Gezapig

We zijn vandaag precies een week weg, en die week voelt als een eeuwigheid. Herken je dat, dat er al zoveel gebeurd lijkt te zijn dat een week als weken voelt? Zo voelt het voor mij tenminste, alsof ik al weken weg ben. Alle drukte en het gedoe liggen ogenschijnlijk op grote afstand van deze serene plek.

Objectief bekeken gebeurd er bijzonder weinig, ik zwem eens wat in de rivier, doe een boodschap, klets wat met de buren en schrijf een stukje of lees een boek. Het is gezapig, dat leven hier, en ik wentel me erin. Het is volop genieten van getuttel, ik rommel lukraak wat door de dag.

Dat het hier heerlijk warm is helpt natuurlijk ook, ik begin in mijn bikini en laat in de avond loop ik nog steeds in dat ding. Temperaturen om van te watertanden. Dat zuidelijke is zo zalig. Dag na dag rijgt zich aaneen, met koffie en een croissant, de zwoele geur van rijp fruit en gekoelde flesjes rosé. Het is eveneens een vakantie die zich kenmerkt doordat ik eens niks moet van mezelf en dat is een unicum.

Elke dag laat ik maar een beetje op me afkomen, geen plannen en geen verplichtingen. Elke ochtend word ik op mijn gemakje wakker, van de zon of het gerommel van de mussen. Dan slenter ik over de camping om een vers broodje te halen terwijl de liefste zorgt voor koffie. De ochtendzon schijnt warm op mijn gezicht, en het is stil om me heen. Niks anders dan groen, een rivier die glinstert als een spiegel en die zalige warmte op mijn lijf.

Dat wandelingetje zo vroeg in de ochtend daar geniet ik volop van, net als die eerste plons in de rivier als de rest van de camping nog slaapt. Met mijn eerste kop koffie nestel ik me vervolgens in het zonnetje, mijmer wat voor me uit en besluit dat ik die dag wederom niks moet. Gezapig in optima forma, en ik vind het hartstikke prima allemaal. En het allerfijnste? Ik mag nog zo’n week 😉

Geachte inbreker

Geachte inbreker,
Ik schrijf u naar aanleiding van uw brute inbraak van afgelopen nacht in het huis van mijn ouders. Mijn ouders, beide 82 jaar, waren gelukkig niet thuis toen u besloot om u zelf met grof geweld toegang te verlenen tot hun thuis. U liet hun veilige plek in complete ravage achter, in uw zucht naar hun waardevolle bezittingen. Zelfs de bodems van diverse kastjes lichtte u eruit, in de hoop op geheime bergplaatsen en verstopte rijkdommen.

Gelukkig ging u aan het elfstedenkruisje van mijn vader voorbij. Hij schaatste de tocht der tochten tweemaal, samen met zijn jongste broer. Machtig mooi was dat, wat waren we trots op hun prestatie, en nog steeds zijn we dat. Zijn jongste broer was eveneens zijn beste vriend en zijn sportmaatje, alle twee dol op gekkigheid en razend ondeugend. We waren allemaal gek op dat bijzondere mens, zijn liefde was zo waardevol, zo dierbaar. Hij mocht helaas maar vijftig jaar worden en ook daarom is dat kruisje van onschatbare waarde, door alles wat eraan vastkleeft.

De stapel hardloopmedailles van papa, die u zo rijkelijk over de vloer van mijn oude slaapkamertje verspreidde, liet u achter als oud vuil. Mijn vader kreeg kanker, toen ik nog maar een kleuter was, en een poosje was het heel erg spannend of hij het wel zou halen. Na zijn ziek zijn ging hij hardlopen, en elke medaille die hij daarna behaalde is pure rijkdom.

Waardevol

Vervolgens keerde u het sieradenkistje van mama ongeduldig ondersteboven, en waarschijnlijk trok u uit pure frustratie een deel van haar kralenkettingen stuk. Want de macaroni-kettingen en goedkope van plastic waren niet wat u had verwacht toen u het kistje opende. Dat gok ik tenminste. Voor mama staan ze echter voor de liefde van haar kinderen en kleinkinderen, ze staan voor al die moederdagen en andere speciale dagen waarop ze zelfgeknutselde of goedkope prularia cadeau kreeg. Dat alles heeft u nu bezoedeld en bepoteld, wreed stukgemaakt en vertrapt. Alles wat zo waardevol is, werd door u vernield. Dat niet alles wat voor een ander waardevol is, geld waard is kan ik u vast niet uitleggen.

Ik heb niet de illusie dat u verantwoording af moet leggen voor wat u gedaan hebt, daar heb ik me al bij neergelegd. Ondanks de enorme inzet van de forensische dienst. Toch wil ik u hierbij graag meegeven dat u een kansloze kneus bent. Om iemands veilige plek zo volledig te vertrappen. Omdat u zelf te lui of te stom bent om uw eigen geld te verdienen. Ik denk te stom, dat weet ik eigenlijk wel zeker, absoluut te stom. De ontzetting en het verdriet in de ogen van mijn ouders was vreselijk om te zien. Blijkbaar is niets veilig voor de grijpgrage handen van losers zoals u. Mocht karma echt bestaan, dan hoop ik oprecht dat het u keihard te pakken krijgt.

Verdwaald

Soms verdwaal ik in dat doolhof van mijn gevoelens, dan voel ik van binnen zo veel dat ik eronder bedolven wordt, verslonden bijna. Ineens mis ik de rust en de kalmte die ik de afgelopen maanden voelde, is daar alleen maar onrust en ongemak. Ik weet waar het door komt hoor, het komt door die naderende herfst. Ook al vind ik het altijd een fijne periode, met kaarsjes, haardvuren en knus, ik zie ook wat op tegen het donker.

Het voelt alsof ik te weinig heb genoten van de zomer, van de lange lichte dagen en veel buiten zijn. Wat onzin is natuurlijk, want ik ben heel veel buiten. Elke dag, urenlang voor mijn werkdag begint en erna ook weer. Het is het gemis van dat ontmoeten dat ik nu meer dan ooit voel, het gemis van alles wat nu al twee zomers aan me voorbij is gegaan.

Het zit hem ook in deze week, dat weet ik ook, in die kermisweek waar ik altijd zo naar uitkijk. Dat zalige van dat zorgeloze feesten, dat even niks hoeven maar alles mogen. Drie dagen lang samenzijn met al die lieverds die ik soms een heel jaar heb gemist. Die mis ik nu al twee jaar en het begint zich keihard te wreken.

Dramatisch

Diep van binnen voel ik heel even de wanhoop, dat ‘hoe nu verder en waar eindigt het’. Ik voel overduidelijk de opstand diep in mij, want alles waar ik zoveel waarde aan hecht ‘mag en kan’ nu niet. Nog steeds niet of nog even niet, wie zal het zeggen. Ik hoop het laatste, ik gok het eerste.

Dus vlucht ik nog even, ontvlucht ik nog even. Ik ga voor een paar weken lichttherapie middenin de natuur. Opstaan met de zon, en slapen gaan als hij weer prachtig ondergaat. Alleen maar buiten zijn, in complete stilte en afzondering. Niks hoeven maar alles mogen. Een paar weken schrijven, wandelen, zwemmen en ontspannen. Die kluwen van gevoel ontwarren en langzaam tot rust laten komen. Klinkt wat dramatisch? Absoluut waar, maar de wereld voelt bij vlagen wat dramatisch op dit moment. En dat ik het even kan ontvluchten is oprecht zalig!

Kriebels in mijn buik

De spin was mijn absolute favoriet en ik bleef het liefst een paar rondjes achter elkaar zitten. De spanning als hij in beweging kwam, het volop heen en weer geslingerd worden en het keihard gillen met je vriendinnen. Ik zie mezelf nog zo zitten in dat ding, en het gevoel dat ik had als ik eruit stapte. Onbetaalbaar.

Het ongeduld dat je voelde als je met je gespaarde zakgeld eindelijk naar de kermis kon. Ik wilde ook altijd een keer in de botsauto’s en de rest ging op aan een zuurstok. Altijd. Dat hele kermisterrein was een zinderende dynamische plek. Mijn oren gonsden van de muziek, de lichten en de opgewonden spanning die er hing. Uren liep ik over het terrein. Ik wilde pas naar huis als het echt moest, en ik was altijd te laat 🙂

Tot op de dag van vandaag ben ik verslaafd aan kaneelstokken.

Kermis

Naarmate ik ouder werd hing ik vooral bij de botsauto’s rond, kijken of die ene leuke jongen er ook was. De kermis werd een ontmoetingsplek en ook dat was weer opwindend. Ongecompliceerd, onschuldig vermaak. Vanaf een jaar of veertien/vijftien verplaatste ik me naar de feesttent, en het liefst ging ik ook naar de kermis van de omringende dorpen. Zus en ik wisten er wel raad mee, met dat kermis vieren. Maar een rondje langs het kermisterrein zelf bleef elk jaar onderdeel van dat fijne feestje.

Toen mijn man en ik verkering kregen was ik begin twintig. Hij won bij de schiettent een oranje leeuwtje voor me en dat ding stond nog jarenlang op mijn nachtkastje. De kermis, daar kreeg ik kriebels van in mijn buik, en nog, om meerdere redenen. Elk jaar dompel ik me er een paar dagen in onder.Dat jaarlijkse volksfeest hoort bij het leven, en dat we het twee keer niet hebben kunnen vieren doet zeer.

Want het is niet alleen een kermis en een feesttent, het is het leven, samen. Het gemis van dat ontmoeten van heel veel mensen. We missen het contact, om elkaar te zien en aan te raken. Lachen, dansen en bijkletsen, samen de slingers van dat leven ophangen. Het leven kan ook zo wrang zijn, verdrietig, dat af en toe opzij zetten is fijn. Het is belangrijk om ook alle mooiigheid te vieren met elkaar. Komende week doen we dus precies dat.

Want dat leven dat moet je vieren, op welke manier dan ook 😉

Razend rijk

Die dag had hij besloten dat het meer dan genoeg was geweest en in een waas nam hij die laatste stap. Dat stel ik me zo voor tenminste want het staat hem niet meer helder voor de geest, dat ene moment. Beelden en geluiden, vage herinneringen aan de pijn en zijn wanhoop. Een leven dat ooit in balans was en nu ineens volkomen uit zijn scharnieren hing. Maar hij leefde nog steeds en alles waar hij aan wilde ontkomen stond nog levensgroot voor zijn neus. Het is een gevecht dat te groot lijkt voor een mensenleven. Ik kan me onmogelijk voorstellen hoe waanzinnig wreed dat moment moet zijn geweest. Als je je realiseert dat het leven waar je aan wilde ontsnappen zich onveranderlijk voortzet, inclusief alle complicaties die je er ongewild aan hebt toegevoegd.

Zijn leven leest als een roman van steeds meer, beter en groter. Successen die tot de hemel reikten, overmoedigheid en hebzucht, een leven op het randje. Tot ineens die kanteling van zijn dagelijks bestaan. Zonder enig medelijden zet die neerwaartse spiraal zich voort als een nietsontziende orkaan die alles op zijn pad neermaait. Dat prachtige huis in het buitenland dat hij niet meer kon betalen, zijn eigen huis dat in de verkoop moest, zijn geliefde die genoeg van hem had en zijn kinderen die hem de koude schouder gaven. Ineens werd zijn leven leger en leger en de wanhoop sloop zijn lijf in, en groeide daar. Dat leven in balans volkomen weggevaagd. En toen was daar die ene dag.

Als ik zijn leven binnenstap ligt dat moment alweer jaren achter hem, heeft hij stap voor stap leren omgaan met zijn beperkingen en met dat lijf dat niet meer luistert, naar niemand. Kapotgevallen en voor altijd stuk. Het zorgen voor hem neemt in de ochtend al snel een uur of twee in beslag en dan komen we er gedurende de dag ook nog een keer of vijf inclusief de nachten.

leven in balans

Bizar toch, als dat je leven is? Het is onvoorstelbaar. Bewust benoem ik het. Voor iedereen die verzand in overspannen ambities en geneuzel, die elke dag opnieuw doordraven in een leven dat als een sneltrein voelt. Sta eens stil, hoor de vogeltjes en voel de zon op je bol. Een tikkie te makkelijk misschien maar die gedachte houd mij steeds opnieuw stevig met beide benen op de grond. Elk leven kent zijn demonen maar soms is het wat oneerlijk verdeeld, qua donkerheid en gevechten.

Want ik zag elke dag opnieuw hoe hij afhankelijk was van anderen, voor alles. Het beetje handfunctie wat hij nog over had was minimaal en de pijn omdat hij dit zichzelf had aangedaan was een gruwel om te zien. Na een poosje begon hij er zelf over, toen hij me een beetje kende, tijdens die verzorging van dat kapotte lijf. Deed hij uit de doeken hoe hij op dit punt was beland. Ik kreeg het koud van zoveel ellende. In de schuldsanering raken en vechten voor je leven, in je uppie, wat een eenzaamheid.

Maar hij vocht zich naar boven. Zijn ex-vrouw werd een vriendin, de kinderen zochten hem weer op en alles wat scheef zat werd rechtgesproken. Inmiddels is hij opa en geniet hij van alles wat het leven kleur geeft. Tussen al zijn gevechten door, dat vooropgesteld want dat leven van hem komt amper in rustiger vaarwater. Juist omdat dat lijf zo gruwelijk stuk was gegaan, is er steeds wel weer iets aan complicaties, is het nooit klaar. Nooit meer echt.

Het maakt ook dat ik ineens acuut een stukje wil wandelen, in het bos, na het schrijven van dit stukje. Dat ik de geuren op wil snuiven van zee en strand voor ik vanmiddag uitgebreid in bad ga. Dat ik naar de bakker wil lopen voor een vers broodje, om dat zittend op een bankje op te eten, lekker in het zonnetje. Of om door regen en storm te beuken, waarna ik bij een knus haardvuur kruip met een goed glas wijn. Dankzij mijn werk tel ik elke dag mijn zegeningen, want ik ben razend rijk, ook met die semi-lege bankrekening 🙂

Gretig 2.0

Afgelopen zaterdag viel ‘mijn’ verhalenbundel in de bus, hoe leuk was het om mijn naam te zien staan in een boek. Ik kroop meteen in een hoekje op de bank om hem door te bladeren. Tijdens het lezen bekroop me echter ook een ander gevoel, omdat ik een deel van de andere verhalen echt onder de maat vond. En niet omdat ik mezelf zo goed vind hoor, verre van dat. Zoveel mensen, zoveel meningen natuurlijk. Maar een deel van de bundel vond ik oprecht slecht geschreven, gelukkig was het grootste deel wel leuk om te lezen.

Dus nu sta ik voor de volgende uitdaging. Want ik ben nooit compleet tevreden over mijn eigen prestaties, ik weet het van mezelf, dus ik vind dat die lat wel weer een stukje omhoog mag. Ik blijf mezelf uitdagen, steeds opnieuw. Dat is leuk zolang je die doelen maar haalbaar houd, en dat is in het verleden nog weleens een struikelblok gebleken 😉 Maar een mens moet doelen stellen als je nog wil groeien, en dat wil ik. Beter worden, mezelf ontwikkelen in wat ik doe en kan. En dat ene streven is nu behaald, dat in een bundel staan, dus voel ik me vrijer ineens. Het is heel gek, en ik kan maar moeilijk uitleggen waarom het zo voelt. Maar ik ben gretiger geworden, gretiger naar meer.

Teksten schrijven

Sinds een week plaats ik mijn teksten puur, zonder opsmuk op bijvoorbeeld LinkedIn, en die stukjes worden gelezen, veel gelezen. Afgelopen week kreeg ik heel veel reactie’s. Wauw! Omdat ik mijn schrijfsels vooral voor de leuk rondstrooi, was ik er danig van onder de indruk, van die respons. Onverwacht razend leuk, dat er zoveel herkenbaarheid, troost en nog veel meer andere dingen uit mijn stukjes wordt gehaald. Veel mensen weten ook eenvoudigweg niet hoe dat werkt in die zorgwereld. Gelukkig vertel ik er zo verschrikkelijk graag over, over mijn fijne baan 😉

Gretig om verder te groeien dus, op mijn eigen tempo en op mijn eigen manier, mijn stukjes ontwikkelen tot meer en beter. Niet met verdienmodellen, of verplichte doelgroepen. Vooral lekker als mezelf teksten schrijven en delen. Ik voel mijn inspiratie groeien en ik ontwikkel me, ik leer en ik leer. En daar wordt ik nou eenmaal blij van, van leren, ook al begin ik al een beetje een ouwe muts te worden.

Dus schrijf ik als een razende, en delete en schaaf bij, verander of gooi weg. Ook al was het nooit echt weg, voor mezelf is het echte plezier in het schrijven weer terug, ik heb mijn doelen gewoon aangepast en dat voelt zo fijn. Eens kijken of ik het komende jaar nog eens ergens een plekje in een verhalenbundel kan veroveren. Of mijn boek af kan schrijven, dat mag ook 🙂 Keep you posted!

Modern ouderwets

Tijdens onze vakantie’s maak ik mijn foto’s regelmatig vanuit een rijdende auto. De liefste zit achter het stuur, en ik wring me in allerlei bochten om vanuit dat zijraam een foto te maken van alle spetterende vergezichten. Lukt niet altijd wonderwel, maar toch zit er regelmatig een mooi plaatje tussen. Het geeft in ieder geval iets weer van alles wat we die dag gezien hebben. Wij vinden dat leuk, die flitsplaatjes, en sommige zijn echt schitterende toevalstreffers.

Voor dat digitale tijdperk schoot je gewoon maar uit de losse pols wat fotorolletjes vol, dan was het een complete verrassing wat er uiteindelijk tevoorschijn kwam. Veel ervan was vaak bewogen, of het waren alleen maar gekke bekken, vaak kon ik een groot deel ervan meteen in de kliko gooien. Mijn oog voor mooie plaatjes groeit inmiddels, omdat ik er interesse in toon en steeds een beetje beter snap wat werkt op zo’n foto. Een plaatje schieten met je mobiel is zalig, want de mislukte wis ik gewoon lekker.

Fotoboek maken

Maar het terugkijken van al die prachtige plaatjes, dat deden we maar zelden. Want foto’s maken is leuk, maar na die vakantie keken we er nog maar sporadisch naar, die foto’s stonden maar wat nutteloos op die mobiel te staan. Superzonde eigenlijk. Dus maak ik tegenwoordig van onze vakanties een fotoboek. Gewoon van dag tot dag, en ook de simpele dingen zet ik erin. Juist die simpele dingen wil ik erin.

Foto’s van ons busje, of die ene leuke plek. Cynt vroeg in de ochtend op de fiets naar de boulangerie en al dat moois wat ik op de weg ernaar toe tegen kom. Zalige ontbijtjes, die ene dag die in al zijn eenvoud zo ontzettend fijn was, of die avond dat we zo zalig op dat terras hebben gegeten. Die prachtige zonsondergang waar we zo van smulden. Samen koken, ik en hij, samen onderweg. Geen spektakel maar gewoon fijn genieten.

camping
Onze kledingkist volgeschreven met alle campings die we de laatste vier jaar bezochten.

Het is eigenlijk net als die houten kist waar we met een zwarte stift alle campings op schrijven waar we ooit zijn geweest. Voor een nachtje of soms iets langer, als een tastbaar souvenir. Ik kan genieten van dat ding tijdens een regenachtige dag. Al die plekjes, en al die mooie herinneringen, zwart op wit. En nu begint er dus ook een stapeltje fotoboeken te ontstaan, van alle fijne zwerftochten. Mijn doel is een dikke stapel, het begin is er al 😉

Menselijkheid

Gistermorgen liep ik op mijn dooie gemakje naar onze dorpsslager, lichtelijk katerig, ik had de avond ervoor iets te diep in het glaasje gekeken. Het overkomt me af en toe op de vrijdagavond, na een gevulde werkweek, dat te diep in dat glas duiken. Met een lekker muziekje, een gezellig hapje en een glas van het een of het ander zak ik zalig ontspannen het weekeind in. En soms iets te ontspannen 🙂 Maar goed, naar de slager dus. Bij de boekwinkel liep ik tegen een bekende lieverd aan. Tijdens die hele corona periode is ons contact eigenlijk alleen maar hechter geworden. Ondanks het feit dat we elkaar niet vaak zien, wordt ze me steeds dierbaarder, mooi is dat.

Ze heeft nog steeds een knuffel tegoed zegt ze, die knuffel die ik haar al een hele poos digitaal beloof en waar we alle twee zoveel behoefte aan hebben. Afstand houden en anderhalve meter, het past niet goed in onze levensvisie. Spontaniteit wel, en liefde, warmte en menselijkheid. Die dikke vette knuffel, die tegelijk ook voor zoveel andere dingen staat, voor dingen die we dreigen te verliezen. Die knuffels deelde ik met liefde uit en ik weiger dat deel van mezelf op te laten sluiten, dan zou ik mezelf niet meer zijn.

Ik had me voorgenomen er geen tijd en energie meer aan te verspillen, aan het hele corona gebeuren. Vol hartstocht negeren leek me oprecht het beste. En er het beste van maken, vooral dat, positief kijken naar al het moois wat er om me heen is. Niet sikkeneurig, vooral dat niet, ook al valt dat echt niet mee. Ik verlang hartstochtelijk naar een fijn feestje, een leuk optreden, naar ontmoeten, omhelzen en dansen tot ik niet meer kan. Maar goed, dat terzijde, ik wilde er eenvoudigweg zo min mogelijk aandacht aan besteden dus, dat krijgt het tenslotte al genoeg.

Wel of geen prik

Toch kies ik ervoor om stelling te nemen, om stelling te nemen in het vooral geen stelling nemen. Dat klinkt wat apart natuurlijk, dus licht ik het met liefde toe. Ik heb besloten geen oordeel te vellen, over wel of geen prik. Dat deed ik al een poosje hoor, maar ik schrijf het nu ook gewoon even van me af. Omdat het voor en tegen vaccineren zulke gruwelijke vormen aan begint te nemen, en het niet meer over het gevaar van ziek worden lijkt te gaan. Ineens gaat het om hele andere dingen, discussies vervuilen en andere belangen spelen een steeds grotere rol. We lijken elkaar te verliezen, door het teveel aan woorden.

Neem je hem wel, prima. Neem je hem niet, om wat voor reden dan ook, ook goed. Want door alles wat de wereld in wordt geslingerd over voor en tegen, en dan vooral heel veel lelijks, weiger ik gewoon stelling te nemen. De objectiviteit is eraf en speculatie en stemmingmakerij vieren hoogtij. Het is onmogelijk om in dat oerwoud van meningen en mis-informatie nog uit te filteren wat oprecht is. Ik heb hem wel genomen, die vaccinatie, want ik geloof erin, maar heel veel dierbaren dicht bij mij niet.

En wat blijkt? Ik houd nog net zoveel van ze, vind ze nog steeds razend lief, of geweldig. Want dat elkaar afkeuren, als mensen onder elkaar, over die rottige ziekte en wel of niet die prik, is een gruwelijk neven effect. Ik wil er niet aan meedoen. Laten we vooral geen oordeel vellen over een ander mens want dat is schier onmogelijk.

Ik voelde me meteen een stuk minder katerig trouwens, na die dikke knuffel, want die was oprecht zalig. Gelukkig zijn we nog niet helemaal verloren 🙂

Diep verdriet

Ze kijkt naar me en ik lees onnoemelijk diep verdriet in haar ogen.
Verward klampt ze me aan en haar hand sluit zich om mijn arm.  Het is duidelijk dat ze tegen me praat, maar echte woorden spreekt ze niet.
Ze prevelt wat en ik praat terug. Zachte geruststellende woorden, met mijn hand op die van haar. Samen lopen we een stukje op, door de gang naar haar kamer.

Ze is gedwongen opgenomen bij ons op de afdeling, dit verpleeghuis is nu haar thuis.
Midden in de nacht liep ze in haar nachtpon over straat, onmachtig om haar eigen voordeur nog te vinden. Ze was de grip op zichzelf kwijt en verdwaalde op zoek naar haar heldere gedachten. Haar beide dochters kregen geen grip meer op haar, dat liet ze eenvoudigweg niet toe. Deze stugge gesloten vrouw raakte meer en meer vervreemd van zichzelf en van de mensen om haar heen.

De eerste dagen na haar opname weigert ze alles. Ze is boos en opstandig.
En ik zie angst, heel veel angst.
Want ineens is haar wereld nog verwarrender geworden. Haar leven speelt zich af op een plek, waar ze nooit terecht wilde komen.
Ik voel angst in mijn lijf als ik nadenk over wat dat met mij zou doen.
Hoe groot moet haar paniek zijn, want zij zit er ineens middenin.

Na een aantal dagen laat ze zich voorzichtig door mij helpen en schoorvoetend zet deze ontwikkeling zich door.
Ze lijkt zich aan mij te hechten en op de dagen dat ik dienst heb zoekt ze me op, elke keer weer.
Dan zoeken we samen haar sjaal, de sjaal die ze altijd om wil maar steeds opnieuw kwijt raakt. Ik vermoed dat de sjaal als thuis voelt, als iets bekends wat ze graag dichtbij zich draagt, maar dat is niet meer dan een aanname.
Soms lees ik haar voor, in de middag, als haar onrust groter wordt en ik de angst in haar ogen zie toenemen.
Ze heeft een snaar geraakt bij mij, deze grote, angstige vrouw.

Geruststellende woorden

Door ontwikkelingen op de locatie waar ik werk is het noodzakelijk mij over te plaatsen zodat de verpleegkundigen beter verdeelt zijn.
Na die laatste dienst op ‘mijn afdeling’ ga ik met een knoop in mijn buik naar huis.
Een aantal weken later loop ik naar mijn oude afdeling om een paar van mijn voormalige collega’s te spreken.

In gedachten stap ik uit de lift en direct loop ik een oud-collega tegen het lijf. Terwijl we bijpraten komt ze lopend achter haar rollator de hoek omgelopen en onze ogen ontmoeten elkaar.
Ze slaakt een kreet van herkenning, laat haar rollator los en omhelst me innig, haar armen stevig om mijn lijf geslagen.
Ontroert slik ik het brok in mijn keel weg en sla mijn armen om haar heen. Mijn collega is net als ik verbaasd over de intensiteit van deze onverwachte ontmoeting. Want het is overduidelijk dat ze mij herkend, ondanks haar verwarring.
Samen lopen we een stukje op, ze prevelt wat, ik antwoord geruststellend, samen als vanouds op zoek naar haar sjaal.

Twee weken later zoekt ze me op, de oud-collega.
‘Ze gaat hard achteruit’ zegt ze,’ en je wil vast afscheid nemen.
In een hoekje op de gang zitten haar dochters een kop koffie drinken, we groeten elkaar. ‘Fijn dat je er nog even bent’.

Langzaam loop ik de kamer in. Stil ligt ze in bed met haar ogen gesloten. Ze is rustig, straalt vredigheid uit, het ontroerd me.
Ik praat wat, dichtbij haar oor, fluister geruststellende woorden. Haar sjaal ligt over haar schouders, de sjaal die zo belangrijk voor haar is.
Zacht fluisterend neem ik voor altijd afscheid.

Gepubliceerd!

De dag begon eigenlijk helemaal waardeloos, zeldzaam maar waar. Ik sta eigenlijk elke dag blij op, en waarom ik in mineur was die dag wist ik echt niet. Prima geslapen, geen schokkende dingen gebeurd. En toch, niet blij toen die kijkers om half zes open gingen. Somberig zat ik aan mijn eerste bakkie, en ik besloot direct dat ik die dag nergens zin in had. Ik zou werken die dag, en daarmee was wel alles gezegd. Niet lekker wandelen, niet een stukkie schrijven, niks nakkes nada.

Futloos zat ik voor me uit te staren. Al mijn schrijfsels vond ik ineens ook allemaal waardeloos, en zelf was ik ook helemaal niks waard. Ik gloeide van het zelfmedelijden, vanuit het niets. Er was oprecht nul aanleiding voor, en voluit mopperend brak ik mijn hersenpan, een vol uur lang.

Het is volledig a-typisch voor mij, dus werd ik chagrijnig van het feit dat ik chagrijnig was. Met een diepe zucht en afhangende schouders schoof ik achter mijn pc, mijn werk zou me hopelijk afleiden. Ik ben nooit lang in een slechte bui, of boos, of wat dan ook. Daar ben ik dan ook heel erg aan gehecht, aan mijn blije opgewekte natuur. En als die dus even kwijt is, ben ik van slag.

Sombere stemming

Mijn mailbox stond vol taken waar ik driftig mee aan de slag kon, dus dook ik zalig weg in alles wat ik moest regelen. Even aan anderen denken, in plaats van aan mezelf. Mijn donkere aura schoof ik resoluut opzij voor later. In de loop van de ochtend bliepte mijn telefoon, ik had een mailbericht van een schrijfwedstrijd waar ik een poos geleden aan had meegedaan. Vol overtuiging opende ik het bericht, ik had toch al een slechte dag, dus dan meteen ook maar door die zure appel heen bijten.

Mijn ogen vlogen over de tekst, en ergens onderaan zag ik mijn eigen naam staan plus mijn inzending. Vol ongeloof las ik het bericht nogmaals, en nog een keer want wist ik wel zeker dat ik het goed had gelezen? Blijdschap borrelde omhoog, dus las ik het nog maar een keer. Mijn ingestuurde verhaal was geselecteerd voor een verhalenbundel, en nu zouden dus de door mij getikte letters worden afgedrukt. Zwart op wit, in een boek, waar mijn naam ook op zou staan.

Gelukzalig leunde ik achterover, mijn telefoon rinkelde en mijn mailbox bleef volstromen. Mijn werkdag zou een hele drukke worden. Die sombere stemming echter, die was ineens volledig verdwenen. Het vertrouwen in mezelf was in een klap hersteld. Mocht het nooit wat worden, met die schrijfsels van mij, dan had ik dit maar mooi te pakken. Die ene droom, dat mijn naam ergens op een kaft van een boek zou staan, was onverwacht zomaar uitgekomen.

Mooi he?!