Vasthouden

Dat allemachtig prachtige winterweer, waar we kort geleden van genoten, was geweldig. Ik zag alleen maar foto’s van schaatsende mensen en van winterwonderland-wandelingen. Maar ik voelde vooral ook het contrast achter al die blije plaatjes, dat smachtende ervan. Batterijen werden vol overgave een beetje opgeladen, want het afgelopen jaar is behoorlijk schraal geweest. Schraal door alles wat we moeten missen.

Het afgelopen jaar hield ik me steeds vast aan mijn eigen pilaren, veel naar buiten en veel schrijven. En heel veel muziek, ik kan echt geen dag zonder, en voor elke stemming heb ik wel een lijstje. Wekelijks hang ik vol overgave de slingers op en gaan die plaatjes voor even heel erg hard, dans ik als een dolle in mijn eigen huiskamer. Het is een afreageren op het verdriet van de wereld, en op mijn eigen verdriet over wat er gaande is. Maar naast dat rottige virus, en al wat naar is in het leven, is er steeds ook zoveel moois. En ook daar blijf ik oog voor hebben, ik verzand niet in negativiteit, want het leven is ook zo heel erg prachtig. Maar ik heb makkelijk praten, met mijn fijne baan en mijn fijne leven.

Vooruit kijken

Stiekem ben ik ook al aan het vooruit kijken, kan mij het schelen. Binnenkort gaat we onze camper gewoon weer lekker van stal halen, heerlijk om wat op te fluffen, mijn gordijntjes op te hangen en plannen te maken. Lekker dagdromen over een weekeind onbezorgd kamperen in Nederland, met die zon op mijn bol natuurlijk. En vooral ook samen giechelen omdat het ’s nachts toch wel erg koud is nog, zo vroeg in het seizoen. Knus en gezellig hoop ik samen vol overtuiging te genieten van alles wat het leven vol en rijk maakt.

Onnozel? Misschien, maar ook daar haal ik mijn schouders over op. Elk mens blijft rechtop staan op zijn eigen manier, en dit is de mijne. Hoe dit jaar eruit komt te zien, geen mens die het kan voorspellen, dus speel ik alvast wat scenario’s af in mijn hoofd.

Want natuurlijk is er ook nog ons achtertuinparadijs. Waar we vers uit ons werk, met mooi weer, heerlijk kunnen relaxen. Dus in het geval dat we de komende maanden nog nergens heen kunnen met ons camperschatje, en we ook even geen zin hebben in strand, bos of duin, wat hier zo lekker vlak naast de deur ligt, dan kunnen we altijd nog op mooie dagen in die hangmat chillen. Beetje onnozel liggen luisteren hoe onze klimplanten lekker groter groeien.

Volgens mij heb ik plan A,B en C alvast klaarliggen, kan ik de komende maanden nog fijn alle kanten op 🙂

Coronacoupe

Wat verbouwereerd keek ik vanmorgen naar mijn eigen hoofd in de spiegel, dat gebrek aan kappersbezoekjes van de afgelopen periode begint zich overduidelijk af te tekenen. Ik wordt grijs!

Nou was dat vanzelfsprekend niet echt een verrassing, gezien mijn leeftijd. Maar omdat ik met enige regelmaat in die kappersstoel zat, en professioneel onder handen werd genomen, had ik er weinig erg in. Waar ik me wel over verbaas, is dat het me niet zoveel uitmaakt, die opkomende grijze strepen. Nou ja, streepjes, want het valt eigenlijk best mee. Komt vanzelfsprekend ook door die enorme bos haar van mij, de kleur die het voorheen had heeft nog steeds de overhand.

Als kind was ik spierwit, en mijn bijnaam was dan ook ‘die witte’. Over een paar jaar is die dus ook weer fijn van toepassing 🙂

Grijs

Als ik de kranten mag geloven, komt een kappersbezoekje weer in zicht. Enthousiast app ik de liefste, dat ik voor hem alvast een afspraak ga maken, want ik weet hoezeer hij verlangd naar een kappersbezoek. Uit zijn korte haar is de coupe volledig verdwenen, maar vooral zijn baard neemt illustere vormen aan, dat is inmiddels een woeste bos. Ik vind het prachtig hoor, dat vooropgesteld, hij begint zelfs te krullen, die volle baard. Maar hij wil er graag enigszins van verlost worden, ietsje korter is een stuk fijner.

Ik ga lekker voor een verfje, ook al heb ik wel echt even getwijfeld. Maar ik wacht toch nog een paar jaar, tot het echt veel grijzer wordt. Dan ga ik die lange lokken van mij wat korter wieken en grijs/wit laten worden. Voor nu gaat die spoeling er gewoon weer door, ben ik lekker weer egaal gemêleerd en heerlijk eenduidig gekleurd, ook weer mooi. Waarschijnlijk tenminste, eerst vanavond even afwachten, of we echt weer mogen 🙂

Maarten

Hij heette Maarten. Het beeld dat ik van hem heb is nog glashelder ondanks die drieëndertig jaar die er inmiddels zijn verstreken. Maarten had een spierziekte. Het was mijn allereerste kennismaking met deze ziekte, ik zal achttien geweest zijn, en het maakte diepe indruk op mij.

Voor Maarten zorgen was pittig. Maar hij moest die zorg ondergaan en de contracturen die zijn lichaam had gevormd waren ijzingwekkend. Zijn lichaam kroop meer en meer in elkaar, gaf stukje bij beetje zijn kracht prijs. 

Praten kon hij niet meer, hij communiceerde door het uitstoten van klanken, en ik probeerde uit alle macht te leren wat hij precies bedoelde. Niet meer duidelijk kunnen maken wat je wil zeggen moet een nachtmerrie geweest zijn.

Ik zorgde met liefde voor zijn vergroeide lijf, en hoopte vooral dat ik hem tijdens het wassen geen pijn deed. Daarentegen vond ik het verschrikkelijk om hem te helpen met eten. Hij slikte op reflex, dus elke hap moest vooral rustig en precies worden gegeven. Ik zat altijd met geknepen billen naast zijn bed, elke hap nauwkeurig volgend, hopend dat hij zich niet zou verslikken. 

Maarten was nog jong, dat weet ik ook nog, een dertiger, en er stond niks persoonlijks in zijn kale kamer. Geen mooie foto, lieve kaarten of rommelige kindertekeningen. Er was geen enkele herinnering aan hoe zijn leven tot dan toe was geweest.

Dat vind ik nog steeds verdrietig.

Een leven weggevaagd door een nietsontziende spierziekte, met dat jonge lichaam dat zich onverzettelijk vastklampte aan het leven, zonder iets van warmte om hem heen om hem te steunen.

Het ‘zorgen voor’ was afstandelijker vroeger, sterieler haast. En daar worstelde ik mee.

Spierziekte

Persoonlijke foto’s en mooie verhalen zijn tot op de dag van vandaag een dankbare bron van informatie om de mens achter de ziekte te leren kennen. Van Maarten wist ik niets. Als ik aan hem denk, denk ik alleen maar aan zijn eenzaamheid. Alleen in een kale kamer, met een falend lijf, overgeleverd aan dat moeizame bestaan. 

Ondanks al onze goedbedoelde zorg voor hem, het was eenvoudigweg nooit genoeg.

Ik vertrok een paar maanden later en vervolgde mijn eigen weg in het leven. Ik huppelde, groeide en leefde vrijmoedig verder. Zijn leven kwam daar tot stilstand, in dat kale hok, en dat duurde ook best nog een poosje. 

Tijdens mijn eigen leven probeer ik me te beperken tot de kern van ons bestaan. Mag ik van mezelf heus mopperen, bang zijn of verdrietig. Maar ik spreek mezelf streng toe bij elke minuscule neiging tot ontevredenheid.

Want gezondheid is een groot goed. En in onze zucht naar welvaart, mogen we de waarde van elke nieuwe dag echt nooit uit het oog verliezen. #verpleegkundige#ikzorg#gezondheid#storytelling

Verrassing

Het is gek, hoe sommige herinneringen je zomaar ineens onverwacht kunnen bekruipen. Gek en bijzonder leuk, vooral dat, bepaalde beelden die zomaar weer in je hoofd verschijnen. Mijn vader vond het geweldig om zijn meiden te verrassen. Ik gok dat mijn moeder net zo hard meedeed hoor, maar in mijn herinnering was het mijn vader die dat soort dingen bedacht.

Zoals die herinnering aan mijn elektrische deken, die ik ooit op sinterklaasavond kreeg. Die avond kroop ik rillend mijn bedje in, toen die heel onverwacht heerlijk warm aanvoelde. Mijn grote kado was een elektrische deken, en die lag al heerlijk warm te worden in mijn bed. Hemels, zo voelde het, en ik vergat het vervolgens dus ook nooit meer, die verrassing.

Net als de befaamde shopavonden, die waren zeldzaam, en heel erg geweldig. Vanuit het niets kon mijn vader ons dan ineens van boven roepen. Binnen vijf minuten moesten we dan klaar staan, anders werd er niks gekocht. Gierend van de lach struikelden we dan over elkaar heen om zo snel mogelijk schoenen, jassen en wat dan ook, aan te trekken. Topavonden waren dat, in mijn herinnering tenminste, maar ik ben een snelle shopper 🙂 Een ook die ping-pongtafel die ineens zomaar in onze garage stond, was een geweldig en onverwacht cadeau.

Onverwacht

Mam was dan weer goed in andere verrassingen, en sommige ervan maakten behoorlijk wat indruk. Die ochtend dat er zomaar ineens een jascape voor mij aan de kapstop hing, wauw, ik zal negen geweest zijn gok ik. Wat voelde ik me prachtig in dat ding, en helemaal superhip. Mam is coupeuse geweest, en had tot laat achter de naaimachine gezeten om hem af te maken, zo lief. Ze maakte jaren later mijn trouwjurk, en bekleedde ook de wieg waar onze kindjes in sliepen. En ook voor onze meiden heeft ze ongelofelijk veel moois gemaakt, van klein naar groot, ze vond het heerlijk om achter die naaimachine te kruipen.

We waren al heel jong erg zelfstandig, en onze wilde plannen werden niet altijd enthousiast ontvangen. Zus en ik waren woonden al vroeg zelfstandig, gewoon, omdat we daar zin in hadden. We hadden nog geen theelepeltje, en hadden nog amper gespaard, maar we namen de gok en gingen gewoon. Na die eerste schok, deden pap en mam alles om van ons nieuwe huisje een thuis te maken. Hoofdschuddend 🙂 dat ook. Wij hadden die eerste jaren geen cent te makken, en mama kwam daarom echt nooit met lege handen langswaaien. Warme liefde was er zat, en wagonladingen support om ons heel erg onszelf te laten zijn.

In mijn ogen is dat absolute rijkdom 🙂

Weerstand

Dat ik me niet wil laten verleiden om te reageren op alles wat er over dat virus de ether wordt ingeslingerd, is overduidelijk. Ik weiger er dieper in te duiken, want ik zit er elke dag al middenin. Net als de hele wereld er middenin zit natuurlijk, maar ook bij mij is het dagelijkse kost. Vluchten lukt nog maar heel af en toe, en dat is dan oprecht even zalig.

Al heel vroeg tijdens dat hele corona gebeuren heb ik me voorgenomen om positief te blijven, ik heb er geen fluit aan om mijn dagen te vullen met frustratie en negativiteit. Ondanks dat sommige dagen ook bij mij weleens zwaar en donker zijn. Ik schreef het al eerder, mijn cirkel van invloed is niet zo groot, maar ik doe wat ik kan. Mopperende experts op allerlei gebied zijn er al genoeg, daar zijn geen extra schepjes meer nodig.

Vanzelfsprekend maak ik me zorgen, ik zie wagonladingen verdriet en machteloosheid, verhuld in frustratie en ongenadig schoppen tegen van alles. Oprechte ellende is niet nieuw, ellende is van alle tijden. In tijden van bloei en groei, en in tijden van tegenslag. Die graaicultuur die was ontstaan vind ik ook naar. Maar vinden dat je ergens recht op heb en dat dus op allerlei manieren af gaat dwingen, is net zo naar. Zeker als het ten koste gaat van anderen, absoluut niet oke. Want blijkbaar zijn de rechten verschillend verdeelt, en hebben sommige meer rechten dan anderen.

Voor en tegenstanders beginnen steeds meer op elkaar te lijken, in gedrag en toonsoort. Vingerwijzen, staatjes en cijfers, en wijsheid en waarheid in pacht hebben. Alsof er een patent bestaat op ‘één opvatting is de enige juiste’. Willen we niet vooral leven, met elkaar? En is dit dan de weg ernaartoe? Elkaar bestrijden, hard schreeuwen en elkaar wegzetten als mafkees? En dat geld voor alle partijen he?! Zelden stonden we zo ver van elkaar af. We hebben de mond vol van tolerantie, maar sabelen elkaar ongenadig af om wat dan ook. Keiharde woorden, over en weer. En in die tussentijd houden we het zo zelf in stand met zijn allen.

Vluchten

Gevoelsmatig begin ik me steeds meer terug te trekken, dat rotsvaste gevoel van veiligheid diep in mij begint langzaam af te brokkelen. Niet door dat virus hoor, ik ben voorzichtig maar absoluut niet bang, dat vooropgesteld. Meer door die kanteling die ik om me heen zie ontstaan, de grimmigheid ervan. Die primaire reactie van vechten of vluchten, begint zich bij mij af te tekenen. Ik vecht elke dag, op mijn werk, om te doen wat ik kan, zo goed mogelijk te zorgen voor een ander. En daarna vlucht ik, naar mijn eigen veilige bubbeltje, en zorg ik vooral voor mezelf.

Ik weet niet waar het eindigt, hoe en wanneer dit eindigt. Of dit überhaupt ooit eindigt. Maar ik leef nu, vandaag, in die steeds zo veranderende wereld. Dus lach ik vandaag, dans ik, heb ik lief vanuit mijn tenen. Binnen dat hele fijne eigen bubbeltje, sluit ik al het dagelijkse verdriet even buiten. Want op sommige dagen, is het meer dan ik hebben kan.

Bijzonder

De eerste keer dat ik bij iemand thuis waakte, staat in mijn geheugen gegrift. Hij was een kroegbaas, en bleek een goede kennis te zijn van een oom van mij. Ik was overrompelt omdat hij nog zo jong was, hij stond nog zo vol in het leven. Zijn kinderen waren van mijn leeftijd, twintigers, en dat confronteert extra. Toch was daar die berusting, ondanks het overweldigende verdriet dat er ook was, richting zijn einde.

Een dierbare oom van mij was een paar jaar ervoor op jonge leeftijd overleden. En dat hele proces had op mij een diepe indruk gemaakt. Van de diagnose tot aan zijn overlijden ging gevoelsmatig razendsnel. Al onze harten waren gebroken, en de hele familie was er kapot van. We misten die gangmaker op onze feestjes, zijn branie, gekkigheid en liefde. Dat was mede de reden dat ik waakzorg wilde verlenen, om te kunnen ondersteunen tijdens die laatste levensfase, als een eerbetoon aan hem. Om dat te mogen doen voelde voor mij ongelofelijk waardevol.

Zachtheid

Die allereerste keer vond ik razend spannend, want je staat daar in je uppie. Maar we hadden direct een klik, en het verlenen van die warme zorg ging als vanzelf. We voerden mooie gesprekken, tijdens de stilte van de nacht, en die band die dan ontstaat is een hele bijzondere. Ik kan het moeilijk uitleggen maar het is oprecht prachtig. Tijdens dat laatste stukje van het leven valt er zoveel weg. Dan is er alleen nog dat pure zijn. En naast al dat verdriet is er vaak ook blijdschap en dankbaarheid. En heel veel liefde.

Dan zie je de eigenheid van iemands ziel, die basis van het leven.

Drie nachten zat ik naast hem en zorgde ik. Toen eindigde zijn leven. Heel zacht was daar ineens die absolute stilte. Ik ben er altijd dankbaar voor, als die zachtheid er is. Want soms is er hevige strijd, eindigt dat leven verre van rustig en stil. Mist het dat serene.

Ik heb er nooit spijt van gehad, van al die jaren waakzorg, ook al greep het me soms ongenaakbaar bij de strot. Al dat verdriet en alle dood. Jong, nog jonger, veel te jong, het volgde elkaar onverbiddelijk op. Bruut en rauw was daar steeds dat onherroepelijke einde. Zoveel mensen die moesten loslaten. Een vader, een moeder, een geliefde, een kind. Maar dankzij al hun levenslessen en wijsheden, en dat waren er een hele hoop, ben ik steeds opnieuw dankbaar voor elke nieuwe dag.

Ik bundelde veel van mijn ervaringen en maakte er een prachtig boek van. Ik noemde hem Zorgliefde. https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

Strik erom

Een dag met een strik erom, zo voelde die vrije dag. Gevuld met niks bijzonders, en toch lag ik er vol tevredenheid aan terug te denken gisteravond.

Ik was die ochtend begonnen met een lange wandeling, geen zin om in huis te poetsen. Ik wilde de weidsheid opzoeken, want in die ochtenduren is het buiten schitterend. Terwijl de zon langzaam en waanzinnig mooi tevoorschijn kwam, stond ik ademloos aan de waterkant. Het groeiende ijs kraakte in de sloten, en een volmaakte formatie vogels vlogen voorbij. Ik zuchtte een paar keer diep, betoverend was het. Ik struinde een uurtje of drie in de rondte, zalig.

De rest van de dag vulde zich als vanzelf. Ik kreeg stomtoevallig een leuk gesprek met een Belgische dame aan de telefoon, die razend benieuwd was hoe dat nou zat met die elfstedentocht. Gieren vond ik het, ook in het buitenland zijn we ‘hot news’. Vervolgens belde er een lieve vriendin, of ik zin had in nog een rondje wandelen. Lekker spontaan, wordt ik ook blij van.

winterweer

Maar dat koude winterweer, had helaas ook een mindere kant, want mijn lieve groene karretje was rigoureus om zeep geholpen. Wat op zich niet echt fijn is natuurlijk, dat vooropgesteld. Maar die middag verzamelde zich, samen met de liefste, wat buurmannen om die open motorkap van mijn oude autootje. Iets met accu’s, onduidelijke plussen en minnen en starten op het chassis? Terwijl zij stonden te debatteren, had ik een serieus gesprek met mijn driejarige overbuurmeisje.

Over de sneeuw en dat sleeën wel echt heel geweldig is, dat we alle twee een roze winterjas hebben maar dat die van haar ook nog grijs en blauw heeft, en of buurvrouw Cynthia even wilde zien hoe goed ze van de eigenhandig gefabriceerde piste af kon glijden. Liefdevol kwebbelen, volkomen zalig is dat. Meiden onder elkaar kunnen echt prachtige gesprekken hebben 🙂

Dankzij een stel inderhaast gehaalde startkabels, werd mijn koekdoossie aangeslingerd, en de buurmannen moesten grijnzen om mijn blije hoofd en mijn enthousiaste ‘jippieeee’. Die lieve meneer van de garage zette er binnen no time een nieuwe accu in, en bij thuiskomst stond er een glas wijn en een zalige curry op me te wachten.

Intens tevreden keek ik terug op die welhaast perfecte dag, want de ellende van de wereld was ik die dag spontaan even vergeten. En dat was voor even, echt heel erg heerlijk.

Schaatsen

Eindelijk is het winter, echt winter. Ik weet ook meteen weer waarom ik zo ontzettend dol ben op de lente 🙂 Geen gedoe met die auto op de weg, geen sneeuw of ijs te zien en starten zonder problemen. Ik heb een heel oud karretje, die vind die kou niet heel erg lekker. Maar ik geniet wel van die witte wereld, de betoverende plaatjes, dat wandelen in de sneeuw is echt heel erg geweldig.

In mijn herinnering stond ik als jong meisje elk jaar wel op de schaats, we zullen wat molentochten en andersoortige toertochtjes hebben geschaatst. Soms met geknepen billen hoor, het ijs was niet elk jaar lekker dik, als je dan een wat groter water over moest schaatsen, brrrr. En daarna, met soms pittige blaren op de hielen, het cafe in om op te warmen en om je medaille op te halen natuurlijk. Warme choco, een dikke koek en dat glimmende ding om je nek, who wants more? 🙂

Ijs

ijs

Binnen no time is ook de elfstedenkoorts weer toegeslagen, onverbiddelijk natuurlijk. Ik was er één keer bij en man, o man, wat was dat machtig mooi. In 1986 schaatsten mijn vader en mijn oom hem voor de tweede keer op rij, en zus en ik mochten dat jaar mee. Terwijl die twee volop in de voorbereiding zaten, waren wij de hele nacht in de stad te vinden. Wat was het fantastisch, heel Leeuwarden zoemde van opwinding, echt zo bijzonder.

Heel vroeg in de ochtend keken we ademloos naar de start, ik zie mezelf nog staan, tippend van enthousiasme. Dat hele avontuur is een prachtige en bijzondere herinnering die ik liefdevol koester. Zeker omdat het maar zo zelden kan, ben ik heel erg blij dat ik het een keer heb mogen meemaken.

Ik beweer altijd dat het me niet uitmaakt, of ik wel of niet kan schaatsen in de winter. Dan haal ik mijn schouders op en kijk wellicht een tikkie onverschillig. Maar die kriebel voel ik al volop kriebelen, dat schaatsen is toch echt met die paplepel ingegoten. Mijn trouwe noren liggen al paraat, als het eind van de week kan, ga ik denk ik toch even een rondje. Wie weet kan ik het nog!

Schitterend

Zondagochtend, we zijn er lekker vroeg uit, zoals altijd eigenlijk. Uitslapen na een goed feestje is er al een poosje niet meer bij 🙁 Ons prachtige duingebied is fantastisch, zeker op een stralende dag als vandaag. De ongereptheid van al dat met rijp bedekte groen in die duinen is een plaatje. Maar wij zijn niet de enige die er dol op zijn, sinds de lockdown lijkt het op zondag veel drukker te zijn, niet zo gek natuurlijk. Maar ook daarom gaan we graag vroeg, om de drukte te ontlopen. Onze adem maakt wolkjes in de ijskoude lucht en we zetten er lekker de pas in. De luidkeelse stilte wordt enthousiast onderbroken door een specht, en het geklets van een groepje mountainbikers dat langs raast.

Vanaf ons huis lopen we zo het duin in, en naar het strand is het maar een kilometer of zes. Zes kilometer door ons prachtige duingebied is absoluut geen straf, zeker niet met dit weer. We lopen onszelf lekker warm, kletsen wat, en genieten vooral van alle pracht terwijl we koers zetten naar zee.

Schotse hooglanders staan hoog op een duinpan te grazen, en de zonnestralen vangen de warme kleuren van hun vacht, zo mooi. Die aanblik wordt nooit saai of gewoon, die machtige beesten die, daar zo heel dichtbij, imposant staan te zijn.

Duinen

De zon piept net boven het duin uit en laat al het met rijp bedekte groen glinsteren als diamantjes. Ik probeer het beeld uit alle macht met mijn mobiel vast te leggen. Kansloos natuurlijk, het is veel teveel schoonheid om eenvoudigweg te kunnen vangen met mijn telefoon. Schouderophalend geef ik het op, helaas pindakaas. Bij de strandopgang proberen twee dames op hun fiets te klimmen, giechelend en stram staan ze te stuntelen. ‘Willen jullie een zetje’ vraagt de liefste grijnzend. ‘We hebben gezwommen, antwoord een van de twee, terwijl de ander doorstuntelt. Dus daarna voelen we eigenlijk niks meer, en dan gaat opstappen op die fiets niet meer zo eenvoudig’. Wauw, we maken een diepe buiging voor die twee, zelfs met mijn kleren aan voelen mijn benen en billen stram en koud. Als twee giebelende pubers lukt het ze uiteindelijk, en wij kijken ze vol respect na.

Op de terugweg lopen we langs de kruisberg, en nemen we gezellig een ‘coffee to go’, even wat warms in de ijzige kou. Het is zo zalig, vol in de zon en met al die gezelligheid. Er brand een gezellig vuur, en overal staan groepjes mensen van een bakkie te genieten. Het voelt gewoon als een uitje, om hier met een warme kop koffie te staan, hoe maf is dat. Als straks kroegen en restaurants weer open mogen, jemig, wat een heerlijkheid zal dat zijn, daar kijk ik zo naar uit. Om te ontsnappen aan het bizarre van het huidige leven.

Het is alsof die pauze-knop nu standaard ingedrukt staat, en het voelt voor mij net als in de periodes dat ik ernstig ziek was. Toen zat ik meerdere keren maandenlang binnen en was ik erg op mezelf. Hele periodes waarbij ik ook amper de deur uit kon, ik weet nog zo goed hoe dat voelde. Zal het straks ook zo voelen als dat ene hele magische moment, toen dat herstel eindelijk weer voor de deur stond, na gevoelsmatig eindeloos wachten. Ik barste dan van blijdschap bijna uit mijn voegen, als mijn lijf weer krachtiger werd na zo’n uitzichtloze donkere periode. Ik gok dat het ongeveer zal voelen zoals toen, zoals dat geweldige gevoel, en ik verheug me erop.

Ook al voelt het hier, midden in ons prachtige duin, met een zalig zonnetje, ook echt als een cadeautje. Ik prijs mezelf heel erg gelukkig dat ik dit kan, en hier zo loop. Lekker cliché, ik weet het. En toch is het zo, ervaar ik het zo. Ik tel steeds weer mijn zegeningen en ik geniet van elke gezonde nieuwe dag. En tot nu toe zijn dat er gelukkig een hele lading 🙂

Donkere nacht

Vannacht lag ik wakker, voor mij inmiddels niet meer zo ongebruikelijk. Gezien alle recente gebeurtenissen was het geen wonder dat ik niet kon slapen. Dat wreekt zich als vanzelf, als het stil wordt om me heen. De jaren dat ik semi-bewusteloos in slaap stortte en weer wakker werd van de wekker liggen al een poosje achter me. Het is allemaal geen sinecure, wat er allemaal gebeurd is de afgelopen periode, die emotie gaat in mijn hoofd en in mijn lijf zitten. En het duurt een poosje, voor al dat gevoel weer tot rust komt.

Tijdens een donkere nacht kan alles me dan zomaar even aanvliegen, tijdens de stilte voelt alles soms zo groot en angstig. Dan verlang ik hevig naar de ochtend, zodat ik me weer kan focussen op andere dingen. Afgelopen nacht voelde ik dat in alle hevigheid. Terwijl ik echt helemaal niks te zeuren of te klagen heb, dat vooropgesteld, was mijn hoofd er even vol van. Volkomen onverwacht droom ik ook heel regelmatig over dat knobbeltje, op de momenten dat ik wel sliep. Dan word ik toch steeds wakker met een rotgevoel, want onbewust speelde het blijkbaar een grotere rol dan ik dacht.

Ik ben nooit van het somberen, positief past bij me, ik zie altijd wel ergens een lichtpuntje, hoe beroerd het moment ook is. Schouders eronder en door zit in mijn systeem gebakken. Maar dat altijd maar blindelings doorstampen, heb ik wel afgeleerd. Even stilstaan om te voelen en te verwerken is fijn, en ik ben zo dankbaar dat ik die les heb geleerd. Op de rem trappen en ook de mindere dingen in het leven even laten zijn, een heel groot deel van mijn leven heb ik dat niet gekund.

Omgeving

Als mijn hoofd weer eens te vol wordt, en mijn nachten heel onrustig, ga ik meestal gewoon lekker naar buiten. Een beetje lukraak ronddwalen, want vaak wil ik dan niks anders dan gewoon maar een eind wandelen. In mijn eentje, om orde te scheppen in de chaos van al mijn gedachten. Mijn ene voet voor de andere, als een soort mantra, minuut na minuut in een flink tempo doorstappen. Alle problemen, zorgen of tegenslagen pluis ik onderweg uit, relativeer ik, ruim ik op. En door de plek waar ik woon, zijn er opties te over om prachtig te wandelen, ik woon in een geweldige omgeving. Ik kan uren dwalen door het duin, over het strand of door het bos.

Wellicht klinkt het wat suf, maar dat wandelen, het heeft me meer dan eens weer op het juiste spoor gezet. Buiten, tussen het groen of vlak aan zee, kan ik mijn gedachten de vrije loop laten, weet ik weer wat belangrijk is. Het heeft me dichter bij mezelf gebracht, dat urenlang wandelen in mijn uppie. Zonder duidelijk doel, gewoon maar lopen, door het groen in mijn omgeving.

Gelukkig staan alle seinen wat mezelf betreft inmiddels op groen, die tweede knobbelcontrole was prima en die niersteen heeft, na heel lang smeken, toch besloten zijn eigen leven te gaan leiden 🙂 Die operatie is dus gelukkig ook van de baan. Nu maar hopen dat deze trend zich voor ons allemaal voortzet, en dat er nog veel meer positieve ontwikkelingen volgen. Dat maakt die donkere nachten, en dat in de rondte dwalen, toch veel fijner.