Off line

We reizen af en toe wat, de liefste en ik, en onderweg zien we van alles. Mooie natuur, bijzondere medemensen en waanzinnige plekjes. We genieten ons vaak te pletter en verzamelen fijne herinneringen. Maar er is een ding dat ons steeds opnieuw opvalt en waar we ons oprecht razend om maken. Steeds vaker zien we mensen klooien met hun mobiel terwijl ze aan het rijden zijn.

Vrachtwagens die ogenschijnlijk amper in hun eigen rijbaan kunnen blijven? Tijdens het inhalen kijk ik de cabine in en altijd hebben ze die telefoon in hun handen. Trage rijders, onoplettendheid, vreemde stuurmanskunsten, ze zijn met hun mobiel aan het klooien, altijd.

Mopperend zit ik naast de liefste, hartgrondig en hardop te zeiken op al die dwazen. Waarom, denk ik steeds weer, wat is er in vredesnaam zo nijpend dat niet kan wachten tot je stil staat met die moordmachine. Want dat is het he?! Besef dat maar. In een vingerknip kan het gebeurd zijn en we hebben er onderweg een hoop gezien, auto’s die bovenop elkaar zaten. Wat een verdriet zal dat geven.

Mobiel

Ik zou willen dat al die mensen die zo onnozel zitten te appen achter het stuur, een weekje meelopen in een revalidatiecentrum of op de intensive care van een ziekenhuis. Laat ze live zien wat je aan kan richten door dat niet opletten tijdens het autorijden. Laat ze een weekje graven scheppen, laat ze die mensen zien die veel te jong zijn overleden omdat een ander ze kapot heeft gereden. Omdat die mobiel zo vreselijk belangrijk was, blijkbaar belangrijker dan dat mensenleven.

Een ongeluk is gruwelijk en op zich pure horror. En we zijn allemaal maar mensen, we maken inschattingsfouten, dat kan gebeuren. Maar dat sommige van die vreselijke ongelukken zijn veroorzaakt door iemand die zo nodig met die telefoon aan de gang moest en niet kon wachten tot hij of zij stil stond vind ik onverteerbaar.

Kater

Op de grond ligt een rood t-shirt te verdwalen, naast haar zwart kanten ‘ik ga op sloerietocht’ setje en een lege pizzadoos. In de fles wodka zit nog een bodempje, niet meer dan een slok eigenlijk.

Haar koppijn had nog een extra versnelling gevonden en ze proefde iets zurigs. Flitsen van de vorige avond teisterden haar hoofd, van veel te veel drank en aanstellerig gedoe. Wanneer ging ze dat lesje zelfbeheersing nou eens leren, ze werd verdomme dertig volgende maand. De weg naar de rand van haar bed zorgde voor een draaiende wereld, absoluut geen goed idee. Ze snakte naar een slok koud water maar bij de gedachte alleen al draaide haar maag om. 

Ze vloog de badkamer in en zittend op haar knieën gooide ze haar maaginhoud in de pot. Klam zweet kroop langs haar huid en tussen haar borsten liep een straaltje vocht zijn eigen pad. Iets onbestendigs vroeg om haar aandacht. Ze wist dat er iets mis was maar haar hersenen weigerden dienst. Uitgeput ging ze op de grond liggen, de koele badkamervloer was bijna aangenaam en flarden herinneringen drongen zich aan haar op. Ineens wist ze het weer, de herkomst van dat rode shirt, dat rode shirt dat niet van haar was.

Tirol

De afgelopen week was niks minder dan een rasecht avontuur, het is ongelofelijk hoeveel je kan meemaken in een relatief korte tijd. Na onze mispoes stapten we vroeg weer in onze zwarte schoonheid richting een oude liefde. Met onze meiden waren we al eens een week in Reith im Alpbach geweest toen ze nog meisjes waren. Dat was toen een prachtig plekje dus een goed idee om daar weer eens een kijkje te nemen.

We koetelden een paar uurtjes door pittoreske dorpjes, langs sappige groene alpenweides en prachtige Tiroler huizen waar ik twinkelingen van in mijn ogen kreeg. Wat een weelde om door dit landschap te rijden. Binnen no time waren we in Reith. Opgetogen reden we het dorpje in en vol verwachting stapte ik de trap van een leuk hotel op. Gesloten stond er op de deur. ‘Ik ga wel even vragen wat er wel open is’ riep ik naar de liefste en stapte doortastend het plaatselijke cafe binnen. Nou geen eentje dus, alles bleek gewoon gesloten te zijn. Verward keek ik de jongedame aan die stellig nee stond te schudden. Huh? Echt helemaal niks? Nee dus.

Alpenweides

Dus pakte ik vriend google er maar bij en belde naar wat hotels in de buurt. In mijn beste Duits vroeg ik aan de dame aan de andere kant van de lijn of zij toevallig wel open waren, die giechelbui die diep van binnen op uitbarsten stond over mijn getrut onderdrukte ik vol verve. Ik vind mezelf altijd een muts als ik iets moet vragen in een andere taal. Toch begreep ze me en ja ze waren open. ‘Tot zo, riep ik vrolijk, wir kommen’. Geen idee waar het precies was of hoever maar dat kwam vast goed.

Een stief kwartiertje later reden we een flinke berg op en hielden we stil voor een pracht exemplaar. Weer mazzel, we hadden zomaar spontaan een cadeautje gevonden 🙂 De kamer was waanzinnig met een uitzicht om van te kwijlen. Ik hoef jullie natuurlijk niet te vertellen dat dit een bewaarpareltje is geworden, wat een mooi plekje weer.

We slurpen alle schoonheid nog een dagje in ons op, ik kan er echt geen genoeg van krijgen. Hier gaan we ongetwijfeld nog lang van nagenieten.

Zo schoon

We studderen hier een beetje in de rondte, de liefste en ik, rondje wandelen, beetje zwemmen, biertje doen. Na een dag waarbij we vooral op pad waren hebben we nu een ‘koeteldag’. En wat bovenal opvalt is dat het zo schoon is overal.

Nergens ligt er een papiertje op de grond, ik heb nog geen verdwaalde hondendrol gespot en zie ook geen onverschillig weggegooid blikje in de struiken. En dan hebben we niet alleen dorpjes gezien, ook in een grote stad als Garmisch ligt er niks te verdwalen op de stoep. Ik zie overal niets anders dan schone natuur. Daar kunnen wij in Nederland nog een puntje aan zuigen zeg ik 🙂

Schone natuur

Ik zie overal bloemen, bomen vol in de bloesem en groene sappige weides. Bergen en schone wegen. Met mijn ogen slurp ik alles gulzig naar binnen, en ongeduldig wil ik elke minuut benutten. Niks geen lui gedoe maar alles in me opnemen, als een rupsje nooit genoeg draaf ik in de rondte. Tot wanhoop van de liefste natuurlijk, die wars is van dat rennen, die vind een wat kalmer tempo fijner.

Toch besloten we weer ‘on route’ te gaan, juist omdat er nog zoveel fijns te ontdekken is. En alles was ook nu weer een cadeautje, de route, het gezelschap en zelfs de openbare toiletten waren schoon en prachtig. Wat een genot als je op knappen staat.

We arriveerden in de vroege middag bij een leuk hotel met fijn buitenzwembad. Alles was prima in orde en toch, het voelde als een mispoes. Zo’n plek die gewoon niet past, ik kan het niet echt uitleggen. Voor nu plonsden we wat, draaiden ons naar de zon en besloten eensgezind dat één nachtje zat is op deze plek.

Morgen weer een stukkie rijden, op zoek naar een plek die wel voor ons is. Ik houd jullie op de hoogte!

Fantastisch

Afgelopen zaterdag pakten we onze biezen om met onze zwarte schoonheid op pad te gaan. Om heel eerlijk te zijn: we smokkelen wat deze keer, we slapen namelijk niet in ons busje. Heel decadent slapen we in hotels, ook leuk voor de verandering.

Om een uur of half vijf reden we ons eigen straatje uit. Wel wat vermoeid nog, dankzij een aantal tieners bij ons in de straat die hadden besloten harde muziek aan te zetten en vooral hard mee te schreeuwen. Wat is er gebeurd met melodieuze muziek en meezingen dacht ik terwijl ik in mijn nest lag te schudden. Maar goed, wij gingen de rust opzoeken dus zou een tikkie bijslapen ook vast wel lukken.

Eibsee

Bergen

De weg verliep voorspoedig en in Beieren, heel dicht bij de grens met Oostenrijk, was onze eerste stop. Voor de lieverds die onze foto’s zagen en tips wilden, let op 🙂 We slapen twee nachtjes in Grainau, een wonderschone plek op deze aardbol. Genesteld aan de voet van de Zugspitse en op loopafstand van de Eibsee. Wat een natuurschoon, geen woorden voor de pracht ervan. Manmanman, het is waanzinnig om hier te zijn. De zon scheen, het ontbijt kon lekker vroeg en we hadden vanmorgen de eerste trein naar de top.

Zugspitse

De foto’s zeggen alles, hier ga ik absoluut nog een keertje terugkomen, ik ben nog lang niet uitgekeken op de natuur op deze plek. Dat rondje Eibsee dat we samen liepen, de uitstraling van dit dorp, die majestueuze bergen om ons heen. De schoonheid, de rust, het groen, ik wordt compleet senang hier. Morgen reizen we weer verder, gaan we hoog de bergen in en slapen we op een plek waar morgen sneeuw voorspelt is. Vind ik stiekem ook weer gaaf. Lees je mee?

Pubers

Op de grond ligt een rood t-shirt, naast een hele golfstroom van kledingstukken. Een stapel vochtige handdoeken complementeerde het plaatje. De gordijnen waren gesloten alsof daglicht de vijand was en het rook alsof er in geen weken een raam open was geweest. Ze rook een vreemde mengelmoes van puberzweet, voedselresten en goedkope aftershave.

Op het nachtkastje stond een enorme stapel afwas, volkomen in balans. Ze voelde woede kolken van binnen, en een opruimwoede die haar vingers deed tintelen. Als ze nu de ramen open gooide en zich twee uur kwaad maakte was dit weer een geweldige tienerkamer, onberispelijk en fris. 

Woede

Ontelbare keren had ze hier gestaan. En even zo vaak was ze in woede ontstoken, had ze beloningen toegezegd of gedreigd met uitzetting. Het had geen snars geholpen, een puberbrein is een ontwarbare puzzel en zij miste het benodigde puzzeltalent.

Vanonder het rode t-shirt viste ze haar all-stars tevoorschijn, bevlekt en bevuild van een nachtje stappen. Ze zuchtte en trok de deur resoluut achter zich dicht. Ze had altijd gedacht dat haar kind zou opgroeien tot modelburger, dat hij haar eeuwige trots zou zijn. Iets om mee te pronken op feestjes. Hij was van alles geworden het afgelopen jaar, maar dat absoluut niet.

Aardverschuiving

Op de grond ligt een rood t-shirt, verwijtend bijna. Was het nog pas gister dat ze zich daar druk om maakte, om netjes en opgeruimd? De laatste 24 uur was de wereld verschoven, met bruut en rauw geweld.

Ze was altijd doorsnee geweest, middelmatig. Voor heel veel dingen had ze wel wat aanleg maar het was niet genoeg geweest. Nooit genoeg voor haar. Ze wilde uitblinken, stralen en de beste zijn. Het was een onvervuld verlangen dat altijd diep van binnen gewoekerd had, als een negatieve stroom die haar immer ontevreden liet zijn. Tot gister. Wat ooit belangrijk had geleken voelde sinds gister ineens onnozel.

Baby

Ze keek naar de roze baby die fanatiek drinkend aan haar borst lag. Haar lijf voelde vreemd met die lege buik en pijn op plaatsen die tot gister als een onbekende waren geweest. Maar ze had dan ook een nieuw mens gemaakt, met dat lijf van haar, waanzinnig bijzonder en machtig mooi.

Tevreden schoof ze onderuit, zocht wat comfort voor dat pijnlijke lichaam terwijl dat mooie verfrommelde kind rustig bleef drinken. Dat t-shirt kon wel wachten, tot st.juttemis wat haar betreft.

Radeloos

Op de grond ligt een rood t-shirt, onverschillig op het vergeelde vinyl. Moedeloos liet hij zijn hoofd in zijn handen rusten, hij had zin in een borrel. Zijn eens zo veelbelovende leven was uit elkaar gespat als een zeepbel. Hij wist dat hij afgleed, steeds wat verder, maar hij was onmachtig het verval te stoppen.

Zijn laatste fles goedkope drank stond binnen handbereik. Hij wist zich nog goed te herinneren hoe het vroeger smaakte, in het begin, toen elke slok zijn ingewanden nog in brand zette en hij dronken werd van een halve fles. Iemand bonkte op de voordeur, deurwaarders, zonder twijfel. Hij had al in maanden zijn post niet geopend.

Voordeur

Even dwaalde zijn blik naar het raam, het zou zo eenvoudig zijn. Hij hoefde zich alleen maar over het kozijn te slepen, de zwaartekracht zou de rest doen. De ogen van zijn moeder branden door het glas van de fotolijst. Verwijtend, bemoedigend, liefdevol. Was mam maar hier, zij zou hem gered hebben.

Het geklop werd harder. Het raam lokte. Zou hij? Twijfel, een seconde, mam keek dwingend. In een waas stond hij op, er zat niks anders op. Met een vastberaden ruk opende hij de voordeur.

Razend leuk

Alsof er een waterval is aangezet raast blij en opwinding door mijn lijf en het kost moeite om mijn kop erbij te houden. Ik zit in een live google-meeting en de persoon tegenover me praat verder alsof er niets is gebeurd. Ik knijp mezelf even, buiten beeld, of ik toch niet toevallig droom. Er volgt geen ontwaken, geen ineens wakker worden in mijn bed. Die grijns is er voorlopig niet af te krijgen, van dat hoofd van mij. Want ik heb net gehoord dat er nog een manuscript van mij wordt uitgegeven en ik wil het liefst jubelen, de hele dag en keihard.

‘We gaan je boek uitgeven. Ontwerpen je cover, zorgen voor de vormgeving en de redactie’. Het is een onverwachte twist want ik had hier niet op gerekend, maar leuk is het wel. Geweldig leuk zelfs.

Boek uitgeven

Sinds 1 april volg ik een schrijfopleiding, met een STAP budget van het UWV. Superleuk en razend leerzaam, ik ben nou eenmaal dol op nieuwe dingen leren. Leuke nieuwe dingen. Dus nam ik de stap, vroeg het budget aan en ben gewoon maar begonnen. Wie niet waagt tenslotte…

Mijn redacteur woont momenteel een poosje in Zweden met zijn vrouw, ook hartstikke bijzonder, en hij gaat me helpen om er een mooi boek van te maken. Voor het echie. Wat een prachtige kans voor een beginnende schrijver. Ik had al even gespeeld met het idee om hem zelf uit te brengen maar dat voelde toch vooral als gedoe.

Dat schrijven, dat is bovenal een hobby, en in gedoe heb ik dus geen zin. Maar dat ik over een paar maanden bovenop mijn prachtige bundel ‘Zorgliefde’ ook die thriller kan neerleggen maakt me meer dan trots 🙂 Trots op het feit dat ik het durfde. Dat ik fijn bleef schrijven, bleef schrappen en dat het me straks gewoon gaat lukken. Wie had dat ooit gedacht.

Onze trouwe metgezel

Toen we ons camperbusje hadden gekocht, timmerde de liefste een kist voor de fourage die we mee wilden nemen. Goed idee vond ik, en hartstikke handig, maar hij was zo maagdelijk wit nog. ‘Schrijf vanaf nu alle campings waar we zijn geweest op dat ding, zei hij, eens kijken of we hem vol krijgen’. Ook een goed idee vond ik. Na vijf jaar rondzwerven is hij al bijna vol, die fijne kist, want zelfs tijdens die corona jaren glipten we er hier en daar tussenuit. Wij vinden hem heel erg geweldig, zo volgeschreven met herinneringen, met hier en daar een sticker van een camping erop.

Inmiddels doet hij dienst als kledingkist, inclusief handdoeken, theedoeken en andersoortig katoen. En nog hebben we ruimte over want we nemen nooit veel kleren mee. Die fourage zit nu in een weerbestendig kratje. Die kan altijd buiten blijven staan, ook als het weer eens minder is. Dat vind die houten kist toch minder fijn, nattigheid.

Stilte

Tijdens die weken ronddwalen hoeven we niks en willen we soms ook maar bijzonder weinig. Beetje schrijven, beetje zwemmen, tukkie doen als het heet is in de schaduw. Af en toe glipt er een potje pingpong langs, of badminton, of een razend goed boek dat we niet weg willen leggen. Op zo’n dag verzet ik amper een stap vanuit die luie stoel, dan wil ik alleen maar lezen. Die hele vakantie gaan we lekker mee met de natuur en verslonzen we een tikkie. Hoeven we niks meer dan te zijn en die zin in ‘wat dan ook’ te volgen.

Onze kist is een samenvatting van dat alles, van hele prachtige bergroutes, van stilte, van even samen. Van niks anders dan elkaar en de rust om ons heen. Die allereerste camping schreef ik erop op, die hele waardeloze en die ene waar we een paar keer naar teruggingen.

Dat lukraak reizen van ons vinden we nog steeds geweldig, het past bij ons. Op zoek naar de eenvoud van prachtige natuur, met onze favoriete muziek op de achtergrond en elkaars gezelschap. Als ik iets mag wensen dan is het dat, dat we dat nog heel lang kunnen doen samen.