Eeuwige spagaat

Het bedompte van de kleine krappe badkamer overvalt me, zoals altijd, elke dag opnieuw. Buiten vriest het, hierbinnen is het standje Sahara. De vochtige warmte is benauwend en voorzichtig zet ik de badkamerdeur op een kier, het beetje frisse lucht is zalig. De oude dame mompelt wat, vergenoegd zit ze op het plastic stoeltje te genieten van de warme waterstralen op haar huid. Ik was haar behoedzaam en negeer de zweetdruppeltjes die zich langzaam in mijn nek vormen. Ook al heb ik mijn lange haar omhoog gebonden, de klamheid kruipt onherroepelijk over mijn hele lijf en in mijn kleren.

In mijn linkerzak roept mijn pieper onophoudelijk dat ik op moet schieten, ik sta alleen in zorg voor deze hele verdieping vandaag. De bezetting was al veel te krap, en mijn collega is helaas ziek geworden, invallers zijn er niet. Dus doe ik het alleen vandaag. Alweer. En de hoeveelheid taken blijft precies hetzelfde, daar valt niks van te schrappen of vooruit te schuiven.

Zonder de oude dame op te jagen probeer ik haar voorzichtig te motiveren om onder de douche vandaan te komen. Het voelt oneerlijk, juist omdat ze zo ontzettend geniet van die fijne straal maar ik moet verder, tien minuten geleden al. Terwijl ik de douche dichtdraai gaat mijn triage pieper. Dat betekend een noodgeval en omdat ik de enige verpleegkundige ben moet ik erheen.

Nu meteen welteverstaan.

Werkbalans

Ik sla een handdoek om de oude dame, bel met mijn telefoon een collega en sommeer haar om nu naar me toe te komen. Ik kan mw niet alleen laten in die natte badkamer maar ben ook ergens anders nodig. Gevoelsmatig zit iedereen op me te wachten. Het blok in mijn maag wordt groter en de zweetdruppeltjes beginnen langzaam een weg te zoeken naar beneden. Mijn huid is klam en mijn kleding vochtig van de stoom en dan is de dag nog maar net begonnen.

Na veel teveel minuten stapt er een collega de badkamer in en ren ik naar buiten, opgejaagd en nerveus.

Het is een korte schets van de ochtenden waar ik als verpleegkundige zo op stuk liep en waardoor ik een poos opbrandde. Ik stapte vol overtuiging uit de zorg omdat ik op was. Ik kon niet meer verantwoorden voor mezelf dat ik zo moest zorgen. Niet omdat ik niet meer dol was op mijn vak, maar misschien juist omdat ik zo dol ben op mijn vak.

De werkbalans was zoek. De hoeveelheid openstaande diensten bleef groeien en het ziekteverzuim was eeuwig voortdurend. Door al het ‘gedoe’ leek zorgen voor een ander bijzaak, alle rompslomp eromheen slurpte alle energie op. Misschien was het eenvoudigweg tijd voor mij om plaats te maken, was ik niet krachtig genoeg meer. Het afscheid nemen heeft me enorm veel tranen gekost, maar ik ben nog dagelijks dankbaar dat ik die stap opzij heb gezet.

Door de werkbalans van de functie die ik nu bekleed. Want alles wat ik nu doe is net zo goed zorgen voor, maar dan net een tikkie anders 😉

Masker van ongenaakbaarheid

Verdwalend in mijn gedachten verschuil ik me
Voor de waanzin van de wereld, die dwaasheid die me raakt
Mijn wanhopige zoektocht daar buiten
Naar wat een mens, een mooi mens maakt

Vind ik rust in stilte, in steeds opnieuw ontsnappen
Ontworstelend aan dat wat negatief kleeft
Als een vlinder, zoekend naar het licht
Ontpopt de vrijheid die diep van binnen leeft

Onpeilbare liefde en leven, het borrelt en bruist

Overweldigende kwetsbaarheid, de onmacht van mijn hunkering

Naar huid op huid, aanraken en ontmoeten

Ontsnappend aan de frustratie die erbinnen huist


Geef ik me onvoorwaardelijk bloot
gooi ik mijn masker voor altijd in de goot

Suggestie en stemmingmakerij

Vanmorgen vroeg, terwijl ik met mijn eerste kop zwarte koffie nog lui wat in mijn bedje lag te soezen, opende ik in mijn maandagochtend onschuld de digitale krant. Mijn oog viel direct op een suggestieve titel: ‘De Nederlandse vrouw geeft haar lichaam te snel weg’. Pardon? Meteen wakker, vanzelfsprekend, ik had geen tweede kop koffie meer nodig. Deze Atria-directeur vond dat tenminste, die vind dat westerse vrouwen te snel sex hebben. ‘Liever geen sex op de eerste drie dates’ zegt zij. En tja, daar vind ik wat van, natuurlijk.

Ik heb maar weinig op met de manier waarop er momenteel artikelen in de digitale kranten worden geplaatst, daar maak ik geen geheim van. Ik stoor me mateloos aan alle suggestieve titels en gekleurde berichten, en het meeste sla ik vol overgave over. Er zijn zelfs dagen dat ik helemaal geen poging doe, want wat ik voorgeschoteld krijg is vaak nutteloos en heeft bijzonder weinig met nieuws te maken. Daar zou ik dieper op in kunnen gaan en er vervolgens een gezellig stukje over kunnen schrijven. Doe ik niet, slecht voor mijn humeur. Hartstochtelijk negeren en af en toe een teleurgestelde zucht slaken is meer dan genoeg aandacht, mijn zelfverkozen bijnaam is niet voor niets’ Cynthia rollende ogen’ 😉

Dat de titel vanzelfsprekend bedoeld is om nieuwsgierig te maken is overduidelijk, de krant wil lezers naar zijn betaalartikelen trekken en luisteraars naar zijn podcasts. Elk nieuw abonnee is van harte welkom, ik snap het allemaal best. En tijdens dat proces ga je nogal eens voorbij aan wat gangbaar en volkomen normaal is ‘bij ons in het westen’. Wat volkomen normaal zou moeten zijn tenminste. Want dat met die kop de indruk wordt gewekt dat wij westerse vrouwen ’te snel ons lichaam weggeven’ vind ik een regelrechte belediging. Want was is te snel? In wiens ogen dan?

Eigen keuze

Elke volwassen vrouw mag dat heerlijk voor zichzelf beslissen, en alleen haar eigen gevoel is daarbij leidend. Die heilige eigen keuze. Zij bepaalt wanneer en met wie, en er is absoluut niemand die daar iets van heeft te vinden. Derde date, dertigste date of de allereerste, lekker belangrijk. Dat besluit neem je zelf. Voelt het goed dan voelt het goed. Tegenwoordig mag je oprecht genieten van een stomende vrijpartij wanneer je dat zelf wil. Over mannen die te snel hun lichaam weggeven lees ik trouwens niks, vanzelfsprekend niet. Wederom vervallen we weer in dat eeuwige stereotype, de horror!

Toen ik jonger was liepen we op het strand met zijn allen topless, vond niemand iets van. En nog steeds zie ik het, voornamelijk bij vrouwen van mijn generatie welteverstaan. Tegenwoordig is het ‘not done’ heb ik me laten vertellen door de huidige generatie jong volwassenen. Maar wederom, eigen keuze, wie zich eraan stoort kijkt maar lekker de andere kant op. Net als ‘je lichaam weggeven’, wat echt achterlijk klinkt trouwens, want dat lijf blijft echt gewoon van jezelf hoor.

Het is vooral jammer dat dit soort suggestieve nonsens de krant haalt, en ik laat me weer op de kast jagen natuurlijk. ‘Lekker zuur hoor Cynt’ denk ik dan bij mezelf, laat het gewoon. Ik hoop vooral dat ‘wij in het westen’ lekker blijven doen waar heel veel vrouwen jarenlang keihard voor gestreden hebben, voor die gelijkheid, van elk mens. Man, vrouw, onzijdig, paradijsvogel, jong of oud. Maar voorlopig valt daar nog wel wat winst te behalen.

Een waaier van diversiteit

Ik ben een schrijver, en daar ben ik retetrots op. Het duurde even, voor ik die woorden in mijn mond durfde te nemen in associatie met mezelf maar inmiddels doe ik het gewoon. Ik ben ook moeder, verpleegkundige, geliefde, dol op muziek en dansen, zelfs als ik wandel, ook dol op engelse detectives en knuffelen. Ik heb een absolute blinde vlek wat betreft mijn eigen kledingkeuzes, maar ik heb voelsprieten voor sfeer en wat andermans gevoelens betreft kan ik tussen de regels door luisteren. Al mijn hele leven worstel ik met mijn lange, verre van platte lijf. Ik ben een waaier, een verzameling van kwaliteitjes, eigenaardigheden, worstelingen en leukigheid. En zo zie ik ieder mens in deze wereld, als een bundeltje van van alles.

Wellicht teveel versimpeld maar zo kijk ik graag naar de wereld en naar iedereen die op deze aardbol woont. Iemands gedrag zegt meer over een persoon dan een seksuele voorkeur, politieke voorkeur of welke andere voorkeur dan ook. Mits je een ander mens geen schade berokkend zal het mij verder een zorg zijn wat je met je leven doet.

Gister stond in de krant dat er aparte lhbti parkeerplaatsen waren gemaakt in een Duitse stad, over hokjes gesproken. ik denk dan alleen maar ‘waarom’? Net zoals we kleding en toiletten gender neutraal moeten worden gemaakt, wederom ‘waarom’? Waarom willen we iedereen zo ontzettend graag in hokjes proppen, er labeltjes aan hangen en ter goedkeuring afstempelen? Al die prachtige, flamboyante, excentrieke paradijsvogels op deze wereld ringeloren, we zijn mensen, punt. Zorg dat elke toilet toegankelijk is voor iedereen, zonder stempeltjes, stickers en voorkeuren. Zet gewoon een maat in kleding, wie wat aantrekt moet diegene lekker zelf weten. Zonder uitgesproken poppetjes of tekentjes, lijkt me ruim voldoende.

Gender neutraal

Ik vermoed vooral dat ze anders niet weten hoe ze hun marketingcampagne vorm moeten geven of hoe ze ergens slaatjes uit kunnen slaan. En maar roepen, kijk mij eens onbevooroordeelt zijn. Om heel eerlijk te zijn, ik wordt er een soort van moe van, van al het gedoe. Zonder iemand tekort te willen doen, vooral dat, maar willen we nou echt voor iedereen een apart labeltje bedenken? Maak dan maar aparte parkeerplaatsen voor mensen die niet kunnen inparkeren of voor jonge gezinnen die een lading troep mee moeten sjouwen, als je dan toch iets bijzonders wil doen 😉 Groepen uitsluiten of bevoordelen is meestal olie op akelige vuurtjes en je bereikt ongeveer het tegenovergestelde. We zijn allemaal bijzonder en eigenaardig tegelijk.

Ik hoop vooral hartstochtelijk dat ik in geen van die hokjes pas of in een hele hoop tegelijk. Ergens bij horen is iets heel anders dan in een hokje gestopt worden. Laten we het lekker eenvoudig houden. We zijn allemaal mensen met een waaiertje van prachtige eigenschappen die ieder van ons bijzonder maakt, zonder uitzonderingen. Dat zou toch wat zijn, als dat het uitgangspunt is 😉

Lekker gezond koken

Ik ben absoluut geen keukenprinses maar ineens stond ik afgelopen week iets nieuws te proberen, met boerenkool en spruitjes notabene. ‘Sta ik hier nou gewoon een beetje keukenprinses te zijn’, dacht ik bij mezelf, wonderbaarlijk maar waar. Het is oprecht leuk om nieuwe recepten uit te proberen, ook al was die eerste poging om de curry van Chantal na te maken een tikkie teveel van het goede, een Madame Jeannette of wat teveel zelfs 😉 Maar als ik lekker in mijn vel zit en ruimte heb in mijn hoofd dan lukt dat uitproberen prima. Het gaat een beetje op en af, soms ontbreekt de zin of de energie. Afgelopen week lukte dat buitengewoon, dat uitproberen.

Vroeger vond ik er zelfs geen fluit aan, aan dat koken. Ik bleef een beetje in hetzelfde hangen toen de kinderen klein waren. Onze meiden waren totaal verschillend in wat ze wel en niet lusten. Koken vond ik dus een noodzakelijk kwaad, een mens moet wel eten tenslotte. Maar Masterchef Australia heeft daar absoluut verandering in gebracht. Zomaar onverwacht bleek ik best te kunnen koken, vanaf een recept hoor, dat vooropgesteld, maar toch.

Want dat sterke geheugen van mij bleek tijdens zo’n uitzending razend handig. Ik schreef mee terwijl zij kokkerelden, maar ik onthield tegelijkertijd ook hoe het werd gemaakt. Wanneer ze wat deden of toevoegden en alle tussenstapjes. Ik was er zelf oprecht verbaasd over, dat ik dat kon. En toen ik dus zelf iets na ging maken smaakte het zowaar, zo geinig.

Nieuwe recepten

Na jaren met frisse tegenzin steeds een beetje in hetzelfde cirkeltje te hebben gekookt, ging ik zo af en toe iets anders koken. In mijn verdediging: ik heb jaren wisseldiensten gedraaid en zeker tijdens die nachtdienstjaren was er maar weinig waar ik energie voor had naast de zorg voor mijn gezin. Nu is er meer balans en ruimte voor mezelf.

Ik ontdek nog steeds nieuwe receptjes maar er zijn ook een paar, van Gary uit een aantal Masterchef afleveringen, die ik nog steeds maak. Dat komt ook door de liefdevolle sfeer van die show en de schoonheid van dat pure programma. Het wakkert mijn enthousiasme aan, maakt dat ik ook iets lekkers wil maken. Geen geniale hoogstandjes zoals zij dat doen, maar wel lekker genoeg om die pan uit te likken 🙂

Mijn favoriete kookboek

Zoek je nog een toptip? Het boek ‘De wereldse bakplaat’ vinden wij oprecht geweldig en zeer divers. Daarin speuren we regelmatig naar een nieuw idee om eens iets anders te koken. Simpel en smaakvol. En dat recept met boerenkool, pasta en spruitjes? Hoe gruwelijk het ook klinkt, het was oprecht zalig 😉

Hunkerend naar goedkeuring

Het grootste deel van mijn leven leefde ik hunkerend naar goedkeuring. Dat zag ik toen niet goed, dat ik dat naarstig zocht, dat soort inzichten krijg je vaak pas achteraf. Maar de mening van anderen over mij en mijn leven kleurden mijn eigen gedachten over mezelf. Raar maar waar. Het duurde een hele poos voor ik mezelf omarmde, en me realiseerde wie ik eigenlijk was. Jezelf accepteren vergt naar binnen keren en ik kon dat niet goed. Het leven is soms ingewikkeld.

De tijd dat ik met een schuin oog naar anderen keek omdat ik ‘ook zo wilde zijn’ liggen gelukkig inmiddels ver achter me. De bewondering is er nog hoor, voor talenten of mooie eigenschappen, maar ik zie ze inmiddels ook bij mezelf. En de mindere accepteer ik nu met een vorm van mildheid.

Hoe graag wilde ik altijd een tikkie mysterieus en weergaloos zijn. Nu moet ik erom grinniken, want als ik iets niet ben is het dat wel. Van dat mysterieuze zou ik alleen maar zenuwachtig worden. Ik ben eenvoud denk ik weleens. Ik wordt blij van de kleinste dingen, en van alleen zijn en uren wandelen, het is een steeds aanwezig verlangen naar rust en stilte. Niet omdat ik niet van mensen en gezelligheid houd, maar omdat het zo lekker prikkelarm is. Geen ingewikkeld gedoe, pijnlijke gesprekken of ongemakkelijke stiltes, alleen maar ‘zijn’ en bewegen. Ik weet dat ik een beetje ’to much’ ben bij tijd en wijle, door dat hele enthousiaste, ik voel de rollende ogen soms. Maar dat borrelende blij diep van binnen heeft een uitlaadklep nodig. Daar heb ik me veel te lang voor geschaamd, voor alles wat ik ben en vooral ook voor wat ik niet was.

jezelf accepteren

Stukje bij beetje leerde ik wat bij me pastte, ook door die grenzen die ik meer dan eens passeerde. Ik durf ze inmiddels aan te geven, om vol overtuiging de keuze voor mijn eigen zelfbehoud te maken. Vroeger vond ik dat ik alles moest doen wat er van me werd verlangd. Hunkerend naar waardering die maar niet kwam, passeerde ik grens na grens.

Het voelt vrij, dat jezelf accepteren. Verre van perfect maar wel, leuk. Positief, liefdevol, vol zelfspot en krachtig, ik kan een rots zijn als het moet. Dat hart van mij is grenzeloos, en razend vol liefde. En ik kan ontzettend suf zijn, mal zelfs, irritant, niet politiek correct en een tikkie onhandig. Mijn directheid, daar moet ik zelf soms ook van slikken. Dat hunkeren heb ik losgelaten. Ik ben tevreden, dacht ik vanmorgen, tevreden met niks. Ook al google ik met enige regelmaat ‘landelijk huisje’ of ‘werken in een desolaat gebied’. Ik blijf wel Cynt natuurlijk 😉 Maar in de huidige waanzin moet ik proberen die tevredenheid te blijven zien. Zoals in de tekst van dat fijne liedje: Wat is er meer dan de zon die mijn lichaam verhit en de tijd die ik bezit. Zonde, om je dan druk te maken over het geneuzel van een ander 🙂

Helemaal alleen

Het is guur buiten en in gedachten loop ik het korte stukje naar het adres waar ik die nacht zal waken. Het huis waar ik moet zijn ligt dicht bij mijn eigen paleisje, maar onze werelden liggen mijlenver uit elkaar.

Ik bel aan en een tiener doet de deur open. Pas zeventien jaar is hij, zijn broer is negentien. Twee tienerjongens in hun trainingspak, pukkels in het gezicht, petje scheef op hun jonge koppies. De wreedheid van deze situatie beneemt me de adem. Haar bed staat prominent in de kale kamer, de eetkamerlamp hangt er gedeeltelijk boven en het felle licht is kil en wit. Er is geen welvaart in dit eenvoudige huurhuis, de spaarzame meubels staan wat verloren in de ruimte. De overduidelijke armoede is schrijnend. Ik voel de weerzin in mijn lijf, die weerzin die ik de hele dag al voelde toen ik dit adres door kreeg. Ik ben altijd onrustig als ik moet waken bij een jong gezin, want de beelden zijn van een heftigheid die altijd onder mijn huid kruipt. En ook nu weer zegt één beeld wel duizend woorden.

De jongens kussen hun moeder welterusten en gaan naar bed, morgen is het weer ‘gewoon’ een schooldag. Ik kijk ze na terwijl ze samen de kamer uitlopen, de smalle gebogen schouders waar zoveel leed op rust. Hun vader kennen ze amper, die woont zelfs niet in hetzelfde land als deze twee jongens. Er is geen liefdevolle opa of oma, geen netwerk waar op terug gevallen kan worden en ze zijn te jong om financieel op eigen benen te staan. Deze twee staan al drie-nul achter in het leven en dan moet dat van hun eigenlijk nog beginnen.

Armoede

De rest van de nacht zit ik naast haar bed. Zelf heeft ze maar weinig zorg nodig zegt ze, ze is vooral bezig met de zorg voor haar kinderen. Al haar energie besteed ze aan haar jongens en aan ‘hoe verder, straks’. De scherpte van sommige levens is oprecht onmenselijk. Want waar sommigen alles schijnbaar cadeau krijgen tijdens hun bestaan, blijft dit gezin maar weinig bespaard. Hun leven staat bol van armoede en verlies. De paar nachten die ik naast haar bed zit geef ik alle warmte die ik in me heb, luister ik vooral, ik kan veel te weinig doen. Een week of vier later overlijd ze, thuis in alle rust, met haar jongens naast haar bed. Niet veel later verhuisden zij naar een tante, ver van de plek waar ze thuis waren. Extra pijn er bovenop gestapeld.

De afgelopen weken las ik er regelmatig over, over jong volwassenen die hun thuis moeten verlaten na het overlijden van hun vader of moeder. Vorig jaar nog overkwam het Sam, de zoon van een oud-collega, toen zijn moeder veel te jong overleed. Extra pijn bovenop al het leed dat er al is.

Naast alle wachtgeldregelingen voor politici en allerlei gesuikerde regelingen voor diplomaten zou het ook oprecht prachtig zijn als we een vangnet creëren voor deze kinderen. Een liefdevolle financiële handreiking. Zodat hun thuis ook gewoon hun thuis mag blijven na het overlijden van hun pap of mam. Hun leed is dan tenslotte al groot genoeg. Goed idee toch?

Ik schreef een boek over al mijn zorgervaringen en goot er ruim 30 jaar ‘zorgen voor’ in. https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

Vertragen

Ik ben dol op de eenvoud van het leven, maar het duurde wel even voor ik de rust had om het te zien. Er waren genoeg jaren dat ik werd verslonden door alles wat ik nog wilde bereiken. Ik vergat rustig na te denken over wat ik nou eigenlijk aan het doen was, ik draafde en ik draafde maar door. 

Meer, anders, beter, ik vergat te zien wat er al was.

Ik herken het inmiddels bij mezelf, dat doordraven, en soms sluipt het nog steeds stiekem dichterbij. Dan betrap ik mezelf op chagrijn, of gemopper, en voel ik irritatie bij mezelf. Dan is er ’te veel van alles’ wat niet goed voor me is. 

De rust opzoeken is dan mijn enige remedie.

De huidige tijd leent zich er absoluut voor, om over je toeren te raken of verslonden te worden door negativiteit. Er is bijna geen ontkomen aan alle prikkels. Stemmingmakerij en gekte vieren hoogtij. Logisch dat veel van ons zich mee laten slepen. En dan doel ik ook op alle haat die online lukraak wordt uitgebraakt. Ik heb er in mijn hoofd al duizend keer een scherp stukje over geschreven. En steeds opnieuw besluit ik het niet te doen. Ik wil me niet over geven aan de dwaasheid van onze huidige tijd. Ik volg liever mijn eigen gevoel, houd begrip voor iedereen, en hoop oprecht dat iedereen dat houdt. 

We verliezen elkaar als we dat niet doen, en wat voor wereld wordt dit dan?

Eenvoud

Ik weet wel dat ik me wat dat betreft zo langzamerhand steeds minder thuis voel in onze huidige maatschappij. Dat lukraak beschadigen van mensen, links en rechts. 

Die zogenaamde vooruitgang van de huidige tijd voelt veel te vaak als achteruitgang. 

De afgelopen weken waren we heerlijk op zwerftocht, en ik heb echt absoluut niks gedaan. Gewoon niks. Plaatje geschoten, tukkie gedaan, potje ping-pong gespeeld, boek gelezen. In de middag trok ik nog maar eens een fles rosé open. Wat ik vooral niet heb gedaan is die krant lezen, en ook social media heb ik veelal ontweken. En het was zalig. Weken van eenvoud en van zalig buiten zijn. Alleen lastige sprinkhanen om me druk over te maken 😉

Het is pure rijkdom, dat voel ik in mijn hele wezen. Gaan en staan waar ik wil. 

Vrijheid.

Terug naar de eenvoud, mezelf her-ijken. Ik ben zo dankbaar dat ik het kan. Mijn energie bruist weer, ik voel het stromen. 

Japie, the sequel

Voor iedereen die weleens kampeert zijn beestjes en ongedierte in tent of caravan een welbekend verschijnsel. Deze vakantie, en meerdere vakanties voor deze, worstelde ik met het zogeheten ‘sprinkhanen fenomeen‘, ze bleven steeds maar overal opduiken. Ik was nog maar net bekomen van de schrik van dat malle beest in mijn favoriete wc-hokje, toen ik hem diezelfde avond weer terug vond in de nok van ons vouwdakje. Collectief brein, ik was overtuigd inmiddels 😉

Wederom werd hij er vol overgave uit gebonjourd, vanzelfsprekend. Maar de volgende ochtend zat hij gewoon weer met een uitgestreken gezicht op mijn gezellige gordijntjes. Ik was niet eens meer verbaasd, niet meer echt tenminste. Linkmiechels dacht ik alleen maar, jullie krijgen me niet gek, wacht maar.

Diezelfde dag vertrokken we weer richting Nederland, er werd hoog water verwacht van die fijne rivier waar we naast stonden, dus was het hoog tijd om te verkassen. Maar niet voor ik alles nog eens extra had nagelopen. Ik was er van overtuigd dat ik mijn tijdelijke huisje ‘ontsprinkhaant’ had. Tijdens de reis grapte ik nog gekscherend tegen de liefste. ‘Zal je zien, maak ik onze tas met wasgoed open, komt hij weer tevoorschijn’. De liefste knikte grijnzend, dat zou namelijk echt iets voor mij zijn, gezien het verloop van deze sprinkhaan soap.

Ongedierte

De uren regen zich aaneen, tijdens die reis naar huis, en na een lange dag in de auto werd het alweer donker buiten. Fijn weer bijna thuis, dacht ik bij mezelf terwijl ik iets voelde kriebelen bij mijn arm. Ik verlies nogal eens een lange blonde haar dus kriebels van losgeraakte haren zijn me niet echt vreemd. Lichtelijk afwezig en vermoeid draaide ik me half om, om die haren van me af te vegen. En daar, pontificaal op het randje van mijn armleuning, zat Japie.

De hufter dacht ik meteen, die smerige linkmiechel heeft het gewoon gepresteerd om mee te liften. Hij lachte, heel smerig, terwijl hij daar gewoon wat zat te zitten. De liefste moest lachen,’hij vind je gewoon leuk’, maar ik was not amused. Na twee pogingen, want ja het springt, zo’n sprinkhaan, heb ik hem richting de snelweg gestuurd. No mercy, ik was er helemaal klaar mee, met dat sprinkhanen gedoe. Alleen een beetje jammer dat ik de rest van de weg overal kriebels voelde 🙂

Japie

Ik heb tijdens mijn franse kampeeravonturen iets van een historie opgebouwd met sprinkhanen. Vorig jaar hebben we een sprinkhaan na een week of vier nodeloos wegjagen maar een naam gegeven, maar ik ben er dus alert op. Tijdens het opruimen van onze opblazer kwam ik er weer eentje tegen, die zwierf al een paar dagen rond onze kledingkist, ik gok een grote broer van onze verstekeling van vorig jaar. Maar ik hield hem strak in de smiezen, en onze kledingkist hermetisch gesloten, dit jaar gaf ik ze geen kans. We hebben hem met enige egards ‘de tent uit gejaagd’. Ha, die was mooi uit de buurt, ik glom van blijdschap.

Na een zalige warme dag begonnen we gisteravond aan onze vaste ‘slaapkamerinspectie’. Overdag staan de deuren van ons volkswagenbusje lekker open. Een beetje frisse lucht in de slaapkamer kan geen kwaad tenslotte, maar er vliegt gedurende de dag dus ook van alles naar binnen. Dus lopen we voor het slapen gaan alles nauwgezet na. Bij sein veilig sluit ik onze hor en kunnen we plat. Je raad het al, een nazaat van Japie zat in mijn geel-wit geblokte gordijntjes. De liefste bonjourde hem resoluut naar buiten en we sloten de tent. ‘Opzouten’ riep ik hem nog opstandig na, want dan ben ik wel stoer, als ze eenmaal uit het zicht zijn 😉

Sprinkhaan

Middenin de nacht riep die welbekende roep der natuur me luidkeels mijn warme bedje uit. Genietend van een waanzinnige sterrenhemel sukkelde ik richting sanitairgebouw. Nu heb ik nogal een malle afwijking, ik stap het liefst altijd hetzelfde hokje in. Terwijl mijn hand halfslaperig naar het slot reikte slaakte ik een, hopelijk damesachtig, gilletje. Die enorme weggejaagde rotzak zat geniepig op het slot genesteld. Ik vermoedde vuil spel maar ja, bewijs het maar eens, die sprinkhanen zijn wat dat betreft echte linkmiechels. Toch was ik achterdochtig omdat hij precies in ‘mijn’ hokje zat. Volledig wakker geschud vluchtte ik snel een andere in.

Terwijl ik nog aan het bekomen was van de schok stapte ik even later het hokje uit. Middenin het gangpad zat hij me doodstil op te wachten. De gedachte dat er een algeheel collectief brein achter die hele sprinkhanen kolonie zit werd in mijn gedachten steeds realistischer. Met een grote boog liep ik om hem heen en argwanend achterom kijkend kroop ik mijn warme bed weer in.

Gelukkig gaan we morgen richting huis. Nadat ik alles nauwkeurig heb gecheckt natuurlijk, ik neem mooi geen enkel risico meer 😉