Laatste wens

Sterven doen we allemaal op onze eigen manier, en wat op dat kwetsbare moment fijn voelt is ook voor iedereen anders. Sommige mensen zijn het allerliefste in hun eigen ’thuis’, maar het gebeurd ook regelmatig dat iemand thuis niet meer fijn vind. Als er weinig tot geen netwerk is kan het voorkomen dat iemand een groot deel van de dag en nacht alleen is.

En dat kan ontzettend angstig zijn.

Kortgeleden kregen we zo’n hele schrijnende zorgvraag binnen. Deze oudere dame was aan haar laatste stukje leven toe en wilde niet in haar eigen omgeving blijven. Voor haar voelde thuis niet meer fijn.

Maar door de huidige beddendruk was er geen plek. Geen plek in de hospice, en geen plek op de locaties waar normaal gesproken deze zorg wordt verleend. Buiten de regio zoeken wil je liever niet, haar dierbaren moeten fijn dichtbij kunnen zijn. Maar haast was vanzelfsprekend wel geboden. Dan ga ik buiten de vaste hokjes denken, iets waar ik heel erg dol op ben 😉 Haar laatste wens was belangrijk. Na wat creatief speuren vond ik een plekje op een locatie in haar eigen buurt, die deze zorg normaal eigenlijk niet bieden.

Samenwerken

Ik overlegde met mijn collega-verpleegkundige van de locatie, hoe zij erover dacht om deze dame een warme plek te bieden. Ik belde de huisarts, die heel betrokken was en gelukkig graag een extra stap wilde zetten voor haar. Ons medisch technisch handelen team vroeg ik, of ze op die locatie hun specialistische zorg wilden verlenen. En alles lukte! Na een paar fijne gesprekken stonden alle seinen op groen. De volgende ochtend haalde de ambulance haar thuis op, kon ze het laatste stukje van haar leven doorbrengen op de plek van haar keuze.

Wat een schitterend voorbeeld van fijn samenwerken.

Mijn hart ligt bij die directe zorg, en ik ben nog steeds oprecht dol op mijn vak. Om iets te kunnen betekenen voor een ander is geweldig. Die middag zat ik dan ook met een grote grijns op mijn tronie op de fiets naar huis. Dat ik de laatste wens van een dame in haar terminale fase had weten te vervullen, maakte me meer dan blij.

Dat eeuwige gevecht

Dat ik het schrijven van een boek danig heb onderschat is me inmiddels wel duidelijk. De ruwe versie is bijna af hoor, en het is wel echt leuk geworden. Vind ik dan he?! Sommige passages raken me, omdat ik me er oprecht over verbaas dat ik ze heb geschreven. Het maakte me trots en blij van binnen.

Maar iets creëren vanuit jezelf is echt heel moeilijk, en ik worstel en worstel, nog steeds. Dat eeuwige gevecht met mezelf gaat maar door, dat gevecht waarbij ik mezelf genadeloos kan neersabelen. Dan slaat ineens de twijfel toe, en vind ik alles waardeloos wat ik heb geschreven. Dan zie ik er ook ineens het nut niet meer van in. Want waarom wilde ik toch in vredesnaam een boek schrijven, en in welke vlaag van verstandsverbijstering dacht ik überhaupt dat ik dat zou kunnen.

Ik ben zelf mijn ergste vijand, dat weet ik, en wat milder voor mezelf zijn lukt soms heus. Maar de afgelopen weken heb ik meerdere boeken verslonden, en allemaal van hele verschillende genres. Toch hadden ze allen een ding gemeen, ik had hun boek in mijn handen. Pagina’s vol letters, prachtige flapteksten, een pakkende titel en een geweldig verhaal met een voltooid einde. Een echt gedrukt boek dat ik heel relaxed zat te verslinden.

Boek schrijven

Alle plannen die ik had om tijdens mijn vakantie heerlijk verder te schrijven heb ik volledig in een hoek gesmeten, ik heb oprecht geen letter getikt. Geen letter van mijn boek getikt tenminste. Ik was zo overvallen door de bewondering voor al die geweldige schrijvers, dat de moed me in mijn schoenen was gezakt. Want die droom, om hem af te maken, is ook een soort van nachtmerrie. Wat als het een waardeloos boek wordt, en niemand hem wil lezen? Wat als het saai is, of langdradig. Wat als….

Soms wordt ik wanhopig van mezelf, want ik wil het echt zo razend graag. Om uiteindelijk iets in handen te hebben, met mijn eigen naam erop, zodat ik tegen mezelf kan zeggen dat het me gelukt is. Om tussen al die boeken in mijn kast, die van mezelf te zien staan. Wauw, hemels. Als een liefdevolle ode aan mijn eigen veelzijdigheid. Dat ik zoveel meer kan zijn, en elke dag een beetje meer kan worden. Daarom ging ik een paar jaar geleden weer naar school, vocht ik voor die fijne baan en bleef ik vasthouden aan dat beeld van ons oude verwaarloosde huis. Want ik wist hoe mooi het kon worden. Ik zette mijn zinnen op het verwezenlijken ervan en uiteindelijk lukte het. Zo werd ik elke dag een beetje meer, door te doen en soms met mijn ogen dicht in het diepe te springen.

Misschien moet het nog even een worsteling zijn, dat boek van mij. Moet ik er nog meer mijn zinnen opzetten. Want opgeven, dat kan ik niet.

‘Mijn’ bijzondere meneer

Vandaag eindigt het leven, het leven van ‘mijn’ bijzondere meneer, hij verlangde naar zijn einde. Zijn leven is geleefd, vind hij zelf, het is mooi geweest. Met de regie stevig in eigen handen, kiest hij zijn eigen moment. Ik vind hem dapper, ‘mijn’ bijzondere meneer, want deze laatste periode was razend lastig voor hem. Zijn verwarring nam toe, ook al probeerde hij het steeds opnieuw te verbloemen. Maar er waren zoveel momenten dat hij grove steken liet vallen. En die steken namen toe, zijn breiwerk vertoonde inmiddels enorme gaten.

Wekelijks belde hij me, omdat hij de afspraken die we samen maakten simpelweg vergat. Er waren zelfs weken dat hij me dagelijks belde, en dan kreeg ik meestal een zeer verhitte tirade naar mijn hoofd geslingerd. De onmacht en de waas in zijn hoofd was niet langer te beteugelen, en die frustratie moest hij kwijt. En ik was een makkelijk slachtoffer.

Samen praten, stelde ik voor, gewoon hij en ik om al die afspraken nog eens door te nemen. ‘Ik kom even bij u langs, zei ik, met uw toestemming natuurlijk. Mijn bijzondere meneer was van de keurige benadering, praten volgens die etiquette-richtlijnen had zijn hele leven houvast gegeven. Hij vond het goed dat ik langs kwam, en op een mooie vrijdagmiddag stond ik voor zijn voordeur. Hij had het genoteerd, ‘in zijn speciale boekje’ zei hij, dus was hij me niet vergeten. Hoffelijk stond hij me te woord, als een echte heer, en ik zat te genieten. Die specifieke omgangsvormen sterven uit, zo is het nou eenmaal, maar ik blijf ze bijzonder vinden. Het is als een mooie zwart-wit foto die langzaam verbleekt.

Die ontmoeting ga ik niet snel vergeten, met ‘mijn’ bijzondere meneer, ook door alle details die hij rijkelijk rondstrooide na dat eerste hoffelijke begin. Over zijn huidige gezondheidssituatie, zijn leven en alle intimiteit die erin verweven had gezeten. Ik ben een hoop gewend, dus ik haalde mijn schouders erover op. Ik heb vaker verhalen gehoord waarbij ik oprecht op mijn stoel zat te schuiven van ongemak. Maar dat zijn de uitzonderingen. Als we iets als mens gemeen hebben dan is het dat wel, dat we gelukkig stuk voor stuk zo heel erg verschillend zijn. En dit was overduidelijk een vorm van decorumverlies.

Na een poosje rondde ik het gesprek af, want anders had ik er vast de rest van de dag gezeten. ‘Mijn’ speciale meneer zat heerlijk op zijn praatstoel, gedreven door eenzaamheid gok ik, en een gebrek aan dagelijkse gesprekken. Ik weekte me moeizaam los. Hartelijk namen we afscheid, nadat we alle afspraken duidelijk nog eens hadden doorgesproken. Nog geen week later hing hij wederom aan de telefoon, furieus en ontevreden, was alles weer vergeten.

‘Mijn’ lieve bijzondere meneer, wat een gevecht heeft u moeten leveren. Met dat hoofd dat steeds meer een loopje met u nam, dat ‘weten’ dat tussen uw vingers doorglipte. Vol warmte denk ik aan u terug, en ook aan alle scheldpartijen die ik over me heen gegoten kreeg. Want ze luchtte u op, het was een uiting van alle onmacht, en ik stelde me met liefde kandidaat.

Rust zacht.

Lekker thuis!

Vannacht lag ik weer in mijn eigen fijne bed, zomaar ineens. ’s Morgens werden we nog enthousiast uitgezwaaid door onze franse buurtjes, en gingen we weer blij op pad. Maar het schuurde een beetje, bij ons alletwee eigenlijk. Het weer was echt omgeslagen, en hevige regenbuien sloegen op de voorruit. Net als de dag ervoor, toen we ook onverwacht heel veel water over ons heen hadden gekregen. Cynt kreeg in bed natte voeten. Dat was al eens eerder gebeurd en daar snapten we niks van.

De liefste besloot tot een uitgebreid onderzoek. En toen we van heel erg dichtbij de randen van ons dakje naliepen, bleek er een enorme rand los te zijn. Een gapend gat, stiekem verscholen. Geen wonder dat ik natte voeten kreeg 😉 Maar het maakte het verlangen naar huis wel wakker, na 3,5 week onderweg. Eigenlijk hadden we aan één blik wel genoeg. ‘Naar huis’ vroeg de liefste? Ik knikte, lekker naar huis. Ineens rook ik de stal, hij riep me gewoon. Dat heb ik wel vaker, dat verlangen naar huis is dan ineens zomaar enorm, en onweerstaanbaar 🙂

Al voortkletsend vlogen de uren in de auto voorbij. Zo zalig is dat, zelfs na al die weken bovenop elkaars lip zijn er nog zat dingen die we bespreken, maken we leuk plannen voor de toekomst of bedenken we wat we evt nog anders zouden willen.

Wat ik heb gemist de afgelopen weken? Onze dochters natuurlijk. Maar dat gaat als vanzelf, ik ben dol op mijn meiden, maar gelukkig is er FaceTime. Het is altijd fijn om onze dochters tussendoor even in het echt te zien en bij te kletsen. Ik miste smeerworst en die wc zo heel erg lekker dichtbij is als je thuis bent. En ik miste drinken uit de kraan, echt oprecht, in het buitenland durf ik echt niet aan die kraan te slobberen. En dat is zo lekker, dat geslobber aan die kraan 🙂

Blogs

Waar ik de afgelopen weken allemaal van heb genoten? Pfoe, heb je even? Ik genoot heel erg van dat samen, en van even helemaal niks hoeven. Van al dat hele prachtige van Frankrijk, man o man o man, wat een genot was dat. En ik genoot vooral van alle lieve mensen die we onderweg hebben ontmoet. Soms was het praten met handen en voeten, en soms kon ik gewoon voluit kletsen in het Nederlands, wat een cadeautje waren al die lieverds. Ik heb genoten van waanzinnige zonsopkomsten, en schitterende zonsondergangen. En ik genoot echt veel teveel van heerlijke gerijpte Comté. En van flesjes Rosé, daar raakten we een tikkie aan verslingerd ( En ja hoor, je kent ons, die hebben we lekker meegenomen) We reden naar huis met een lading kaas in de koelkast, en het geluid van een heleboel rammelende rosé flessen 🙂 Zie je het voor je? Echt gieren was dat.

Maar nu is het voor even echt gedaan, en gaat het nagenieten beginnen. Ik vond het echt zo ontzettend leuk dat jullie meelazen. Heel erg bedankt voor alle lieve, mooie, enthousiaste en positieve reacties op mijn blogs, dat was oprecht razend gezellig!

Superleuk als je mij blijft volgen, ik heb nog zat blogs te schrijven. Of niet natuurlijk, als je een overload aan Cynthia hebt gehad, ook goed. De komende maanden zijn we weer volop aan het werk, de liefste en ik. Maar in September? Dan mogen we hopelijk nog even. Ik heb er nu alweer zin in!

Perfecte plek

De laatste dagen van deze hele fijne vakantie staan we nog fijn op die hele vertrouwde. Waar er fransen staan die we elk jaar tegenkomen, waar Mme Poen inmiddels lekker Cynthia is geworden als ik de receptie inloop, en waar we het altijd razend naar ons zin hebben.

Ik weet blind de weg naar de bakker en de supermarkt, en inmiddels zijn ze volledig gewend aan die blonde vrouw die vroeg in de ochtend op de fiets met een bloedgang richting het dorp rijd 😉 Of op der dooie gemakje, dat kan ook, het is maar net met welk been ik die ochtend mijn bed uit ben gestapt. Ik zwaai en bonjour wat af zo onderweg. Niks meer of minder dan genieten in het kwadraat.

thuis
Slenteren over de markt en door de straatjes van Vallon

We hebben acht campings gezien, de afgelopen drie weken, en weer allerlei avonturen beleefd. En doordat ik ineens flink ziek werd, dacht ik oprecht dat we eerder naar huis zouden moeten. Dat zou weer echt iets voor mij zijn trouwens. Maar gelukkig knapte ik snel weer op. Het is fijn om hier nog even bij te komen, en om samen druk te zijn met niks.

Als ik hier ben fiets ik elke dag langs dit schuurtje, ik ben er op gesteld geraakt, op dat bouwvallige ding.

Thuis

Op alle campings die we bezochten was er wel iets leuks, iets fijns of iets bijzonder moois. En op elke plek vonden we onze draai wel, in zekere mate 😉 Dat rondzwerven is zo zalig, en ik ben dol op het ontdekken van onbekende plekjes. Om mooie zonsopgangen te zien op nieuwe stukjes wereld, en om weer nieuwe bakkers te zoeken natuurlijk 😉

Maar er is maar 1 plekje op de hele wereld waar het echt volkomen perfect is, en dat is thuis 🙂 Ik vind het dus echt geen straf om over een paar dagen weer fijn richting ons fijne warme thuis te rijden. Daar wachten een hele hoop lieverds op ons, die ik vol enthousiasme in mijn armen ga sluiten.

Morgen gaan we weer fijn binnendoor op pad, richting dat thuis van ons. Die laatste dagen benutten we om nog iets van de schoonheid van dit geweldige land mee te pikken. De ongeveer richting is al gekozen, en ik duim dat we weer een hele hoop moois gaan zien. En als ik een beetje goed mik, staan er aan het eind van de dag niet alleen bewogen foto’s van bomen op mijn mobiel 😉

Zomaar een dagdienst

Het is nog vroeg in de ochtend. Ik ben met mijn collega fijn aan het werk, serieus en geconcentreerd, alle taken hebben we op voorhand verdeeld. Ik sta op de gang, en zoek wat materiaal bij elkaar voor ik naar de volgende bewoner ga. Het gesprek dat mijn collega met de bewoner heeft waar zij net naar binnen is gegaan, kan ik op de gang horen. Mevrouw is slechthorend, en zelfs met haar gehoorapparaten in is communiceren soms lastig. Mijn collega probeert mw iets uit te leggen over verdwenen medicijn cupjes, dat ze even nieuwe gaat halen. Maar vandaag lijkt een gesprek voeren nog moeizamer, ondanks haar inzet.

Ze herhaalt en herhaalt haar verhaal op verschillende manieren. Zonder resultaat.

Ik schiet in de lach. Het gesprek klinkt als een ouderwetse komedie van snip en snap. Als mijn collega de gang oploopt om de besproken cupjes te halen grijnzen we naar elkaar. Wat zijn we dol op onze fijne baan. Werken in de ouderenzorg is geweldig, ook al gaat een en ander niet altijd vlekkeloos. Soms gaan de gesprekken met de mensen waar we vol liefde voor zorgen over niets. Er valt vaak al genoeg ellendigs te bespreken, over verdriet of pijnlijk gemis, en gaan de gesprekken over heel veel afscheid nemen.

Over luchtig in licht is een fijne afwisseling

Ik klop bij de volgende bewoner aan en loop naar binnen. Het stormt buiten en de wind staat vol op de ramen van haar appartement. Door de ventilatieschuiven komt buiten als nog naar binnen, en zorgt voor een rammelende voordeur. Mw schud haar hoofd, ‘hoor je dat, zegt ze ,de werklui die om mijn huis bezig zijn maken vandaag zoveel herrie, wat zijn ze toch aan het doen’?

Onwillekeurig moet ik glimlachen. Ik leg uit dat het de storm is die zo huishoud, en dat de wind alles laat klapperen. Maar het komt niet binnen, mw zit in haar eigen wereld vandaag.

Dus ik laat het voor wat het is en klets met haar mee. Ons gekeuvel ontpopt zich tot een gezellig gesprek over werklui die veel te vroeg herrie maken, over vroeger en over razend handige echtgenoten. Onderwijl help ik mw op weg, reik medicijnen aan en ondersteun bij de adl. Ik geniet ook vooral van haar verhalen.

Ik heb een zalige ochtend, ons werk is zo bijzonder. Dat blijft me oprecht verbazen, hoezeer ik geniet van mijn fijne baan. Ik haal er onnoemelijk veel voldoening uit, om behulpzaam te mogen zijn.

Rond tienen bespreek ik met mijn collega wie er eerst koffie gaat drinken en wie er achterblijft op de afdeling, en ineens is de sfeer compleet anders. Zo ontspannen als ze die ochtend was, zo gespannen is ze nu. Ze is moe, en heeft veel aan haar hoofd. Een heftige aandoening die bij haar in de familie veel voorkomt laat haar hoofd tollen, en na veel wikken en wegen heeft ze besloten om zich ook te laten testen. Die eerste stap die ze nu genomen heeft, heeft een lange aanloop gehad. Ga er maar aan staan ook. Want wat is wijsheid: weten of niet weten? Het is zalig om te weten dat je niet ziek gaat worden, maar wat als je wel drager blijkt te zijn?

Fijne baan

Kan je met die kennis, dan nog alles uit het leven halen. Of drukt het een enorm stempel, en leef je door met een zwaar gemoed. Tot onherroepelijk die ziekte je deur binnenstapt. Wie weet dat van zichzelf, hoe je reactie zal zijn op hele heftige weten. Wat zal haar hoofd het druk hebben denk ik bij mezelf, ik vermoed dat het malen in haar brein al maanden geen uitknop meer heeft.

De energie die dat moet kosten.

En dan heeft ze ook nog een jong gezin met een kleintje die ‘zwaan kleef aan is’ met zijn moeder, en die niet kan slapen zonder haar heel dicht tegen zich aan. Die heeft ongetwijfeld voelsprieten, en voelt haar onrust.

Het is voor haar onmogelijk om momenteel iets van rust te vinden, en de tranen stromen vrijelijk. We lachen en huilen even samen. De wanhoop staat op haar gezicht te lezen, en mijn hart huilt mee.

Zorgen voor een ander is prachtig, en soms is het ook loodzwaar. Het meeleven met doet ook veel met jouw eigen emotie. Op het moment dat er in je privé leven dan ook heftige zaken spelen, is dat pittig. Als dat ‘zorgen voor’ ineens 24/7 aanstaat, trekt dat wel een wissel op jezelf.

Zij heeft uiteindelijk andere keuzes gemaakt. Nog wel in de gezondheidszorg, maar niet meer in de ouderenzorg. Net als ik gedaan heb uiteindelijk. Ik mis het oprecht, dat directe zorgen. Omdat ik zo veel liefde terug kreeg tijdens het zorgen voor die ander.

Maar de rust en de ruimte die het voor mezelf opleverde, die is onbetaalbaar.

Heerlijk onderweg

Reizen op dat koeteltempo van ons, is een groot deel van onze vakantie, wij genieten onderweg ook zo verschrikkelijk. Van prachtige natuur, en van mooie vergezichten. Dinsdagochtend stak er ineens een boommarter of soortgelijks de weg over. En er ligt ook regelmatig gewoon een hond te suffen midden op de weg, zo druk zijn de wegen waar wij overheen rijden 🙂 Wij sturen er altijd omslachtig omheen, maar het toont wel aan dat het geen drukke boel is op die zalige tussendoor weggetjes.

We passeren dikke hagen vol onrijp fluitenkruid dat nog lichtgroen is, veldbloemen in allerlei kleurschakeringen en velden vol wuivend goudgeel graan, onrijpe zonnebloemen, oude wijnranken of fruitbomen zwaar van het rijpe fruit. Soms zien we uren geen mens, en onverwacht doemt er dan soms zomaar ineens een huis op naast de weg. Wauw! Dan woon je echt afgelegen.

Prachtige natuur

Ik vraag het me altijd af, hoe het moet zijn om te wonen op zo’n verlaten plek. Dan loop je niet even naar de super als je een boodschap bent vergeten;-) Dan heb je vast een loeier van een vriezer gok ik.

Maar al die pracht onderweg is geweldig. De meeste van mijn foto’s maak ik vanuit een rijdende auto, met mijn mobieltje. Want als de liefste elke keer moet stoppen als ik iets moois zie, kwamen we echt nooit ergens 😉 Soms lukken ze, en soms niet. Maar het lukt wel altijd om een indruk over te houden aan onze dag, en aan wat we allemaal gezien hebben. Het is vooral fijn om samen op pad te zijn, lekker wat kletsen voor de kat zijn viool, of stil en genietend van al dat moois.

Broodjes smeren doe ik vaak ook gewoon al rijdend, en dat gaat me inmiddels hartstikke goed af 🙂 Net als campings zoeken op de bonnefooi. Lang leve google, of gewoon de vaak veelvoudig aanwezige bordjes volgen natuurlijk. Maar soms rijden we door een gebied waar de bordjes onvindbaar zijn, en dan is internet wel een uitkomst. En soms is dat er ook niet, en dan moeten we inventief zijn. Gelukkig vinden we altijd wel iets.

Op deze manier reizen is geweldig. Om je onder te dompelen in al het moois wat een land te bieden heeft, vind ik echt fantastisch. Niet de toeristische plekjes, of het massale opzoeken, maar juist het gewone, want daarin zit zoveel schoonheid. Ik hoop met heel mijn hart dat wij zo nog jaren voort mogen, samen, op dat koeteltempo 🙂

Camping Nauta Almata

Eigenlijk is het gek dat ik nog nooit een blog over deze camping heb geschreven, want volgens mij zijn we het vaakst naar deze plek terug geweest. Ik heb hem wel regelmatig benoemd maar ik schreef er nooit eentje speciaal over deze fijne. Maar hij verdiend hem wel, al is het maar uit sentiment 😉

Toen onze meiden meisjes waren, kwamen we er voor het allereerst. We vonden ze inmiddels groot genoeg voor een wat langere reis. Toen het pukkies waren bleven we gewoon fijn in Nederland. Ook al zijn er natuurlijk genoeg mensen die gewoon de hele wereld over reizen met kleintjes, wij kozen voor dichtbij, wel zo makkelijk.

Maar dat jaar besloten we naar Spanje te gaan. We reden al die kilometers in drieën, om het voor de meiden ook een beetje relaxed te houden. De liefste had in Frankrijk al een aantal parkeerplekken gemarkeerd waar iets te doen was voor kinderen, we hadden onderweg-campings uitgezocht dus we waren er helemaal klaar voor.

Aan het strand

Dat moment dat we de toegangsweg opreden richting de ingang van de camping vergeet ik nooit meer, ik had zoiets nog nooit gezien. Ook al waren we moe, we vonden het allemaal schitterend. En nog steeds voelt het fijn, als we die lange toegangsweg afrijden om daar weer te kamperen. Inmiddels niet meer in het hoogseizoen, godzijdank, maar in een rustigere periode. Aan het strand kamperen vind ik magisch, en dat blijf ik vinden. Ondanks het massale, want het is wel echt een loeier van een camping. Maar de toegang naar het strand is breed, en ik kan er altijd op. Ook dat zagen we namelijk weleens anders. Ik houd er van om tijdens de zonsopkomst op het strand te staan, inclusief vroege plons. Maar bij sommige campings kon ik dat strand niet op, want dan was het hek nog dicht.

Wat een tegenvaller!

Op deze camping is van alles, en met twee jonge kinderen vond ik dat toen echt fijn. Toen ze eenmaal groter werden gingen zij lekker zwemmen terwijl wij op het strand bleven. Ze wisten de weg, en vonden het zwembad vaak fijner. Met hun zakgeld kochten ze zalig boekjes, snoep of souvenirs in het winkeltje, en bedelden er bij hun vader altijd nog wat zakgeld bij halverwege de vakantie. Ze hadden altijd tekort 😉

’s Avonds was er volop vertier, een bandje of een show, en ook de karaoke vonden ze geweldig. Ook al hebben we ook weleens slap van de lach naar een band zitten luisteren hoor, omdat het geen gehoor was, maar we hebben wel een geweldige avond gehad.

Het sanitair verdiend een elf, met stip. Dat is daar fantastisch en ik heb het zelden zo mooi gezien. Behalve in Oostenrijk, waar het een keer volledig van hout was, buiten de toiletpotten om ;-). Maar ik dwaal af. En het sanitair wordt ook fantastisch schoongehouden. Ook het strand, het zwembad en het supermarktje zijn top. Bij het restaurant en op het terras hebben wij ons vele avonden vermaakt, en vooral iets eten en drinken aan dat fijne strand vonden wij heerlijk.

Als ik de foto’s weer zie, kriebelt het meteen weer! Mocht je dus een leuke plek zoeken, aan de costa brava, dan is deze echt een bezoekje waard!

Vier weken verder

En zomaar ineens ben ik vier weken verder, vier weken sinds dat gesnij in mijn gezicht. Elke ochtend kijk ik even in de spiegel, of mijn litteken er rustig uitziet. Want een ruime week nadat de hechtingen eruit waren gegaan werd alles ineens wat dik, en zag het er vreemd uit. Begon het weer te bloeden, terwijl het eerst al zo mooi dicht was.

Dan wordt ik toch onzeker, want gaat het nu niet lelijk en gek worden, of heb ik misschien iets niet goed gedaan? Truttig, i know, maar je gezicht he?! Daar valt nou eenmaal weinig aan te verbloemen. Geen lange mouwen die je eroverheen kan schuiven, geen hoge rolkragen of lange broekspijpen om iets te verbergen. Je gezicht is altijd in beeld. Of ik moet gaan voor een hoedje met voile, maar dat is dan weer een beetje gek 😉

Hoedje

De afgelopen dagen spring ik gelukkig weer net zo enthousiast in het zwembad als voorheen, met mijn malle hoofd heerlijk onder water. Nu die wond goed is genezen kan het ook weer. Maar mijn gezicht verzorgen is nog lastig, met die streep er middenin, en het doet nog zeer af en toe. Ik smeer er nog wat omheen om hem niet te week te maken. Hij is aanwezig, die snijplek, en ook dat had ik niet verwacht. Af en toe ga ik er met mijn vingers langs, om te wennen aan dat andere gevoel als ik mijn gezicht aanraak.

Dat het huidkanker was, daar denk ik eigenlijk niet meer aan, en dat vind ik razend zalig. Het is opgeruimd, letterlijk en figuurlijk, en dat is superfijn. En het hoedje dat ik nu soms draag, om mijn gezicht uit de zon te houden, daar wen ik ook al aan. Het voelde eerst wat overdreven. Maar hier in Frankrijk doet bijna iedereen het, en dat maakt het makkelijker om hem te dragen. Niks vreemds aan dat ding op mijn kop 😉

Ik geniet hier nog even door, in het prachtige Frankrijk, samen met mijn hoedje. Tot over een poosje!

Mazzelkont!

Dinsdagmorgen gingen we weer fijn op pad, na nog een enorme klap onweer de avond ervoor, ik zat echt met mijn vingers in mijn oren. Ik ben niet dol op onweer, zo dicht boven mijn blote hoofd. Slecht weer hadden we eigenlijk nog helemaal niet gehad, tot dat moment. Maar de volgende ochtend scheen de zon weer volop en stonden we te trappelen van ongeduld. We hadden zin om nog veel meer moois te ontdekken.

Ik bracht een laatste bezoekje aan die fijne bakker, het was inmiddels een stuk minder heet geworden en we hadden weer een ongeveer route bedacht. Koetelend reden we langs heel veel groen, over talrijke slingerweggetjes en door wuivende velden vol goudgeel graan en zonnebloemen. Na een paar uur besloten we alvast een plekje te gaan zoeken. Binnendoor is een intensieve manier van rijden, met al dat bochtenwerk en ik ben een muts, ik zit er alleen maar naast 😉

De eerste camping was echt in the middle off nowhere, en gesloten, vooral dat. We werden door een oude man subiet de poort uitgewezen. ‘Juli, dan gaan we open’. Een dichte camping, die hadden we nog niet op ons lijstje staan. We hebben oprecht nog nooit meegemaakt dat we voor een dichte poort stonden. Maar gezien die gekke covidtijd momenteel is het wel logisch dat nog niet alles open is. De volgende camping was een plaatje, op papier, en in het echt ook. Ik had spontaan zin om hier een paar nachtjes te staan. Maar helaas, wederom gesloten.

Stil

‘You’re kidding’, vroeg ik nog verbaasd. Maar de vriendelijke jongen haalde zijn schouders op, not kidding dus. Verdorie. Op de bonnefooi rondreizen is heus niet altijd ‘geweldig charming’. Soms is het waardeloos, ook al is het dat maar echt zelden. Nummer drie dan maar. Die had ik al eens op ons ‘daar wil ik ooit nog eens heen’ lijstje gezet, omdat het me zo’n geweldige plek leek. Inmiddels waren er we in de buurt, en was ik razend benieuwd of het inderdaad de moeite waard was. Dus de route invoeren en god zege de greep!

Onderweg belde ik nog even, voor de zekerheid, of die camping wel open was. ‘Met Monique’, zei een vrolijke dame. Ik begon te hakkelen, echt, ik zat al helemaal paraat te zijn met mijn bonjourtjes en wat ik nog meer wilde zeggen 🙂 Nederlandse eigenaren, dat had ik dus even gemist toen ik hem uitzocht. Een uurtje later reden we die prachtige groene oase op. Wat een waanzinnig plekje zo aan de rivier. En stil, zo ontzettend stil, alleen de vogeltjes en de kwakende kikkers zingen om je heen. Dat kampeerplekje was zo uitgezocht, want er stond pas één andere kampeerder. Zo rustig en stil als het nu is op alle campings, zo hebben wij het in juni nog nooit meegemaakt.

Het sanitair is geweldig, lekker ruim en netjes. Net als dat de ambiance, de rivier, de broodjesservice, het terras en de hele uitstraling van de plek geweldig zijn. Voor boodschappen moet je wel met de auto de camping af, maar op de camping zelf valt er ook van alles te bestellen voor als je geen zin hebt om te koken. ‘Frietjes kan altijd’ volgens Erik en Monique 🙂 De eigenaren zijn leukerds, en het was meteen gezellig tijdens dat eerste drankje op het terras. Die kregen we trouwens van hun, hoe fijn is zo’n welkom.

Tijdens het douchen was het alsof ik middenin een bos stond, echt zo gaaf. En er hing zowaar een flinke spiegel, kon ik gelijk even kijken hoe al die croissantjes op mijn toch al ronde heupen stonden 😉 Op loopafstand valt er ook nog een bijzonder gehuchtje te bewonderen, en vol verwondering nam ik het in me op. Want het puilt echt uit van bijzonder, charmant en pittoresk.

Ik heb geslapen als een roosje die nacht, en volgens mij heb ik er onverwacht gewoon weer een fijn plekje bij, voor aan die ketting 😉