Eerst koffie

‘We doen wel eerst koffie toch’? vraagt ze, terwijl ze de koffiepot aanzet. Ik moet lachen, en knik van ja, natuurlijk doen we eerst koffie. Ondertussen weiger ik pertinent op mijn horloge te kijken. De klok tikt stug door, maar ik probeer altijd tijd te maken voor oprechte aandacht. Welzijn en zorgen voor wordt nog veel te vaak alleen maar aan die praktische kapstok gehangen, maar luisteren naar een ander mens is ongeveer net zo belangrijk.

Ik parkeer jas en tas en ga naast haar aan de keukentafel zitten. Ze heeft longkanker, in een vergevorderd stadium, en ze leeft in reservetijd. Haar man is nog maar pas overleden, ik zorgde ook voor hem en vaak praten we daar nog even samen over. Het helpt haar tijdens dat rouwen, om te praten met mensen die hem ook kenden en het hele proces van dichtbij hebben meegemaakt. Samen aan een bakkie en even kletsen, ze laaft zich vaak aan mijn verhalen.

Aandacht

‘Ga je nog naar de kermis dit jaar’ vraagt ze met een knipoog. Ze komt uit een dorp, net als ik, en de kermissen zijn befaamd bij ons. Die paar dagen kermis zijn meer dan genoeg, veel langer redden we dat feestgedruis niet. In de kroegen spelen geweldige live-bandjes, en we dansen tot onze voeten pijn doen. Een reeks aan oude bekenden ontmoeten en vooral een fijn feestje vieren met elkaar . De kermis zelf zie ik soms niet eens, ik ben vaak veel te druk met feestvieren.

Al voort kletsend schets ik wat spetterende situatie’s, over alles wat ik meemaakte tijdens kermissen door de jaren heen. Die spetterende verhalen zijn er zat, en daarnaast heb ik een goed geheugen en een talent voor smeuïgheid. Ze zit te glimmen, en inwendig grijns ik, voor mij is dit ook een cadeautje om haar zo te zien stralen. Zelf doet ze ook nog een boekje open, het is genieten in het kwadraat. Na een kwartiertje staan we op, en help ik haar met alles waar ze hulp bij nodig heeft. Verzorg ik met warmte en aandacht, en zij laat het zich allemaal aanleunen.

Vermoeid zit ze even later in haar luie stoel, maar haar ogen sprankelen en ik zie de herinneringen bijna als een film in haar hoofd voorbij trekken. Het plezier wat dit soort gesprekken haar geeft is onbetaalbaar, ook voor mij. ‘Kom je morgen weer’ vraagt ze. Ik knik en met een laatste zwaai ben ik weer onderweg, vervolg ik de rest van mijn route.

Niet veel later overleed ze, thuis in alle rust, met al haar lieverds om haar heen. Ik denk nog vaak met heel veel plezier terug aan de periode dat ik voor haar mocht zorgen, en tijdens de kermis proost ik in gedachten altijd even op haar.

Heerlijk weer voluit lachen

Zelden was ik zo blij dat het dinsdag was. Jippieee, dacht ik gister, ze mogen eruit. Vier uur in de ochtend was het, en de vogeltjes waren net als ik al wakker. Hartstochtelijk probeerde ik dagelijks door die pleisters heen te kijken. Niet gelukt natuurlijk 🙂 Mijn toet heelde voorzichtig, elke dag een beetje meer, wat zit het menselijk lichaam toch wonderbaarlijk in elkaar. Dat heb ik altijd intrigerend gevonden, die geniale balans tussen al die celletjes. Ook al ging het in mijn geval wel even mis natuurlijk, zoals bij zovelen. Na vandaag is het even klaar voor een poosje. Geen ziekenhuisbezoekjes, geen gedoe, en even geen ziek meer.

Mijn gedachten zijn bij iedereen die dat geluk niet hebben. Die in een heel lang traject zitten, en nog heel erg lang ziek zijn of gewoon nooit meer zullen herstellen. Nooit meer echt. Ook al heb ik al een jaar of dertig een chronische aandoening, ik ben er bekaaid afgekomen, zo voel ik dat absoluut. Net zoals elk leven kent die van mij ook zijn portie narigheid, maar de enorme hoeveelheid mooiigheid overheerst. Mijn leven is vol en rijk. Ik koester het, elke dag opnieuw.

Litteken

Nog maar vijf weken geleden ging ik voor de eerste keer naar de dermatoloog, en inmiddels ben ik een litteken rijker. En alhoewel ik er in eerste instantie best even van ondersteboven was, van het feit dat ik kanker had, met het verwijderen van die hechtingen sluit ik deze periode af. Snijranden schoon, bodem schoon, bofkont. Ik weet heus wel, dat ik de komende jaren vaker aan de beurt zal zijn. Huidkanker komt bij ons in de familie veel voor, ik ben de derde generatie inmiddels. En dan is er nog die 50% kans dat die rottigheid binnen een paar jaar terugkomt. Gevalletje helaas pindakaas. Die eerste schok was veruit het ergste, en de volgende keer ben ik alvast een soort van voorbereid.

Ik heb mezelf vooral ook voorgenomen om er niet teveel bij stil te staan. Niks in het leven is zeker tenslotte, en dit was vrij eenvoudig te verhelpen. Ik hoop alleen wel dat mijn gezicht niet steeds op deze manier aan de beurt is, want dan wordt die toet wel een beetje een landkaart over een paar jaar( wordt ik kraterface zei ik al tegen de liefste. Helaas kon ik alleen inwendig om dat stomme geintje lachen, mijn gezicht kon nog niet lekker uitbundig meedoen 😉 ) Een litteken vind ik niet heel erg, zolang het er niet teveel worden zeg maar.

Natuurlijk maakte ik ook even een fotootje voor iedereen die zo ontzettend met me heeft meegeleefd de afgelopen periode, dat was echt geweldig lief, ik voelde me oprecht gekoesterd. Nog een paar dagen en dan heb ik vakantie, verveel ik jullie weer met hele gezellige verhalen 🙂

Een vlag in mijn gezicht

Ik sta weer voor de spiegel, en kijk naar mijn gezicht. Het is achter de rug denk ik bij mezelf, ook al zit ik er nog middenin natuurlijk. Die hele grote witte pleister was als een vlag in mijn gezicht, en donderdagmiddag mocht die eraf. Razend benieuwd was ik, hoe het er uit zou zien. Vlak voor die pleister er dinsdag op ging, net na het hechten, stopte ze nog een spiegel in mijn handen. ‘Wat vind je ervan, heb ik het netjes gedaan’. Ik keek even, naar die rollade in mijn gezicht. ‘Het komt wel goed, dacht ik, het is eruit, op naar herstel, de rest volgt vanzelf’.

Dat die dinsdag nogal gevuld zou zijn, dat wist ik ruim van tevoren al. Want ik kreeg diezelfde middag ook de uitslag van die tweede mammografie. Omdat ze die een paar maanden geleden ook dubieus vonden, dus die moest nog een keer. Ik zat toch al in een rollercoaster dacht ik, dus dan meteen het hele circus maar. Gaan we daarna weer fijn vooruit kijken. (die hoeft volgend jaar pas weer, iets met kalkspatjes, en een extra check, lekker!)

Dat hele weekeind ervoor was ik best oké, en de tijd tikte langzaam door. We vulden de dagen. Filmpje kijken, bij vrienden eten, terrasje pakken, lekker relaxed. We hebben samen heerlijk zitten bedenken welke ongeveer richting we zouden kiezen voor onze vakantie. Er is maar weinig fijner dan vooruitkijken, als je hoofd overstroomt van alles wat er voor je deur staat. Pas op het moment dat we die dinsdag in de auto stapten, werd ik echt nerveus. De hele weg zat ik in dat zenuwachtige stadium, steeds een beetje meer. Vochtige handpalmen, pijn in mijn buik, je kent het wel.

Herstel

Het was zo voorbij, dat verwijderen van die rotplek, ook al voelde het voor mij best lang. Dat gepluk, geprik en getrek aan je hoofd. Alle geuren, de geluiden, het snijden zelf. Ik ben wel wat gewend hoor, maar toch. Gelukkig was er muziek, en ze waren zorgzaam, die drie meiden, er was aandacht en ondersteuning. En toen was het gedaan en kreeg ik die spiegel in mijn handen. Wat een jaap dacht ik nog, jemig. Waar ik geen moment bij stilgestaan had, was het herstel daarna. Ik werd emotioneel van de opluchting, terwijl ik stond te wachten op mijn antibiotica, dat overviel me. En thuis waren die eerste dagen ook geen feest. Dat gezicht dat raar aanvoelde, die dikke dot op mijn wang, en de pijn. Ik lach heel veel, dat realiseerde ik me de laatste dagen, en dat lukt dus nog niet. Net als eten, praten en bewegen, ook pijnlijk. Dat gezicht van mij is blijkbaar van het type onstuimig, en zit nu strak in de teugels. Het is raar, om je gezicht te verplichten zich als een uitdrukkingsloze zombie te gedragen, terwijl ik niks liever wil dan lachen 😉

’s Morgens ben ik opgelucht als de nacht om is, terwijl ik normaal gesproken dol ben op mijn bed. Maar slapen lukt niet goed, en het spookt een beetje na van binnen. Ik ben wat rammelig, na dat hele gebeuren. Mijn lijf is beurs, maar ook in mijn hoofd valt er nog wat op te ruimen. Ik doe dus vooral rustig aan, en steeds als ik vind dat ik iets moet, zeg ik dringend tegen mezelf dat het niet hoeft. Het kan nog wel even wachten, een paar dagen, want er ligt echt niks nijpends op me te wachten.

Het ergste is al achter de rug, en dinsdag mogen de hechtingen eruit. Ik tel de dagen tot ik weer vol enthousiasme kan lachen.Dat wordt ongetwijfeld zalig, als ik die teugels weer kan laten vieren 🙂

Aanstelleritis

‘Het is geen openhart-operatie Cynt, zeg ik een keer of wat tegen mezelf, het is een schepje uit een redelijk groot hoofd. Plek zat, niet zo miepen’. Ik worstel met iets dat ogenschijnlijk niet groot is, maar voor mij gek genoeg wel zo voelt. Kanker en kwaadaardig, maar goed behandelbaar dus geen drama. Toch voel ik de weerzin, en mijn echte verdriet. Het is iets wat ik altijd lastig vind, om ruimte te geven aan mijn eigen emotie, omdat ik vind dat er heel veel mensen zijn die veel slechter af zijn. Ik probeer het uit alle macht te leren, om ook dit ruimte te geven, maar het lukt maar moeizaam. Ook al is het geen kattenpis, toch vind ik mezelf een aansteller. Flink zijn en door, dat zit er ingebakken, ook al dacht ik oprecht dat ik het had afgeleerd.

Het maakt deze periode vooral heel verwarrend voor mezelf, want welke ruimte claim ik voor mezelf. Ik krijg ongelofelijk veel steunberichtjes, bloemen en hartverwarmende appjes. Dat zoveel mensen met me meeleven doet me ontzettend goed. Het helpt me, bij het zoeken naar die ruimte, hoe gek het ook klinkt. En ik zoek naar afleiding en ben veel buiten, hardlopen of wandelen en mooie plaatjes schieten van prachtige natuur.

Afleiding

In mijn dromen wordt het almaar vreemder. Afgelopen nacht werd dat zoute lapje kwaadaardige cellen wat eruit moet, eerst uit een stuk stof geknipt, als voorbeeld. Dat stukje stof was enorm, en overlapte mijn halve gezicht, het lag over mijn lip, neus en wang. Ik was compleet in de stress. De operatie werd in een drukke zaal verricht, waar ladingen mensen heen en weer liepen. En het duurde uren, en ik lag daar maar. Mijn hoofd speelt vreemde spelletjes, in de stilte van de nacht, en ik ben er inmiddels wel klaar mee.

Het is fijn dat die ene dag eindelijk voor de deur staat, want dat ik er niet naar uitkijk is inmiddels algemeen bekend. Ik verlang er hartstochtelijk naar om het achter de rug hebben, zodat ik vol overtuiging kan zeggen dat het heel erg meeviel, dat mijn gezicht niet heel anders oogt, en dat die rottige cellen eruit zijn. Ik ben extra blij met mijn fijne baan, want de dagen vliegen om. En ook het schrijven van mijn boek is heerlijk want die ontwikkeld zich en groeit gestaag. Het verrast zelfs mij, dat dit uit mijn brein ontstaat, en de afleiding is welkom. Ik focus me op het moment dat ik morgenmiddag op de bank zit, met dat gevoel van opluchting, als ik alles achter de rug heb.

Dat voelt vast zalig.

Eén nachtje nog, dan is het eindelijk tijd om weer vooruit te kijken en dit achter me te laten.

Dol op souvenirs

Ik kijk naar buiten, naar dat ontzettende druilige weer. Het regent, alweer. Mijn opgewekte ‘goed voor de tuin’ wordt nu wel een tikkie kansloos, want die tuin heeft zat water gehad zo langzamerhand. Het wakkert mijn verlangen aan, naar warmte en hele dagen buiten zijn. Ik heb behoefte aan blij, en aan zorgeloos. Heerlijk op zwerftocht gaan en elke dag nieuwe natuur ontdekken. Genieten van elkaar, en om verder bijzonder weinig te moeten, gewoon maar onderweg zijn en nieuwe herinneringen en souvenirs verzamelen. ( grappig want de vertaling van souvenirs= herinneringen) Want elke vakantie geef ik minimaal één keer toe aan die wat vreemde afwijking van mij.

Want ik vind het dus leuk om iets te kopen, als een aandenken aan die fijne vakantie, en dat kan van alles zijn. De enige voorwaarde die ik heb is dat het een gebruiksvoorwerp moet zijn. Zo heb ik bijvoorbeeld een fijne theedoek uit Italië, gekocht tijdens die zalige vakantie boven op een berg. Prachtige plek, mooie herinneringen. Die dus steeds fijn naar boven komen als ik de theekopjes af sta te drogen. En ik heb een frans tafelkleed, voor op de tuintafel. Tijdens elke zwoele zomeravond, als we fijn buiten zitten te eten, denk ik ook even aan het moment dat ik dat ding kocht. Tijdens een van onze eerste zwerftochten, door dat mooie Frankrijk.

Verzamelen

Het is als foto’s maken, maar dan anders, want al die voorwerpen staan voor een plaatje in mijn hoofd. Die buitenkaarsjes die ik kocht op dat marktje, dat handige kaasmesje, die wijnpitcher. Zomers staat er een prachtige fruitschaal op tafel, uit Spanje. Ik ben een sentimentele tuttebel, dat weet ik hoor, maar ik kan het niet helpen.

Aan de stang van ons klapdak in onze buscamper hangen twee koeienbelletjes, tijdens twee aparte vakanties gekocht. Niet echt een gebruiksvoorwerp, ik weet het, maar aan koeienbellen heb ik dan weer prachtige jeugdherinneringen, die kon ik dus echt niet laten hangen. En het klinkt zo gezellig onderweg. En mocht ik heel erg behoefte hebben aan thee, of een borrel, kan ik die belletjes als nog gebruiken;-) Of iemand er gehoor aan geeft is dan weer een tweede, maar het is dan toch een soort gebruiksvoorwerp.

Onze vrije dagen staan al geboekt, en we hebben goede hoop. Op mooi weer en wie weet ook de grens over, fijn de rust en de ruimte opzoeken. Kan ik weer iets aan mijn verzameling toevoegen. Hoe is dat bij jullie? Ook een souvenir-verzamelaar of absoluut niet. Ik ben heel benieuwd!

Onwerkelijk

Het voelt alsof het al achter de rug is, terwijl ik er nog doorheen moet natuurlijk. En ik vind het razend spannend, oprecht. Maar ik moet er vertrouwen in hebben, dat ze er weer wat moois van maken, van mijn toet. Dat moet gewoon. Die hap kwaadaardige cellen die eruit moet, dat zie je straks vast niet meer.

Het hele gedoe moet nog even landen, maar toen ik de volgende dag wakker werd voelde ik me lichter. Zoals daarvoor, voor het hele circus mijn gedachten beheerste. De dankbaarheid overheerst, geen uitzaaiingen is mooi nieuws, en ik heb wel meer rust in mijn kop. Alsof ik een zware deken van me af heb gegooid, heel gek. Het vertrouwen dat ik in mijn lichaam had wankelde best even, maar ik voel me razend gelukkig dat het zo eenvoudig te verhelpen is. Alhoewel ik het hele gedoe nog onwerkelijk vind hoor, maar toch, lichter.

Operatie

Die kwetsbaarheid van mijn gezondheid, daar was ik me altijd heel erg van bewust. Door alles wat ik in mijn werk tegenkom, en door wat ik om me heen zie gebeuren. Dat die goede gezondheid geen vanzelfsprekendheid is waar je altijd maar blind op kan vertrouwen, dat wist ik allang.

Ik gunde mezelf deze tussenliggende periode rust, om alleen maar te doen waar ik zin in had, om even niets te moeten. Lekker is dat, om alleen maar even te zijn en te voelen, te verwerken, het nu vooral bewust te ondergaan. Dat probeer ik tenminste. Alles wat er nog meer gebeurd op de wereld, zeilt ongemerkt voorbij, ik ben nu even alleen maar met mezelf bezig. Ik loop elke ochtend vroeg in de ochtend dat kleine rondje hard, wat een goed voornemen was dat, buiten langs al het frisse groen. En ik sta wat vaker naar mijn spiegelbeeld te kijken, ook dat, want ik probeer me voor te stellen hoe ik er straks uit zal zien. Heel ijdel vind ik het, maar het gaat als vanzelf.

Het staat al bijna voor de deur, die operatie, ik ben echt aan het aftellen. Het schrijven helpt, meer dan ik had gedacht, om al mijn gedachten op papier te zetten is ontzettend lekker. Om bewust na te moeten denken wat er in mijn hoofd omgaat is ongelofelijk rustgevend, en het ruimt gelijk zo lekker op. Nog vijf nachtjes slapen, dan heb ik het gehad. Ik kan niet wachten.

Gesnij in mijn gezicht

Ik had totaal geen zin om te rennen vanmorgen, zoals ik er de laatste weken eigenlijk steeds geen zin in heb. Ik wilde alleen maar lekker in mijn bed, onder de dekens, en vooral niets moeten. Dus ik ging, natuurlijk ging ik, want als ik ergens van op knap dan is dat van een rondje rennen.

De afgelopen weken zijn nogal een rollercoaster , ik blijk huidkanker te hebben. Goed te behandelen, gelukkig, ondanks het feit dat kwaadaardig en kanker best een boodschap is. En het zit midden in mijn toet, ook best een ding. De operatie is al heel snel. Maar dat gesnij in mijn gezicht, geen fan. Dat ik er dus nogal tegenaan zit te hikken zal geen verrassing zijn.

Maar goed, toch dat rondje rennen dus. Ik joeg mezelf vroeg mijn warme knusse mandje uit en stapte de deur uit. Lekker dacht ik, het is fris buiten. Ik haalde eens diep adem en begon maar gewoon in rustig tempo. Koetelend. Ik koos voor mijn kleine vaste rondje langs al die prachtige natuur vlak bij mij om de hoek. ‘Je gaat op je gemak’, had ik tegen mezelf gezegd. Geen snelle tijden of enorme afstanden, gewoon een half uurtje eruit.

oosterweg

Hardlopen

Door de warmte en de regen van de laatste tijd was al dat lentegroen uitbundig open gesprongen en mijn vaste route was ineens nog mooier dan anders. Ik keek mijn ogen uit, snoof eens extra, en stopte even om een plaatje te schieten. Team genieten was weer heerlijk op pad. En ook dat nieuwe muzieklijstje bleek zalig, met mijn sportoortjes stevig op mijn oren genoot ik me te pletter 🙂

Dus ga ik vanaf nu elke dag, elke dag gewoon dit korte rondje, dat kan ik best. Om elke dag zo fris mogelijk weer aan een verse dag te beginnen tot die operatie. Nog acht nachtjes slapen, dat is best weinig toch? Na dat gesnij kan ik namelijk even niet hardlopen. Met een guts aan hechtingen in mijn gezicht ga ik volledig naar mijn lijf luisteren en rust nemen.

Maar tot die dag ga ik elke ochtend dit fijne rondje doen. Goed voor mezelf zorgen vind ik dat. Ik heb er nu al zin in.

Veelzijdig

Om aan een ander uit te leggen hoe het voelt om zorg te verlenen is onmogelijk. Juist omdat het voor mij, na zoveel jaar zorgen, zo natuurlijk voelt. Maar er is niks gewoons aan, om aan een onbekend mens te zitten of een vreemde voordeur binnen te stappen.

De ochtenden dat ik zorg ging verlenen aan onbekenden voelden was ik altijd een tikkie gespannen. Vroeg in de ochtend een vreemd en donker huis instappen, onhandig naar lichtknopjes zoeken, geeft een bijzondere sensatie. Dat vreemde huis met zijn vreemde geuren en zijn vreemde vormen in het schemerdonker. De slaapkamer is een zoektocht, en ook de juiste spullen moet je zoeken. Vaak sliep die onbekende zorgvrager waar je voor het eerst zorg aan komt verlenen nog en dat is voor die ander nog vele malen vreemder. Staat er zomaar iemand op je slaapkamerdeur te kloppen, en daar moet je je door laten helpen.

Als ik terugdenk aan alle huizen waar ik voor het eerst binnenstapte, vroeg in de ochtend of laat in de avond, ben ik zelf verbaasd. Verbaasd over mijn eigen doortastendheid. Want ik was altijd alleen en niet altijd voorbereid op de situatie die ik aantrof. Soms belande je onverwacht middenin de hectiek.

Maar dierbaar is het gevoel dat overheerst. Warm en rijk. Alle andere gevoelens waar ik ook mee worstelde tijdens al die jaren, verdwijnen inmiddels naar de achtergrond. En ook al vind ik alle vormen van zorg die ik tijdens al die jaren verleende mooi, de ouderenzorg is wel iets dat goed bij me paste.

Ouderenzorg

Zeker bij de ouderen met dementie was het soms zoeken naar de juiste omgangsvorm, want elk mens reageert anders op een vreemde in hun huis. En soms kwam je bij hele weerbarstige, stugge of ronduit vloekende mensen zorg verlenen. Spannende situaties waren er ook. Als ik binnenstapte, en er zaten louche figuren in de woonkamer. Dan zei ik vriendelijk goedenavond, deed ik een poging koel en onaangedaan te kijken en draaide ik me direct weer om. Dan stond ik met geknepen billen binnen, verlangend naar de buitenlucht. Die weg naar buiten voelde ineens vele malen langer, dapper ben ik niet.

Maar ik was dol op werken in de thuiszorg. Al die verschillende huizen op al die verschillende plekken, met al die verschillende mensen. Saai was het nooit, en geen dag was hetzelfde. Waar ik ook onveranderd dol op was, waren de oude portretten aan de wand. Ik heb stapels oude jeugdfoto’s gezien, prachtige portretten van jonge vrouwen en mannen en stemmige trouwplaatjes. De liefde spatte er steeds weer vanaf. Dat beeld dat het schetst is zo mooi, de rijkdom van die eenvoud. En juist door middel van die foto’s was er direct een klik, want door ernaar te vragen ontstonden er meteen mooie gesprekken. De meeste mensen vinden het zalig iets over die zwart-wit plaatjes te vertellen.

Al die verhalen van vroeger, ik blijf ze geweldig vinden. Naar de kroeg met paard en wagen, kruideniers en melkwagens die met hun waar langs de deur kwamen, fantastisch toch? Dat vind ik tenminste, en nog steeds vind ik dat. Het verveeld me nooit om ernaar te luisteren.

Voor iedereen die geen idee heeft hoe veelzijdig de ouderenzorg is, neem eens een kijkje. Mijn werk was en is zoveel meer dan ‘die baan om een salaris mee te verdienen’. Het is rijk en warm, mijn mooie beroep maakt me nog altijd razend trots.

Toch spannend

Ondanks mijn hardnekkige negeer gedrag was ik moe de afgelopen dagen, want dat wachten trekt je batterijtje wel leeg. Dat deed het bij mij wel tenminste. En hoezeer ik ook verlangde naar het moment van de uitslag, toen het eindelijk zover was had het ineens best wat langer mogen duren. Want het niet weten was ineens ook best fijn. Straks zou ik me niet meer kunnen verstoppen, nergens meer.

Ik verlangde naar onnozel, naar me lekker druk maken om niks, naar schoppen tegen onbelangrijke zaken. Die plek in mijn gezicht, daar was ik me zo bewust van de hele tijd. Die dag van de uitslag voelde als een surreëel toneel, en de minuten tikten steeds langzamer en langzamer weg.

Eenmaal in de wachtkamer moest ik ook nog bijna een uur geduld hebben, natuurlijk. Toch was ik niet meer nerveus, heel gek, ineens wel heel erg ongeduldig, ik was er nu wel aan toe, aan het weten. Ze ging direct van start, ik zette mijn leesbril op en wilde meelezen, natuurlijk, ik blijf toch verpleegkundige 😉 Ja wel kwaadaardig, en nee niet de agressievere vorm die ze verwacht had( en die ik wel een soort van tussen de regels door gehoord had) Opluchting, lekker!

Kwaadaardig

Vervolgens tekende ze op mijn gezicht af, hoe groot ze moest snijden. ‘ Het is wel echt een rottige plek hoor’ Ik kreeg een spiegel in mijn handen en moest best even slikken. Ik vond het oprecht fors, en zo heel erg in mijn gezicht. ‘Groot, zei ik, ik vind het echt groot’. Ze knikte, ‘het is ook best groot, want het zit er zeker al een jaar of twee, minimaal’. Twee jaar, jeetje. Meteen voelde ik me ook een soort van bofkont, want stel dat het wel die agressievere vorm was geweest, dan was het leed niet te overzien geweest. Dan had ze nog veel dieper, nog veel groter….en wat er verder nog aan vast hing.

De operatie staat gepland, al heel snel, ook fijn. Dan heb ik alles maar achter de rug, liever gister dan vandaag. En natuurlijk gaan ze verder kijken, wordt mijn hele lijf in kaart gebracht, ook een fijne gedachte dat er straks geen gek plekje meer langdurig over het hoofd wordt gezien. Nog een maandje en dan kan ik alles fijn achter me laten. Dat valt mooi samen met de start van mijn vakantie, kan ik na het hele gebeuren uitgebreid in de relax en dan weer fijn vooruit kijken.

Niemandsland

Ik zit in een soort niemandsland, zo voelt het tenminste. Afwachten, ik haat het. Ik ben razend dankbaar dat ik thuis kan werken, want van teveel drukte om me heen wordt ik onrustig. Raar maar waar. Nu snap ik ook een beetje waarom mensen kluizenaar worden, dacht ik vanmorgen, want soms is alleen zijn nou eenmaal eenvoudiger.

Voor anderen zorgen leid me zalig af, maar mijn focus is wel een tikkie kort, steeds opnieuw proberen mijn gedachten me een bepaalde kant op te sturen. Maar nog steeds lukt het me om die gedachtegang af te remmen, als ik vind dat die een wat te dramatische kant op wil. Ik laat het allemaal maar even zijn, dat vind ik belangrijk. Ik probeer me niet blijer of vrolijker voor te doen dan ik me voel. En dat is vooruitgang hoor. Maar ik wil over een poosje niet weer een lading achterstallige emotie opruimen, dat doe ik liever meteen. Het voor nu even *&@*&, dat lijkt me evident. Sinds de boodschap van vorige week, ben ik niet helemaal mijn opgeruimde zelf.

Moe overheerst, heel gek is dat, want slapen lukt me prima. Maar elke avond ben ik gesloopt als ik mijn bed in rol, terwijl ik niks bijzonders of anders doe. Ik loop nog steeds een paar keer in de week vroeg in de ochtend een rondje hard, en ik werk gewoon op dezelfde dagen. En als ik wel een dag op kantoor werk, pak ik fijn de fiets. Net als altijd, en toch voel ik me vermoeider dan anders.

de boodschap

De boodschap die ik kreeg is heus niet zo heel erg verschrikkelijk, houd ik mezelf voor, er zijn zat mensen die een veel heftigere krijgen. Maar ik zie wel op tegen dat gespit in mijn gezicht, geen fijn vooruitzicht. Dat kwaadaardige in mijn gezicht, zou het ook nog ergens anders zitten? Is het stiekem verder mijn lijf doorgekropen of is het alleen dit plekje? Zoveel vragen en nog geen antwoorden.

Ik zit te glimlachen, terwijl ik dit schrijf, want ik snap ook meteen waarom ik steeds moe ben. Ongemerkt draait mijn hoofd overuren. Al die gedachten die steeds door mijn hoofd schieten veeg ik wel steeds weg, maar ze ontstaan keer op keer opnieuw. Toch is er ook heel veel moois, en elke dag ondervind ik dat. Als de zon schijnt bijvoorbeeld, en ik met een muziekje op mijn hoofd loop te genieten van al het lentegroen. En alle lieverds die aan de deur kwamen, met knuffels en prachtige bloemen, zo lief. Er worden kaarsjes voor me gebrand, en ik krijg liefde, heel veel liefde vanuit allerlei ook hele onverwachte hoeken. Jeetje wat voelt dat fijn.

Nog drie nachtjes slapen, dat is bijna niks meer. Duimen jullie mee?