Knuffelen

Ik ben nogal fysiek ingesteld, een mens van hartelijke begroetingen. Inclusief hele stevige spontane knuffels. Want soms is het oprecht fijn om iemand even vast te houden. Om al het gevoel, dat niet altijd uitgesproken wordt, in die omhelzing te stoppen. Het is een vorm van affectie, maar ook van troost, en van nog zoveel meer. Ik deel ze altijd ruimhartig uit, die knuffels, en ze worden altijd heel spontaan ontvangen.

Het afgelopen jaar was dus een enorme uitdaging voor mij, wat dat fysieke contact betreft, ik moest al dat spontane continue onderdrukken. In het begin van dat covid-jaar lukt dat prima, toen was het allemaal nog zo vers, dat hele corona gebeuren. Braaf hield ik afstand, van ouders, van kinderen, van lieve vrienden en vriendinnen. Maar naarmate het langer duurt, merk ik dat ik er oprecht mee worstel, die huidhonger begint zich bij mij te manifesteren. De liefste is slachtoffer, vanzelfsprekend, die krijgt nu alle knuffels die ik doorgaans over meerdere mensen verdeel 🙂

Maar het blijft vreemd om niet meer spontaan de straat over te steken als je een vriendin of goede bekende ziet, laf zwaaien vanuit de verte past niet echt bij mij. Al dat fijne contact dat nu zo verouderd is, en verarmt. Het onnodige en ongemakkelijke gezoen bij sommige evenementen daar gelaten, dat mis ik oprecht niet 🙂 Laatst was ik in Zandvoort, gefrituurde mosselen halen en een frisse zeewindneus. Onze allereerste echte date, heel veel jaren geleden, was naar Zandvoort, voor die mosselen. Dus op onze trouwdag deden we dat nog even dunnetjes over. Het was druk, op de boulevard, en bij het vistentje. En waar ik me normaal gesproken altijd volop en met gemak in mensenmassa’s begeef, voelde ik nu weerzin.

Spontaan

“Zou ik mensenschuw worden’ vroeg ik mezelf af, want het was wat ongewoon, al die mensen. Maar vooral mijn gevoel erbij was ongewoon. Mensenschuw, hoe verzin ik het, niet natuurlijk, vanzelfsprekend niet, ik ben veel te dol op mensen. Gelukkig is dat nog hetzelfde gebleven. Ook al moest ik diezelfde middag wel wat soulsearchen, want wat voelde ik nou en waardoor dan? Ik was geschrokken, niet van al de drukte maar van mijn eigen gevoel, en het ongemak dat ik voelde. Ik ben het gewoon wat ontwend, veel mensen op een kluitje, na ruim een jaar afstand houden. Maar mijn spontane natuur, die is nog alive and kicking, en trappelt van ongeduld.

Hoe ik dat weet? Afgelopen zaterdag werd een lieve vriendin 50. En met een geweldige DJ, een rasechte drive thru en een heleboel fijne muziek, dansten we vol enthousiasme op straat om haar verjaring te vieren. Niet heel lang, avondklok natuurlijk, en keurig op afstand van elkaar in de buitenlucht. Maar de energie die het gaf was fantastisch, en echt onbetaalbaar. Ik kan er mooi weer een poosje tegen, tot we eindelijk weer kunnen knuffelen, je bent alvast gewaarschuwd 🙂

Thuiswerken

Ineens behoor ik tot de groep thuiswerkers. Het grootste deel van mijn werkende leven was ik een ‘directe zorger’, en daar was ik altijd trots op. Als er storm waarschuwingen werden gegeven, of ander uitdagend weer waarbij je beter thuis kon blijven, haalde ik altijd schamper mijn schouders op. Wat recalcitrant brulde ik dan naar de radio dat ‘heel veel mensen niet thuis kunnen werken’.

En soms ook een tikkie jaloers hoor, eerlijk is eerlijk, want ik moest altijd dat barre weer in. Dat thuiswerken leek me op sommige momenten best fijn. En nu behoor ik dan ineens toch zelf tot de groep bureaumensen. Dat zorgen voor een ander doe ik nog steeds, alleen een tikkie anders.

Thuis probeer ik zo ergonomisch mogelijk mijn werk te doen, wat een regelrechte uitdaging blijkt. Die zalige eetkamerstoelen, waar we uren op kunnen zitten om na te tafelen, zijn niet echt geschikt om de hele dag op te zitten. Regelmatig betrap ik mezelf op onderuitschuif-gedrag, probeer ik uit alle macht rechtop te blijven zitten, maar dat blijkt in de praktijk toch vaak een ietsiepietsie kansloos.

Wennen

Aan het kookeiland dan maar, want op die fijne barkrukken kan ik prima rechtop zitten. Tussen de schalen bananen, bossen semi-uitgebloeide tulpen en gebruikte koffiekopjes, probeer ik mijn werkstation te runnen. Met een stapel kookboeken eronder heb ik zowaar een sta-bureau gecreëerd. Mijn pc snoer zit in het keukenblad geplugd, dus voor een kop thee of een plas moet ik als een ware ballerina over dat snoer heenstappen, want voor een potje limbodansen hangt ie echt te laag. Bewust laat ik hem onhandig in de weg hangen, zodat ik tussendoor nog wat beweging krijg, anders wordt mijn dag echt veel te statisch. Zo houd ik dat ouder wordende lijf een beetje soepeltjes. Iemand noemde dat laatst niet oud maar krakend vers.

Ik moest erom grinniken, het is een prachtige term.

Ballerina

En dan zijn er natuurlijk nog de overleggen, een paar keer per dag. Leuk om steeds een ander stukje van mijn paleis in beeld te laten komen 😉 Tijdens de lunch stap ik steevast de voordeur uit voor een rondje, dat doe ik op kantoor toch minder snel. De koffie thuis is zalig en over mijn lunch hoef ik niet na te denken, de koelkast bied een ruim scala aan mogelijkheden. Minder afleiding en meer rust tijdens het werk.

En saaier, zonder de collega’s, dat ook. Even snel iets bespreken gaat minder makkelijk, en in ons werk is dat wel fijn, dus dat mis ik.

Maar het went, dat thuiswerken, langzaam maar zeker. En ik verwacht oprecht niet dat het heel erg anders gaat worden straks, als er weer wat meer kan. Dat regelmatig thuiswerken is denk ik wel een blijvertje. Gezonder voor de dagelijkse filemeldingen, en alles wat daar weer aan vast hangt. In die tussentijd blijf ik gewoon driftig de ballerina op leeftijd uithangen, en dat onderuitzak-gedrag krijg ik uiteindelijk vast ook wel onder controle.

Gewoon een kwestie van volhouden 🙂

Geluk is…

Geluk is: die bewaarde trouwjurk een ander gunnen. Er stond laatst een artikel over in de krant over het doorgeven van je trouwjapon.

Wij waren dit jaar dertig jaar getrouwd, echt een heel eind, en het is ongelofelijk hoe snel die jaren voorbij vliegen 😉 Maar goed, die jurk was dus al behoorlijk aan de antiekerige kant. Onze twee dochters wilden dat ding echt in geen honderd jaar aantrekken, mochten ze ooit nog gaan trouwen. Of wellicht trouwen ze wel nooit, dat kan net zo goed. Maar dat pompeuze ding zou niet meer gedragen worden, zoveel was zeker. Ook niet als ik hem door zou geven aan wie dan ook.

Mijn prachtige jurk met sleep was handgemaakt door mijn lieve mams. Het was een plaatje, oprecht, en ik voelde me er zo mooi in. Van de restanten van die prachtige, handgemaakte trouwdroom, maakte ze het hemeltje en bekleedde ze de wieg waar onze twee meiden prinsheerlijk baby in lagen te zijn. Die wieg staat geduldig op zolder te wachten om weer gevuld te worden, en zo is mijn jurk ook niet helemaal verdwenen.

trouwjurk

Trouwjurk

Want die witte droom heb ik vorig jaar gedoneerd. Natuurlijk heb ik hem wel nog even gepast, en hij ging gewoon nog dicht, ha! Maar daarna heb ik hem vol overtuiging weg gegeven, en hij kwam zo goed terecht. Al die meters zachte zijde-achtige stof, daar is een stapel moois van gemaakt. Voor al die veel te vroeg geboren, overleden kleintjes waar geen passende kleertjes voor bestaan. Stichting Floor-de-lis doneert al dat zachte spul vervolgens weer gratis aan academische ziekenhuizen. Na mijn donatie kreeg ik een foto, van die enorme stapel coconnetjes, omslagdoekjes en mini-jurkjes die ze ervan hebben gemaakt.

Mij viel heel veel geluk ten deel. Ik ben twee keer in verwachting geweest en twee keer kreeg ik een prachtige gezonde baby in mijn armen gelegd. Maar niet iedereen mag dat meemaken en dat enorme verlies slaat een krater in je lijf. Ik zag het van heel dichtbij. De enorme machteloosheid en het overweldigende verdriet dat er dan ontstaat. Voor altijd een litteken, dat eeuwig blijft schrijnen.

In mijn jurk is veel liefde gestopt. Door mijn lieve moeder die hem voor me maakte en die zelf zo’n groot verlies te verwerken kreeg. En door mij, omdat ik hem met zoveel liefde droeg terwijl er een kleintje onder mijn hart groeide. Het voelde logisch om hem juist aan die stichting te doneren, zodat zij er weer met veel liefde iets kostbaars van konden maken.

Dat al onze liefde zoiets dierbaars mag dragen vind ik een prachtige gedachte. Een vorm van indirecte troost. Onze warmte overgedragen daar waar het zo heel erg nodig is. Dat het zo’n heel klein kindje omvat dat zo welkom was, maar dat het leven niet mocht ervaren. Een betere bestemming was er eenvoudigweg niet te bedenken. De cirkel was rond.

Ons busje

Dat camperbusje van ons, mijn liefde voor dat ding kent inmiddels weinig grenzen. En dat is best bijzonder, als je mij een beetje kent. Cynt is niet zo van de auto-liefde, blik boeit me gewoon niet, dat busje uitgezonderd dus.

We spraken er al jaren over, de liefste en ik, over de aankoop van zo’n fijn busje. Urenlang konden we romantiserend kletsen over hoe fantastisch het zou zijn, een camperbusje van onszelf, om zalig mee rond te zwerven. We discussieerden over wat we echt wel wilden, en vooral wat absoluut niet. Toen de stap eenmaal gezet was, en we ook daadwerkelijk op zoek gingen, was onze schat snel gekocht. We waren op slag verliefd.

Maar meteen na onze aankoop, heb ik er wel oprecht pijn in mijn buik van gehad. Ik voorzag gedoe, met in en uitladen, onhandig geëmmer met luifels aan die rubrail, fietsen achterop en gezever met dat klapdak. Ik had razende spijt, waren we er maar nooit aan begonnen. Na onze aankoop zag ik vooral een lading beren op de weg. Voor we er dus daadwerkelijk mee op pad gingen, zijn we een dag naar Spaarnwoude gegaan, om te oefenen. Met dat tentje aan die rail, en dat klapdakkie meermaals in en uit. Op de juiste manier vouwen enzo 🙂 Ons busje is al een oudje, dus niks gaat volautomatisch. Dat maakt hem eigenlijk nog veel leuker, maar ook een tikkie uitdagender. Die dag eindigde niet echt in harmonie, verre van eigenlijk. Niks ging vlekkeloos en ik keek, op zijn zachtst gezegd, niet echt uit naar onze eerste vakantie. Ik had eigenlijk al heimwee naar onze tentvakanties, en we waren nog niet eens een keer voor het echie weggeweest.

Liefde

We moesten inderdaad wennen, heel even maar, een minuut of tien 😉 Binnen no time waren de taken verdeeld als we aankwamen of weer vertrokken, onderweg brulden we zalig mee met de muziek, een hete kop koffie en die gevulde koelkast binnen handbereik. We vonden allerlei snoepjes onderweg, puur door het toeval, en dat weg van de snelweg, tsjonge jonge, heerlijk heerlijk.

Ik moet gniffelen als ik terug denk aan die eerste keer, aan mijn zenuwen en mijn ‘komt het echt wel goed’? Wat een muts. Ik weet het zeker, ik wil nooit meer anders! De vrijheid die we ervaren, het gemak van onze lieverd, de prachtige plekjes die we tegenkomen. We klooien maar wat aan onderweg, en dat past zo goed bij ons.

Ons camperbusje, het is pure liefde. En samen op pad, is het allerfijnste van de hele wereld. De eerste weekeindjes weg staan al rood omcirkeld in onze agenda, ik kan niet wachten!

Keukenprinses

Ik heb weinig op met de traditionele rolverdeling, met die vaste hokjes, ik wilde gewoon geen huisvrouw zijn. Ik had de vrijheid om te doen wat ik wilde, en ik wilde een carrière. Om mijn zelfstandigheid te bewaren, en omdat ik nou eenmaal heel erg dol ben op mijn werk, het is een deel van wie ik ben. Dus toen die twee krummels arriveerden, organiseerden we ons beider werk om onze meiden heen, onregelmatig werken heeft ook zo zijn voordelen. Dat huishouden deed ik tussen neus en lippen door, als ik zin had. Of de liefste deed het, een badkamer poetsen kan hij echt veel beter dan dat ik dat kan 🙂 Op vaste dagen, vaste onderdelen van dat huis schoonmaken vond ik compleet nutteloos, en tot op de dag van vandaag weiger ik dat steevast. Ik doe het als ik er zin in heb.

Om heel eerlijk te zijn vind ik dat poetsen altijd een tikkie ondankbaar. Ik haal vandaag stof weg, en morgen of overmorgen ligt het er alweer. Zucht toch? Een muurtje in huis schilderen, of de woonkamer opnieuw inrichten door alle meubels een andere plek te geven, lof it! Dat zijn de klussen die ook nog wat opleveren. Dat oude huis van ons hebben we samen mooi gemaakt, en de afgelopen jaren heb ik enorm veel gesjouwd, gesloopt en geklust, dat vind ik vele malen dankbaarder dan dat poetsen. Zalig zelf mijn mouwen opstropen, blij dat ik het kan 🙂

Koken was ook altijd een klusje waar ik weinig plezier aan beleefde. Onze meiden waren kieskeurig, en wat de één graag lustte, vond de ander weer niet lekker. Ik bleef een beetje in de standaard dingen hangen, er zat altijd wel iemand te mopperen aan tafel, dus zin om me uit te sloven had ik gewoon niet. En dat rommelde heel veel jaren zo door.

Sinds een paar jaar is dat anders geworden. Ik ben echt aan het koken, en probeer steeds meer. Dat komt ook omdat ik zo’n geweldige keuken heb natuurlijk, sinds een jaar of drie, maar toch. Die nieuwe stoomoven is geweldig, en mijn assortiment” jemig, jammie’ breid zich gestaag uit. Onze oudste kampeerde noodgedwongen een maand bij ons en die was aangenaam verrast, door al dat fijne gekokkerel. Dat vond deze moeder toch een soort van bonus 🙂

Hokjes

Er is bij mij inmiddels een absolute voorliefde voor stoofjes en curry’s ontstaan, en ik vind het nu heerlijk om in de keuken te staan. Voorheen was ik vooral van het bakken, appeltaart, Eton mess, zalige taarten, you name it. Maar ja, dat is geen maaltijd natuurlijk, dat is vooral voor de lekkerte. En al die zoetigheid ging wat zwaar aan die heupen hangen, daar ben ik dus mee gestopt. Maar dat ik nu dus ook geniet van dat ‘gewone’ koken, vind ik echt bijzonder.

Ik wil niet voldoen aan een standaardplaatje, het is zalig om enthousiast buiten die hokjes te flaneren. Eigenwijs buiten de lijntjes kleuren, houd je fris. Als jonge vrouw studeerde ik niet, school vond ik maar niks, de zin om te leren kreeg ik pas veel later. Ik liep al tegen de vijftig toen ik besloot om weer naar school te gaan. Het heeft me zelfvertrouwen gegeven en onnoemelijk veel andere lessen geleerd, die schoolbanken. Ook over mezelf, vooral over mezelf. Het is zalig om een beetje te passen in een hele hoop hokjes, en ik hoop oprecht dat ik het blijf durven om nieuwe uitdagingen aan te gaan, zelfs die wat huisvrouwerige dingen 🙂 Want juist als we die diversiteit in ons allemaal ruimte geven, zorgt dat er juist voor dat dit prachtige leven voor ons allemaal spannend en interessant blijft. Toch?

Overspoelt

Ik ben een tikkie overprikkeld, soms heb ik dat weleens. Dan gebeurd er teveel in de wereld, teveel tegelijk. Of er gebeurd teveel in ons eigen lieve landje, dat op dit moment niet meer als een lief landje aanvoelt. Oprecht niet.

Ik ben een dorpskind, en dat bevalt me helemaal prima. Klein en kneuterig vind ik nou eenmaal fijner dan groots en overweldigend. Nooit behoefte aan gehad ook, om in de stad te wonen, niet constant tenminste. En zeker nu, is de behoefte aan rust groter dan ooit, aan minder prikkels, aan ruimte om me heen.

Want die verkiezingen, jeetje mina, het is als een vloedgolf aan toneelstukjes en er is bijna geen ontkomen aan. En ik vind het bijzonder, dat campagne voeren, ik verbaas me gewoon. Zo kijk ik tenminste naar dat hele politieke gebeuren, als ingestudeerde praatjes. Ik houd nou eenmaal niet van spelletjes spelen. Behalve yahtzee dan, of Mexican train, en zo zijn er nog een paar 😉

Het komt over als slinks gedoe, en ‘kijk mij eens mooie plannen hebben, beter dan wie dan ook’. Glad glimlachend, en ik geloof er geen snars van. En ik ben oprecht verbaasd, ook dat, wat een circus is de politiek geworden in de loop der jaren. Al die minuscule partijtjes die mee willen doen, volgens mij zijn het er nog nooit zoveel geweest. Zou iemand ’s morgens wakker worden en denken’ wat zal ik vandaag eens gaan doen, weet je wat, ik richt een partijtje op en ga zoete broodjes bakken of gebakken lucht proberen te verkopen. Ik wil gehoord worden, en ook van alles roepen.

Politiek

In een scala praatprogramma’s, en zogeheten amusementshows, wordt alles uitentreuren uitgekauwd. Wat ik niet echt kan staven met bewijs hoor, want ik kijk er nooit naar, ik roep dus ook maar wat. Maar je hoort weleens een fragment op de radio of leest iets in de krant. Die tegenwoordig ook eenzijdig gevuld wordt, die krant, maar dat ligt ook echt aan het soort krant dat je leest. Als ik hem überhaupt lees, want bijblijven is tegenwoordig een dingetje geworden wat mezelf betreft. Soms is het echt teveel, alle prikkels, schreeuwerige koppen en stemmingmakerij.

Wat ik moet stemmen, geen idee eigenlijk, het wordt een beetje kiezen tussen heel veel kwaden, zo ervaar ik dat tenminste. Enthousiast en overtuigend vind ik ze geen van allen, ze zijn vooral heel erg vol van zichzelf en hun partij programma. Maar goed, zo interpreteer ik het. ‘Voor de burger’, jemig, mag ik een spuugemmertje? De jaren dat ik nog oprecht enthousiast werd van een politicus, liggen ver achter me.

Ik ging er maar lekker op uit vanmorgen, naar het gekwetter van de vogeltjes luisteren, dat soort kwetteren vind ik aangenamer dan politiek gekwetter. Maar ik voel me elke dag een beetje meer vervreemd, van deze rare wereld, waarin alles wat normaal wordt gevonden, in mijn ogen heel erg gek is. Bovenstaande foto maakte ik tijdens die wandeling van vanmorgen, beter toch? Weet ik meteen ook weer waarom ik steeds zo vroeg buitenloop. En waarom ik ’s avonds, als de wereld met al zijn negativiteit op volle toeren draait, heerlijk vroeg in mijn bed lig, knus onder de wol. Naar die stilte te luisteren.

Mits de liefste wel zijn stealth-modus aan heeft staan natuurlijk 🙂

Corona

Die doodgewone donderdag begon stormachtig, door die storm die buiten woedde maar die zich ook in mijn binnenste roerde. Want ik voelde me verre van fit, het voelde als een opkomende verkoudheid eigenlijk. Maar gezien de huidige tijd, kon dat gevoel ook op iets anders duiden, ik hoor het om de haverklap.

Ik voelde vooral weerstand, diep van binnen, want nu moest ik ook in die achtbaan stappen. Voor mezelf welteverstaan, door mijn werk zit ik al veel te lang in dat coronacircus. Maar toch maar laten testen dus, binnen blijven en wachten op die uitslag. Ik had het gepresteerd om daar een heel jaar uit weten te blijven, ik was nog nooit getest en ben ook een heel jaar klachtenvrij geweest. Geen verkoudheid, geen koorts of ander lamlendig gedoe, best bijzonder vind ik dat.

Ik voelde me helemaal niet ziek die ochtend, hoogstens wat rammelig, maar ik had onmiskenbaar verhoging. En een ander in gevaar brengen omdat ik er geen zin in had, tja dat past niet natuurlijk. Als ik de rest van mijn omgeving voor het gemak even buiten beschouwing laat, zijn daar nog steeds wel mijn ouders die op leeftijd zijn en waar ik wel heen wil. Better safe then sorry.

testuitslag

Dus inloggen en een afspraak maken, wat echt geen sinecure bleek, door die storm waren veel van de teststraten in de buurt gesloten. En om vier dagen te wachten leek me toch ook niet oke, plus om zolang binnen te moeten blijven is niks voor mij. Watje he?! Dus dan maar iets verder rijden, ook prima. Een tikkie ongemakkelijk reed ik de teststraat in, volgde braaf de aanwijzingen en vervolgens kreeg ik dat stokje in neus en keel. De tranen liepen over mijn wangen, wauw. ‘Dat is goed hoor, zei die lieverd van de teststraat, dan zit ik diep genoeg. Onder de indruk van dat hele gebeuren reed ik terug naar huis. Hopend dat het met die welbekende sisser af zou lopen, wat ik absoluut verwachtte hoor, maar toch.

De dag na dat testen, begon ik in de middag steeds opnieuw mijn mail te checken, of die testuitslag al binnen was, gek werd ik van mezelf. En ik kon het ook gewoon niet laten he?! Alsof dat steeds opnieuw kijken het proces versneld, niet natuurlijk. Maar goed, soms is de drang sterker dan het meisje zeg maar. Midden in de nacht werd ik wakker van de liefste, die de roep der natuur even moest volgen. Snel pakte ik mijn mobiel, en ja hoor, daar blonk een mailtje, testuitslag, eindelijk.

Half slaperig klikte ik ongeduldig op alle linkjes, inlogjes en doorklikkers. Negatief stond er met dikke letters, lekker! Toch echt een tikkie opgelucht kroop ik knus weer lekker onder mijn dikke donzen. Kon ik die ochtend fijn weer naar buiten, heerlijk door die woeste wind lopend naar de bakker, fijn toch naar de kapper en gezellig bij die vrienden op visite die middag. Joe! 🙂

Geluksvogel

Ik voel het constant, en spreek het heel regelmatig ook uit, hoe dankbaar ik me voel voor mijn mooie leven. Ik ben een geluksvogel. Dat je niet kan vergelijken weten we allemaal, en dat zou ook serieus onbegonnen werk zijn natuurlijk, en toch roep ik het af en toe. Juist omdat ik er soms vanuit mijn voegen barst, en ik ook een wat positiever geluid wil laten horen.

Want het gemopper is zo overduidelijk aanwezig, en neemt soms een oorverdovende hoeveelheid ruimte in. Haat reactie’s, cynisch gezeik, ladingen ongelofelijk geneuzel, kinderachtig vingergewijs, vanaf allerlei kanten, wat een vermoeiend gedoe. Dat heeft weinig met kritisch zijn te maken, of vraagtekens zetten bij. Dat ik me daardoor weiger mee te laten slepen is geen geheim, en ondanks dat ik ook best eens een donkere dag beleef, stap ik nog elke dag blij mijn bed uit. Zelfs na een jaar corona gedoe.

Ik weet het, er zijn mensen die oprecht de kriebels van me krijgen, die vinden al mijn stukjes gewoon een tikkie te enthousiast, en een tikkie te blij. Snap ik volledig hoor, ik vind mezelf met regelmaat ook ‘ to much’, maar zo voel ik het nou eenmaal. Dat blij zit ingebakken, juist omdat het niet altijd zo was, en juist daarom geniet ik er zo ontzettend van.

Luxe

Jaren geleden werkte ik een poosje in een revalidatiecentrum, en dat maakte me razend nederig, dat blije zaadje is daar geplant. Tijdens al die jaren zorgen, waarbij ik veel verdriet en ziek met eigen ogen aanschouwde, is dat zaadje uitgegroeid tot een stevige boom. Want ik ben elke dag opnieuw dankbaar dat ik zelf mijn bed uit kan stappen. Dat ik mijn rondje kan rennen in de vroege ochtend, ook al heb ik heus niet altijd zin.

Als ik daarna onder die zalige hete douche sta, die geduldig al dat warme water over mijn hoofd laat lopen, voelt dat zo zalig. Ik hoef alleen maar die kraan open te draaien. Wat een absolute luxe.Een volle koelkast, een warm en fijn huis, een fijne baan. Al die lieverds om me heen, ook al zien we elkaar nu minder en anders, dat ze er zijn voelt fijn. Zoveel luxe bovenop mijn eigen gezondheid, die nu al een poos in balans is, het voelt als een ongelofelijke lading aan genot en cadeautjes. Het is waanzinnig genieten, als je zonder nadenken de deur uit kan stappen.

Dat de huidige tijd niet simpel is, dat is absoluut zo. En leuk is ook ver te zoeken, sommige ontwikkelingen en plannen zie ik met lede ogen aan. Ik leef oprecht mee met al die mensen die het nu beroerd hebben, en probeer mijn steentje bij te dragen. Oog hebben voor hun ellende, want die zie ik echt ook heus, past echt naast dankbaar zijn voor wat er wel is. En dus hang ik die slingers nog steeds op, alleen een tikkie anders, en ik wens en hoop dat het over een poosje weer anders wordt, meer zoals het was. Want wat moet een mens zonder hoop tenslotte. En ik blijf stug die zegeningen tellen, dat ook.

Sportfrustratie

Ik heb niet veel frustraties, de meeste zaken die niet helemaal gaan zoals ik wil leg ik schouderophalend naast me neer. Behalve dat ene dingetje waar ik steeds opnieuw tegenaan loop, en waar ik vloekend op de vroege ochtend mee worstel. Mijn fijne #sportbh.

Want als je net als ik wat meer hout voor de deur hebt, moet dat ook lekker stevig ondersteunt worden. Dus kocht ik een goed sportbh, voor tijdens dat fijne vroege rondje hardlopen.

Maar dat vastmaken van dat ding is steeds opnieuw gedoe. Bij deze zitten er nota bene twee keer twee haakjes. En dat is fijn natuurlijk, dat extra bandje op je rug. Maar die bovenste, daar kan je zelf dus niet bij hè. ‘Wie verzint dit soort martelapparaten’ verzucht ik regelmatig. Want je hebt er dus iemand bij nodig, als je wil gaan sporten, voor dat los en vast maken. Raar toch? Die bovenste haakjes heb ik dus professioneel vastgezet. Maar het maakt het in en uit dat ding wurmen er niet eenvoudiger op. Het ziet er spectaculair uit, dat dan weer wel, om mij te zien worstelen. Soort slangenmens act, maar dan anders 🙂 Maar ik heb nu tenminste niemand meer nodig om me vast te haken.

Haakjes

Oprecht gek wordt ik van die rottige haakjes op je rug. Binnen no time zijn ze verbogen, blijven ze tijdens het aantrekken van die bh overal aan haken, behalve waar ze aan moeten blijven haken, en sta ik vloekend en ziedend dat ding in onmogelijke houdingen te ontkoppelen van al waar het aan blijft hangen. Zie je het voor je? Kansloze missie, natuurlijk. lekker relaxt hoor, de start van mijn vroege hardlooprondje, not. Voorsluiting zeg je. Helemaal eens, maar tot nu toe heb ik nog geen fijne stevige kunnen vinden.

Dus daarom deze boodschap voor de ontwikkelaars van bh’s, en met name die voor sportende dames met een grotere bos hout: verzin eens een fijne stevige zonder die rottige haakjes. Je zou deze vrouw er razend gelukkig mee maken!

Juiste doelgroep

‘Het is te versnipperd, zegt ze, je schrijft veel te versnipperd. Je moet eerst bepalen wie je doelgroep is, wat wil je schrijven en vooral voor wie’. Moedeloos kijk ik terug, ‘dat betekent een keurslijf toch? Ik moet mezelf beperken in wat ik wil gaan schrijven, en voor wie. Die specifieke doelgroep zoeken en alleen nog voor hen schrijven. En als ik dat nou niet wil’? Ze haalt onverschillig haar schouders op. ‘Zelf weten, dat spreekt voor zich, maar op deze manier wordt het nooit wat met je’.

Mijn doelgroep, wat is in vredesnaam mijn doelgroep. Ik schrijf voor iedereen die zich laaft aan mijn stukjes, want ze beschrijven stuk voor stuk de worstelingen in het leven. Soms luchtig, soms zwaar, precies zoals het leven is, geen dag is eender. Dus wat is dan mijn doelgroep? Mensen? Want ik wil niet alleen maar voor kampeerliefhebbers schrijven, gezondheidszorgcollega’s of voor vrouwen in de overgang. Ik wil schrijven wat ik wil, en vooral hoe ik dat wil. Dat doelgroep gedoe stuit me enorm tegen de borst. Eigengereid, ik weet het, en toch gooide ik vol enthousiasme die doelgroep het raam uit, dan wordt het maar niks met die schrijfcarrière.

Schrijver

Ik ben een dwarsligger, ik weet het, en die eigenwijsheid is misschien niet heel erg slim. Maar mezelf beperken, of me alleen richten tot een bepaalde doelgroep, voelt als een keurslijf. Dat keurslijf waar ik mezelf, met heel veel spul en moeite, net aan had ontworsteld. Want we zijn zo heel veel facetten, zo heel erg een verzameling van allerlei verschillende kanten. Mezelf beperken en een bepaalde kant op moeten schrijven, het zou voelen alsof ik een deel van mezelf zou verloochenen. Eigenlijk ben ik wel vijf doelgroepen, of nog meer zelfs:-) Lekker multifunctioneel, that’s me.

Niet zakelijk, absoluut waar, ik ben verre van zakelijk. Schrijver zijn en schrijven vanuit de krochten van mijn ziel, ik ben vooral dat. Ik heb niks met commercie of slimme marketing, mijn stukjes vertellen hun eigen verhaal. Heel naïef, absoluut, maar dat is wie ik wil zijn. Ik heb er plezier in, in dat schrijven van mij. En als iemand zich herkent in mijn blogs, er inspiratie of troost uithaalt, is dat al heel erg prachtig. In een wereld van toneelspel, machtspelletjes en uitgekookte slimmigheidjes, geef ik met liefde een tegengeluid 🙂