Uit de Pen van Poen

Plassen is een van de natuurlijkste dingen die er bestaat, en soms ongelofelijk ingewikkeld.

Een paar jaar geleden was ik bij een concert van Guns and Roses. Supergaaf, maar een drama als je die avond moest plassen. De rijen voor de plee’s waren eindeloos. Vlak voor het einde van het concert hielden mijn vriendin en ik het echt niet meer. We besloten even snel naar de toiletten net buiten het terrein te lopen. Daar kon je een kanon afschieten.

Heerlijk!

Tot we opgelucht het terrein weer op wilden lopen. Een op machtsbeluste controleur van drie turven hoog besloot ons niet meer toe te laten. Twee vrouwen, bijna vijftigers, die de laatste tien minuten van het concert ook graag wilden zien. Compleet met toegangsbewijzen, mind you.

Hoe we ook smeekten, niks hielp.

We hadden hem namelijk geen toestemming gevraagd, toen we met geknepen hoeha’s richting de wc’s renden. Suf dat we niet even keurig gestopt waren om dit walgelijke sujet te vragen of we wel mochten.

Met zijn armen over elkaar stond hij daar fijn de baas te spelen

Plas

Wij belden onze mannen, die nog op het terrein stonden, en reden naar huis met een nare smaak in onze mond. Wat een sneu einde van een topavond.

Tijdens elke kermis of gezellig festival zijn de rijen voor die wc’s eindeloos, en vaak moet je er extra voor betalen. Waar en voor de mannen overal paskruizen staan, of voldoende bomen, moeten wij in de rij. En onze knip trekken.

Zoals bij dat superleuke poppodium waar ik zo af en toe naar een bandje ga kijken. Ik betaal toegang, maar moet dus eenmaal binnen ook nog eens voor de wc betalen. Voor een muntje mag je onbeperkt de hele avond. Een muntje= een biertje, best pittig aan de prijs dus. De heren lopen even naar buiten en slingeren hem om een boom, de meisjes staan in de rij voor een plas en betalen.

Het weerhoud me er niet van om te gaan hoor, ik ben dol op feestjes, maar het stoort me wel. Tot op heden wacht ik nog steeds op een verklaring voor het waarom ervan.

Zuster Kordaat ❤️ schrijft

Ik zoek al een poosje naar een andere naam voor mijn Facebookpagina
Een goeie
Die pagina waar ik al mijn schrijfsels post
Maar eigenlijk dekt niets de lading
Niet echt

‘Wat is je doelgroep’, zei iemand laatst weer eens tegen me
‘UhUh doelgroep’?
Ik doe gewoon wat goed voelt, ik heb geen doelgroepen, beoogde meer-of minderheden en wat niet
‘Nou ik ben een schrijver‘ zei ik nog, 
Een tikkie onnozel wellicht 🤦‍♀️

‘Ik schrijf stukjes en soms herkennen mensen zich erin
Mijn doelgroep is dus mensen’ 

Dat was niet helemaal wat ze bedoelde 🤣

Vannacht lag ik wakker
en dan laat ik mijn gedachten meestal gewoon lekker gaan
Die hebben een mindset van zichzelf, en doen fijn waar ze zelf zin in hebben😆
En ineens wist ik het
het had me al die tijd al aangestaard

Zuster Kordaat ❤️

De naam die mijn paps me gaf, heel erg lang geleden

Toen ik nog een guppie was in zorgland
Zonder het daadwerkelijk uit te spreken is hij trots
Trots op wat ik doe, in deze wereld van ‘ikke, ikke ikke en meer, groter en beter.
En ik ben trots op die bijnaam

Het is ook de naam die ik gebruikte toen ik de benaming voor mijn bedrijfje zocht
Die noemde ik Caat Kordaat
En die naam past ook zo goed bij me

Binnenkort veranderd mijn pagina dus van naam, voor de zoveelste keer 

Ik gok dat dit een blijvertje is 🙃

#schrijver#verpleegkundige#ikzorg

Het potten jam mysterie

Het voelde angstig, het niet weten. In eerste instantie hadden ze er nog wat lacherig over gedaan, over die gezellige potjes met die vrolijke rode deksels erop. Zomaar ineens stonden ze daar, als een vervroegd sinterklaascadeautje. Pontificaal op hun bureaus. Niemand wist van wie ze kwamen, die zo op het oog zelf gebrouwde jammetjes, en de insinuaties waren niet van de lucht geweest. Vol bravoure waren ze geweest, en heerlijk onwetend nog.

Hadden ze het maar geweten.

Ze waren zelfs niet achterdochtig geweest nadat de eerste collega in het ziekenhuis belande. ‘Vast iets verkeerds gegeten’, zeiden ze nog tegen elkaar. Dat ze van die pot had gesnoept wisten ze überhaupt nog niet. Dat besef kwam pas later, toen collega nummer twee kronkelend op de grond lag. Die riep kreunend dat het die pot was geweest, terwijl ze de ambulance in werd geschoven. Dat het door die jam kwam dat ze zo naar adem snakte.

pot

En nu zaten ze bij elkaar, als bange trillende rietjes, want wie had het op hen allemaal voorzien.

Uit Lucia’s keuken stond er op het etiket. En ‘jullie zijn nog niet van mij af 🙂

Ineens leek de tekst dreigend, nu ze er nog eens naar keken, wat waren ze onnozel geweest. Wie was deze onzichtbare vijand die hun hele afdeling uit wilde roeien. Ze keken naar elkaar, en wisten dondersgoed wat ze hadden gedaan.

Samen en zonder scrupules.

Ze hadden er zo ongeveer alles voor over, om de tijd terug te kunnen draaien en ongedaan maken wat ze samen hadden bekokstoofd. Op die ene zwarte dag die ze meer dan ooit wilden vergeten

Onrustig schoven ze op hun stoel, verlangend om weg te gaan, naar buiten en ver weg van hier. En terwijl ze daar zaten, met die paniek roerend in hun lijf, sijpelde er onzichtbaar gifgas via de vervuilde luchtbehandelingbuizen hun kantoor binnen……

Mijn ultieme droom

Elke zaterdagochtend loop ik vroeg mijn vaste rondje, langs de bakker, de groenteboer en de slager. Lekker vind ik dat, om met een tas vol verse spullen aan mijn weekeind beginnen. Die eerste kop koffie als ik daarna thuiskom, smaakt dan extra lekker. En elke keer als ik dat rondje maak, loop ik langs de etalage van de plaatselijke boekwinkel. Hij lonkt naar me, die etalage, en in gedachten zie ik mijn boek daar liggen. Temidden van al die bekende schrijvers. Het is een droom, ik weet het, maar ik koester hem.

Ik had nooit gedacht dat ik überhaupt een boek kon schrijven, maar na twee loze pogingen lijkt het bij poging drie daadwerkelijk waarheid te worden. Langzaam maar zeker groeit mijn verhaal, het ontwikkeld zich en ik ben er trots op. Ik zal het nog moeten herschrijven, en laten redigeren door een professional, maar dat ik op dit punt bent vind ik al zo geweldig.

Etalage

Het grootste deel is geschreven, en de rest van het verhaal zit al in mijn hoofd. Ik schaaf, schrijf, schrap, wissel stukken uit en dan ineens is de flow van het verhaal spannender. Ik vind het opwindend om het te zien ontstaan, en ik verbaas me ook over mijn eigen ontwikkeling. Om dat leerproces te ondergaan is geweldig, en ik geloof dat ik het af ga schrijven.

Het is mijn ultieme droom, om ooit mijn eigen boek in handen te hebben. En die etalage vol boeken waar ik steeds opnieuw langsloop is de ultieme stimulans.

Vol verlangen schreef ik bovenstaand stukje over mijn droom om een boek van mezelf te hebben in mei 2021, en het is bijzonder hoeveel er is veranderd. Boek één kwam er en lag heel lang in die etalage. Ik liep er nog steeds dagelijks langs om me eraan te vergapen, en ik hoop oprecht dat boek twee er ook gaat belanden. Niet alle dromen zijn onbereikbaar, sommige worden ‘gewoon’ waarheid 🙂

Geluksmomentje

‘Noem eens een geluksmomentje, zegt ze, hoeft niet groot te zijn, klein is prima’. Het is een leuke uitdaging, en de rest van de dag zingt het door mijn hoofd. Want een geluksmomentje vinden is niet ingewikkeld, het is een grotere uitdaging om er maar eentje uit te moeten kiezen.

Vanaf het moment dat ik in verwachting was, begon die verzameling al. Dat groeiende kindje in je buik, en vervolgens, na dat hele harde werken, dat babietje op je buik. Samen met dat wurm in bad, knus drinkend aan je borst of bij je in bed. 

Warme armpjes om je nek, samen koekjes bakken of giechelend in die zelfgebouwde tent. Rozig knikkebollend tijdens het avondeten na een warm bad.

Zomaar ineens los kunnen fietsen, of eindelijk dat zwemdiploma behalen waar ze zo ontzettend lang op gewacht hadden. Wat werden er soms ladingen tranen vergoten als het niet zo snel ging als ze wilden, en wat was er groot geluk bij een extra lintje, en een stapje dichter bij dat felbegeerde diploma.

Momenten

Ik kan zo nog uren doorgaan, echt, want al die geluksmomentjes zijn ontelbaar en waanzinnig kostbaar. Ook al waren er ook zat worstelingen, of lastige momenten, de geluksmomenten staken mijlenver boven alles uit.

Maar uiteindelijk was ik aan het einde van de dag nog geen stap dichter bij dat ene geluksmomentje, ik kon eenvoudigweg niet kiezen uit al die mooie momenten. Behaalde diploma’s en persoonlijke overwinningen, mooie gesprekken met mijn inmiddels volwassen dochter, dikke knuffels en groot geluk na diep verdriet. Dan steeg ik bijna op van zoveel blijdschap, en barste ik welhaast uit mijn voegen. Kind gelukkig, mama gelukkig, zo is het bij mij, doe ik niks aan.

Aan het eind van de dag plingde mijn telefoon door een berichtje, in de gezinsapp, van onze jongste.  Ze stuurde een in scene gezet tiktok filmpje door. Het serieuze interview in het filmpje werd vergezeld door een stukje tekst erboven, zoals zo vaak in dat soort filmpjes. Als je moeder je roept voor het eten en het duurt gewoon nog een kwartier voor het klaar is. Ik schiet direct in de lach, want ik deed dat altijd. Onze meiden hoorden me niet altijd, hadden geen zin, of waren druk met van alles behalve naar mij luisteren. Vul het maar in, puberdochters. Dus ik riep ze ruim van tevoren van boven, anders was mijn bord al leeg voor de dames zover waren.

Onze meiden sturen meteen over en weer lach-emoticons, en benadrukken vooral hoe ik dat een hele poos deed en hoeveel rollende ogen ik ervoor terugkreeg. Ik hoor hun gegiechel om die grap, als zaten ze naast me.

Ik zit aan tafel met mijn mobiel in mijn hand, de berichtjes over en weer te lezen met een grote grijns op mijn gezicht. Daar is hij, overduidelijk, dat ene prachtige geluksmomentje waar ik vandaag zo naar zocht.

In balans

In volle vaart fietst ze me voorbij, werpt een blik naar achter en gaat vervolgens in de remmen. Ik grijns want ik herkende haar aan die wilde knot bovenop haar hoofd. Het is een oude buurvrouw die ik al heel veel jaren niet heb gezien.

‘Ik was op zoek naar je adres, zegt ze, want ik weet niet meer maar je tegenwoordig woont en nu kom ik je zomaar in het wild tegen’. Toeval bestaat niet, ik geloof erin, en anders is dit wel bijzonder toevallig. ‘Ik heb je boek voor mijn verjaardag gehad van mijn echtgenoot en ik ben zo geraakt door de manier waarop je schrijft.

De warmte en de woorden die je kiest, hoe je alles gevoel en kleur geeft’.

Ik voel dat ik sta te stralen. Ze praat verder en ik gloei van alles wat ze zegt, woord na woord, vol complimenten. Van binnen huppel ik als een kleuter. Het schrijven is een hobby, maar er zit een absolute boodschap in. Als die boodschap wordt ondervangen kan ik alleen maar dankbaar zijn.

Duingebied

Ze is blij dat ze me spontaan tegenkwam om me haar boodschap persoonlijk over te brengen. Ik bedank haar nogmaals en wandel verder, het duin in.

Ik loop vaak in het duingebied en ook heel vaak op de zondagochtend, mijn hoofd knapt er van op. Met mijn favoriete muzieklijstje aan laat ik mijn gedachten heerlijk verdwalen. Soms brengt het spontane herinneringen naar boven, soms ben ik gewoon maar ongecompliceerd blij.

Meer dan eens schrijf ik in gedachten een column.

De natuur is mijn inspiratie, met al dat groen om me heen voel ik me gelukkig. Op mijn plek. Ook al heb ik op sommige paden al ontelbaar keer gelopen, steeds opnieuw zie ik nieuwe dingen. Het veranderd constant, maar de rust en de schoonheid zijn als een warme deken.

En vandaag was die wandeling extra prachtig.

Jonge moeder

Mijn ruitenwissers staan op standje volle toeren, dit is echt zo’n moment dat ik dolblij ben met mijn oude autootje. Voorzichtig haal ik een jonge moeder in, ze fietst verbeten door de stromende regen. Voor en achterop de fiets zitten diep weggedoken in hun jas twee jonge kindjes. Onmiddellijk brengen mijn gedachten me terug naar de tijd dat onze volwassen dochters nog kindjes waren.


Ik haalde mijn rijbewijs pas toen de jongste drie was, daarvoor deed ik alles lopend of op de fiets. Dat gevoel als je natgeregend en koud de warmte van een zwembad binnenloopt voor de zwemles kan ik zo oproepen. Maar heel veel regen roept ook mooie herinneringen op. Onze oudste zat op de fiets altijd heel dicht tegen mijn rug aangekropen. Als ik tegen de wind in door de regen fietste voelde ik haar altijd knus dicht tegen me aan, onze jongste knikkebollend voor me. Als we dan eenmaal thuis waren pelde ik die twee kleintjes uit hun natte kleren. Met rozige wangetjes zaten ze dan samen op de bank, lekker samen onder een dekentje opwarmen met warme chocolademelk.

Guur weer was ook altijd het perfecte moment om tenten te bouwen in huis. Onder de eettafel of op hun slaapkamer waren de meest knusse plekjes. Ladingen speelgoed werden er dan de tent binnen gesleept. Er moest in worden gepicknickt, het bedtijd verhaaltje moest in de tent worden voorgelezen en het liefste keer twee. En even zo vaak bleef de tent een paar nachtjes bewaard omdat hij echt te mooi was om meteen weg te halen.

Regen

Die laatste maanden van het jaar zaten vol feestjes waar ik net zo van genoot als onze meiden. Het ongeduld van die twee op elf november tot het eindelijk tijd was om de deuren langs te gaan, en de opgewonden sinterklaastijd. Schoentjes zetten en liedjes zingen samen, ik heb mijn hart verpand aan die warme bijzondere periode.

In mijn achteruitkijkspiegel zie ik de jonge moeder langzaam uit het zicht verdwijnen en heel stiekem ben ik jaloers. Want onze dochters zijn al uitgevlogen en zij zit straks lekker met die kleintjes thuis. Ik hoop dat zij er net zo van geniet als ik vroeger altijd deed. 

Fotoshoot

Veel van jullie weten dat ik binnenkort mag shinen in een tijdschrift, ik heb iedereen zo ongeveer bedolven onder de berichten `;-) Bijzondere dingen behoren nou eenmaal bijzondere aandacht te krijgen. Ik deel mijn misere dus deel ik ook de mooiigheid. En wat dat shinen betreft: ik heb de foto zelf nog niet gezien he?! Hij kan ook gruwelijk zijn.

Heel lang had ik een hekel aan mijn eigen gezicht op foto’s, ik vond dat die enorme glimlach afbreuk deed aan het complete plaatje. De foto’s waarop je ziet dat ik mijn lach probeer tegen te houden zijn legio. Die zijn pas echt gruwelijk. Waarom deed ik dat toch. Tegenwoordig laat ik hem gewoon maar gaan, die smile, het is nou eenmaal wie ik ben en hij past bij me.

Ik ben geen meisje-meisje. Aan make-up doe ik maar zelden en mijn haar heeft een willetje van zichzelf, ook daar doe ik maar zelden iets aan. Ik ben tevreden over hoe ik er ‘eau naturel’ uit zie, zelfs nu ik wat ouder wordt. Opmaken vind ik vooral gedoe. Het zit nooit zoals ik wil en loopt uit waar ik het niet wil. Beter om het er maar helemaal niet op te smeren 🙂

Make-up

Dat ik deze keer door iemand onder handen werd genomen die uit de losse pols ( echt) van alles op mijn toet smeerde en ik er ineens heel mooi uit zag ( dank je wel Wilma) was een absoluut cadeautje. Ondanks die tevredenheid met dat ‘gewone Cynt-hoofd’ was dit echt heel leuk, en vol verbazing zat ik naar mezelf te kijken.

Tijdens de shoot zelf kwam het aloude gedoe weer om de hoek kijken. ‘Je ogen verdwijnen als je lacht, en de kleur is zo prachtig. Zonde is dat’, zei de fotograaf. Ik weet het, ik kan het niet helpen. Hij heeft het uiteindelijk maar opgegeven. ‘Laat hem maar gaan Cynthia’ 🙂

Sorry Robert, can’t help myself.

De foto laat nog even op zich wachten, maar ik krijg hem zelf ook na publicatie. Superleuk. Ik ben echt ongelofelijk nieuwsgierig welke het is geworden, en of ik moet slikken omdat die glimlach weer volop aanwezig is. Nog even nachtjes tellen tot week 44.

Zorgen

‘Wat doe je nou eigenlijk de hele dag’, zegt hij. Ik schiet in de lach. Ik realiseer me heel goed dat mijn baan wat vaag is voor de meeste mensen. Ik probeer het vaak uit te leggen, vol hartstocht, juist omdat ik mijn baan zo prachtig vind. Maar het is verre van simpel omdat het zo breed is. Het is als een paraplu.

Ik vul mijn tijd met zorgen voor anderen. Voor al die mensen die even niet meer thuis kunnen wonen. Voor even of voor altijd. Oude mensen, jonge mensen, zieke mensen. Kwetsbaar en afhankelijk, afhankelijk van anderen. Je zou verdwalen in dat zorgbos, dat soms ondoordringbare woud, maar wij wijzen je graag de juiste kant op.

Triageren

Indicaties aanvragen, crisismeldingen beoordelen en nog diezelfde dag een veilige plek zien te vinden. Triageren van kortdurende opnames, beoordelen welke van de spoedaanvragen de meeste haast heeft en ladingen mensen te woord staan en de juiste kant opsturen. De beschikbare appartementen op onze locaties matchen met de juiste zorgvrager.

We hebben dagelijks contact met artsen, casemanagers, huisartsen en ziekenhuizen. Met collega verpleegkundigen, bezorgde partners of kinderen van. Met het CIZ, het DOC team en zorgkantoren. Met allerlei andere zorgorganisaties, ook met buitenlandse of de alarmcentrales, want meldingen van nederlanders met een zorgvraag komen ook bij ons binnen. En dan zijn er nog de vragen die vanuit de eigen organisatie langs dwalen, soms in stromen tegelijk. 

Het is complex en veelomvattend, de druk en de verantwoordelijkheid liggen hoog maar ik zou oprecht niets anders willen doen.

Zorgbemiddelaar zijn is oprecht prachtig  

Beste koop ooit

Onze huidige wereld gaat ten onder aan de vooruitgang, zo voel ik dat. Slimme technische ditjes en datjes, de online digitalisering. We staan constant aan en de wereld is beschikbaar onder onze vingertoppen. Met een druk op de knop komt alles wat we wensen naar ons toe.

Ik doe er ook aan mee. Soms. Te vaak. Dat weet ik maar al te goed.

Veel mensen kennen hun buren niet meer, we kopen onze boodschappen online en komen dagelijks om in Zoom meetings of teams vergaderingen. De kloof tussen arm en rijk groeit. Zovelen van ons vallen buiten de boot en raken uit beeld, want wie niet mee kan blijft achter. Zoveel lieverds balanceren op het randje van hun bestaan en kieperen er veelal buiten.

Verschraling

Daarom blijf ik halsstarrig de eenvoud omhelzen, en omkijken naar een ander. En ook daarom ben ik dankbaar voor onze black beauty. Het is eenvoud pur sang. Dat ik ooit twijfelde, daar begrijp ik nu geen snars meer van. Dat busje is ‘by far’ de beste aankoop ever. De vrijheid die het geeft, het gemak van onze zwarte schone. En ik hoef nooit meer op zo’n hobbelig luchtbed te slapen. De kers op de taart zeg ik 😉

Toch duurde het bij mij nog een hele poos voor ik overstag ging. Mij leek zo’n busje op voorhand vooral gedoe. En vooral ook veel te veel geld voor zo’n eenvoudig kampeergebeuren. Maar wat wist ik nou 🙂 Ik zag hem en ik was verkocht.

Mijn hart gaat er van gloeien, van dat ‘nagenoeg niks’. Tijdens onze reizen zijn we constant buiten, we koken op 1 pit en het meeste laten we thuis. Ik bonjour me te pletter, naar onbekende mensen om me heen, glimlach stralend naar de bakker als ik mijn pain haal en kijk naar de sterren in plaats van naar de televisie. Eenmaal thuis houd ik die routine met twee handen vast. Ik stuur iemand eens een kaartje, kijk om naar mijn collega’s en steek energie in mijn buren. Zodat ze weten dat ze altijd een beroep op me mogen doen. Dat probeer ik oprecht ( en lukt heus niet altijd!)

Laten we dat druppeltje aandacht allemaal aanreiken, aan de mensen om ons heen, ook richting diegene die we niet kennen. Om die schurende verschraling een tikkie te smeren.