Helemaal alleen

Het is guur buiten en in gedachten loop ik het korte stukje naar het adres waar ik die nacht zal waken. Het huis waar ik moet zijn ligt dicht bij mijn eigen paleisje, maar onze werelden liggen mijlenver uit elkaar.

Ik bel aan en een tiener doet de deur open. Pas zeventien jaar is hij, zijn broer is negentien. Twee tienerjongens in hun trainingspak, pukkels in het gezicht, petje scheef op hun jonge koppies. De wreedheid van deze situatie beneemt me de adem. Haar bed staat prominent in de kale kamer, de eetkamerlamp hangt er gedeeltelijk boven en het felle licht is kil en wit. Er is geen welvaart in dit eenvoudige huurhuis, de spaarzame meubels staan wat verloren in de ruimte. De overduidelijke armoede is schrijnend. Ik voel de weerzin in mijn lijf, die weerzin die ik de hele dag al voelde toen ik dit adres door kreeg. Ik ben altijd onrustig als ik moet waken bij een jong gezin, want de beelden zijn van een heftigheid die altijd onder mijn huid kruipt. En ook nu weer zegt één beeld wel duizend woorden.

De jongens kussen hun moeder welterusten en gaan naar bed, morgen is het weer ‘gewoon’ een schooldag. Ik kijk ze na terwijl ze samen de kamer uitlopen, de smalle gebogen schouders waar zoveel leed op rust. Hun vader kennen ze amper, die woont zelfs niet in hetzelfde land als deze twee jongens. Er is geen liefdevolle opa of oma, geen netwerk waar op terug gevallen kan worden en ze zijn te jong om financieel op eigen benen te staan. Deze twee staan al drie-nul achter in het leven en dan moet dat van hun eigenlijk nog beginnen.

Armoede

De rest van de nacht zit ik naast haar bed. Zelf heeft ze maar weinig zorg nodig zegt ze, ze is vooral bezig met de zorg voor haar kinderen. Al haar energie besteed ze aan haar jongens en aan ‘hoe verder, straks’. De scherpte van sommige levens is oprecht onmenselijk. Want waar sommigen alles schijnbaar cadeau krijgen tijdens hun bestaan, blijft dit gezin maar weinig bespaard. Hun leven staat bol van armoede en verlies. De paar nachten die ik naast haar bed zit geef ik alle warmte die ik in me heb, luister ik vooral, ik kan veel te weinig doen. Een week of vier later overlijd ze, thuis in alle rust, met haar jongens naast haar bed. Niet veel later verhuisden zij naar een tante, ver van de plek waar ze thuis waren. Extra pijn er bovenop gestapeld.

De afgelopen weken las ik er regelmatig over, over jong volwassenen die hun thuis moeten verlaten na het overlijden van hun vader of moeder. Vorig jaar nog overkwam het Sam, de zoon van een oud-collega, toen zijn moeder veel te jong overleed. Extra pijn bovenop al het leed dat er al is.

Naast alle wachtgeldregelingen voor politici en allerlei gesuikerde regelingen voor diplomaten zou het ook oprecht prachtig zijn als we een vangnet creëren voor deze kinderen. Een liefdevolle financiële handreiking. Zodat hun thuis ook gewoon hun thuis mag blijven na het overlijden van hun pap of mam. Hun leed is dan tenslotte al groot genoeg. Goed idee toch?

Ik schreef een boek over al mijn zorgervaringen en goot er ruim 30 jaar ‘zorgen voor’ in. https://www.uitjeervaring.nl/zorgliefde.html

Vertragen

Ik ben dol op de eenvoud van het leven, maar het duurde wel even voor ik de rust had om het te zien. Er waren genoeg jaren dat ik werd verslonden door alles wat ik nog wilde bereiken. Ik vergat rustig na te denken over wat ik nou eigenlijk aan het doen was, ik draafde en ik draafde maar door. 

Meer, anders, beter, ik vergat te zien wat er al was.

Ik herken het inmiddels bij mezelf, dat doordraven, en soms sluipt het nog steeds stiekem dichterbij. Dan betrap ik mezelf op chagrijn, of gemopper, en voel ik irritatie bij mezelf. Dan is er ’te veel van alles’ wat niet goed voor me is. 

De rust opzoeken is dan mijn enige remedie.

De huidige tijd leent zich er absoluut voor, om over je toeren te raken of verslonden te worden door negativiteit. Er is bijna geen ontkomen aan alle prikkels. Stemmingmakerij en gekte vieren hoogtij. Logisch dat veel van ons zich mee laten slepen. En dan doel ik ook op alle haat die online lukraak wordt uitgebraakt. Ik heb er in mijn hoofd al duizend keer een scherp stukje over geschreven. En steeds opnieuw besluit ik het niet te doen. Ik wil me niet over geven aan de dwaasheid van onze huidige tijd. Ik volg liever mijn eigen gevoel, houd begrip voor iedereen, en hoop oprecht dat iedereen dat houdt. 

We verliezen elkaar als we dat niet doen, en wat voor wereld wordt dit dan?

Eenvoud

Ik weet wel dat ik me wat dat betreft zo langzamerhand steeds minder thuis voel in onze huidige maatschappij. Dat lukraak beschadigen van mensen, links en rechts. 

Die zogenaamde vooruitgang van de huidige tijd voelt veel te vaak als achteruitgang. 

De afgelopen weken waren we heerlijk op zwerftocht, en ik heb echt absoluut niks gedaan. Gewoon niks. Plaatje geschoten, tukkie gedaan, potje ping-pong gespeeld, boek gelezen. In de middag trok ik nog maar eens een fles rosé open. Wat ik vooral niet heb gedaan is die krant lezen, en ook social media heb ik veelal ontweken. En het was zalig. Weken van eenvoud en van zalig buiten zijn. Alleen lastige sprinkhanen om me druk over te maken 😉

Het is pure rijkdom, dat voel ik in mijn hele wezen. Gaan en staan waar ik wil. 

Vrijheid.

Terug naar de eenvoud, mezelf her-ijken. Ik ben zo dankbaar dat ik het kan. Mijn energie bruist weer, ik voel het stromen. 

Japie, the sequel

Voor iedereen die weleens kampeert zijn beestjes en ongedierte in tent of caravan een welbekend verschijnsel. Deze vakantie, en meerdere vakanties voor deze, worstelde ik met het zogeheten ‘sprinkhanen fenomeen‘, ze bleven steeds maar overal opduiken. Ik was nog maar net bekomen van de schrik van dat malle beest in mijn favoriete wc-hokje, toen ik hem diezelfde avond weer terug vond in de nok van ons vouwdakje. Collectief brein, ik was overtuigd inmiddels 😉

Wederom werd hij er vol overgave uit gebonjourd, vanzelfsprekend. Maar de volgende ochtend zat hij gewoon weer met een uitgestreken gezicht op mijn gezellige gordijntjes. Ik was niet eens meer verbaasd, niet meer echt tenminste. Linkmiechels dacht ik alleen maar, jullie krijgen me niet gek, wacht maar.

Diezelfde dag vertrokken we weer richting Nederland, er werd hoog water verwacht van die fijne rivier waar we naast stonden, dus was het hoog tijd om te verkassen. Maar niet voor ik alles nog eens extra had nagelopen. Ik was er van overtuigd dat ik mijn tijdelijke huisje ‘ontsprinkhaant’ had. Tijdens de reis grapte ik nog gekscherend tegen de liefste. ‘Zal je zien, maak ik onze tas met wasgoed open, komt hij weer tevoorschijn’. De liefste knikte grijnzend, dat zou namelijk echt iets voor mij zijn, gezien het verloop van deze sprinkhaan soap.

Ongedierte

De uren regen zich aaneen, tijdens die reis naar huis, en na een lange dag in de auto werd het alweer donker buiten. Fijn weer bijna thuis, dacht ik bij mezelf terwijl ik iets voelde kriebelen bij mijn arm. Ik verlies nogal eens een lange blonde haar dus kriebels van losgeraakte haren zijn me niet echt vreemd. Lichtelijk afwezig en vermoeid draaide ik me half om, om die haren van me af te vegen. En daar, pontificaal op het randje van mijn armleuning, zat Japie.

De hufter dacht ik meteen, die smerige linkmiechel heeft het gewoon gepresteerd om mee te liften. Hij lachte, heel smerig, terwijl hij daar gewoon wat zat te zitten. De liefste moest lachen,’hij vind je gewoon leuk’, maar ik was not amused. Na twee pogingen, want ja het springt, zo’n sprinkhaan, heb ik hem richting de snelweg gestuurd. No mercy, ik was er helemaal klaar mee, met dat sprinkhanen gedoe. Alleen een beetje jammer dat ik de rest van de weg overal kriebels voelde 🙂

Japie

Ik heb tijdens mijn franse kampeeravonturen iets van een historie opgebouwd met sprinkhanen. Vorig jaar hebben we een sprinkhaan na een week of vier nodeloos wegjagen maar een naam gegeven, maar ik ben er dus alert op. Tijdens het opruimen van onze opblazer kwam ik er weer eentje tegen, die zwierf al een paar dagen rond onze kledingkist, ik gok een grote broer van onze verstekeling van vorig jaar. Maar ik hield hem strak in de smiezen, en onze kledingkist hermetisch gesloten, dit jaar gaf ik ze geen kans. We hebben hem met enige egards ‘de tent uit gejaagd’. Ha, die was mooi uit de buurt, ik glom van blijdschap.

Na een zalige warme dag begonnen we gisteravond aan onze vaste ‘slaapkamerinspectie’. Overdag staan de deuren van ons volkswagenbusje lekker open. Een beetje frisse lucht in de slaapkamer kan geen kwaad tenslotte, maar er vliegt gedurende de dag dus ook van alles naar binnen. Dus lopen we voor het slapen gaan alles nauwgezet na. Bij sein veilig sluit ik onze hor en kunnen we plat. Je raad het al, een nazaat van Japie zat in mijn geel-wit geblokte gordijntjes. De liefste bonjourde hem resoluut naar buiten en we sloten de tent. ‘Opzouten’ riep ik hem nog opstandig na, want dan ben ik wel stoer, als ze eenmaal uit het zicht zijn 😉

Sprinkhaan

Middenin de nacht riep die welbekende roep der natuur me luidkeels mijn warme bedje uit. Genietend van een waanzinnige sterrenhemel sukkelde ik richting sanitairgebouw. Nu heb ik nogal een malle afwijking, ik stap het liefst altijd hetzelfde hokje in. Terwijl mijn hand halfslaperig naar het slot reikte slaakte ik een, hopelijk damesachtig, gilletje. Die enorme weggejaagde rotzak zat geniepig op het slot genesteld. Ik vermoedde vuil spel maar ja, bewijs het maar eens, die sprinkhanen zijn wat dat betreft echte linkmiechels. Toch was ik achterdochtig omdat hij precies in ‘mijn’ hokje zat. Volledig wakker geschud vluchtte ik snel een andere in.

Terwijl ik nog aan het bekomen was van de schok stapte ik even later het hokje uit. Middenin het gangpad zat hij me doodstil op te wachten. De gedachte dat er een algeheel collectief brein achter die hele sprinkhanen kolonie zit werd in mijn gedachten steeds realistischer. Met een grote boog liep ik om hem heen en argwanend achterom kijkend kroop ik mijn warme bed weer in.

Gelukkig gaan we morgen richting huis. Nadat ik alles nauwkeurig heb gecheckt natuurlijk, ik neem mooi geen enkel risico meer 😉

Gezapig

We zijn vandaag precies een week weg, en die week voelt als een eeuwigheid. Herken je dat, dat er al zoveel gebeurd lijkt te zijn dat een week als weken voelt? Zo voelt het voor mij tenminste, alsof ik al weken weg ben. Alle drukte en het gedoe liggen ogenschijnlijk op grote afstand van deze serene plek.

Objectief bekeken gebeurd er bijzonder weinig, ik zwem eens wat in de rivier, doe een boodschap, klets wat met de buren en schrijf een stukje of lees een boek. Het is gezapig, dat leven hier, en ik wentel me erin. Het is volop genieten van getuttel, ik rommel lukraak wat door de dag.

Dat het hier heerlijk warm is helpt natuurlijk ook, ik begin in mijn bikini en laat in de avond loop ik nog steeds in dat ding. Temperaturen om van te watertanden. Dat zuidelijke is zo zalig. Dag na dag rijgt zich aaneen, met koffie en een croissant, de zwoele geur van rijp fruit en gekoelde flesjes rosé. Het is eveneens een vakantie die zich kenmerkt doordat ik eens niks moet van mezelf en dat is een unicum.

Elke dag laat ik maar een beetje op me afkomen, geen plannen en geen verplichtingen. Elke ochtend word ik op mijn gemakje wakker, van de zon of het gerommel van de mussen. Dan slenter ik over de camping om een vers broodje te halen terwijl de liefste zorgt voor koffie. De ochtendzon schijnt warm op mijn gezicht, en het is stil om me heen. Niks anders dan groen, een rivier die glinstert als een spiegel en die zalige warmte op mijn lijf.

Dat wandelingetje zo vroeg in de ochtend daar geniet ik volop van, net als die eerste plons in de rivier als de rest van de camping nog slaapt. Met mijn eerste kop koffie nestel ik me vervolgens in het zonnetje, mijmer wat voor me uit en besluit dat ik die dag wederom niks moet. Gezapig in optima forma, en ik vind het hartstikke prima allemaal. En het allerfijnste? Ik mag nog zo’n week 😉

Geachte inbreker

Geachte inbreker,
Ik schrijf u naar aanleiding van uw brute inbraak van afgelopen nacht in het huis van mijn ouders. Mijn ouders, beide 82 jaar, waren gelukkig niet thuis toen u besloot om u zelf met grof geweld toegang te verlenen tot hun thuis. U liet hun veilige plek in complete ravage achter, in uw zucht naar hun waardevolle bezittingen. Zelfs de bodems van diverse kastjes lichtte u eruit, in de hoop op geheime bergplaatsen en verstopte rijkdommen.

Gelukkig ging u aan het elfstedenkruisje van mijn vader voorbij. Hij schaatste de tocht der tochten tweemaal, samen met zijn jongste broer. Machtig mooi was dat, wat waren we trots op hun prestatie, en nog steeds zijn we dat. Zijn jongste broer was eveneens zijn beste vriend en zijn sportmaatje, alle twee dol op gekkigheid en razend ondeugend. We waren allemaal gek op dat bijzondere mens, zijn liefde was zo waardevol, zo dierbaar. Hij mocht helaas maar vijftig jaar worden en ook daarom is dat kruisje van onschatbare waarde, door alles wat eraan vastkleeft.

De stapel hardloopmedailles van papa, die u zo rijkelijk over de vloer van mijn oude slaapkamertje verspreidde, liet u achter als oud vuil. Mijn vader kreeg kanker, toen ik nog maar een kleuter was, en een poosje was het heel erg spannend of hij het wel zou halen. Na zijn ziek zijn ging hij hardlopen, en elke medaille die hij daarna behaalde is pure rijkdom.

Waardevol

Vervolgens keerde u het sieradenkistje van mama ongeduldig ondersteboven, en waarschijnlijk trok u uit pure frustratie een deel van haar kralenkettingen stuk. Want de macaroni-kettingen en goedkope van plastic waren niet wat u had verwacht toen u het kistje opende. Dat gok ik tenminste. Voor mama staan ze echter voor de liefde van haar kinderen en kleinkinderen, ze staan voor al die moederdagen en andere speciale dagen waarop ze zelfgeknutselde of goedkope prularia cadeau kreeg. Dat alles heeft u nu bezoedeld en bepoteld, wreed stukgemaakt en vertrapt. Alles wat zo waardevol is, werd door u vernield. Dat niet alles wat voor een ander waardevol is, geld waard is kan ik u vast niet uitleggen.

Ik heb niet de illusie dat u verantwoording af moet leggen voor wat u gedaan hebt, daar heb ik me al bij neergelegd. Ondanks de enorme inzet van de forensische dienst. Toch wil ik u hierbij graag meegeven dat u een kansloze kneus bent. Om iemands veilige plek zo volledig te vertrappen. Omdat u zelf te lui of te stom bent om uw eigen geld te verdienen. Ik denk te stom, dat weet ik eigenlijk wel zeker, absoluut te stom. De ontzetting en het verdriet in de ogen van mijn ouders was vreselijk om te zien. Blijkbaar is niets veilig voor de grijpgrage handen van losers zoals u. Mocht karma echt bestaan, dan hoop ik oprecht dat het u keihard te pakken krijgt.

Verdwaald

Soms verdwaal ik in dat doolhof van mijn gevoelens, dan voel ik van binnen zo veel dat ik eronder bedolven wordt, verslonden bijna. Ineens mis ik de rust en de kalmte die ik de afgelopen maanden voelde, is daar alleen maar onrust en ongemak. Ik weet waar het door komt hoor, het komt door die naderende herfst. Ook al vind ik het altijd een fijne periode, met kaarsjes, haardvuren en knus, ik zie ook wat op tegen het donker.

Het voelt alsof ik te weinig heb genoten van de zomer, van de lange lichte dagen en veel buiten zijn. Wat onzin is natuurlijk, want ik ben heel veel buiten. Elke dag, urenlang voor mijn werkdag begint en erna ook weer. Het is het gemis van dat ontmoeten dat ik nu meer dan ooit voel, het gemis van alles wat nu al twee zomers aan me voorbij is gegaan.

Het zit hem ook in deze week, dat weet ik ook, in die kermisweek waar ik altijd zo naar uitkijk. Dat zalige van dat zorgeloze feesten, dat even niks hoeven maar alles mogen. Drie dagen lang samenzijn met al die lieverds die ik soms een heel jaar heb gemist. Die mis ik nu al twee jaar en het begint zich keihard te wreken.

Dramatisch

Diep van binnen voel ik heel even de wanhoop, dat ‘hoe nu verder en waar eindigt het’. Ik voel overduidelijk de opstand diep in mij, want alles waar ik zoveel waarde aan hecht ‘mag en kan’ nu niet. Nog steeds niet of nog even niet, wie zal het zeggen. Ik hoop het laatste, ik gok het eerste.

Dus vlucht ik nog even, ontvlucht ik nog even. Ik ga voor een paar weken lichttherapie middenin de natuur. Opstaan met de zon, en slapen gaan als hij weer prachtig ondergaat. Alleen maar buiten zijn, in complete stilte en afzondering. Niks hoeven maar alles mogen. Een paar weken schrijven, wandelen, zwemmen en ontspannen. Die kluwen van gevoel ontwarren en langzaam tot rust laten komen. Klinkt wat dramatisch? Absoluut waar, maar de wereld voelt bij vlagen wat dramatisch op dit moment. En dat ik het even kan ontvluchten is oprecht zalig!

Kriebels in mijn buik

De spin was mijn absolute favoriet en ik bleef het liefst een paar rondjes achter elkaar zitten. De spanning als hij in beweging kwam, het volop heen en weer geslingerd worden en het keihard gillen met je vriendinnen. Ik zie mezelf nog zo zitten in dat ding, en het gevoel dat ik had als ik eruit stapte. Onbetaalbaar.

Het ongeduld dat je voelde als je met je gespaarde zakgeld eindelijk naar de kermis kon. Ik wilde ook altijd een keer in de botsauto’s en de rest ging op aan een zuurstok. Altijd. Dat hele kermisterrein was een zinderende dynamische plek. Mijn oren gonsden van de muziek, de lichten en de opgewonden spanning die er hing. Uren liep ik over het terrein. Ik wilde pas naar huis als het echt moest, en ik was altijd te laat 🙂

Tot op de dag van vandaag ben ik verslaafd aan kaneelstokken.

Kermis

Naarmate ik ouder werd hing ik vooral bij de botsauto’s rond, kijken of die ene leuke jongen er ook was. De kermis werd een ontmoetingsplek en ook dat was weer opwindend. Ongecompliceerd, onschuldig vermaak. Vanaf een jaar of veertien/vijftien verplaatste ik me naar de feesttent, en het liefst ging ik ook naar de kermis van de omringende dorpen. Zus en ik wisten er wel raad mee, met dat kermis vieren. Maar een rondje langs het kermisterrein zelf bleef elk jaar onderdeel van dat fijne feestje.

Toen mijn man en ik verkering kregen was ik begin twintig. Hij won bij de schiettent een oranje leeuwtje voor me en dat ding stond nog jarenlang op mijn nachtkastje. De kermis, daar kreeg ik kriebels van in mijn buik, en nog, om meerdere redenen. Elk jaar dompel ik me er een paar dagen in onder.Dat jaarlijkse volksfeest hoort bij het leven, en dat we het twee keer niet hebben kunnen vieren doet zeer.

Want het is niet alleen een kermis en een feesttent, het is het leven, samen. Het gemis van dat ontmoeten van heel veel mensen. We missen het contact, om elkaar te zien en aan te raken. Lachen, dansen en bijkletsen, samen de slingers van dat leven ophangen. Het leven kan ook zo wrang zijn, verdrietig, dat af en toe opzij zetten is fijn. Het is belangrijk om ook alle mooiigheid te vieren met elkaar. Komende week doen we dus precies dat.

Want dat leven dat moet je vieren, op welke manier dan ook 😉

Razend rijk

Die dag had hij besloten dat het meer dan genoeg was geweest en in een waas nam hij die laatste stap. Dat stel ik me zo voor tenminste want het staat hem niet meer helder voor de geest, dat ene moment. Beelden en geluiden, vage herinneringen aan de pijn en zijn wanhoop. Een leven dat ooit in balans was en nu ineens volkomen uit zijn scharnieren hing. Maar hij leefde nog steeds en alles waar hij aan wilde ontkomen stond nog levensgroot voor zijn neus. Het is een gevecht dat te groot lijkt voor een mensenleven. Ik kan me onmogelijk voorstellen hoe waanzinnig wreed dat moment moet zijn geweest. Als je je realiseert dat het leven waar je aan wilde ontsnappen zich onveranderlijk voortzet, inclusief alle complicaties die je er ongewild aan hebt toegevoegd.

Zijn leven leest als een roman van steeds meer, beter en groter. Successen die tot de hemel reikten, overmoedigheid en hebzucht, een leven op het randje. Tot ineens die kanteling van zijn dagelijks bestaan. Zonder enig medelijden zet die neerwaartse spiraal zich voort als een nietsontziende orkaan die alles op zijn pad neermaait. Dat prachtige huis in het buitenland dat hij niet meer kon betalen, zijn eigen huis dat in de verkoop moest, zijn geliefde die genoeg van hem had en zijn kinderen die hem de koude schouder gaven. Ineens werd zijn leven leger en leger en de wanhoop sloop zijn lijf in, en groeide daar. Dat leven in balans volkomen weggevaagd. En toen was daar die ene dag.

Als ik zijn leven binnenstap ligt dat moment alweer jaren achter hem, heeft hij stap voor stap leren omgaan met zijn beperkingen en met dat lijf dat niet meer luistert, naar niemand. Kapotgevallen en voor altijd stuk. Het zorgen voor hem neemt in de ochtend al snel een uur of twee in beslag en dan komen we er gedurende de dag ook nog een keer of vijf inclusief de nachten.

leven in balans

Bizar toch, als dat je leven is? Het is onvoorstelbaar. Bewust benoem ik het. Voor iedereen die verzand in overspannen ambities en geneuzel, die elke dag opnieuw doordraven in een leven dat als een sneltrein voelt. Sta eens stil, hoor de vogeltjes en voel de zon op je bol. Een tikkie te makkelijk misschien maar die gedachte houd mij steeds opnieuw stevig met beide benen op de grond. Elk leven kent zijn demonen maar soms is het wat oneerlijk verdeeld, qua donkerheid en gevechten.

Want ik zag elke dag opnieuw hoe hij afhankelijk was van anderen, voor alles. Het beetje handfunctie wat hij nog over had was minimaal en de pijn omdat hij dit zichzelf had aangedaan was een gruwel om te zien. Na een poosje begon hij er zelf over, toen hij me een beetje kende, tijdens die verzorging van dat kapotte lijf. Deed hij uit de doeken hoe hij op dit punt was beland. Ik kreeg het koud van zoveel ellende. In de schuldsanering raken en vechten voor je leven, in je uppie, wat een eenzaamheid.

Maar hij vocht zich naar boven. Zijn ex-vrouw werd een vriendin, de kinderen zochten hem weer op en alles wat scheef zat werd rechtgesproken. Inmiddels is hij opa en geniet hij van alles wat het leven kleur geeft. Tussen al zijn gevechten door, dat vooropgesteld want dat leven van hem komt amper in rustiger vaarwater. Juist omdat dat lijf zo gruwelijk stuk was gegaan, is er steeds wel weer iets aan complicaties, is het nooit klaar. Nooit meer echt.

Het maakt ook dat ik ineens acuut een stukje wil wandelen, in het bos, na het schrijven van dit stukje. Dat ik de geuren op wil snuiven van zee en strand voor ik vanmiddag uitgebreid in bad ga. Dat ik naar de bakker wil lopen voor een vers broodje, om dat zittend op een bankje op te eten, lekker in het zonnetje. Of om door regen en storm te beuken, waarna ik bij een knus haardvuur kruip met een goed glas wijn. Dankzij mijn werk tel ik elke dag mijn zegeningen, want ik ben razend rijk, ook met die semi-lege bankrekening 🙂

Gretig 2.0

Afgelopen zaterdag viel ‘mijn’ verhalenbundel in de bus, hoe leuk was het om mijn naam te zien staan in een boek. Ik kroop meteen in een hoekje op de bank om hem door te bladeren. Tijdens het lezen bekroop me echter ook een ander gevoel, omdat ik een deel van de andere verhalen echt onder de maat vond. En niet omdat ik mezelf zo goed vind hoor, verre van dat. Zoveel mensen, zoveel meningen natuurlijk. Maar een deel van de bundel vond ik oprecht slecht geschreven, gelukkig was het grootste deel wel leuk om te lezen.

Dus nu sta ik voor de volgende uitdaging. Want ik ben nooit compleet tevreden over mijn eigen prestaties, ik weet het van mezelf, dus ik vind dat die lat wel weer een stukje omhoog mag. Ik blijf mezelf uitdagen, steeds opnieuw. Dat is leuk zolang je die doelen maar haalbaar houd, en dat is in het verleden nog weleens een struikelblok gebleken 😉 Maar een mens moet doelen stellen als je nog wil groeien, en dat wil ik. Beter worden, mezelf ontwikkelen in wat ik doe en kan. En dat ene streven is nu behaald, dat in een bundel staan, dus voel ik me vrijer ineens. Het is heel gek, en ik kan maar moeilijk uitleggen waarom het zo voelt. Maar ik ben gretiger geworden, gretiger naar meer.

Teksten schrijven

Sinds een week plaats ik mijn teksten puur, zonder opsmuk op bijvoorbeeld LinkedIn, en die stukjes worden gelezen, veel gelezen. Afgelopen week kreeg ik heel veel reactie’s. Wauw! Omdat ik mijn schrijfsels vooral voor de leuk rondstrooi, was ik er danig van onder de indruk, van die respons. Onverwacht razend leuk, dat er zoveel herkenbaarheid, troost en nog veel meer andere dingen uit mijn stukjes wordt gehaald. Veel mensen weten ook eenvoudigweg niet hoe dat werkt in die zorgwereld. Gelukkig vertel ik er zo verschrikkelijk graag over, over mijn fijne baan 😉

Gretig om verder te groeien dus, op mijn eigen tempo en op mijn eigen manier, mijn stukjes ontwikkelen tot meer en beter. Niet met verdienmodellen, of verplichte doelgroepen. Vooral lekker als mezelf teksten schrijven en delen. Ik voel mijn inspiratie groeien en ik ontwikkel me, ik leer en ik leer. En daar wordt ik nou eenmaal blij van, van leren, ook al begin ik al een beetje een ouwe muts te worden.

Dus schrijf ik als een razende, en delete en schaaf bij, verander of gooi weg. Ook al was het nooit echt weg, voor mezelf is het echte plezier in het schrijven weer terug, ik heb mijn doelen gewoon aangepast en dat voelt zo fijn. Eens kijken of ik het komende jaar nog eens ergens een plekje in een verhalenbundel kan veroveren. Of mijn boek af kan schrijven, dat mag ook 🙂 Keep you posted!