschappen kunnen doen of dat het nog lang geen tijd is voor een ontbijt. Of voor dat wassen en aankleden.

Veel echtparen krijgen dit soort uitdagingen voor hun kiezen. Soms kan samenwonen eenvoudigweg niet meer, dat wat ze het allerliefste van de hele wereld wensen, maar is er geen mogelijkheid om samen te blijven. Of geen plek.

Ik vind het hartverscheurend dat je op die oude dag, na een lang en vaak gelukkig huwelijksleven, die laatste jaren noodgedwongen apart van elkaar moet leven.

Deze meneer verhuisde een week erna na een eigen appartement. Twee dagen later kreeg hij een hersenbloeding en overleed. Zij moest twee keer afscheid van hem nemen binnen 48 uur. 

Ik geef het je te doen op je oude dag.

Cirkel is rond

Toen mijn dochters nog mini-mensjes waren werkte ik alleen tijdens de nacht, kinderopvang was toen ook al een ingewikkelde zaak. In diezelfde periode overleed een dierbare oom van mij. Hij nam afscheid van zijn jonge gezin in de geborgenheid van zijn eigen huis. En dat maakte diepe indruk op mij. Die vorm van zorg wilde ik ook graag verlenen. Waakzorg is in mijn ogen een prachtige, bijzondere en zeer waardevolle vorm van zorgverlening. Het zorgt ervoor dat mensen in de geborgenheid van hun eigen huis kunnen sterven als die wens er is.

Temidden van alles wat zo vertrouwd is, en waar ze zo van houden.

Als zorgverlener is die vorm van ‘zorgen voor’ pittig. Zo ervaarde ik dat tenminste, want ik legde er een groot deel van mezelf in. Ik hoopte vooral altijd dat ik de juiste balans had gevonden, tussen dichtbij zijn waar nodig en voldoende ruimte geven aan de naasten, tijdens dat hele proces.

En soms hoor je pas jaren na dato dat je het goed hebt gedaan.

In dit geval ruim twintig jaar na dato.

Ik waakte al die jaren geleden bij mijn voormalige overbuurman, de vader van mijn lagere schoolvriendinnetje. Ik was er als meisje kind aan huis. En toen stond ik daar ineens als zorgprofessional. Ik moest zoeken naar die kwetsbare balans van dichtbij en voldoende ruimte geven. En zag hun intense verdriet en de wanhoop van dat veel te vroege afscheid, bij mensen die mij zo dierbaar waren.

Na zijn overlijden reed ik naar huis, in de stilte van de nacht, terwijl mijn zorghart shocking klem zat in mijn keel. Wegslikken hielp niet dus jankte ik gewoon maar een potje. Daarna heb ik me jarenlang afgevraagd of ik het goed had gedaan, of ik genoeg was. Professioneel genoeg in een situatie die zo persoonlijk was.

Of het me gelukt was heb ik nooit geweten. Niet echt.

En toen ontving ik ineens dierbare dankwoorden van zijn weduwe, zoveel jaar na dato

‘Voor mij is de cirkel rond, zei ze, het heeft toen echt zo moeten zijn dat Cynthia voor hem kwam zorgen die laatste nachten. En het is wonderschoon dat ik het zo ervaar. Die emotie is wat er achter is gebleven, als ik aan haar denk. Het is troost’.

Zorghart

‘Mijn man reed de hoogzwangere moeder van Cynthia naar het ziekenhuis, op de dag dat ze geboren werd. Niet iedereen had toen namelijk nog een huistelefoon of een auto, dus kwamen ze bij ons aan de deur om te vragen of mijn man ze bij het ziekenhuis af wilden zetten. En jaren later is zij het, die voor hem komt zorgen tijdens zijn sterfbed.

Hij voor haar en zij jaren later voor hem.

Ze was zo zorgzaam en lief voor hem. En zo attent en zorgzaam voor ons. Professioneel maar warm. Wat was ik dankbaar dat zij er was. Als ik nog aan haar denk, dan is dat de plek waar mijn gedachten direct heen gaan’.

Mijn zorghart gloeide van blijdschap na deze woorden. En eigenlijk gloeit die nog steeds.

Even rust

Als ik aan het paradijs denk, dan denk ik aan oogstrelende natuur. Witte stranden, azuurblauw water en warmte. Of aan steile kliffen, witte bergtoppen zover het oog reikt en rust. Vooral rust. Maar dat paradijs vind ik inmiddels ook bij ons om de hoek.

Ik woon op loopafstand van duin en strand en ik zou oprecht nergens anders willen wonen. Tijdens de rondjes die ik regelmatig in de buurt maak, wandel ik langs grazende hooglanders, tussen zwartkopschapen door of voorbij een kudde pony’s. Die genieten net als ik van al die uitgestrekte natuur.

Sinds een aantal jaar kamperen we hier ook, lukraak een paar dagen, op hemelsbreed een kilometer van huis. Maar het voelt niet als een klein stukje, het voelt als een wereld van verschil. In het begin deed ik er altijd wat besmuikt over, want ik vond het zelf ook een beetje raar. Om ons busje zo vlak naast de deur neer te zetten.

Vogeltjes

Maar tegenwoordig boeit het me niet meer, want ik ben absoluut verliefd op dit plekje. Vroeg in de ochtend loop ik naar het toiletgebouw, soms vergezelt van het maanlicht, soms omringt door een kakofonie van vogeltjes die ook net wakker zijn. Dan voelt het als luilak bijna, en die vogeltjes zijn dan net kinderen die tegen elkaar opboksen om zoveel mogelijk herrie te maken. Ik moet erom grinniken, zo in mijn uppie, tijdens de vroege ochtend.

De camping is dan nog in diepe rust, in de verte hoor ik een vos gillen en vogeltjes dartelen voor mijn voeten over het schelpenpad. Het is absoluut, onvervalst genieten. Overmorgen moet ik weer aan de slag, dan slaap ik weer binnen. Maar vannacht slurp ik al die natuur nog even in me op.

Lekker!

Saai leven

‘Ik verlang naar een saai leven’, zegt ze. 
Ik begrijp direct wat ze bedoeld. Er zijn ladingen mensen die aan het verdwalen zijn momenteel, in een maatschappij die luidschreeuwend nog een extra versnelling vind.

Ook op #LinkedIn valt me dat op ( maar wellicht ben ik de enige hoor)
Prachtige verhalen over klinkende overwinningen.
Nog een schepje bovenop die schep.

Ik heb ze niet, dat soort grote verhalen, en ik realiseer me dat ik ze ook niet wil eigenlijk.
Ook ik wil een saai leven. Kabbelend. Voorspelbaar.

Want de periodes dat mijn leven als een orkaan voelde waren er ook. 
Zat. Teveel.
Minder is inmiddels echt meer omdat er teveel dagen waren die overvol voelden.

Verhalen

Elke dag spreek ik mensen die middenin die orkaan zitten. Of in een vloedgolf waar ze uit alle macht tegen vechten. Die niets anders wensen dan een saai leven.

Slaapverwekkend.

En elke dag is dat precies wat ik me voorneem, in mijn werk en daarbuiten. Om andermans leven een tikkeltje saaier te maken als ik dat kan.
Om dat dagelijkse in een wat rustiger vaarwater te brengen. 

Een schouder aan te bieden. Of een luisterend oor. Een klein zetje of een enorme zet in de goede richting. Hoop ik ze wat menselijkheid te geven. De mensen die ik elke dag spreek zoeken soms wanhopig naar wat hulp, een wegwijzer of een uitgestoken hand die ze helpen om uit dat drijfzand te komen. Want precies dat wordt steeds zeldzamer in deze wereld. 

Laten we elkaar weer helpen. Gewoon omdat het zo fijn is, een beetje hulp op zijn tijd. Dat kunnen we tenslotte allemaal wel gebruiken.

Blauw kijken

‘Buuuffie, buuuuuffie’. Ik grinnik in mezelf om haar geroep, dat kleine stemmetje heeft een aandoenlijk volume. Of ik even open wil doen voor die diva van hiernaast 😉 Het is nog vroeg in de ochtend, want de dagen van die diva beginnen vroeg. Net als mijn dagen. En het is gewoon supergezellig om elkaar gedag te zeggen op de vroege ochtend. Als ik heel eerlijk ben: als het even kan houd ik er rekening mee.

Het is een zalig begin van mijn werkdag.

Op blote voeten doe ik de voordeur open. Nu het langzaam maar zeker weer tijd wordt om wat vaker op blote voeten te lopen had ik alvast besloten mijn nagels te lakken. Babyblauw. En ze ziet het meteen. ‘Blauw’, roept ze enthousiast. Vol bewondering wijst ze naar het blauw op mijn voeten. Ze babbelt meteen hele verhalen. Wat is dit toch een genot. Dit kind. Dit blije ei. We knuffelen en kletsen even, dan zwaait ze weer gedag en gaat met haar mama mee.

Voeten

De volgende dag herhaalt het ritueel zich, dit keer heb ik echter mijn sokken aan. Stralend staat ze voor de voordeur met een tekening. ‘Voor buuffie en buurman, zegt ze plechtig, tekening‘. Ik ontvang mijn cadeau en glunder terug, buuffie is dol op creatief gedoe. ‘Blauw kijken’, zegt ze terwijl ze naar mijn sokken wijst. Ik trek braaf een sok uit, waarna ze eerst het blauw bewonderd en dan naar mijn andere voet wijst. ‘Andere ook buuffie’. Ik grijns en trek ook mijn andere sok uit. ‘Ook blauw’, zegt ze nog een keer terwijl ze naar mijn voeten wijst.

‘Nu sokken aan buuffie, koud’. Ik volg vanzelfsprekend braaf. Ik kan haar maar weinig weigeren. Niks eigenlijk. En dat broertje van haar is net zo’n zalig kind. Die strekt inmiddels zijn armpjes naar me uit als hij me in het oog krijgt. Voor een knuffel en een kletsie. Ook dit is een onvervalste lachebek. Ik voorzie problemen voor buuffie 🙂

Vanmiddag waaide ze ook nog even aan. Jas uit, schoenen uit. Ineens was ik de mijne kwijt. Ze staan haar beter vind ik! Dat wordt nog wat de komende jaren met die twee…..ik kan niet wachten!