Een stap opzij

Toen ik 21 was werkte ik een poosje in een buurtwinkel. Ik verkocht sigaretten, kaarten en een scala aan aanverwante artikelen. Na vijf jaar in de gezondheidszorg had ik al ernstig behoefte aan iets anders.( ik was zestien tijdens die allereerste stage) Fulltime werken, een intensieve studie en dat nog zo jong en groen zijn hadden een ernstige wissel getrokken. Het duurde maar kort, die uitspatting, ik vond werken in de buurtwinkel saai en eentonig en miste dat ‘zorgen voor’ met heel mijn hart. Maar mijn zenuwen konden wel mooi even bijkomen, en daar had ik nou net behoefte aan. Ik was nog zo piep en had al wagonladingen verdriet en ziek gezien.

Toen ik na een paar maanden mijn beroep weer oppakte ging ik bewust niet in vaste dienst, de behoefte om niet nogmaals verslonden te worden vond ik belangrijk. En ik kon overal fijn in de keuken kijken, mooi voor mijn eigen ontwikkeling. Ik kon nee zeggen tegen die extra dienst als ik geen zin had, nam verlof als ik daar behoefte aan had en in het weekeind was ik regelmatig die zalige zondag vrij. Doordraven kon ik toen ook al als de beste dus ik probeerde op die manier mijn balans te bewaren.

Zenuwen

Tijdens het opgroeien van onze kinderen werkte ik als de liefste thuis was voor onze meiden, onregelmatige diensten waren een zegen en oppas hadden we nooit nodig. Dat ik daardoor altijd ‘aan’ stond, en dus de klok rond aan het zorgen was, vergat ik voor het gemak even. En ondanks dat sturen, ondanks die pogingen om mijn balans te bewaren, ging het uiteindelijk hartstikke fout. Ik draafde mezelf compleet voorbij en verlegde veel te vaak grenzen. Ik stampte en ik stampte en kon niet meer.

En weer deed ik een stap opzij. Ik ging een jaar lang iets anders doen om die zenuwen weer bij te laten komen. Achteraf bezien had ik mezelf meer rust moeten gunnen in plaats van aan die andere functie te beginnen. Toch leerde ik weer iets nieuws over mijn eigen grenzen en dat streng zijn voor mezelf. Grappig dat ik onbewust hetzelfde deed als dertig jaar geleden, ik liet dat overspannen deel van mezelf weer bijkomen door dat uitstapje. Het zijn kostbare lessen over mijn eigen doordraaf-gedrag. Aan het eind van dat jaar was het echter wel helder, wat ik wel wilde en wat vooral niet.

Goed zorgen voor mezelf, ik heb mijn les geleerd 🙂

Net als vroeger

Klein en kwetsbaar ligt ze in haar bed, dat bed dat veel te groot lijkt te zijn voor haar. De gaskachel gloeit op vol vermogen en het ruikt naar vroeger in haar kleine huisje. Als jong meisje hadden wij thuis ook alleen een gaskachel in de woonkamer en na het douchen zaten we altijd met onze natte haren voor de kachel om ze te drogen. Als het heel koud was voelde het niet fijn om met kletsnatte haren je bed in te kruipen. In haar huis ruikt het naar die tijd, naar vroeger, en het voelt meteen vertrouwd.

Ik los de familie af en vraag meteen even of ze gebeld wil worden als het einde daar is. Niet iedereen wil wakker gebeld worden, zo is het nou eenmaal. Haar dochter knikt, ‘ als je me wil bellen, heel graag, ook al kan ik niets meer doen. Afscheid namen we al, van ons mam, maar het idee dat ik gewoon lig te slapen terwijl mijn moeder al dood is voelt niet fijn’. Ik knik en loop nog even met haar mee naar de voordeur.

Met een keukenstoel vlak naast haar bed ga ik rustig zitten. Ze is ver weg en ik hoor haar ademhaling af en toe stokken. Na zoveel jaar waakzorg herken ik alle tekenen, ook al valt het nooit helemaal te voorspellen. Dood gaan doet elk mens echt op zijn of haar eigen wijze. Het is alsof ik naast mijn oma zit, die sfeer heeft het, dit huisje. De foto’s, de inrichting, zelfs het koekblik op de lage tafel lijkt precies op die van mijn omaatje.

Gaskachel

In de keuken, de gang en het toilet is het ijzig koud en in de kamer is het net een tikje te warm. Stil zit ik naast haar en in de uren die volgen zie ik haar steeds verder wegglijden en overlijden. Vredig en kalm. Ik bel haar dochter en de dienstdoende arts, en vang iedereen op bij de voordeur. Zet thee en zorg ook voor haar dochter. De sfeer is een mix van verdriet en berusting, het is mooi, alle herinneringen die spontaan langskomen. Ze is blij dat haar ouders weer samen zijn, zegt ze, ook al voelt het gek dat ze geen ouderlijk huis meer heeft. ‘Het voelt leeg, zonder dat baken dat er altijd is geweest’. Ze praat een poosje en ik luister, ze wil graag even leunen en ik stel mijn schouder graag ter beschikking.

De meneer van de uitvaartdienst, die haar op komt halen, is inmiddels een bekende voor me geworden. Ik help hem want vandaag is hij alleen. Haar dochter wacht in de keuken, die wil al dat praktische handelen niet met eigen ogen aanschouwen en ik kan haar geen ongelijk geven.

Het is even na vieren als ik op de fiets stap, ik voel me zelf ook vredig en kalm. Dat stukje fietsen naar huis heb ik soms echt nodig om mijn hoofd leeg te maken. Niet elke waaknacht of overlijden verloopt zo vredig. Soms worden geld en juwelen al aan iemands sterfbed verdeelt, soms is er een doodsstrijd die akelig is en soms is er buiten mij helemaal niemand. Die eenzaamheid vond ik altijd extra verdrietig. Maar die dag, die dag was er een waardig afscheid en dat voelde ontzettend fijn.

Vroeger was alles beter

Vroeger hoefde ik de knop op mijn radio alleen maar in te drukken om ernaar te kunnen luisteren. En helaas liggen die tijden achter me, tegenwoordig ben ik bij alles afhankelijk van het internet. Tot mijn grote verdriet.

Na het eerste mailtje:’Binnenkort stopt het analoge televisiesignaal via de kabel’ begon het gezeur. Die televisie op onze slaapkamer was een oudje, maar om nog fijn wat te zappen in bed nog helemaal prima. Gevalletje helaas pindakaas. Ons oudje kon niet worden omgezet dus waren we genoodzaakt een nieuwe aan te schaffen. We zijn gehecht aan nog even in bed een film of serie af te kijken, dus toch maar gedaan. We mopperden op Ziggo en al het gedoe, hingen de nieuwe televisie op en mopperden nog wat na over de gedwongen uitgave.

Niet veel later kreeg ik weer een mailtje, ‘binnenkort stoppen we uw analoge radiosignaal’, ineens moest ik ook radio via internet gaan luisteren. Onze prachtige installatie werd dus gewoon deels onbruikbaar, echt eeuwig zonde. Er kon wel een antenne worden geplaatst, volgens de ziggo. Maar jeetje, dat wil ik helemaal niet, ik wil gewoon lekker mijn radio aan kunnen zetten. Luisteren zonder gedoe.

Ziggo

Maar dat kan dus niet meer, en ik voel me in een vingerknip een ouderwets tutje. Afhankelijk zijn van internet bij alles vind ik helemaal waardeloos. En wat voel ik me machteloos bij dat soort reuzen, overweldigend onbelangrijk en ongehoord. Via blue tooth dan maar, dan bleven onze prachtige boxen tenminste nog in bedrijf. De haperende wifi gooide roet in het eten. Zucht, natuurlijk. ‘Uw modem is ook wel erg verouderd mevrouw’ zei de vriendelijke jongen van de ziggo. Beetje jammer dat ik daar zelf om moet leuren, om een nieuwe, dat er verouderde in omloop zijn moet de ziggo toch zelf ook weten. Te simpel gedacht waarschijnlijk, om een stukkie service te verwachten.

Een dag of zes later had ik nog geen bericht dat de nieuwe onderweg was, dus thuiswerken, radio luisteren, het bleef moeizaam en haperen. Dus belde ik naar de ziggo met mijn klacht. Lang verhaal kort, ik uitte mijn onvrede, uitgebreid. En ik diende een klacht in. Nieuwe klanten krijgen de wereld aangeboden, bestaande trouwe klanten krijgen alleen maar minder en minder. ‘U wordt op korte termijn teruggebeld mevrouw’, werd mij toegezegd,’over uw klacht’.

Vanzelfsprekend zit ik daar nog steeds op te wachten, op dat telefoontje. Vanmorgen was er weer een storing, en dus luister ik nu naar de radio via mijn mobiel. Mijn prachtige installatie staart me treurig aan vanaf de andere kant van de kamer. Al die zogenaamde vooruitgang? Ik vind het armoe.

Batterijtje

Afgelopen zaterdag mocht ik weer, eindelijk, en stiekem vond ik het best spannend. Terugkijkend bleek dat laatste livebandje dat ik had gezien ineens wel heel erg lang geleden. De maanden sinds dat laatste optreden waren niet echt ongemerkt voorbij gegaan, duh, maar dat het er zoveel waren, dat was ik wel een soort van vergeten. De waan van de dag nam toch ongemerkt het leven een beetje over, of ik wilde of niet.

Ik heb best even getwijfeld, of ik zou gaan of niet. Maar ik wilde. Heel erg graag. En toen ook ineens weer niet, voelde ik de weerstand bij mezelf. En niet alleen maar door alle discussies rondom die verplichte pas. Ik wist oprecht niet of ik er weer van zou kunnen genieten. Wat onwennig stond ik te schuifelen. Niet lekker dicht bij het podium, zoals voorheen, maar een stuk er vandaan. Ik zag oprechte emotie bij de mensen om me heen. Overweldigende emotie om weer te mogen genieten van livemuziek, om er weer te staan met zijn allen. Het voelde blij. Maar ook vol verwachting, opgewonden en kriebelig.

Liveband

Op het moment dat de eerste liveband begon te spelen voelde ik de muziek gonzen en dreunen in mijn lijf, stil staan lukte niet meer. In vervoering stond ik te kijken. Te dansen, te genieten en mee te brullen, vanzelfsprekend. Lekker boeien wat een ander daarvan zou denken. Het was zaligheid, puur en simpel. Een hele avond drinken en dansen, kletsen en lachen, genieten en ontmoeten. Met een lading mensen die ik al heel lang niet live had gezien, en met mensen die ik nog nooit had gezien. Ik realiseerde me dat ik ook dat ‘lukraak een kroeggesprek aanknopen’ gemist had 😉 Daar had ik echt niet bij stil gestaan, maar het ging als vanzelf, als een giechelig tutje stond ik schaapachtig te stralen. Werkelijk waar.

Mijn batterijtje vulde zich.Het was zorgeloos lanterfanten 2.0. Dank aan de mannen van #rockbandpaperplane en de neven van Ed, jullie hebben er een absoluut feestje van gemaakt!

Eeuwige spagaat

Het bedompte van de kleine krappe badkamer overvalt me, zoals altijd, elke dag opnieuw. Buiten vriest het, hierbinnen is het standje Sahara. De vochtige warmte is benauwend en voorzichtig zet ik de badkamerdeur op een kier, het beetje frisse lucht is zalig. De oude dame mompelt wat, vergenoegd zit ze op het plastic stoeltje te genieten van de warme waterstralen op haar huid. Ik was haar behoedzaam en negeer de zweetdruppeltjes die zich langzaam in mijn nek vormen. Ook al heb ik mijn lange haar omhoog gebonden, de klamheid kruipt onherroepelijk over mijn hele lijf en in mijn kleren.

In mijn linkerzak roept mijn pieper onophoudelijk dat ik op moet schieten, ik sta alleen in zorg voor deze hele verdieping vandaag. De bezetting was al veel te krap, en mijn collega is helaas ziek geworden, invallers zijn er niet. Dus doe ik het alleen vandaag. Alweer. En de hoeveelheid taken blijft precies hetzelfde, daar valt niks van te schrappen of vooruit te schuiven.

Zonder de oude dame op te jagen probeer ik haar voorzichtig te motiveren om onder de douche vandaan te komen. Het voelt oneerlijk, juist omdat ze zo ontzettend geniet van die fijne straal maar ik moet verder, tien minuten geleden al. Terwijl ik de douche dichtdraai gaat mijn triage pieper. Dat betekend een noodgeval en omdat ik de enige verpleegkundige ben moet ik erheen.

Nu meteen welteverstaan.

Werkbalans

Ik sla een handdoek om de oude dame, bel met mijn telefoon een collega en sommeer haar om nu naar me toe te komen. Ik kan mw niet alleen laten in die natte badkamer maar ben ook ergens anders nodig. Gevoelsmatig zit iedereen op me te wachten. Het blok in mijn maag wordt groter en de zweetdruppeltjes beginnen langzaam een weg te zoeken naar beneden. Mijn huid is klam en mijn kleding vochtig van de stoom en dan is de dag nog maar net begonnen.

Na veel teveel minuten stapt er een collega de badkamer in en ren ik naar buiten, opgejaagd en nerveus.

Het is een korte schets van de ochtenden waar ik als verpleegkundige zo op stuk liep en waardoor ik een poos opbrandde. Ik stapte vol overtuiging uit de zorg omdat ik op was. Ik kon niet meer verantwoorden voor mezelf dat ik zo moest zorgen. Niet omdat ik niet meer dol was op mijn vak, maar misschien juist omdat ik zo dol ben op mijn vak.

De werkbalans was zoek. De hoeveelheid openstaande diensten bleef groeien en het ziekteverzuim was eeuwig voortdurend. Door al het ‘gedoe’ leek zorgen voor een ander bijzaak, alle rompslomp eromheen slurpte alle energie op. Misschien was het eenvoudigweg tijd voor mij om plaats te maken, was ik niet krachtig genoeg meer. Het afscheid nemen heeft me enorm veel tranen gekost, maar ik ben nog dagelijks dankbaar dat ik die stap opzij heb gezet.

Door de werkbalans van de functie die ik nu bekleed. Want alles wat ik nu doe is net zo goed zorgen voor, maar dan net een tikkie anders 😉

Masker van ongenaakbaarheid

Verdwalend in mijn gedachten verschuil ik me
Voor de waanzin van de wereld, die dwaasheid die me raakt
Mijn wanhopige zoektocht daar buiten
Naar wat een mens, een mooi mens maakt

Vind ik rust in stilte, in steeds opnieuw ontsnappen
Ontworstelend aan dat wat negatief kleeft
Als een vlinder, zoekend naar het licht
Ontpopt de vrijheid die diep van binnen leeft

Onpeilbare liefde en leven, het borrelt en bruist

Overweldigende kwetsbaarheid, de onmacht van mijn hunkering

Naar huid op huid, aanraken en ontmoeten

Ontsnappend aan de frustratie die erbinnen huist


Geef ik me onvoorwaardelijk bloot
gooi ik mijn masker voor altijd in de goot

Suggestie en stemmingmakerij

Vanmorgen vroeg, terwijl ik met mijn eerste kop zwarte koffie nog lui wat in mijn bedje lag te soezen, opende ik in mijn maandagochtend onschuld de digitale krant. Mijn oog viel direct op een suggestieve titel: ‘De Nederlandse vrouw geeft haar lichaam te snel weg’. Pardon? Meteen wakker, vanzelfsprekend, ik had geen tweede kop koffie meer nodig. Deze Atria-directeur vond dat tenminste, die vind dat westerse vrouwen te snel sex hebben. ‘Liever geen sex op de eerste drie dates’ zegt zij. En tja, daar vind ik wat van, natuurlijk.

Ik heb maar weinig op met de manier waarop er momenteel artikelen in de digitale kranten worden geplaatst, daar maak ik geen geheim van. Ik stoor me mateloos aan alle suggestieve titels en gekleurde berichten, en het meeste sla ik vol overgave over. Er zijn zelfs dagen dat ik helemaal geen poging doe, want wat ik voorgeschoteld krijg is vaak nutteloos en heeft bijzonder weinig met nieuws te maken. Daar zou ik dieper op in kunnen gaan en er vervolgens een gezellig stukje over kunnen schrijven. Doe ik niet, slecht voor mijn humeur. Hartstochtelijk negeren en af en toe een teleurgestelde zucht slaken is meer dan genoeg aandacht, mijn zelfverkozen bijnaam is niet voor niets’ Cynthia rollende ogen’ 😉

Dat de titel vanzelfsprekend bedoeld is om nieuwsgierig te maken is overduidelijk, de krant wil lezers naar zijn betaalartikelen trekken en luisteraars naar zijn podcasts. Elk nieuw abonnee is van harte welkom, ik snap het allemaal best. En tijdens dat proces ga je nogal eens voorbij aan wat gangbaar en volkomen normaal is ‘bij ons in het westen’. Wat volkomen normaal zou moeten zijn tenminste. Want dat met die kop de indruk wordt gewekt dat wij westerse vrouwen ’te snel ons lichaam weggeven’ vind ik een regelrechte belediging. Want was is te snel? In wiens ogen dan?

Eigen keuze

Elke volwassen vrouw mag dat heerlijk voor zichzelf beslissen, en alleen haar eigen gevoel is daarbij leidend. Die heilige eigen keuze. Zij bepaalt wanneer en met wie, en er is absoluut niemand die daar iets van heeft te vinden. Derde date, dertigste date of de allereerste, lekker belangrijk. Dat besluit neem je zelf. Voelt het goed dan voelt het goed. Tegenwoordig mag je oprecht genieten van een stomende vrijpartij wanneer je dat zelf wil. Over mannen die te snel hun lichaam weggeven lees ik trouwens niks, vanzelfsprekend niet. Wederom vervallen we weer in dat eeuwige stereotype, de horror!

Toen ik jonger was liepen we op het strand met zijn allen topless, vond niemand iets van. En nog steeds zie ik het, voornamelijk bij vrouwen van mijn generatie welteverstaan. Tegenwoordig is het ‘not done’ heb ik me laten vertellen door de huidige generatie jong volwassenen. Maar wederom, eigen keuze, wie zich eraan stoort kijkt maar lekker de andere kant op. Net als ‘je lichaam weggeven’, wat echt achterlijk klinkt trouwens, want dat lijf blijft echt gewoon van jezelf hoor.

Het is vooral jammer dat dit soort suggestieve nonsens de krant haalt, en ik laat me weer op de kast jagen natuurlijk. ‘Lekker zuur hoor Cynt’ denk ik dan bij mezelf, laat het gewoon. Ik hoop vooral dat ‘wij in het westen’ lekker blijven doen waar heel veel vrouwen jarenlang keihard voor gestreden hebben, voor die gelijkheid, van elk mens. Man, vrouw, onzijdig, paradijsvogel, jong of oud. Maar voorlopig valt daar nog wel wat winst te behalen.

Een waaier van diversiteit

Ik ben een schrijver, en daar ben ik retetrots op. Het duurde even, voor ik die woorden in mijn mond durfde te nemen in associatie met mezelf maar inmiddels doe ik het gewoon. Ik ben ook moeder, verpleegkundige, geliefde, dol op muziek en dansen, zelfs als ik wandel, ook dol op engelse detectives en knuffelen. Ik heb een absolute blinde vlek wat betreft mijn eigen kledingkeuzes, maar ik heb voelsprieten voor sfeer en wat andermans gevoelens betreft kan ik tussen de regels door luisteren. Al mijn hele leven worstel ik met mijn lange, verre van platte lijf. Ik ben een waaier, een verzameling van kwaliteitjes, eigenaardigheden, worstelingen en leukigheid. En zo zie ik ieder mens in deze wereld, als een bundeltje van van alles.

Wellicht teveel versimpeld maar zo kijk ik graag naar de wereld en naar iedereen die op deze aardbol woont. Iemands gedrag zegt meer over een persoon dan een seksuele voorkeur, politieke voorkeur of welke andere voorkeur dan ook. Mits je een ander mens geen schade berokkend zal het mij verder een zorg zijn wat je met je leven doet.

Gister stond in de krant dat er aparte lhbti parkeerplaatsen waren gemaakt in een Duitse stad, over hokjes gesproken. ik denk dan alleen maar ‘waarom’? Net zoals we kleding en toiletten gender neutraal moeten worden gemaakt, wederom ‘waarom’? Waarom willen we iedereen zo ontzettend graag in hokjes proppen, er labeltjes aan hangen en ter goedkeuring afstempelen? Al die prachtige, flamboyante, excentrieke paradijsvogels op deze wereld ringeloren, we zijn mensen, punt. Zorg dat elke toilet toegankelijk is voor iedereen, zonder stempeltjes, stickers en voorkeuren. Zet gewoon een maat in kleding, wie wat aantrekt moet diegene lekker zelf weten. Zonder uitgesproken poppetjes of tekentjes, lijkt me ruim voldoende.

Gender neutraal

Ik vermoed vooral dat ze anders niet weten hoe ze hun marketingcampagne vorm moeten geven of hoe ze ergens slaatjes uit kunnen slaan. En maar roepen, kijk mij eens onbevooroordeelt zijn. Om heel eerlijk te zijn, ik wordt er een soort van moe van, van al het gedoe. Zonder iemand tekort te willen doen, vooral dat, maar willen we nou echt voor iedereen een apart labeltje bedenken? Maak dan maar aparte parkeerplaatsen voor mensen die niet kunnen inparkeren of voor jonge gezinnen die een lading troep mee moeten sjouwen, als je dan toch iets bijzonders wil doen 😉 Groepen uitsluiten of bevoordelen is meestal olie op akelige vuurtjes en je bereikt ongeveer het tegenovergestelde. We zijn allemaal bijzonder en eigenaardig tegelijk.

Ik hoop vooral hartstochtelijk dat ik in geen van die hokjes pas of in een hele hoop tegelijk. Ergens bij horen is iets heel anders dan in een hokje gestopt worden. Laten we het lekker eenvoudig houden. We zijn allemaal mensen met een waaiertje van prachtige eigenschappen die ieder van ons bijzonder maakt, zonder uitzonderingen. Dat zou toch wat zijn, als dat het uitgangspunt is 😉

Lekker gezond koken

Ik ben absoluut geen keukenprinses maar ineens stond ik afgelopen week iets nieuws te proberen, met boerenkool en spruitjes notabene. ‘Sta ik hier nou gewoon een beetje keukenprinses te zijn’, dacht ik bij mezelf, wonderbaarlijk maar waar. Het is oprecht leuk om nieuwe recepten uit te proberen, ook al was die eerste poging om de curry van Chantal na te maken een tikkie teveel van het goede, een Madame Jeannette of wat teveel zelfs 😉 Maar als ik lekker in mijn vel zit en ruimte heb in mijn hoofd dan lukt dat uitproberen prima. Het gaat een beetje op en af, soms ontbreekt de zin of de energie. Afgelopen week lukte dat buitengewoon, dat uitproberen.

Vroeger vond ik er zelfs geen fluit aan, aan dat koken. Ik bleef een beetje in hetzelfde hangen toen de kinderen klein waren. Onze meiden waren totaal verschillend in wat ze wel en niet lusten. Koken vond ik dus een noodzakelijk kwaad, een mens moet wel eten tenslotte. Maar Masterchef Australia heeft daar absoluut verandering in gebracht. Zomaar onverwacht bleek ik best te kunnen koken, vanaf een recept hoor, dat vooropgesteld, maar toch.

Want dat sterke geheugen van mij bleek tijdens zo’n uitzending razend handig. Ik schreef mee terwijl zij kokkerelden, maar ik onthield tegelijkertijd ook hoe het werd gemaakt. Wanneer ze wat deden of toevoegden en alle tussenstapjes. Ik was er zelf oprecht verbaasd over, dat ik dat kon. En toen ik dus zelf iets na ging maken smaakte het zowaar, zo geinig.

Nieuwe recepten

Na jaren met frisse tegenzin steeds een beetje in hetzelfde cirkeltje te hebben gekookt, ging ik zo af en toe iets anders koken. In mijn verdediging: ik heb jaren wisseldiensten gedraaid en zeker tijdens die nachtdienstjaren was er maar weinig waar ik energie voor had naast de zorg voor mijn gezin. Nu is er meer balans en ruimte voor mezelf.

Ik ontdek nog steeds nieuwe receptjes maar er zijn ook een paar, van Gary uit een aantal Masterchef afleveringen, die ik nog steeds maak. Dat komt ook door de liefdevolle sfeer van die show en de schoonheid van dat pure programma. Het wakkert mijn enthousiasme aan, maakt dat ik ook iets lekkers wil maken. Geen geniale hoogstandjes zoals zij dat doen, maar wel lekker genoeg om die pan uit te likken 🙂

Mijn favoriete kookboek

Zoek je nog een toptip? Het boek ‘De wereldse bakplaat’ vinden wij oprecht geweldig en zeer divers. Daarin speuren we regelmatig naar een nieuw idee om eens iets anders te koken. Simpel en smaakvol. En dat recept met boerenkool, pasta en spruitjes? Hoe gruwelijk het ook klinkt, het was oprecht zalig 😉

Hunkerend naar goedkeuring

Het grootste deel van mijn leven leefde ik hunkerend naar goedkeuring. Dat zag ik toen niet goed, dat ik dat naarstig zocht, dat soort inzichten krijg je vaak pas achteraf. Maar de mening van anderen over mij en mijn leven kleurden mijn eigen gedachten over mezelf. Raar maar waar. Het duurde een hele poos voor ik mezelf omarmde, en me realiseerde wie ik eigenlijk was. Jezelf accepteren vergt naar binnen keren en ik kon dat niet goed. Het leven is soms ingewikkeld.

De tijd dat ik met een schuin oog naar anderen keek omdat ik ‘ook zo wilde zijn’ liggen gelukkig inmiddels ver achter me. De bewondering is er nog hoor, voor talenten of mooie eigenschappen, maar ik zie ze inmiddels ook bij mezelf. En de mindere accepteer ik nu met een vorm van mildheid.

Hoe graag wilde ik altijd een tikkie mysterieus en weergaloos zijn. Nu moet ik erom grinniken, want als ik iets niet ben is het dat wel. Van dat mysterieuze zou ik alleen maar zenuwachtig worden. Ik ben eenvoud denk ik weleens. Ik wordt blij van de kleinste dingen, en van alleen zijn en uren wandelen, het is een steeds aanwezig verlangen naar rust en stilte. Niet omdat ik niet van mensen en gezelligheid houd, maar omdat het zo lekker prikkelarm is. Geen ingewikkeld gedoe, pijnlijke gesprekken of ongemakkelijke stiltes, alleen maar ‘zijn’ en bewegen. Ik weet dat ik een beetje ’to much’ ben bij tijd en wijle, door dat hele enthousiaste, ik voel de rollende ogen soms. Maar dat borrelende blij diep van binnen heeft een uitlaadklep nodig. Daar heb ik me veel te lang voor geschaamd, voor alles wat ik ben en vooral ook voor wat ik niet was.

jezelf accepteren

Stukje bij beetje leerde ik wat bij me pastte, ook door die grenzen die ik meer dan eens passeerde. Ik durf ze inmiddels aan te geven, om vol overtuiging de keuze voor mijn eigen zelfbehoud te maken. Vroeger vond ik dat ik alles moest doen wat er van me werd verlangd. Hunkerend naar waardering die maar niet kwam, passeerde ik grens na grens.

Het voelt vrij, dat jezelf accepteren. Verre van perfect maar wel, leuk. Positief, liefdevol, vol zelfspot en krachtig, ik kan een rots zijn als het moet. Dat hart van mij is grenzeloos, en razend vol liefde. En ik kan ontzettend suf zijn, mal zelfs, irritant, niet politiek correct en een tikkie onhandig. Mijn directheid, daar moet ik zelf soms ook van slikken. Dat hunkeren heb ik losgelaten. Ik ben tevreden, dacht ik vanmorgen, tevreden met niks. Ook al google ik met enige regelmaat ‘landelijk huisje’ of ‘werken in een desolaat gebied’. Ik blijf wel Cynt natuurlijk 😉 Maar in de huidige waanzin moet ik proberen die tevredenheid te blijven zien. Zoals in de tekst van dat fijne liedje: Wat is er meer dan de zon die mijn lichaam verhit en de tijd die ik bezit. Zonde, om je dan druk te maken over het geneuzel van een ander 🙂