Nieuwsgierig!

Ik vond het toch weer een soort van spannend, ook al stelt het geen fluit voor natuurlijk, dat vooropgesteld. Maar ik hoorde het tromgeroffel al in mijn hoofd. Tadaaaa, daar gaat ze hoor, benieuwd wat er nu weer gebeurd. Mijn belevenissen tijdens ziekenhuisbezoekjes, kenmerken toch wel een tikkie mijn sufheidjes hier en daar.

Ik had me dus op voorhand voorgenomen, de voorbereiding deze keer vooral rustig te doen. Geen gehaast meer, geen oude leggings, en vooral geen gruwelijke vertoningen. Zodat ik deze keer niet, als gevolg van dat getrut, met het schaamrood op mijn kaken zou liggen wachten op die foto. Ik zou ruim op tijd richting dat ziekenhuis rijden, de avond ervoor al weloverwogen een setje kleren neerleggen, en in de ochtend niet nog even een lading klussen af willen handelen. Ik was razend trots op mezelf, al die goede voornemens, dat moest toch ook een positieve uitslag geven. Of op zijn minst iets moois doen voor mijn karma 🙂

Voorbereiden

Keurig op tijd was ik op de plek van bestemming, en het maken van de foto’s verliep redelijk wel. Ik werd overduidelijk geholpen door een leerling, en hij voelde zich razend ongemakkelijk. Schutterend, stamelend en razend onhandig, leek hij dat voorbereiden voor mijn onderzoek volkomen vergeten te zijn. Al snel nam zijn mentor het over, en de irritatie over zijn fouten hing loodzwaar in de lucht, zijn dinsdag begon een stuk minder fijn. Terwijl ik me achter een dichte deur vervolgens weer aan stond te kleden, hoorde ik in geuren en kleuren de enorme uitbrander die hij kreeg. Oef, dat arme schaap. Soms is het echt razend pittig om leerling te zijn, en daar weet ik alles van. Er zijn zoveel momenten geweest, dat ik me ook heel onzeker en waardeloos voelde, onder dat enorme vergrootglas.

Maar goed, ik heb het weer gehad. En nu maar hopen op goed nieuws. Vrijdag hoor ik het. You’re stone has left de building. Jemig ik hoop het! Duim je mee?

Oneerlijk

Lieve collega, gister moest je het leven loslaten. Door dat zinloze en verwoestende rotvirus.

We gaan allemaal dood, ik weet het. En je moet ergens aan dood gaan, weet ik ook. Maar dat maakt het echt niet minder verdrietig, want je was nog veel te jong. En er is al zoveel geweest, aan ziekte en ellende in je leven, ook daarom voelt het extra oneerlijk. Extra verdrietig, dat dit niet aan je deur voorbij is gegaan, net als er zoveel niet aan je deur voorbij ging.

We kenden elkaar al een hele poos, omdat we alletwee al zolang bij de zelfde organisatie werken. We kwamen elkaar regelmatig tegen, in allerlei verschillende rollen en op allerlei verschillende plekken. Dan werkten we een poosje heel nauw samen, en dan weer waren we een tijdje alleen nog maar zijdelings bij elkaars werk betrokken. Maar steeds als we elkaar spraken was daar die oprechte aandacht, die warme interesse, zonder uitzondering. Of het in het voorbij gaan was, onderweg op de fiets, of tijdens een biertje op de kermis.

Lekker direct wond je nooit ergens doekjes om, wat je ergens van vond was ook wat je zei. Die boodschap was niet altijd een fijne, maar wel altijd oprecht en eerlijk. Ik voelde me altijd prettig in jouw aanwezigheid, door de kracht die van nature aan je kleefde, en door je kennis en je kunde. Door je gezelligheid en je humor, omdat je een mooi mens was. Wat heb ik veel van je mogen leren tijdens al die jaren, en extra tijdens die studie waar ik aan begon. Een liefdevol en fijn mens, een potje klagen daar deed je niet aan. Altijd zo sterk en zo standvastig, je stond ergens voor en daar had ik een enorme bewondering voor.

Ik heb geproost op je gisteravond, en een potje gejankt, ook dat. Vanmorgen liep ik buiten, terwijl de zon net opkwam in al zijn pracht, en ik voelde in alle hevigheid dat dit geweldige mooie leven voor jou voorbij is. De emotie van die keiharde gedachte, greep me naar de keel. Wat voelt het onwerkelijk dat we elkaar nooit meer tegen het lijf zullen lopen.

Gister is er een collega overleden. En dat is waanzinnig oneerlijk.

We dragen je allemaal met ons mee, diep van binnen, wie je was en alles wat je ons leerde.

Lieve jo, rust zacht, ik ga je nooit vergeten.

Klusmoe

Wat waren we blij dat alles klaar was, zo goed als tenminste, na die lange periode van verbouwen. De liefste was oprecht klusmoe, en ook ik was er wel een beetje klaar mee. Die weekeinden lagen heerlijk leeg op ons te wachten, en wat een zee aan vrije tijd staarde ons ineens aan. Op zaterdagochtend zaten we tijdens de koffie dat weekeind door te kletsen, volledig in de ‘bijzonder weinig doen’ modus.

‘Heb jij nog plannen’ zei de liefste. Hoofdschuddend moest ik bekennen dat er weinig dringends op me lag te wachten. ‘Nope, geen dringende zaken af te handelen, geen geschilder, of andere soortgelijke taken die nog af moeten. Ik ga gewoon maar een beetje tutten’ zei ik. Tutten betekend zoveel als: zien waar de dag me brengt. Soms van zolder naar beneden en weer terug door allerlei klusjes, opgeruim of ander onnozel gedoe. Soms bracht het me niet verder dan de bank, een boodschap, een ‘fijnefrissekop’ wandeling of een doelgerichte soplap over een stoffig kastje. ‘Lekker, was het antwoord van de liefste, ik ook niet’. Intens tevreden schonken we nog maar een kop koffie in, en zaten we mijmerend van het fantastische uitzicht en alle rust te genieten.

Logee

Een paar dagen later ging de telefoon, huilende dochter aan de lijn. Iets met lekkage in haar huurhuisje, gevonden asbest en direct uit huis moeten. ‘Potverdorie kind, wat een pech. We organiseren wel wat hoor, kom maar lekker naar je vader en moeder’. Dat we op dat moment nergens een fijn plekje voor haar hadden mocht de pret niet drukken, dat fiksten we wel even. Provisorisch maakten we een bed en kon het kind ergens slapen.

De volgende dag hadden we, na het werk en genietend van een grote zak friet, spoedoverleg, en maakten we snel even een plan de campagne. Door project ’tuinmetamorfose’ waren we namelijk nog niet geheel klaar voor een logee, die slaapkamer stond nog vol gereedschap, palletjes, moertjes en meer van dat soort. Moesten we nog even uitzoeken, opruimen, of eenvoudigweg weggooien. Maar ja, daar zochten we nog even de zin voor, en die hadden we dus nog niet gevonden, die zin. Maar het kind kon voorlopig even niet wonen, dus was het de hoogste tijd om gewoon maar zin te maken.

De volgende ochtend stroopte ik al vroeg mijn mouwen op en trok die hele kamer leeg. Ik schroefde een luie Ikea stoel in elkaar die nog ergens opgeslagen stond, sopte en zoog, en maakte een gezellig paradijsje voor het kind. Aan het eind van de dag stond daar zomaar ineens weer een prachtig kamertje te stralen, klaar voor een logee. Kind zag haar tijdelijke onderkomen, slaakte een diepe zucht en zei:’mam, zo gezellig, hier zou ik het met gemak een jaar of twee kunnen uithouden’.

Kijk, dat vind mam nou fijn. Zijn al die vrije uren toch maar weer mooi nuttig besteed 🙂 Kan ik nu weer rustig terug naar die ‘bijzonder weinig doen’ modus.

Nooit foutloos

Vroeger was ik verre van een studiebol, en ik worstelde oprecht op de middelbare. Maar dat kwam ook doordat ik me een lelijk eendje voelde, tussen al die zwanen. Ik had weinig oog voor mijn eigen kwaliteiten, ik zag vooral die van een ander. In mijn herinnering was ik vooral heel erg alleen, op die school, en doodongelukkig. Dat leren bleef daarom vanzelfsprekend ook mijlenver achter, wat niet echt hielp bij dat reeds aanwezige gebrek aan zelfvertrouwen.

Mijn leraar Nederlands, meneer Boontjes, was een wat excentriek figuur. Een lange dunne man met lang grijzig en vlassig haar, dat vergeeld was van het roken. Net als zijn vingers trouwens, en verder was ook echt alles aan hem volkomen nicotinegeel, zo is het in mijn herinnering tenminste. Maar ondanks zijn gezellige lessen, die werkwoord vervoegingen en waar gebruik je nou dt of alleen die d, het wilde er bij mij niet in. Nog steeds niet eigenlijk.

Suf natuurlijk, en een beetje dommig ook vind ik altijd. En vooral nogal onhandig, voor iemand die heel erg graag schrijft. Ik heb er een soort blinde vlek voor ontwikkeld, en heel vaak lees ik over die missers heen. De eerste keer dat ik een proefstukje plaatste op een site, om deze door anderen te laten beoordelen, kreeg ik direct een uitbrander van jewelste. Er stond een taalfout in. Dat stukje werd verder niet gelezen, alleen die taalfout kreeg de volle aandacht. Ik was volledig op ziel en hart getrapt, en er ook meteen weer klaar mee, met dat schrijven. En met het laten lezen van mijn hersenspinsels aan anderen, vooral dat.

Zwakke plekken

Een bestsellersschrijfster stuurde me die avond een persoonlijk berichtje, naar aanleiding van die uitbrander. Zij drukte me op het hart om vooral te blijven schrijven. Die taalfouten zouden er wel door een redacteur uitgehaald worden, als ik dat boek ooit af zou schrijven. Ze gaf me het juiste zetje, om vooral niet op te geven, en leerde me wat het belangrijkste is, als je wilt leren schrijven. En dus bleef ik proberen, en leerde ongelofelijk veel. Maar bovenal behield ik daardoor het plezier om al die stukjes te blijven schrijven, en bleef ik werken aan mijn boek.

Inmiddels kan ik over mijn schaamte heen stappen, als iemand me op een foutje wijst, ik ken mijn zwakke plekken inmiddels. Want elk mens heeft ze, die zwakke plekken, en dat maakt ons eigenlijk alleen maar mooier. Een beetje diversiteit is prachtig, en niemand is tenslotte perfect. Ik leerde dat ik een bijzonder eendje ben, lief en zorgzaam, en net zo bijzonder als die zwanen. En ik ben ook een beetje behulpzaam, door middel van die missers. Want door mij op die foutjes te wijzen, krijgt die ander meteen een lekkere boost van zijn zelfvertrouwen. En geven doe ik nou eenmaal met heel veel liefde 🙂

Veerkracht

Veerkracht, het is het woord van 2020 hoorde ik iemand laatst zeggen, door die corona periode. Maar ik heb er ook hele andere associaties bij, bij dat woord. Afgelopen week keek ik namelijk deel drie van de documentaire Stuk, en wederom was ik stil. Stil door die indrukwekkende moed die ik zag, moed bij al die mensen die zo’n enorme heftige levens veranderende situatie door moeten maken.

Door pure pech, een heftig ongeluk, of door een spectaculaire sport die ze al jaren als een echte baas beoefenden. En ineens was alles anders, in een split second. Overvalt de tegenslag hun leven, als een ongewenste persona non grata.

Die jonge moeder, die een hele poos ver van haar kindjes moest revalideren na een ongeluk. Of die jonge vent, die zijn meisje nog snel een appje stuurde toen het helemaal misging. Zijn overduidelijke emotie bij de herinnering aan dat moment, zijn angst en zijn wilskracht, en de enorme opluchting als hij vooruitgang boekt. Mijn keel kneep samen door dat enorme rotsblok aan emotie in mijn binnenste. Ik bewonder, bewonder in alle oprechtheid, wat een prachtige mensen en wat een veerkracht.

Het deed me denken aan het moment dat ik die vent van mij zag op de IC, na dat hele heftige ongeluk waarbij hij door het oog van de naald was gekropen. Zijn pijn, die enorme zak met stukgeknipte en bebloede kleding die ik mee kreeg, mijn angst en de zorgen voor onze kindjes, voor hoe nu verder. In een waas functioneerde ik daarna in volle vaart, haalde hem naar huis zodra het kon, en zorgde tot ik scheel zag. En hij vocht, elke dag opnieuw, heel indrukwekkend was dat.

Tegenslag

Dat vechten zie ik bij allemaal, zoals bij die jonge vent met een spierziekte, zijn leven was eigenlijk nog maar amper begonnen toen hij al zoveel tegenslag te verwerken kreeg. En wat vervolgens een operatie moest worden om hem te helpen, leverde hem extra pech op in de vorm van een dwarslaesie. En vervolgens was daar dat enorme vertoon van positiviteit en vechtlust, om mee te kunnen met een kampeeruitje met zijn vrienden. Ik was vast niet zo dapper geweest als hij, zo krachtig, maar wat een aanpassingsvermogen. Ik neem mijn pet af, voor allemaal.

Natuurlijk kan je niet vergelijken, dat weet ik heus, anders zou je alle ellende van de hele wereld op je schouders moeten nemen. Maar toch, ik vond het zo bijzonder om te zien, zo bewonderenswaardig. Veel geneuzel valt eenvoudigweg in het niet, bij het zien van al die tegenslag, en soms is dat goed, die neus op die feiten.

Dus kijktip nodig? Een bak inspiratie of een brokje relativeren? Of gewoon hele mooie televisie? Kijk maar een aflevering, ik ben heel benieuwd wat je er van vind!

Verlies

Die leegte in haar ogen, ik zag het al zo vaak. Net als de verdwaasde blik, en het constante zoeken. En steeds opnieuw raakt het me, en voel ik haar verlies. Ik zie haar dwalen over de gang, toegevend aan die onrust in haar binnenste, op zoek naar wat zich verbergt in de mist in haar hoofd. Ik weet dat ze zich er niet van bewust is, dat er zoveel gaten zijn gegumd in haar geheugen. Dat ze niet weet dat ze haar kinderen niet meer herkend, niet meer weet hoe dat ook alweer werkt met jezelf verzorgen. Dat ze niet meer weet, hoe vol en rijk haar leven is geweest.

Heel soms, als ik begin over dat naai atelier van haar ouders in Amsterdam, waar ze als jong meisje al werkte, zie ik weleens een glimp. Heel even lijkt er weer leven te zijn in haar ogen, en zie ik een sprankel van een mooie herinnering in de diepte van haar gedachten. Dan lachen we naar elkaar, en is ze weer heel even zichzelf. Die prachtige slimme vrouw die lak had aan conventies, en die haar hele geweldige leven volledig haar eigen weg volgde.

Ik ken haar verhaal van horen zeggen, want zelf is ze het vergeten. Hoe graag had ik naar haar levensverhaal geluisterd, had ik gefascineerd aan haar lippen willen hangen, onderwijl elk detail absorberend uit een tijd die nu allang in de vergetelheid is geraakt. Al die verhalen, van al die prachtige mensen, opgelost in de tijd.

Leegte

Ogen zijn de spiegels van de ziel want in die ogen zie je wie je voor je hebt. In iemands ogen valt zo waanzinnig veel te lezen.

Zachtmoedigheid, verdriet, boosheid of angst, die ogen kunnen boekdelen spreken. Een diepe poel aan emotie in een paar prachtige kijkers, er is maar weinig mooier. Wellicht overbodig om te melden, maar iemands ogen zijn altijd het eerste waar ik naar kijk, die intrigeren me.

In mijn werk is dat heel handig, iemands stemming staat soms al levensgroot in die ogen geschreven. Als een soort uithangbord om meteen rekening mee te houden. Waar ik nooit aan kon wennen was de leegte, die enorme leegte die je ziet bij iemand die heel diep in zijn of haar dementie zit. Of het overduidelijke verdriet in die ogen, als daar weer even het weten is. Het weten dat die dementie zijn verwoestende werking onverbiddelijk voortzet, het is steeds opnieuw hartverscheurend.

Woorden van troost zijn op zo’n moment vaak nutteloos. Dus houd ik een hand vast, start een ouderwets liedje in, open dat prachtige foto album of nodig uit om samen te dansen. Gekkigheid, malle gesprekken en samen lachen doen wonderen. Als daar dan ineens die glimp van een mooie herinnering is in iemands ogen, is dat oprecht wonderschoon.

Verse start

Zomaar ineens is dat nieuwe jaar van start gegaan, en ik sta oprecht te trappelen van ongeduld, hebben jullie dat ook? Juist omdat er zoveel anders dan anders was en is, moest die oudejaarsavond ook maar eens anders. Ik vond het intenser, die start van dat nieuwe jaar, omdat ik ook zo hoop dat het komende jaar voor veel van jullie mooier wordt.

Die laatste avond van het jaar zouden we lekker buiten zijn, Met de muziek van de top 2000 en ons eigen mini vreugdevuur. Verbazingwekkend genoeg lukte dat wonderwel. Het is een razend onstuimig jaar geweest en dat wilden we in stijl afsluiten. Met dat gebeuren rondom die corona was het een jaar vol veranderingen. Maar er gebeurde dat afgelopen jaar ook een hoop prachtigs. Mijn nieuwe baan bijvoorbeeld en die schrijfhobby die een vlucht nam. En ook onze tuin onderging een ware metamorfose. Dat die woestenij omgetoverd is tot een persoonlijk paradijs, moest nog wel gevierd worden.

Oudejaarsavond

Op voorhand had ik wel mijn twijfels, het werd koud en ja, zou het niet saai zijn. Zouden we het redden met zijn tweetjes tot twaalf uur? Zonder enige moeite vloog de avond probleemloos om, we mijmerden terugkijkend op dat afgelopen jaar en keken hoopvol vooruit naar dat nieuwe. Ik stookte mijn eigen vuur, best nog een klusje om die leuk aan de gang te houden, en we genoten van een prachtige maan en talloze sterren aan een wolkenloze hemel. Wat een zaligheid. Outdoortelevisie is razend fascinerend, en die vlammen waren ook gewoon heel erg zalig knus en warm.

Een avond met een gouden randje, met kaarsjes en vuur, en van zo intens tevreden zijn met alles wat het leven zo rijk en aangenaam maakt.

We zijn het nieuwe jaar al proostend ingegaan met een aantal lieve buren, die we in het wild op straat tegen het vege lijf liepen, vanzelfsprekend op gepaste afstand. Er werd wat verderop nog wat verdwaald vuurwerk afgestoken, en de kerkklokken gaven het geheel een prachtig extra melancholiek tintje.

Het was een prachtige start van hopelijk weer een geweldig jaar!

Bijzonderheidjes

Dat wij mensen bijzondere schepsels zijn, dat wist ik allang. En wie kijkt er soms niet publiekelijk naar een ander, omdat je iemand bijzonder vind of omdat je stiekem een beetje jaloers bent. Op iemands talent, op hun natuurlijke schoonheid, of op die razend charmante persoonlijkheid.

Tegenwoordig kan ik er volop van genieten, van die diversiteit. Laaf ik me aan razend charmante persoonlijkheden, aan het talent van een ander, of aan een beetje excentriek. Als een spons neem ik het allemaal in me op, al die bijzonderheidjes van al die verschillende mensen. Ik heb tenslotte ook een heel scala aan afwijkingen en gekkigheidjes.

Tijdens onze zwerftochten, op vakantie, kom ik ze regelmatig tegen, mensen met bijzonderheidjes. Op een fijne camping, ver weg van het normale leven, of met ons busje onderweg naar wat dan ook. Machtig mooi, mensen met bijzonderheidjes, en soms een tikkeltje irritant, ook dat.

Bordjes

Afgelopen zomer nog, in Zuid-Frankrijk, terwijl we heerlijk lagen te dobberen in de rivier, kwamen we een hele hoop mensen met bijzonderheidjes tegen. Honden zijn toegestaan op die camping, maar wel aangelijnd. Daar werd regelmatig van afgeweken, want sommige baasjes hoefden daar niet aan te voldoen. Hun hond was namelijk echt superbijzonder. Die bordjes waren alleen maar voor de gewone honden. Gelukkig begrepen we dat, wij gewone mensen 🙂

Ook staan er duidelijke bordjes waar je met je hond de rivier in mag en waar niet. En de plekken waar het wel mag zijn legio. Die ene plek waar het niet mag is er maar eentje, en die is een meter of vijf breed. Daar is het ondiep, daar spelen kleine kindjes, en daar lopen de wat oudere kampeerders omzichtig met stok een stukje het koude water in. Geen honden daar dus, ook de bijzondere niet.

Maar goed, aan het dobberen dus. In de loop van die ochtend gingen we samen met onze goede vrienden voor een plons, en een dobbersessie, met onze luchtbedden de rivier in. Genietend van die heerlijke warme zon, liepen we op ons gemak het water in. Een jong stel probeerde giechelend enigszins elegant in hun kano te stappen, een moeder speelde met haar kleintje in het ondiepe, en een groepje fransen op leeftijd zaten in de schaduw van de oude bomen een spelletje te doen. Een volkomen ontspannen tafereeltje, gewoon een lome zomerse dag in september op die fijne camping in het diepe zuiden.

Tot er een stel grijzende onverlaten besloot de bordjes te negeren, en precies daar hun hond het water in te laten, op die ene plek waar het nou net niet mocht. Het beest raakte volledig door het dolle, beet onze luchtbedden met zijn scherpe tanden lek, kantelde de kano van het jonge stel om door zijn wilde vaart door dat water, de moeder vluchtte met haar inmiddels krijsende kleintje het water uit en tijdens zijn slooptocht liep de hond ook het spel van het groepje fransen ondersteboven, nu wisten we mooi niet meer wie er bijna gewonnen had. In een tel ontstond er een complete ravage, waar het vlak ervoor nog zo gemoedelijk was geweest.

Niet helemaal waar gebeurd natuurlijk, Cynt houd wel van een beetje overdrijven. Maar dat grijze stel was er, met hond, en alle figuranten waren er natuurlijk ook, op die plek met dat bordje. Het beest tilde zijn poot nog even op naast een zonnend stelletje, die ietwat ongemakkelijk een plekje verderop zochten. Het baasje van de hond vond ook dat er absoluut regels moesten zijn, alleen waren die er niet voor hem. Want hij wilde gewoon perse met zijn hond precies daar het water in. Op die ene plek die uitgesloten is voor elke hond, ook voor de hele bijzondere.

“Dat verbodsbord kon hij negeren, zo legde hij vol bravoure uit, omdat er nu corona was. Dus waren er wel belangrijker dingen op de wereld dan die verbodsbordjes’. Gelukkig nam hij nog even de tijd om het toe te lichten, dat het door die corona kwam, dat er hij lak aan had. Voor ons onnozele halzen wel fijn om te weten, ik heb meteen de rest van die vakantie ook volkomen lak gehad aan elk verbodsbord. ‘Corona’ zei ik dan steeds schouderophalend, na het negeren van een rood stoplicht of als ik lekker midden op de weg fietste.

Er bestaan een hoop vreemde kostgangers op deze wereld. Maar om deze specifieke kostganger, hebben we echt nog weken na-gegiecheld 🙂

Op naar een prachtig vol, machtig en gezond kampeerjaar!

Nieuw jaar

Aan de start van elk vers jaar nam ik mezelf steeds opnieuw voor, om in dat nieuwe jaar sommige dingen anders aan te pakken. Eigenlijk is het best gek dat alleen de decembermaand dat elk jaar steeds opnieuw bij mij naar boven haalt. Behalve dit jaar, ik heb er nu absoluut geen last van, komend jaar blijf ik lekker doen wat ik nu ook al doe. En ik maak plannen, maar dat is niks nieuws, dat vind ik altijd al zalig. Voor mij kan de tijd momenteel niet snel genoeg gaan, en ik kan niet wachten om stappen vooruit te doen, in plaats van stappen terug.

Doorgaans ben ik in de maand december een hopeloze, sentimentele dwaas. Want die decembermaand leent zich zo voor warme gevoelens tijdens donkere dagen, sprankelend kaarslicht en knusse open haardjes. Dat is deze maand niet anders geweest maar het voelde toch anders dan anders. Ik heb vooral zin om vooruit te kijken, en met dat nieuwe jaar te starten.

Ik ben benieuwd of dat voor meer mensen geld, nu dat virus ons het afgelopen jaar zo noodgedwongen stil heeft laten staan.

Eindelijk heb ik nu wel afgeleerd om door te draven, af en toe sta ik nu stil om te voelen of ik nog op het goede spoor zit. Juist omdat ik die rem soms maar moeizaam kan vinden, en mijn ’ikmoetditnogallemaaldoen-lijstje’ vaak zo lang is als mijn onderarm. Waar de afgelopen jaren schitterden door de volledige disbalans waar ik in zat, door mijn eigen koppigheid, heeft dat nu plaats gemaakt voor even stil staan, en viel er zoveel op zijn plek.

Geluk

Afgelopen week las ik een stuk over het nastreven van geluk, en hoe we allemaal een leven najagen dat steeds maar fijn moet zijn. Dat er soms te weinig ruimte wordt gegeven aan ons verdriet, terwijl dat toch een wezenlijk onderdeel is van ieders bestaan. Ik herkende mezelf in die woorden. Wellicht was dat ook de reden dat ik te lang heb vastgehouden aan iets wat niet goed voor me was, maar wat ik in mijn hoofd tot de vervulling van mijn ultieme geluk had gebombardeerd. Want ik was met mijn hoofd gaan leven, in plaats van met mijn hart.

Zonder over-dramatisch te willen doen, bleek het op papier zetten van wat mijn hoofd al die jaren vulde, zoveel overzicht te geven. Jezelf in woorden vangen is het kwetsbaarste dat er is, en ik deelde het ook nog met anderen, legde mijn hart op een presenteerblaadje. Maar die erkenning aan mezelf, dat hardop uitspreken dat mijn leven niet altijd fijn is, was hard nodig. Want soms is het een gevecht, dat leven. Ik gaf ruimte aan mijn bewaarde verdriet en leerde om mijn hart te volgen, en om trots te zijn op wie ik nu ben.

Ondanks dat waardeloze virus, zijn het afgelopen jaar twee van mijn dromen uitgekomen. En dat wens ik iedereen ook toe, vooral diegene het nu zo moeilijk hebben. Ik wens jullie een prachtig gezond 2021 toe, vol met dromen die uitkomen!

Feestdagen sentiment

Deze feestdagen, ineens stonden ze zomaar voor de deur, doordat de afgelopen maanden praktisch hetzelfde waren. Zo voelde het voor mij, elke maand een soort van matgrijs en maar weinig afwisseling. Ondanks het feit dat ik echt heel goed ben in het ophangen van de slingers van het leven, leken die maanden toch echt te veel op elkaar. En nu worden alle emoties en het gemis van het afgelopen jaar nog verder uitvergroot. Wordt er op de valreep nog even een extra sausje feestdagen sentiment overheen gegoten.

Al is het maar door de huidige programmering, en alle gevoelige kerstreclames. Er is geen ontsnappen aan, hoe graag je dat ook zou willen. Net nog, tijdens het wandelen, zag ik een reclame: ‘en toen was het stil aan tafel’. Het was een verwijzing naar het gerecht uit die reclame natuurlijk, maar ik vond het vooral heel erg schaamteloos. Gebruik maken van, in optima forma, ik vind het lastig.

Het had een hoop van die reuzen, die glimlachend en handenwrijvend heel veel geld aan ons verdienen, gesierd om het eens volledig anders aan te pakken dit jaar. Nu er heel veel verlies is, verlies van geliefden, en er ontzettend veel mensen zo enorm onder druk staan. Doordat de hoeveelheid werk de pan uit stijgt en alle emotie amper nog te verwerken is. Of denk aan al die mensen die financieel diep in het ongeluk zijn gestort, en nu op hun tandvlees lopen.

En nog wordt het aangedikt, door ketens die absoluut niets te klagen hebben. Een beetje minder was wel zo netjes geweest.

familie

Kerst

In een ding hebben die akelige filmpjes wel gelijk: familie en die liefde voor elkaar, dat is wel echt het allerbelangrijkste. Veel belangrijker dan luxe, geld of spullen. Maar heel eerlijk heb ik daar geen kerst voor nodig, dat vind ik altijd al.

Ik denk deze kerstdagen vooral aan iedereen die iemand is verloren, en aan de mensen die zich door die allereerste kerst zonder familie moeten worstelen. Die steeds opnieuw extra worden geconfronteerd, door al het opgeklopte sentiment op de televisie. Ellende en sensatie verkoopt, hoe wrang het ook is, en daar wordt helaas volop gebruik van gemaakt.

Ik wens iedereen veel kracht en liefde toe, tijdens deze dagen en tijdens de start van het nieuwe jaar. Geef elkaar de ruimte, voor nu, zodat we elkaar straks weer stevig vast kunnen houden. Met heel mijn hart verlang ik daar naar!