Na de diagnose

Ik heb kanker, dacht ik vannacht, ik kan het maar moeilijk geloven. Dat k-woord, waar je zelf nooit mee geassocieerd wil worden, blijkt ineens in mijn lijf te zitten. Het is als een storm aan emotie, die van binnen woedt, en ik weet zelf niet goed hoe ik er mee om moet gaan. Grote emoties zijn nou eenmaal een ding bij mij. Een ander troosten kan ik als de beste, die ruimte voor mezelf vragen gaat maar moeizaam. Het ene moment vind ik het de aandacht niet waard, het andere moment voelt het gewichtig, groot en zwaar.

Ik heb pure mazzel gehad dat het werd ontdekt. Want dat vreemde plekje in mijn gezicht, een wat grijzig litteken, daar was ik zelf echt nooit voor naar de huisarts gegaan. Maar omdat ik toevallig een week of twee geleden bij die huisarts was, voor mijn jaarlijkse check-up, liet ik dat plekje ook maar even zien. Schutterig bijna, want het was de moeite van het noemen eigenlijk niet waard. Ik vond mezelf voornamelijk truttig, dat ik met dat plekje aan kwam zetten. Maar goed, ik was er nou toch.

En ik noemde het ook omdat de liefste af toe op me zat te mopperen, ‘want heb je nou weer aan je gezicht zitten krabben, het bloedt’. Dus liet ik het toch maar zien. Want voorzover ik wist zat ik nooit aan dat plekje. Maar het bloedde dus af en toe, en het duurde steeds weken voor het dan weer heelde. Niet echt gangbaar, maar goed, erg dramatisch was het ook niet.

Het ‘mij gebeurd dat niet’, gevoel overheerste

De huisarts maakte er ook niet veel van, maar stuurde me voor de zekerheid toch maar door. Want vooral dat niet helen, was natuurlijk een rode vlag. En de rest is inmiddels wel duidelijk. Ik heb er even over nagedacht, sinds ik het weet, en ik geloof dat ik wel bewust de deur wat dichthoud. Ik weet ook nog maar zo weinig. Misschien schiet ik nog wel in de paniek hoor, volgende week, geen idee. Ik probeer het nu vooral te negeren.

Huisarts

Alleen die eerste dag was het verschil in stemming echt even pittig, de rit naar het ziekenhuis waarbij ik me vooral druk maakte over het feit dat ik er tussenuit moest halverwege mijn werkdag, en ik prakkiseerde over wat ik die avond nou weer moest koken. Een uurtje later dacht ik aan hele andere dingen toen ik weer naar huis reed. Hoe vertel ik dit aan mijn meiden, verdomme, wat overkomt me allemaal. Dat was zo maf, die andere mindset, daar was ik me heel erg van bewust. Naar huis, ik wilde alleen maar snel naar huis.

Ik kijk er naar uit, om alles te weten, en natuurlijk heb ik al wat dingen opgezocht. Want ook al heb ik niets gevraagd, alles wat ze me heeft medegedeeld, al was het summier, heb ik goed onthouden. Zonder op de zaken vooruit te lopen, bereid ik me wel voor, dan kan het straks alleen maar meevallen 🙂 Ik ben oprecht blij dat ik het met iedereen gedeeld heb, hoe moeilijk ook, want al die lieve berichtjes die ik kreeg hebben me echt goed gedaan. Zus, nichtjes en vriendinnen laten nu zelf ook naar gekke vlekjes en plekjes kijken, en dat vind ik enorm waardevol. Mijn boodschap was een hele heldere, en die is gelukkig luid en duidelijk overgekomen.

Ik dompel me deze dagen heerlijk onder in mijn werk, en in het schrijven van mijn boek, want daar geniet ik enorm van. Mijn hoofdpersoon krijgt een bak ellende voor haar kiezen, en daar kan best nog wel een schepje bij vind ik. Vast een soort van afreageren. Zij heeft het beroerder dan dat ik het heb 😉 Nog een dag of vijf, dan weet ik hopelijk alles. Nog even op mijn tanden bijten, kan ik me daarna voorbereiden op de volgende stap, die operatie. Ik tel alvast de dagen tot het zover is.

Bewust herdenken

Ik sta niet alleen op 4 en 5 mei stil bij de tweede wereldoorlog en de gruwelijke gevolgen ervan, maar rond die tijd altijd wel een stuk bewuster.

De broer van mijn oma werd gefusilleerd in de #oorlog, en sinds de #stichtingoorlogsslachtoffers de details ervan achterhaalde, is de oorlog op een persoonlijke manier onze familie ingeslopen. Bijzonder na zoveel jaren na dato.

Vorig jaar las ik het boek ’t Hooge nest, een meeslepend en indrukwekkend verhaal over twee joodse zussen. Die twee zijn rasechte verzetshelden geweest gedurende de oorlogsjaren. Ik las over angst, en over alles achterlaten. En niet alleen huis en haard, maar ook man en kinderen. Familie. Vrienden. Hun alles. Dat die oorlog indrukwekkend en gruwelijk is weten we door alles wat er aan naslagwerken is uit die tijd. Maar door te lezen over deze bijzondere mensen, is dat beeld voor mij een stuk levendiger geworden.

Want een jonge moeder die illegale krantjes onder het matrasje van haar baby verbergt is pure waanzin, ik geloof dat ik van de stress acuut een hartstilstand zou krijgen. Maar zij deden het. Niet één keer maar heel veel keren. Op de fiets om eten en drinken te hamsteren, vooral voor de #onderduikers die ze binnen hun eigen muren lieten schuilen. De hoeveelheid moed die daarvoor nodig is onmeetbaar. Ik kan me niet indenken hoe dat moet voelen, en daar ben ik reuze dankbaar voor.

Diep respect heb ik ervoor.

slachtoffers oorlog

Oorlogsslachtoffers

Wat de broer van mijn oma betreft, dat is ook een gruwelijk verhaal, omdat zijn naam toevallig op een blaadje stond geschreven. Het is onvoorstelbaar dat iemand met één pennenstreek beslist of je leeft of sterft. Jouw naam op een papiertje en je leven is voorbij, het is waanzinnig dat het mogelijk was.

Piet werd maar 28 jaar oud. Hij is nooit getrouwd, mocht nooit vader worden, heeft amper geleefd. Omdat een Duitse oberstormführer, zonder met zijn ogen te knipperen, zijn naam op een lijst zette. Ik vind het bijzonder pijnlijk dat die man na de oorlog maar tot vijftien jaar veroordeeld is. Hij kwam zelfs al in 1954 vrij.. Hij kon daarna zijn leven weer voortzetten, en dat vind ik onverteerbaar.

Voor mij zijn alle oorlogsslachtoffers #helden, door hun moed en het verschil dat ze voor ons maakten. En dat mogen we nooit vergeten.

Een akelige boodschap

Dat ik veel uit mijn dagelijks leven met jullie deel gaat inmiddels bijna vanzelf. Toch moest ik bij deze blog echt weer drie keer slikken, want zou ik wel?? Maar ja natuurlijk, juist, want dat is het echte leven. Mooi en ook weleens minder mooi. Net zoals ik laatst ook een hele kwetsbare schreef, over dat verbergen van je ware emotie, daar kreeg ik heel veel reacties op. Vooral over de herkenbaarheid die het bij veel mensen opriep. Wat voelde ik me ineens verbonden met zovelen.

Maar goed, drie keer slikken dus, want ik heb huid kanker, ik zeg het maar gewoon hardop. Wat een rotwoord he?! Dat vind ik ook. Het heeft meteen een gigantische lading, dat k-woord. Want dat woord staat voor verdriet, en voor afscheid nemen. Ik was even heel erg van de kaart toen de specialist het uitsprak. Ze wierp een blik, en terwijl ze me het slechte nieuws gaf pakte ze meteen een stift en begon op mijn gezicht het bewuste plekje af te tekenen. Ik voelde vooral een vloedgolf aan emotie van binnen, en ik stelde amper vragen. Als een sufkip zat ik te knikken en alles gelaten te ondergaan. Shirt uit ‘want bloed’. Prik in mijn gezicht, appelboortje voor het biopt, bloed wegvegen, hechting erin, en een plakker erop.

En al die tijd dacht ik alleen maar bij mezelf: ‘Huh, zei ze dat nou echt, je hebt huid kanker?’

Over twaalf dagen krijg ik de uitslag zei ze, en dan gaan we het hele proces bespreken. Wat ze precies gaat doen, en hoeveel ze weg moet halen. Ik moest een lading vragen beantwoorden, wat ik ook weer zonder enige tegenvraag heb beantwoord.

Suffe Cynt.

Er gaat een grote hap uit je gezicht , zei ze, dus je krijgt een flink litteken. Mijn spiegelbeeld komt er dus een tikkie anders uit te zien over een poosje.

Kanker

Ik moest oprecht janken, in de auto terug naar huis, het nieuws was me overvallen. Maar het was vooral dat rotwoord dat me uit balans bracht begreep ik, toen ik na een buitje snikken even de tijd nam om er rustig over na te denken. Voelen waarom ik overstuur was, en wat ik nou echt van het nieuws vond. Want wat zei ze nou eigenlijk, en hoe erg vind ik een litteken in mijn gezicht. Om met dat litteken te beginnen: dat is vast niet heel erg, als mijn gezicht nog hetzelfde uitstraalt vind ik het wel prima. De liefste was van de kaart, net als ik, en zus zei dat er genoeg knapheid van me over zal blijven 🙂

Vandaag heb ik nog even gebeld, om de vragen te stellen die ik gister was vergeten. Ja wel kwaadaardig, maar goed te behandelen, ik heb vertrouwen in een goed afloop.

Ik heb het maar het liefst snel achter de rug, snijd maar weg die boel, dan is het maar klaar. En tevens hierbij een nadrukkelijke tip voor iedereen die weleens twijfelt om iets te laten checken: niet wachten, gewoon doen. Ik heb er een maand of acht mee gewacht, wat best suf is natuurlijk. Niet door de covid hoor, maar meer omdat ik oprecht niet dacht dat er iets aan de hand was. Maar dat hele kleine plekje op mijn wang, blijkt onderhuids al haar tentakeltjes wijd te hebben uitgespreid. Klinkt als iets uit een horrorfilm vind ik zelf, of ik heb er gewoon teveel gezien, dat kan ook. Maar daardoor wordt die hap die eruit moet, wel meteen een stuk groter. Ik koester elke dag mijn gezondheid, verwelkom elke verse dag, en door dit soort belevenissen voel ik ook meteen weer dubbelop waarom.

Afgesloten van emotie

Mezelf afsluiten van emotie, ik had het vroeger tot een kunst verheven. Al dat gevoel, dat ik vol overgave negeerde, stopte ik in een laatje, en dat laatje werd langzaam maar zeker een volle kast. Een jaar of wat terug, voelde het alsof die kast een ondergrondse bunker was geworden, vol onverwerkt verdriet, vol met alle emotie waar ik me in al die jaren geen raad mee wist.

Stilstaan bij hoe ik me voelde, ik kon het werkelijk waar niet, dat masker van vrolijkheid dat ik me had aangemeten deed vol verve zijn werk. Eigenlijk wist ik helemaal niet, dat er zoveel ellende diep van binnen verstopt zat. Doorstomen, dag na dag, en elke teleurstelling, elk heftig verdriet, daar stapte ik overheen. Ik moest zorgen en verzorgen, van mezelf dan he?! Geen tijd om dat alles ruimte te geven. Als ik er nu op terugkijk vind ik het vooral bizar, maar het werd als een tweede natuur, dat verstoppen.

Balanceren

Dat het uiteindelijk goed gekomen is met mij, ook daar had ik eigenlijk zelf geen hand in. Op een dag begon ik onbedaarlijk te huilen en dat stopte niet meer, ook zo bizar. Ik lag gevoelsmatig, van het ene op het andere moment, volledig op een hoop. Dus stapte ik naar de huisarts, en ging een keer met een psycholoog praten. In de jaren die volgden heb ik langzaam maar zeker die enorme puinhoop uit die ondergrondse bunker opgeruimd. Naar eigen inzicht, door te schrijven, veel te wandelen en te onderzoeken waar de pijn nou zat. Ik heb een aantal mensen vergeven, die me veel pijn hadden gedaan. Door me te realiseren dat zij ook maar mensen zijn, met hun eigen sores. Ook geen sinecure, maar wel erg lekker.

Zelfs na al die jaren heb ik soms nog steeds moeite om al mijn gevoel meteen te laten zijn, zeker de negatieve emoties kan ik maar moeizaam toelaten, ik vind het al snel geneuzel van mezelf. Dat balanceren blijft oprecht een ding. Dan bemerk ik ineens dat ik geïriteerd ben, of chagrijnig, en vraag ik me af waarom eigenlijk. Of voel ik een enorme stress in mijn lijf, of een overweldigend gevoel van angst. Maar ik leer om het voor even te laten zijn, leer te balanceren. Omdat het ook weer verdwijnt, als ik er maar even aandacht aan besteed, lang duurt het ook nooit, dat sombere, heerlijk is dat.

Een paar jaar geleden volgde ik een training, georganiseerd door mijn werkgever. En aan het slot van die training had ik een mooi gesprek met de coach die de training had gegeven. Ze vroeg me om feedback, en ik somde een aantal pijnpunten op die me tijdens de training waren opgevallen. Bij mezelf en bij anderen. ‘Jij bent inmiddels je eigen coach geworden, zei ze glimlachend, want je herkend exact waar het mis gaat, bij jezelf en bij een ander’. Ik grijnsde tevreden, mijn eigen coach geworden, als dat geen fijne gedachte is. Stiekem vind ik dat heel erg geruststellend voor de toekomst.

Hé nachtzuster

Ik voel de weemoed in mijn lijf, bij de gedachte aan alle nachtdiensten die ik ooit draaide. Want ik heb er ladingen mooie herinneringen aan. Maar ook de vermoeidheid van die tropenjaren ben ik niet vergeten.

Zeker toen de kinderen klein waren, en ik een jaar of zeven alleen maar nachten werkte, vond ik het razend pittig. Mijn allereerste nachtdienst werkte ik toen ik een jaar of achttien was. En toen voelde zo’n nachtje wakker blijven veel minder lastig dan dat het op latere leeftijd voelde.

Als ik door een donkere nacht richting het werk fietste, voelde al anders. De stilte van de late avond, tijdens de wintermaanden voelde ik dat extra, terwijl ik daar in mijn uppie langs alle donkere huizen fietste. Alsof ik alleen op de wereld was. De rust en de leegte op de locatie als je binnenstapte, omdat iedereen al in bed lag, gaf een hele specifieke sfeer.

Alleen in Heliomare was dat anders, toen ik daar nachtdiensten draaide zaten er altijd nog wel wat nachtbrakers in het rookhok te kletsen. Zeker op vrijdagavond was het vaak nog gezellig, met de revalidanten die niet op weekeindverlof gingen.

Pillen uitzetten voor de hele afdeling, op je tenen al die donkere kamers in om zorg te verlenen of te checken of het goed ging. In je uppie op de afdeling, en dat was soms razend heftig tijdens een calamiteit. Wondkarren bijvullen, een handje helpen op een andere afdeling en de klok vol hartstocht vooruit kijken rond een uur of vijf. Tijdens de nacht werken, is zo ontzettend anders.

Onregelmatig

In de zomer voelde het al veel minder erg, omdat het dan zo lekker vroeg licht werd, want dan leek die nachtdienst ineens veel korter omdat de zon al volop scheen. Snel overdragen en dan fijn naar je knusse bed, terwijl de rest van de wereld aan het werk moest, absoluut een favoriet moment. Het genot om dan tussen die lakens te schuiven, dat was pure zaligheid, en dubbel als je die laatste nachtdienst achter de rug had. In die tijd draaiden we vaak een reeks van zeven, en dan was ik zo blij als ik het weer achter de rug had.

Maar naarmate ik ouder werd, kreeg ik er meer last van, van dat onregelmatige leven. Slapen lukte na een nachtdienst vaak maar tot een uur of elf, dan wilde het gewoon niet meer. Na twee nachten werken was ik dan compleet gesloopt, met zo weinig uren slaap. Anders eten, ander ritme, anders alles, en alles onregelmatig. En dan weer terug naar ‘normaal’ als je de dag of de avonddienst in moest, ik moest steeds opnieuw zoeken naar mijn ritme. Het sloopte me volledig.

Ik vind het heerlijk nu, de regelmaat, en dat vaste ritme. Geen weekeinden of feestdagen meer, ook al had onregelmatig werken echt ook zijn charme, ik mis het niet. Ik heb al die jaren mijn steentje bijgedragen, en ik vind het zalig dat het achter me ligt. Tegenwoordig kunnen we, zodra het een beetje weer is, elk weekeind lekker met ons busje op pad. En dat voelt als een enorme rijkdom.

Een soap of realiteit?

Soms krijg ik idee, dat ik stiekem in een slechte soap ben beland. Dat we met zijn allen in een schijnwereld leven. Zoals in die film met Jim Carrey ‘The Truman Show’. Want ik begrijp het gewoon niet, dit alles wat er momenteel gaande is. Alles rondom corona, de bezuinigingen die op tafel liggen rondom de jeugd-en verpleeghuiszorg en alle vuiligheid rondom TVOH.

Er wordt ontzettend veel gezegd en geschreven over de politiek, over de coronamaatregelen en die aflevering van BOOS. Teveel, maar dat is mijn persoonlijke mening. Soms vraag ik me af waar dit waanzinnige gedrag vandaan komt. Steekpartijen onder jong, steeds jonger. Machtsspelletjes, patserige imago’s en dikdoenerij, het is naar een ieders hoofd gestegen als belletjes in champagne. En dan komt wederom dat gevoel van die soap naar boven.

Soap

Hoeveel schade levert dit op en wat bezield iedereen. Waar is oprechtheid en eenvoud gebleven. Waar is de balans in die verslaggeving, want sensationele koppen lijken de richtlijn te zijn. We worden allemaal gek gemaakt. Ik mis helderheid, daadkracht en prioritering.

De huidige waanzin in dat kikkerlandje van ons, het is filmmateriaal, het heeft alles in zich voor een fantastische soap 🙂 Dus lieve filmmaker, brei er maar even een fijn eind aan voor ons. En dan nog liever gister dan vandaag.

Als ik toch…

Ik weet het, ergens spijt van hebben is zonde van je tijd. Alsof je terug kan draaien wat al gebeurd is. Het is als jezelf dubbel pijnigen. En toch had ik afgelopen week oprechte spijt, ook al helpt er echt geen lieve moedertje meer aan. En dan heb ik het niet over een enorme tattoo of een mislukt kapsel, of spontaan ontslag nemen tijdens een ernstig melancholische bui van ‘ik vertrek of het roer om’.

Deze spijt lag meer in het genre ‘ik wilde dat ik er eerder mee was begonnen’. Ik las afgelopen week namelijk een artikel over een verpleegkundige die had meegeschreven, tijdens alle nachten dat ze bij haar patiënten waakte, en daar was een boek van gemaakt. Slimme verpleegkundige, en wat een prachtidee dacht ik meteen, zo jammer dat ik niet veel eerder ben begonnen met schrijven.

Dat ik het niet veel eerder durfde.

Gelukkig herinner ik me nog veel, want elke situatie en elk mens verschilde in de afgelopen jaren zo van elkaar dat het bleef zitten is in mijn hoofd. Maar ik ben er in al die jaren vast ook een aantal vergeten, dat kan bijna niet anders. Zo af en toe is er zomaar weer eens een herinnering, door een gebeurtenis of een andere sensatie. Dan zit ik weer helemaal bij die ene persoon aan dat bed, en herinner ik me indrukken of andere bijzonderheden. Gek is dat, hoe er in de loop der jaren steeds meer van terugkomt, in plaats van dat het verder wegsijpelt.

Maar er waren ook akelige situaties, en dat zijn de ervaringen die ik liever vergeet. Soms heeft sterven nou eenmaal weinig te maken met rustig en zachtjes dat leven loslaten. Je zorgt dan net zo goed voor de familie, die er vaak bij is, en dat is best pittig. Ik probeerde altijd mijn hoofd koel te houden, de klap voor mezelf kwam vaak later pas. Of niet, dan verstopte ik alles, diep weg in een laatje, en liet ik het liever met rust. Zo af en toe springt dat laatje weer eens open.

Verpleegkundige

De eenzame situaties waren wellicht wel het meest treurig, als er behalve mij niemand anders bij was. Of als er verder niemand bij wilde zijn. Met alle respect voor een ieders keuze. Aan dat soort beslissingen gaat vaak van alles vooraf. Die keuze maak je niet zomaar. Toch vond ik dat altijd extra pijnlijk, eenzamer.

Ik belde weleens naar familie, heel vroeg in de ochtend, omdat ik de schouwarts moest gaan bellen en dat het goed zou zijn als ze zouden komen. Uren zat ik daarna te wachten, terwijl de schouwarts allang weer vertrokken was, tot ik uiteindelijk na veel twijfelen toch nogmaals belde. Ze bleken zich weer te hebben omgedraaid om nog wat te slapen, terwijl ik stond te stamelen aan die telefoon. Van ontzetting, omdat ik het zo wreed en onbegrijpelijk vond.

Het voelt echt oprecht jammer, want er is zoveel verloren gegaan. Aan heel veel mooie, dierbare en bijzondere momenten. Al die prachtige verhalen die nog achter een deurtje in mijn hoofd liggen te wachten om te worden opgeschreven. Ik blijf af en toe even stilstaan, om nog wat van die momenten terug te halen. En ze op te schrijven natuurlijk. Zodat ik ze met jullie kan blijven delen 🙂

Ook zo’n last van ‘meh’…?

Door de bank genomen, ben ik nogal een enthousiaste. Een blij ei, wordt ik ook weleens genoemd, in de basis ben ik een heel positief mens. En dat is lekker. Komt ook doordat ik fan ben, fan van een passie hebben. Iets met volle overtuiging liefhebben, kan onmogelijk iets slechts zijn. Zolang je een ander er geen schade mee berokkend, dat voorop gesteld. Mijn blijheid komt ook voort uit een passie, uit meerdere zelfs. En elke dag wordt ik er blij van, van al die passies. Voor ons camperbusje en ermee op pad gaan, voor een fijn stukje schrijven, voor muziek, voor mijn mooie beroep. Al hoewel die oprechte drang om te schrijven, soms wel wat onhandig is, en ook regelmatig heel erg aanwezig op de meest onmogelijke momenten. Als ik ’s morgens naar mijn werk moet bijvoorbeeld, en dus geen tijd heb, of midden in de nacht als ik weer eens wakker lig. Dan verlang ik naar meer tijd en ruimte, om al die gedachten op te schrijven.

Maar ondanks dat hele blije, zijn er ook echt dagen dat ik een gevoel van ‘meh’ ervaar. Gisteravond nog zelfs, en dan onderzoek ik altijd even dat gevoel. Wat er aan de hand is( niks eigenlijk) en waarom ik dat zo voel. Schouderophalend kroop ik mijn bed in, morgen is het wel weer over denk ik dan. Vanmorgen las ik een prachtig artikel in de Times, precies daarover, toeval bestaat niet, serieus 🙂 Over dat ‘meh’ en waar het vandaan komt, dat heel veel mensen dat momenteel wel zo voelen, en hoe je die flow weer terug kan vinden. Door je focus op iets te richten, op één ding. En wederom niet toevallig denk ik dan, want vorige week ben ik begonnen met het schrijven van een boek, poging twee.

Boek schrijven

Sinds die eerste poging heb ik geleerd dat ik spontaner schrijf vanuit mijn gevoel. Dan vloeit het bijna, en ontstaat mijn verhaal bijna als vanzelf. Gevoelsmatig klopt het dan beter. Ik vind het zelf ook gek, maar zo is het. Dat eerste boek ga ik heus ooit nog eens afschrijven, anders is het zonde van al die plotlijnen en razend interessante wendingen. Maar iets moois schrijven is geen sinecure, en deze tweede poging gaat zo fijn. Ik droom ervan, om dat boek te schrijven, letterlijk zelfs soms 🙂

Als het lukt vind ik dat razend stoer van mezelf, dus ik ga een serieuze poging wagen. Deze keer heb ik een proeflezer, dat durfde ik voorheen ook niet. Maar ze wijst me op de details die in mijn hoofd helemaal logisch lijken, maar die in haar ogen te wazig zijn. Dat houd me scherp, want zelf lees ik gewoon soms over dingen heen, juist omdat het verhaal dat in mijn hoofd ontstaat zo volkomen duidelijk is. Maar die passie voor dat creëren, die groeit nog elke dag. Goed voor die flow, en om verlost te worden van die ‘meh’.

Ik vind het zalig, om een hele dag te schrijven, me daarin onder te dompelen. Dat verhaal, dat langzaam aan het ontstaan is, zou ik zelf ook graag lezen. Spanning, een beetje moord en doodslag, wat avontuurlijk gedoe en een drupje romantiek. De ideale mix wat mij betreft, en ik geniet van elke seconde, van elk woord dat ik op papier zet. Het eind is al geschreven, nu de rest nog, ik kan niet wachten om het af te maken 😉

Woest aantrekkelijk

De vrijdag is de fijnste dag van de week, in mijn ogen tenminste, en dat vind ik om meer dan één reden. Omdat het weekeind voor de deur staat natuurlijk, na een gevulde werkweek, maar de vrijdag is voor de liefste en mij ook vaak vertrekdag. En vertrekdag is zo ongelofelijk lekker. Afgelopen vrijdag was ook weer een vertrekdag, na het werk stapten we meteen in de auto, en twee uurtjes later zaten we middenin de natuur in het zonnetje. Die volle werkweek was meteen vergeten, want wat waren we lekker weg 😉

Nog een keertje teruggaan naar een eerder gevonden plekje doen we soms ook, maar nieuwe ontdekken vind ik echt het allerfijnste. Dat opgewonden gevoel en de nieuwsgierigheid naar een nog onontdekte omgeving, ik hou er zo van. Dit weekeind stond er een rasechte leukerd op het programma, dat hoopte ik tenminste. In Nederland op de bonnefooi op zoek gaan is in coronatijd echt lastiger geworden, dus deze camping was al uitgezocht en geboekt. Deze specifieke wordt door een oud collega gerund, samen met haar zwager Gidus, en ik wilde er al een hele poos een keertje heen. Maar rasechte leukerds zijn nou eenmaal regelmatig vol, en deze is oprecht wonderschoon. Meteen na aankomst voelde ik het lieflijke van deze plek, de sfeer, de kleinschaligheid en de algemene uitstraling, het is oprecht charme in het kwadraat. Woest aantrekkelijk, en dat is zeldzaam.

de gemeenschappelijke huiskamer

In het bos

Hier mag je zelf je plekje uitzoeken, geen afgebakend gedoe maar lekker lukraak. De camping ligt als een soort eilandje middenin het bos, en dat geeft zo’n leuke ambiance. De zon kan zijn stralen hier op elke centimeter kwijt, en hij scheen volop dit weekeind, superfijn was dat.

vroege ochtend

Het sanitair was tiptop, de vuurschalen die je bij je plek mag zetten zijn geweldig en voor de kleintjes is er een fantastische speelplek. En ook het bos nodigt uit tot wandelen en ontdekken, en voor de kinderen om te spelen. Met bruggetjes, stapstenen over beekjes en dikke touwen aan forse bomen.

klimtouw aan de boom

Voor de ingang van de camping ligt een vaarwater met een hele stoet aanlegsteigers, dus met een bootje kan je hier ook uit de voeten. De gezamenlijke huiskamer vind ik echt een vondst, met fijne zitplekken en een kookgelegenheid. Met minder weer zal het zalig zijn om er te schuilen. Alhoewel er dit weekeind ook al volop gebruik van werd gemaakt 🙂

kampvuur in het bos

Zo dicht bij huis, en toch zo heerlijk weg, al dat groen om je heen is zo zalig. Die eerste avond was het razend koud, maar wij zaten gezellig bij ons kampvuur een wijntje te drinken. De lucht was helder, en omdat er geen kunstlicht is, kan je zalig sterren kijken, echt fantastisch. We genoten van heel veel vogels, van wandelingen door het bos, van de rust en ’s nachts van de absolute stilte.

Moet ik nog zeggen dat dit een pareltje is? Vast niet, het is er niet voor niks regelmatig volgeboekt. Want ook de accomodaties zijn enorm verleidelijk. Twee nachtjes was echt te kort, er viel nog veel meer fraais te ontdekken. Maar wij hebben weer een fijne aan ons lijstje toegevoegd. Komend najaar gaan we ongetwijfeld nog een keer op herhaling, richting deze parel.

Perfect kamperen

Dat wij geen spijt hebben van de aankoop van onze buscamper, a.k.a ons schatje 🙂 is bij de meeste van jullie inmiddels wel helder. Daar wind ik geen doekjes om, geen enkele. Maar waarom zijn we zo dol op dat ding, dat is voor sommigen van jullie wellicht niet helemaal duidelijk. En dat licht ik dus met liefde toe.

Wat ik eigenlijk altijd een minpunt vond van op vakantie gaan, is de kwaliteit van het bed waar je een poosje in slaapt. Want fijn slapen is razend belangrijk. Vind ik tenminste. Dus als ik logeerde in een accommodatie waar het bed ruk is, om het maar lekker direct uit te drukken, drukte dat een behoorlijke negatieve stempel op die fijne, vaak dure vakantie. Dat is dus voordeel één, buiten dat ik heerlijk hoog boven de grond lig, lig ik ook nog eens fijn in mijn eigen bedje. Want dat heerlijke matras heb ik er zelf in gelegd. Eigen kussen, eigen dekbed, eigen beddengoed. Elke avond kruip ik dus zalig in dat fijne knusse holletje waar nog nooit iemand anders in heeft gelegen, groot voordeel.

Ons busje is zalig compact, en dat maakt het reizen en het rijden zo ontspannen. Ik zit als een prinsesje in dat ding, ruimte zat, dus dat lange lijf heeft een comfortabele plek. En bij die fijne bakker onderweg, zetten we hem heel simpel langs de kant van de weg. Wij zijn fan van een zoetje onderweg, en een krakend vers frans stokje slaan we ook niet snel af. Genieten zit soms in hele eenvoudige dingen, bij ons wel tenminste.

Ontspannen

Het neerzetten van dat busje op die kampeerplek is ook lekker simpel. Luifeltje eraan, stoeltje ervoor en klaar is Clara. Geen omslachtig gedoe met tentstokken en dat soort ingewikkeld gepuzzel, snel en ontspannen. Ook al deden we dat jarenlang met veel plezier hoor, maar dit is zo vreselijk lekker, hadden we jaren eerder moeten bedenken! Want we zijn ook binnen no time weer onderweg, naar nieuwe plekjes die wachten om door ons te worden ontdekt. Geen enorme tenten die afgebroken moeten worden, en die lading spullen paste ook nooit zo lekker zoals het op de heen weg paste.

Onder ons bed staan een paar kratjes met wat kookartikelen, wat boodschappen en uitgekiend paniekvoedsel (indien er geen super in de buurt is) De koelkast staat achter mijn stoel, onderweg lekker dichtbij om iets te eten te maken, en samen hebben we nog een kratje kleren. Er gaat nooit veel mee op vakantie, in dat kratje kleding zitten een shirtje, een korte broek en een bikini. Zodra ik een hoop lagen kleding aan moet, is het tijd om te verkassen. Had ik al gezegd hoe lekker rap dat gaat met zo’n busje? Waardeloze plek? Verkassen. Tegenvallende camping? Verkassen. Ballenweer? Verkassen. Gewoon zin in een andere omgeving? Je raad het al, verkassen.

Ja, het is soms een tikkie krap, en soms is het een beetje behelpen omdat we weinig ruimte hebben. Maar dat is ook de charme van dat kamperen met dat fijne busje. En de vrijheid en dat enorme relaxte, dat is waarlijk onbetaalbaar!